De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1924 16 februari pagina 16

16 februari 1924 – pagina 16

Dit is een ingescande tekst.

16 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND No. 2435 10DFD5KD Gerard Hekking terug. Het abonnementsconcert in het Concertgebouw verleden Donderdagavond gaf ons de voldoening van den cellist Gerard Hekking weer als solist in het Concertgebouw-orkest te hooren, waarin hij, tijdelijk, gedurende de afwezigheid van Loevensohn is teruggekeerd. Sinds Hekking door den oorlog van zijn plaats als aanvoerder der cellisten uit het orkest werd weggeroepen Hekking was door naturalisatie Fransen onderdaan geworden is zijn herinne ring hier niet vervaagd en zijn weerverschijnen en spelen was in zekeren zin slechts een bevestiging van een ouden indruk en een oude reputatie. Hekking blijft thans eenige maanden in het Con certgebouw-orkest en het kan ons alleen spijten dat het niet voor goed is. Maar Hekking heeft Frankrijk Hef gekregen en voelt er zich te wel. Op het concert van verleden Donderdagavond was het eveneens een oude herinnering, die hij weer levend maakte: want juist ook in het cello concert van Haydn, dat hij thans uitvoerde, herinneren wij hem nog zoo duidelijk. Het was weer dezelfde stoere streek, de teedere cantilene, een breed zingen en een zacht stamelen soms, een spel zeldzaam bewogen en bezield. Hekking is geen classicus in den zin van academicus en hij legt zich in zijn voordracht van Haydn's celloconcert geen enkele pose op. Meer dan alle stijl-nabootsing is hem de ziel, die hij met zijn begenadigd kunstenaarschap vaak ontroerend weet te treffen. De huldiging door het publiek na deze voordracht was dan ook spontaan-geestdriftig. Muck had dit abonnementsconcert ingeleid met de Maurerische Trauermusik" van Mozart, ter herdenking van Herman Meerloo's afsterven. Een eenvoudige plechtigheid, die treffend werd besloten door Muck's zwijgende uitnoodiging tot het orkest een oogenblik op te staan, waaraan ook het publiek gevolg gaf. Daarna werd Bruckner's 5e symphonie gespeeld. De symphonieën van Bruckner zijn ons thans zoo langzamerhand alle bekend, een kennismaking waarvoor wij erkentelijk zijn. Doch er zijn sym phonieën bij, die ons, bij de telkens herhaalde manier, te veel Bruckner" zijn, d.w.z., waarin Bruckner te veel over het hoofd blijft zien, dat het een kunstenaar wel vrij staat geheel voor zich zelf te componeeren, doch dat hij niet van het publiek mag verwachten, dat het geduldig blijft luisteren naar wat, gelijk wij ervaren, alleen hem zelf te zeer boeit. Bruckner's 5e symphonie duurt zeer lang en het zal niemand aan eerbied voor Bruckner's bekentenissen hebben ontbroken. Doch een spreker, die het spreken niet verstaat, men mag hem nog zoo zeer als mensch liefhebben en zijn goedheid van hart waardeeren, vermoeit op den duur en onze gedachten dwalen af. Zelfs de verzorgde uitvoering, die Muck van dit werk gaf, vermocht ze niet vast te houden. De operette: De Haghesangers De opera eischt verzorging; maar ook de operette. De operette heeft eveneens recht op aandacht, misschien thans meer dan ooit, nu zoowel de zwen king in de muziek-dramatische kunsten als de reactie op de beroerde tijden" in vroolijkhcid en lach haar weer geheel aan de orde brengen. Hield niet reeds Debussy een pleidooi voor haar in zijn bekenden aanval op de mislukte sympho nieën zijner tijdgenooten: Laten wij ons niet uitputten, met het schrijven van symphonieën, waarvoor wij zonder waardeerbaar resultaat onze spieren inspannen. Laten wij zoo noodig, de voorkeur aan de operette geven"? Terecht is de oprette een tijdlang in discrediet geraakt. De producten van Berlijn en Wecnen hebben, behoudens enkele uitzonderingen, zooals Johan Strauss' ,,Fledermaus", het genre naar beneden gehaald. Het Fransche genre, van ouderen datum, en daardoor wat vergeten, is daaraan verre superieur. Hier is de operette in wezen de komische opera of het muzikale kluchtspel gebleven, die haar lichtheid als een veer bovenal dankt aan den geniale vaardigheid van den kunstenaar. De meester der Fransche operette is ongetwijfeld Jacques Offenbach, de componist van het tweede Keizerrijk geweest. Men verwonderde zich er over, dat zijn werken in het geheel een 90-tal een tijdlang vergeten konden worden, hoewel, gelukkig, nooit heelemaal, ook niet ten onzent, getuige b.v. de opvoeringen van Hoffman's vertellingen" en Orpheus in de onderwereld". Maar La belle Helene", La grande duchesse de Gerolstein" en zoovele anderen? Het is waar, deze laatst genoemde werken van Offenbach vergen veel aan spel, aankleeding en regie door hun komisch-parodistische trant, die juist geen ver groving, geen banale chargeering verdraagt. Doch Offenbach schreef ook fantastische, zelfs heroïsche werken in zijn genre, en zijn muziek, van Rossini afstammend (Rossini componeerde eens een cancan, die volkomen van Offenbach had kunnen zijn !) bezit een voorname en toch vloeiende melodieusheid, waarin haar alleen eenige werken van den lateren Charles Lecoq, den com ponist van La fille van Madame Angot" en Le petit Duc" evenaarden. Alleen reeds om deze zeldzame muziek, die zelfs een Cosima Wagner bij een opvoering van La belle Helene deed weenen, moesten de werken van Offenbach veel meer voor het voetlicht worden gebracht. Men kent het gezelschap der Haghesangers", waarvan Louis Bouwmeester Jr. de leiding heeft, en men weet ook met hoeveel zorg het zijn ope rettes en muzikale kluchten er uit brengt". Wij zagen bij dit gezelschap in dit seizoen een opvoering van Offenbach's De dochter van den tamboer-majoor" en van Lecoq's De dochter van Madame Angot". Beide opvoeringen waren veelal zeer goed, in sommige opzichten, b.v. de ensceneering, zelfs model". Bijvoorbeeld: hoe voortreffelijk is in Madame Angot" de charge der conspirateurs afgezien van de caricaturen Stichtelijke Lectuur Het Boerenhuis door HENRY VAN DIJKE Uit het Engelsch vertaald door META A. HUGENHOLTZ Prijs ing. f 1.25; geb. f 1.90; in leer f3.50 Ds vierde wijze uit het Oosten door HENRY VAN DIJKE Uit het Engelsch vertaald dcor C. M. ViS Meteen inleidend gedicht van Dr. H. L. OORT Prijs ing. f 1.25; geb. f 1.90; in leer f3.50 Uitgaven van: VAN HOLKEMA <S WARENDORF, A'DAM uit dien tijd ! Wat het spel betreft is ongetwijfeld het handhaven van een lossen blijspel-stijl met hier en daar echte klucht-intermezzi goed ingezien, hoewel wij er voor zouden willen" waarschuwen iets meer de gemeenplaatsen uit de revue wat betreft actie en grappenmakerij te vermijden en nog meer het kluchtige waarlijk te spelen. De Haghesangers kunnen iets goeds presteeren. De«krachten, riie zij bezitten in een Jean Janssens,. een Joh. Boskamp (een voortreffelijke Larivaudière), een Sophie Köhler-van Dijk, een Christina Ncsma, om er