Historisch Archief 1877-1940
No. 2435
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
13
TRAGISCHE MASKERS VAN
HELLAS
BALTHAZAR VERHAGEN, De Tragische Maskers
van Hellas. Met 24 platen en 6 grafieken.
Van Munster's Uitgevers-Maatschappij,
Amsterdam 1923.
Materieel wei-verzorgd met goede foto's en op
gedragen aan de nagedachtenis van
AlphonsDiepenbrock wordt dit boek met genoegen ter hand ge
nomen. Uit het Voorbericht hooren wij, dat hier
?de uitwerking geboden wordt van besprekingen
over Tragische kunst der Grieken met leerlingen
van de Tooneelschool, van voordrachten in Volks
universiteiten en elders. Het blijkt bestemd te zijn
voor kunstenaars en kunstzinnigen en geeft
zooals de schrijver zegt in hoofdzaak de analyse
naar inhoud, geest en dramatische techniek der
14 tragedies van Aischylos en Sophokles.
Met opzet is Euripides niet besproken om de
geestelijke sfeer der eerstgenoemde tragici niet te
storen.
Dit alles doet een wei-doordachten inhoud ver
wachten. In het algemeen reeds stemt het aange
naam, dat nu eens een niet-philoloog, een man met
tooneelervaring, leeraar onzer Tooneelschool, over
het antieke drama wil spreken. De heer Simons,
die een grooter werkplan volgt, bewees, hoe frisch
van opmerking, ook hoe koen van ingrijpen in
hangende kwesties, de niet-vakman in
academischèn zin" bij de behandeling van zoo een onder
werp kan zijn. De inmenging van op ander letter
kundig terrein bevoegden, van lieden, die weten
hoe een stuk op de planken doet, kan door de
philologen als winst worden geboekt. Derhalve
begroeten wij van harte de moderne kunstschep
pers, prozaïsten en dichters, die de Ouden in hunne
belangstelling hebben getrokken, niet om er copie
uit te halen of hunne particuliere levensopvattin
gen in klassiek aureool te zetten, maar omdat zij
?óók hier iets van het mooie vinden. De Oudheid
?door kunstenaars en zaakkundigen in modern
kleed tot de zich ontwikkelenden gebracht, dat,
«n dat allén, zal de klassieke opvoeding zijn in
«ene toekomst, die met onderwijsphrasen finaal
heeft durven breken.
Nu is er echter groot gevaar, dat de kunstzinnige
nadeel aan de goede zaak berokkent, indien hij
met dédain voor al die philologische boeken
geleerdheid, het nu maar eens flink zal zeggen,
hoe hij jneent, dat het wel gegaan zal zijn. Dan
toch komen 'er uitspraken,
die ons glimlachend het
boek ter zijde doen schui
ven. En wij maken ons
sterk den heer Verhagen,
hee stoer hij moge zijn,
een slapeloozen nacht;te
kunnen bezorgen, door hem
ter verantwoording te roe
pen over meer dan een
enkele ^bewering. Zoo iets
kan een schrijver, ja zelfs '
een voorganger inde Volks
universiteit, overkomen
door aan het juiste adres
te informeeren welke de
gewenschte studieboeken
zijn. De heer Verhagen
geeft op pag. 331 een lijstje
van geraadpleegde litera
tuur, dat hem de vrijheid
gelaten heeft, met name
in de 65 aanvangspagina's
van zijn werk, ongeveer
alle hoofdvragen waarvoor
de religieuse schepping van
het Drama ons stelt, met
nimmer weifelend woord af
te doen. Bij zulk [eene
praestatie zit men, heel
klein in het hoekje gedrukt,
neer.
Evenwel, dat is te verhel
pen injeen tweeden druk.
Inmiddels moet de goede
Nederlander bij het vele,
dat hij ongecontroleerd
dagelijks slikt,ook maar een
poosje met deze ideeën"
rondwandelen. Wat ech
ter, naar ik vrees, door
geen ijver te verhelpen zal
zijn, is een ernstiger be
zwaar, dat wij tegen
Verhagen's boek hebben. Zeer '
te duchten is dat de schrij
ver, als het hooge woord er bij ons uit is, bij
Conan Doyle zal gaan uitvorschen, hoe hij over
zoo iets wraak kan nemen. Want het bezwaar is
buiten twijfel uit des schrijvers eigen wezen voort
gekomen. Welnu, Sherlock Holmes helpe mij, ik
spreek het uit: de stijl van den heer Verhagen is
verschrikkelijk mooi, maar verschrikkelijk. Is
het nu toch heusch niet
mogelijk om in eenvoudige
menschentaal, kort en hel
der, engelsch-nuchter, over
kunst en oudheid te spre
ken? Het is toch eenvou
dig genoeg, als men iets
goed ziet en voelt, dit zóó
te zeggen, dat de meubels
niet daveren van de
resoneerende volzinnen. Om
over godsdienstige dingen
te spreken is geen toga
noodig; evenmin een statierok
als het over de kunst gaat.
Genoeg, :!tot wee-wordens
genoeg, hebben wij van de
perioden der eloquentie,
van de uniforme kunsttaal,
van die mooi gerangschikte
mooie woorden, wiegelie
deren voor volwassenen.
Het is ook geen kunststuk
zóó te schrijven; dit jargrn
met biibehoorende gebaren
leert men opeen paar lezin
gen. Sober en simpel te
zijn in pakkende inslaan
de bewoording, dat is
kunst. |
In dien stijl hopen wij
van den heer Verhagen
nog eens een boek te krij
gen over Euripides, beke
ken nu eens niet van loge
of balcon, maar van de
coulissen uit. Hij zal daar
mede een dienst bewijzen
aan de philologie.
J. Vu R T H E i M
Leiden, 10 Jan. 1924.
Tragische Maskers
de Leidsche faculteit der rechtsgeleerdheid,
Leiden, A. W. Sijthoff's Uitgevers Maat
schappij.
De faculteit der rechtsgeleerdheid te Leiden
heeft ambtelijk afscheid moeten nemen van Prof.
Mr. Van der Vlugt, die den twaalfden Maart 1923
de wettelijke leeftijdsgrens van zeventig jaren
overschreed.
Zij hechtte er aan dit afscheid tot het ambte
lijke te beperken, en heeft gemeend haar schei
denden aetate decanus" te mogen en te moeten
eeren door bundeling van een deel zijner opstellen
en redevoeringen, ten bate mede van de duizenden
Nederlandsche juristen, die eens bij hem college
hielden en van de breede schaar van landzaten en
vreemdelingen, die leering putten uit zijn geschrif
ten.
De ruime omvang van Van der Vlugt's
publicistische werkzaamheid dwong tot beperking, hare
veelzijdigheid *tot een zekere willekeur bij de
keuze. Deze bundel handelt over
rechtswijsbegeerte, rechtsgeschiedenis, staatsrecht en sociolo
gie en bevat een aanmerkelijk deel van de ge
schriften van Mr. van der V. over de Finsche
zaak, een dier internationale aangelegenheden, in
welke de schrijver ook het buitenland tot luis
teren heeft weten te dwingen.
VANDEWEEK
Razende Mainade (5e eeuw vóór Christus)
NIEUWE
UITGAVEN
Mr. W. van der Vlugt's
belangrijkste geschriften, ter
eere van zijn zeventigsten
verjaardag verzameld door
De Drie
Zwarte Penny's
door
JOSEPH HERGESHEIMER
Prijs ingenaaid in geïllustreerd
omslag van Is. van Mens f2.90
In Prachlband . . . f3.75
Een Persoordeel:
Het is een boek, dat in 't begin
t vreemd aandoet, doch op het laatst
'boeit en-zóó aangrijpt, dat het niet
meer los te laten is.
Uitgavi vin VAI HOLXEM4 t NAREID01F, A'dim