De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1924 9 februari pagina 5

9 februari 1924 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND DE INTERNATIONALE PUZZLE Half Februari 1924 Nog altijd beheerscht de nieuwheid van de poli tiek der Engetsche arbeidersregeering'de interna tionale atmosfeer. Macdonald laat geen gras groeien over wat hij ondernemen kan. Met voort varendheid heeft hij de Russische kwestie aangevat, een kwestie die ook van de zijde van Moscou in kneedbaren vorm is gekomen door de persoonsver andering in het sovietbestuur. Deze verandering en de geheele leer der Nep, 't geen beteekent aan passing van het communisme aan de beginselen der kapitalistische economie, maken toenadering tusschen Europa en Rusland mogelijker. Intusschen bergt dit nog zeer vele vraagpunten. Men behoeft maar terug te denken aan de Haagsche conferenties, waar alles ten slotte is afgestuit op den theoretischen onwil der bolsjewiki om de westersche begrippen van privaatrecht te erkennen, en daar dan naast te leggen de voorwaarden die de Engelsche regeering aan hare de jure erkenning verbonden heeft (en verbinden moest), om te be grijpen dat op de voorgestelde conferentie te Lon den nog heel wat werk te doen valt, eer geheel regelmatige betrekkingen zijn gevormd. Intusschen is men te Londen optimist. Men rekent zelfs, dat Moscou gemakkelijk zal zijn in het erkennen zijner oude schulden. Maar er komt een maar bij. Schulden wegens individueele contracten zouden grifweg worden aanvaard. Schulden uit hoofde van publieke leeningen ook, doch daartegenover tegenvorderingen gesteld, op de andere regeerin gen, wegens schade tengevolge van politieke gestie aan Rusland toegebracht. Wat de f inancieele rege ling betreft zou dit dus vrijwel een spelen met woorden worden! De arbeidersminister zal intusschen wel spoed achter de verschillende zaken zetten. Dit ligt in den aard van zijn optreden, en bovendien blijft nog onzekerheid bestaan hoelang dit ministerie duren kan. lederen in Engeland geeft er zich rekenschap van dat het een losjes geplant boompje is, van daar dat dit boompje zelf zich bijkans zenuwachtig zal haasten om wortel te schieten ! En den besten grond daarvoor vindt het onge twijfeld in de buitenlandsche politiek. Macdonalds optreden wordt daarbij ook begunstigd door andere omstandigheden, waarvan de thans aangebroken periode blijk geeft. Van de meeste beteekenis is de verande rende houding van de Vereenigde Staten jegens Europa. Men behoeft niet te behooren tot hen die de Noord-Amerikanen als de alles-beheerschende reddende engelen van Europa' aanzien. Europa zal voor het grootste deel zijn eigen redding moeten uit-plussen. De Europeesche problemen zijn te ingewikkeld en te ingeworteld, dan dat de geest van de nieuwe wereld ze een, twee, drie uit den weg zou kunnen zetten. In dit opzicht moet voor overspannen verwachtingen gewaarschuwd. Maar de Yankees kunnen vooral met twee dingen hel pen: door het uitoefenen van d rang en aansporing en door economische arrangementen. Drang en aansporing hebben zij in het laatste deel van den oorlog, en gedurende de vredesonderhande lingen uitgeoefend. De groote zijde van Wilson's optreden heeft hier gelegen. Drang en aansporing, om op orde te komen had men na de vredesslu ting van hem verwacht. En die kunnen hunne staatslieden en deskundigen nu nog in de eerste plaats in het tobbende Europeesche wereldje uit oefenen. Een Amerikaan in een vergadering van Europeesche diplomaten berekent niet, dat de Amerikaan de oplossing van 't behandelde onder werp aan de hand doet. Maar het beteekent, dat htj de Europeanen ertoe noopt, de oplossing te vinden en ten uitvoer te brengen. Dit is het groot ste gemis geweest van Amerika's afzijdigheid, en de eerste stap tot verbetering moest van die rich ting komen. - Men besefte de beteekenis van den ommekeer. Tot dusverre verbood het gouvernement te Wash ington vooraanstaande landgenooten, een rol in de internationale problemen te aanvaarden. Wie het toch zou doen, gold als on-patriottisch en vrijwel gecompromitteerd. En thans! Dawes presideert de Eerste Deskundige commissie te Parijs. Robinson zetelt in die voor de studie van de vlucht der Duitsche kapitalen in het buiten land. Norman Davies aanvaardt de leiding der behandeling van het Memelvraagstuk. Voor Hongarije's reconstructie