slechts eenige te noemen, recht vaardigen een streven naar een goede operettevertooning, en er zou waarlijk reden voor zijn te hopen, dat zij zich in de zuivere operette blijven consolideeren. Doch de gemeente heeft hun 10.000 van de 20.000 gulden subsidie afgenomen en dit maakt noodig dat er ondertusschen muzikale schmiere" gespeeld worden, die misschien zooals ,,De Koningin van Montmartre" een niet onwel kom finantieel succes kunnen wezen, doch die wij liever voor de Haghesangers, die H. Cuypers' ,,Prinses Carnaval" en de genoemde operettes van Offenbach en Lecoq zoo goed weten te geven, niet noodig wenschten. De dood gaat voort zijn offers te vragen onder onze musici. Thans hebben wij het verlies te be treuren van den Rotterdamschen musicus Anton B. H. Verhey, het meest bekend geworden als directeur van de Toonkunst-koren van Rotterdam en den Haag. Zijn dood is voor deze Toonkunstafdeelingen zeker een groote slag. Wij herinneren er aan hoe Verhey indertijd de moedige pionier ten onzent was voor Moussorgsky's Boris Godounnow" (in concert-vorm) voor Debussy's cantate L'enfant prodigue" en voor andere werken van Moussorgsky en Borodin. Ook als pianist en organist had Verhey veel naam. Hij werd slechts 53 jaar oud. CONSTANT VAN W E s s u M J. S. MEUWSEN, Hofl. A'DAM-R'DAM-ÜEN HAAG DE BESTE HOEDEN IN HOLLAND Rheumatlek, Gewrichtspijn, Verkoudheid. [Resultaat: wezenlijk prachtig en verrassend. Pastoor J. Beelen, Geisteren (L.), schrijft: Ik heb Togal-tabletten gebruikt. Resultaat: wezenlijk prachtig en verrassend. Sedert mijn longontsteking begin Juli j.l. volgde er onmiddellijk op acute rheumatiek (podagra) en tevens in de knie, (vooral pijn en stijfheid in de rechterknie); ik kon ook later na genezing van longontsteking bijna niet meer knielen en tevens niet of slecht meer goed marcheeren. Na regelmatig ge bruik van Togal-tabletten (ik heb 5 flacons a ? 2.00 gebruikt), is die pijn, stramheid in de knie, geheel en al verdwenen, ik werd leniger en soepeler in al mijn ledematen en wandel bij goed weer 2 a 3 uur in de bosschen net als vroeger voor mijn ziekte. Enfin, kort gezegd, ik ben over Tpgal uiterst tevreden, want dit middel werkt prachtig voor lijders aan rheumatiek." Genezing en onschadelijkheid gegaran deerd tegea billijken prijs bij alle apDthekers en drogisten verkrijgbaar. GOQSEÜ& SWAGERMAN PIANO 'S. ORGELS, VLEUGELS K'^NSTSPELPIANO'S BotKHOPSTSTRAAT 149, 's-GR A VENH AGf Uitgaven van . B. WOLTERS, Groningen, Den H.ag. Zoo juist verschenen: Dr. H. W. Rutgers, Der Unterricht in der neuhochdeutschen Sprache an der Universitat. Rede f 0.75 M. J. Schröder en Dr. H. G. de Zaaijer, HANDLEIDING BIJ HET ONDERWIJS IN RECEP TUUR; II. Dr. L. E. Goester, Pharmacognosie, geill., gebonden 4e druk f 4,90 IV. H. J. Spitzen, Latijn, gebonden ... .Bedruk f 2,90 DE NIEUWE TAALGIDS. Twee maandeliks tijdschrift, onder redaktie van J. Koopmans en Prof. Dr. C. G. N. de Vooys. 18e jaargang, af levering 1. Prijs per jaar gang f 5,90, franko p. p. f 6,40 UITGAVEN VAN l. B. WOLTEJS GRONINGEN DEN HAAG i. mm s m RQFUYmHCIERS Wijnhandelaren AMSTERDAM - ARNHEM - 's-GRAVEKHAGE Hoofdkantoor; Binnenkant 25, Amsterdam INTERC. TELEFOON 40389 Prijscouranten worden op aanvrage gaarne toegezonden VOOR EXPORT SPECIALE GONDITIËN BIJSSINK's O JU V E * 'i' E R KOEK HET EN ZONDER SUCADE EN «tEMBER

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl