Historisch Archief 1877-1940
8
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
No. 2434
VANJCHA1CKT
MEUBELTRANSPORT MI (
BERGPLAATSEN v. INBOEDELS
BINNEN-EN BUITENLANDJCHE
TPANSPOPTEN l
OVERBRENGEN \
v. MEUBILAIR OOKPER AUTOTAPISSIEBE
BOOTHSTPAAT, UTRECHT TEL 163
16/20 P.K. 6 pi, 20/80 P.K.. 6 pi
f 6700.
LEONARD LANG, AMSTERDAM
NODMA
5 IÜAP?> E N
FUN5TE FABRIKAAT"
BIJKOMSTIGHEDEN
CXI.
Böse Menschen haben keine Lieder"en Gl
ckliche Menschen haben (of tenminste lesen) keine
Bücher." Ik geloof, dat we met onze propaganda
voor het boek, het boek als levensverrijker, het
boek als onze beste vriend, het boek als iets
gewijds", dat we alleen met eerbiedige handen
mogen aanpakken, op een zeer bedenkelijk pad zijn
geraakt en dat het goed is ons eens even te bezinnen
en ons af te vragen, of hij, die zonder boeken ge
lukkig zijn kan, niet normaler leeft, dan wie meer
met romanfiguren dan met menschen van vleesch
en bloed verkeert.
We hebben ontegenzeggelijk de neiging om
iemand, die zegt, dat hij niet van lezen houdt, als
een soort barbaar aan te zien. Wanneer we op
een boot juist zalig in Le vagabond sentimental"
van t' Serstevens willen onderduiken, en de juf
frouw naast ons begint een gesprek met de
meedeeling, dat ze bij haar zoon in Rotterdam is ge
weest, en dat ze een hartkwaal heeft en dat het nog
altijd maar koud blijft, dan vinden we haar ver
velend, omdat ze met haar onbelangrijke praatjes
ons_ in onze lectuur stoort, en toch heeft zij eigenlijk
gelijk; zij leeft in de werkelijkheid; zij is bereid
mij den roman van haar persoonlijkheid te open
baren en ze toont een onmiskenbare belangstelling
voor de mijne; terwijl ik boot en water en mijn
reëelen wintersenen tocht zou willen vergeten, om
me in te schepen voor een fictieve reis met den
geest van den vportreffelijken Franschman als
gids en het zonnige, Italiaansche landschap als
decor voor onze droomen.
Onze hartstocht voor het boek, voor de courant,
voor het tijdschrift, ons aanwensel om, als we een
paa^minuten vrij zijn, onze oogen onmiddellijk te
hechten aan zwarte lettertjes op wit papier, ver
vreemdt ons van ons feitelijke leven, trekt ons
hart af van onze verwanten en vrienden, doet ons
het nu" en het hier" vergeten, om altijd ergens
te zweven in de ruimte en in den tijd, waar we
~.niet hooren en waar we niet ademen en eten.
U zult me tegenwerpen, dat het nu" en het
hier" weinig verheugends biedt om er ons m te
verdiepen; dat de werkelijkheid niet veelmeer
oplevert dan een groot vel van de giro, waarop men
acht van zijn bezwaren 3 x kan herhalen, en
waarvan men, als dat het overkropt gemoed nog
niet genoeg lucht mocht geven, bovendien nog een
duplicaat kan aanvragen; of een debat in den
gemeenteraad over de vraag, of een tooneelstuk,
waarin een vader een onzedelijken raad aan zijn
dochter geeft, voor subsidie in aanmerking komt
of niet, en dat het dan toch wel prettiger is met
Maeterlinck en consorten tot een beetje een hooger
niveau te stijgen en een beetje frisscher lucht te
ademen... Maar kan het nu" en het hier" ooit
beter worden, als we onze handen en onze belang
stelling er van aftrekken en als echte
Pieten-kijkin-de-lucht ons van het ons omringende niets aan
trekken?
Ach, ik weet het ook wel: als het leven ons maar
een klein beetje had bevredigd en als de wereld
maar iets had overgehouden, dat ons nog aan het
paradijs herinnerde, dan zou de heele menschheid
niet door zoo'n hartstocht zijn bevangen om altijd
maar door aan den boom der kennis te staan
schudden; als we in de steden maar niet zoo op
elkaar gepakt zaten; als onze zenuwen maar niet
zoo gesloopt werden door geraas, gejacht, gedrang;
als we maar ieder een plekje hadden, waar we
stilletjes in de zon konden liggen droomen; als we
maar meer gelegenheid hadden om te wandelen,
te zwemmen, te roeien; als ons werk ons maar
meer bevredigdeen meer vrij liet, om naar de groote
wolkenluchten te kunnen staren, dan zouden
we er nooit toe gekomen zijn, al onze^ vreugden,
al onze ondervindingen, al het voedsel voor ons
hart en ons hoofd zoo uitsluitend uit boeken te
putten. Onze dagen met,werkelijk werk, in omgang
met werkelijke menschen, gaan ons voorbij zonder
lach of traan; wij schreien en lachen pas weer in
den avond, als we alleen zijn, als de gedroomde
wereld voor ons is ontsloten, en wij daar beleven,
wat ons eigen bestaan ons onthield.
Als we dan tenminste maar inzien, dat dit alles
surrogaat is, een pis-aller; een nobeler surrogaat
dan de bioscoop voorzeker, maar toch verruiling
van daad voor gevoel, van actie voor droom.
Wie vullen op Zaterdagavond de
uitleenbibliotheken om zich voor den Zondag tenminste een
beetje spanning, een beetje gloed te koopen? Het
zijn de teleurgestelde, verveelde, vermoeide,
gedesoeuvreerde mevrouwen en juffrouwen, die de
heele week of geen werk hebben of werk, dat hun
niet voldoet, dat niet het beste in hun in beslag
neemt, en die dat alles n dag lang in een
romantischen roes willen vergeten.
Wie zijn de slechtste klanten van boekwinkels
en leeszalen? Dat zijn de zakenmannen en de
moeders der groote gezinnen, de huisdokters met
een drukke praktijk, de vrouwen, die aan sociaal
werk doen, alle menschen, die in zóó nauw contact
met de groote, geweldige werkelijkheid zijn ge
treden, dat er voor het land-der-fictie geen tijd
overblijft. Zij missen iets, iets kostbaars, ontegen
zeggelijk; wij missen mér. De moeders, wier ge
dachten telkens spelend toeven bij de fantasieën
der kinderen, die als levende sprookjesboeken zijn;
de doktoren, die van leed tot vreugde en van op
luchting tot zorg trekken, zij drinken uit de
bron zelf; wij krijgen onze emoties gefiltreerd,
gezuiverd n verschaald. Het kan niet anders
meer; ons dagelijksch bestaan werd arm aan ont
roering en aan schoonheid, ze trokken zich terug
in de kunst, in het boek. Maar laten we dan ten
minste deze waarheid vasthouden, dat, als het
leven rijker was gebleven, dan het boek waar
schijnlijk nooit een zoo onevenredig groote plaats
in onze belangstelling zou hebben ingenomen, en
dat, als het boek niet zóó onevenredig vee! van
onze beste gedachten had opgeeischt, ons dage
lijksch leven misschien nooit zoo zou zijn verarmd.
ANNIE SALOMO N s
OLDENKOTT*
TABAK
VERSCHENEN:
De Stille Getuige
DOOR
TOP NAEFF
ZESDE DRUK
Ingenaaid / 3.50 Gebonden / 4.50
Want dit boek is vol van bizondere en
schoone gevoeligheid.
W. G. VAN NOUHUYS in Groot Nederland.
Dit boek, dat de pretentie heeft iets zeer
fijns en hoog te willen zijn, is werkelijk iets
bijzonder?. Niemve Rolt. Ct.
Kunst van fijne intimiteit en treffende
eenvoud. De Telegraaf.
Uitgave van
Van Holkema en Warendorf, Amsterdar-.