vindt men waarschijnlijk eenen Amerlkaanschen Hoogen Commissaris, wat verleden jaar, in 't geval van Oostenrijk, nog taboe was. Morgenthan neemt in Athene de zaak der Orieksche uitgewekenen uit K'ein-Aziëter hand. Alle mannen die in hun land ten volle in the limelight" staan. Dit zijn aanwijzingen voor een uiterst belangrijke en uiterst nuttige wending in ?den gang van zaken. De economische en de politieke medewerking zal van den kant van den Amerikaanschen Staat niet pijlsnel op deze persoonlijke medewerking volgen. Maar toch groeit het eene uit het andere voort. Een verschijnsel van niet minder beteekenis valt in het midden van Europa zelf te boekstaven. Internationale verbindingen worden daar be vestigd, toestanden verbeterd. Wij doelen op de aanstaande regeling tusschen de Kleine Entente en Hongarije; en op die tusschen Italiëen Yougoslavië. Men had daarin met twee nog steeds geweldige anti-thesen te doen gehad. De spanning tusschen Zuid-Slaaf en Italiaan was sinds geruimen tijd slechts weinig minder sterk dan die eenmaal tusschen Slaaf en Oostenrijker. Dit dateerde reeds van voor den oorlog. Het was sinds den vrede meer geaccentueerd geworden. De wrijvingsvlakken waren vermeerderd. De Adriatische zee leverde een twistappel. Albaniëeveneens. Triest, de Carsino en de geheele Venezia Juliana, Italiaansch geworden, bevatten belangrijke Yougo-slavische minderheden. De Dalmatische kustplaatsen, Ita liaansch van karakter, vormen deel van het Yougoslavische buitenland. Ieder weet hoe dit alles met Fiume, tijdens het vredescongres te Parijs, tot een dramatisch moment van de eerste grootte leidde. Fiume was trouwens nog steeds blijven doorprik ken in het vleesch der beide naties. Italiëhad wel toenadering beproefd. Sforza sloot het tractaat van Rapallo. Schanzer volgde de verzoe ningspolitiek waaraan Patschich zijnerzijds, uit Belgrado, meedeed. Maar de Italiaansche publieke opinie was daar nog alles behalve op gesteld, en de persoonlijke ongenade der genoemde staatslieden bij het fascisme, was zelfs aan dat tractaat van Rapallo toe te schrijven. Het leek, of onder Mussolini nog langen tijd wrijving van de bedenkelijkste soort door zou werken. Nu heeft zich in Mussolini in den laatsten tijd een merkwaardige ontwikkeling voltrokken. Het Korfoe-incident heeft daartoe niet weinig bijge dragen. De Italiaansche condottiere wordt een vredesvorst. Zoolang hij de internationale vraag stukken slechts oppervlakkig had benaderd, leefde hij in de primitieve opvatting dat prestige en krachtpolitiek vóór alles de middelen waren om Italië's positie hoog te houden. Nauwgezettere ervaring heeft den schranderen staatsman doen zien, dat een breed opgezette vredes- en verzoeningspojitiek zijn land veel beter past. Nog altijd zal de impulsiviteit nu en dan wel eens parten kunnen spelen. Maar in algemeenen zin wordt de lijn van Mussolini's politiek bij uitstek Europeesch". En moeilijk kon men aan het knetterende Europa op het oogenblik een grooteren dienst bewezen hebben dan door tusschen Yougoslavi en Italiëeen vreedzame vriendschap te doen in treden. Dit is de beteekenis van de onderhandelin gen die nu tusschen Rome en Belgrado gevoerd zijn, en in het Palazzo Chigi een pompeuse bezege ling hebben gekregen. Het Statuut van Fiume geregeld. Een Italiaansch-Yougoslavisch vriendschapstractaat. Natuurlijk heeft zulk een speciale verbondenpolitiek ook hare mogelijke nadeelen. Zoodra zij tegen anderen is gericht, is zij geheel uit den booze. Deze mogelijkheid is nooit uitgesloten. Zooals thans de inhoud, en de ontstaansgeschiedenis van de Italiaansch-Yougoslavische toenadering be oordeeld worden kunnen, heeft men hierin echter niets anders te zien dan het verbeteren van een kille, gevaarlijk-kille internationale verhouding. Die dringend gewenscht was. Politieke tinnengieters, die gaarne aan de dingen een sensationeelen kant geven, mogen zinspelen dat het verbond tegen Griekenland gericht is (met name in zake Macedonië), elke insider zal het ongerijmde en noodelooze van deze onderstelling erkennen. 't Zelfde geldt voor de bewering, dat het een spaak in de wielen der Fransche politiek zou zijn, een zet van Rome tegen Parijs, en een persoonlijk echec voor den Czecho-Slovaakschen staatsman Benes. Benes heeft met het onlangs gesloten Czechoslovaaksch-Fransche vriendschapstractaat slechts een nieuwe uiting gegeven aan zijn streven naar een netwerk van verdragen, dat over geheel Europa moet komen te liggen, teneinde de rust teweeg te brengen. Een geheel programma werkt hij in dit opzicht af, en het kleine, toeschietelijke, bemidde lende heertje is zelf zeker de laatste om daarin agressieve plannen te leggen. Hij is misschien de stelselmatigste werker |voor den vrede in Midden-Europa, en zal ook eenmaal in de Duitsche zaak belangrijk werk gaan verrichten. Zijn regionalisme", dat wil zeggen: de tendentie om staten die gezamenlijke belangen hebben, tot verbonden van samenwerking te brengen, heeft ontegenzeggelijk schaduwzijden, wanneer het niet met groote voor zichtigheid, zelfbeheersching en onder controle van de geheele volkengemeenschap wordt door gevoerd. Onder die voorwaarden evenwel kan het groote reëele beteekenis hebben, en het ItaliaanschYougoslavische verdrag is er zeker een belangrijk uitvloeisel van. Wel natuurlijk zal men in dat tractaat een uiting VRAABT BEKNOPT PROSPECTUS van zelfbewustzijn der Yougoslaafsche staatslieden mogen zien, en maakt het Benes minder dan tot dusverre den manager van de kleine Entente. Ook wordt het Italiaansch prestige er door verhoogd. Wanneer nu nog het reconstructieplan voor Hongarije beklonken wordt, en daardoor het even wicht van dat land versterkt, en zijn verhouding met de kleine Entente in goede banen geleid, is men een heel eind verder. BRANDARIS DE WEG TOT SCHOONHEID EN GEZONDHEID Wij allen plegen veel geld uit te geven om ons uitwendig voorkomen in den omgang met onze medemenschen voordeelig te doen uitkomen, want dit is overal de beste introductie; maar hoe schoon de omhulling van ons lichaam ook moge zijn, de zorg voor het lichaam zelf moet toch altoos de hoofdtaak blijven. Het bevallige kleed verraadt bij man en vrouw een goeden smaak, maar de schoonheid van het lichaam geeft blijk van een goede gezondheid en pleit ook tevens voor een schoone bezieling van dat schoone lichaam. Onder bovengenoemden titel verscheen dezer dagen een handig boekwerkje (160 bldz.), een Nederlandsche vertaling van R e i n h o l d Oerling's: Der vollendete Mensch, met a'ls kernspreuk: niet slechts spierkracht, maar even redige ontwikkeling van de geheele persoonlijkheid moet het doel zijn van de moderne lichaamscultuur. Het is vertaald door Dr. B. J. C. te H e n n e p e Jzn. en uitgegeven door Swartsenburg te Zeist 1923. Eerst komen een paar principieele hoofdstuk ken om ons te bezielen voor het schoonheidsideaal dat praktisch onze levensrichting beheerschen moet. Dan volgen eenige hoofdstukken over de voornaamste hulpmiddelen om dit ideaal ter benaderen, met name: gepaste voeding en inge togenheid, zonne- en lichtbaden, ademhalingsen stemgymnastiek, rhythmische bewegingen, veredeling van mimiek en gelaatsvormen. Op bldz. 25 wordt ook de padvindersbeweging met sympathie begroet. Eerst in de laatste hoofdstukken worden de gymnastische oefeningen in engeren zin besproken en wel hoofdzakelijk in den vorm van kamergymnastiek zonder bizondere apparaten. Ook dit gedeelte is zeer animeerend geschreven. Met nadruk wordt er telkens op gewezen, dat al deze oefeningen slechts dan waarde hebben, wanneer men ze met inspanning van den wil uitvoert, d.i. met een maximale spanning van alle spieren, dus ook van de tegenwerkende spieren (de antagonisten) ter verhooging van den weer stand. Zoo wijst ook dit gedeelte den weg, niet alleen ter ontwikkeling van onze spieren, maar tevens ter ontwikkeling van onze wilskracht, van ons karakter. In ons dagelijksch leven gold helaas ! tot nog toe maar al te zeer als een axioma: wie mooi wil zijn, moet pijn lijden ! Want wij zijn nog altoos niet los van den wansmaak der wilde volks stammen, om uit misplaatste schoonheidsconventie onzen lichaamsvormen geweld aan te doen. Maar wanneer we dit boek lezen, wordt het ons een genoegen, een kunstgenot, ons fraaie lichaam nog fraaier te maken. Een hooger cultuurstadium ! Het boek zelf geeft ons ook reeds een goed voor beeld. Uitwendig zoowel als inwendig even goed verzorgd. Alleen reeds de keurige illustraties van lichamelijke schoonheid maken het lezen van dit boek tot een waar kunstgenot naar het Orieksche ideaal. Dr. J. RUTGERS Rookt TABA SIGAREN 't nieuwste 't fijnste fcL.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl