Historisch Archief 1877-1940
No. 2435
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
19
CHARIVARIA
Ons vertrouwen in den waren vrede bewoog ons
de wapens neer te leggen." (Stresemann)
O, was dat 't!
O I' DE GLIBBERIGE PADEN
Ook mijn stof rust op Uw trouwe,
Sluimerend in Uw Vaderhand." (Rhijnvis Feith)
Die hoop wappere als een blijde, trotsche vlag."
(N. R. C.)
,,A1 zou het regime van Colijn de handen slaan aan
onze priesters, ja zelfs aan onze moeders en kinderen,
ons bloed moet blijven koken, door alles heen, opdat
wij daaruit zullen brouwen den teerkost, die tot spijze
zal moeten dienen op weg naar de socialistische maat
schappij." (Kteerekooper, Versl. U. D.)
AANEENLIJMSEI.S
Vendutie-poging. Onze nieuwe vast-medewerker."
(Leven)
Oorlogsgepensioneerden, ? Gasgepensioneerden."
(Hbl.)
In de Monna-Vanna-questie was de weigerings
overweging er geen van artistieken aard." (O H. C.)
DEELWOORDENJAMMER
Dit vaststellende, is het misschien het beste er zoo
weinig mogelijk van te zeggen." (Ja, zelfs dit is nog
te veel ? Char.)
Integendeel, door een plichtgetrouwe
(aaiicenlijmsel Char.) apotheker bereid, zou de waarborg worden
verkregen, dat de gebruikte (ook de niet gebruikte
Char.) middelen aan alle eischen van zuiverheid zullen
voldoen." (Maandbl. t. d. Kwakz.)
GESLACHTELIJKE AFWIJKINGEN
Hierdoor is verkregen dat men een zuivere
wedergave van pastei krijgt, zoo niooi als feitelijk alleen de
hand eener artist daarmede kan werken." (Overigens
??mooi gezegd Char.)
(Bij een plaat van D. Hoeksema.)
Dit wat het gedeelte der humorist betreft."
(Goudse/i Wbl.)
VROEGRIJPE KINDERTJES
Rie Cramer (schilderes)."
Beppie de Vries (tooneelspeelster)."
Zus Baat en Willy Smits (getrouwd)." (Adv. Hbl.)
RUSTIEKE ATHLETHIEK
Onverwacht kwam er een kinkel in de kabel, die
alle plannen omver wierp." (O. d. H.)
VERRASSENDE MEDEDEELINGEN
Oud-directeur van bloeiende cacaofabriek wenscht
van betrekking te veranderen. Brieven enz." (Adv. Tel.)
Iemand gevraagd om iets te leeren." (Adv. Hbl.)
De A. R. M. op de R. A. I. tentoonstelling, het
N. O. C. en de F. I. F. A."
Oplossing in het volgend nummer van de
A. W. V. N.
Financiën en Economie
Op den Economischen Uitkijk
Overheidssteun aan de Nijverheid
De veelbesproken opdracht vanwege de
Stoomvaart Mij Nederland tot den bouw van een schip
aan een werf in Frankrijk, met voorbijgaan van
eene onderneming hier te lande, heeft o.tn. geleid
tot eene belangwekkende gedachtenwisseling
tusschen de H.H. Ir. A. Plate en F. M. Wibaut 1)
De eerste keert zich tegen verleening van subsidies
door overheidsorganen, waardoor de nationale
nijverheid in staat gesteld moet worden, trots prijs
verschil, tegen de buitenlandsche te concurreeren.
Hij acht deze wijze van doen een verkeerde op
lossing van het werkeloosheidsvraagstuk"; hij wijst
op Bastiat's onderscheiding tusschen hetgeen men
ziet en hetgeen men niet ziet. Vooreerst, zoo zegt
hij, is daar het gevaar van represailles, die immers
zoo licht door protectie worden uitgelokt. Vcoris
leidt zoodanige steun, door tijdelijke en plaatselijke
vermindering van werkeloosheid, de aandacht af
van eenige groote vraagstukken: de noodzakelijke
reconstructie van een belangrijk deel onzer nijver
heid; de onmisbare voortdurende verbetering van
bed rijf stechniek; de noodlottige werking van on
economisch werkende overheidsmaatregelen (wet
telijke arbeidsduurbeperking). Beter dan steun
tegen valuta-concurrentie is het, als de overheid
de totstandkoming van nuttige werken aanvat
(drooglegging van de Zuiderzee; verbetering van
ons wegen-net enz.).
Tegenover dit betoog stelt de heer
Wibaut de keuze tusschen
doctrinairisme of werkelijkheidszin bij
vrijhandelaars"; hij laat er zich op voorstaan, niet
minder vrijhandelaar te zijn dan de heer
Plate, maar acht het den plicht der
overheid om in sommige gevallen door
steun van de particuliere nijverheid het
behouden van de normale werkgelegen
heid in het land of in een bepaalde ge
meente te bevorderen". Dit is z. i. niet
in Strijd met vrijhandelsleer of-praktijk.
Mits aan vier eischen zij voldaan. De. te
steunen onderneming moet technisch niet
achterstaan bij de vreemde; zij moet
door den steun geen winst maken in
eenigen vorm; de hulpverleening mag er niet
toe leiden, dat de collectief vastgestelde
arbeidsvoorwaarden gunstiger of ongun
stiger worden dan bij normale concur
rentie het geval zou zijn geweest; de bij
drage van overheidswege blijve beneden
zeker bedrag, dat in elk bijzonder geval
wordt vastgesteld in verband met het
verschil in goudwaarde tusschen de
loonen hier en elders. Is aan die eischen
voldaan, dan gelijkt de maatregel in niets
op protectie, op kunstmatige bevordering
van werkgelegenheid en dan zullen ook
de door den heer Plate gevreesde
nadeelen niet te duchten zijn. Zoodanige
bevordering van normale werkgelegen
heid kan dan zeer nuttig samengaan met
het door den heer Plate bepleite ver
vroegd uitvoeren van openbare werken.
Aldus in 't kort de heer Wibaut,
die zijn betoog met deze woorden ein
digt: De aanvaarding van
werkeloosheidssteun en werkeloozenzorg door
openbare lichamen heeft mede de vroe
gere werkelijkheid opgeheven, dat fei
telijk broodsgebrek in de verhouding
der bij loonovereenkomsten onderhan
delende partijen een beheerschend
element mag zijn. Immers bij broodsgebrek bij de
arbeiders wordt door hen niet meer onderhandeld,
doch gehoorzaamd aan hetgeen door de werkge
vers oppermachtig wordt gedecrcteerd. Het is niet
eenop de spits gedreven doctrinaire
vrijhandelsleuze, die de openbare lichamen er toe mag
brengen deze vroegere werklijkheid weer te hel
pen herstellen".
Ziedaar, beknopt, wat beide schrijvers in het
midden brachten. Wat mij betreft, het komt mij
voor, dat, althans uit het oogpunt van den heer
Wibaut, de kern van het verschil gelegen is in de
hierboven door mij aangehaalde slotwoorden.
Zij richten zich tegen wat door den heer Plate was
opgemerkt: het werkeloosheidsvraagstuk is voor
een belangrijk deel een quaestie van loon en arbeids
tijd, dit wil men in vele kringen niet zien entochzal
men niet tot een redelijke oplossing geraken, zoolang
men den werkelijken invloed vanden achturendag
door openbare steunverleeningbij concurrentie weg
moffelt. Men ziet: de heer Plate sprak hier niet van
den loonstandaard, waarop juistde heer Wibaut de
aandacht vestigde. En inderdaad, niet minder dan
de werktijd oefent het loonpeil hier invloed.
Daarom schijnt de eigenlijke vraag mij deze. In
belangrijke mate wordt de werkloosheid beheerscht
door de loonschaal. In vele gevallen ware er wel
werk te verkrijgen, als het maar mogelijk was dit
voor lager loon dan het op zeker cogenblik gebrui
kelijke te doen verrichten. Hooge loonen bevorde
ren werkloosheid; zij slinkt als de loonen dalen.
Komt geen factor van buitenaf tusschenbeide,
dan zal de werkloosheid tot loonsverlaging lei
den. Maar dit proces kan gekeerd of vertraagd
worden, doordat de overheid aan de werkloosheid
haar prikkel ontneemt door steun" of zorg",
ook doordat zij een subsidie verleent aan eene
?onderneming, die dan in staat is zonder loonsver
laging toch het werk, dat anders den goedkooperen
buitenlandschen concurrent ware gegund, uit te
voeren. 2). De heer Wibaut, zich beroepend op het
beginsel van werkloosheidssteun en
werkloozenzorg door openbare lichamen," acht die lichamen
dan ook verplichtdoorvalutasteunde tendentie van
loonsverlaging tegen te gaan. Geschiedt dit niet,
dan levert het broodsgebrek de arbeiders weer als
van oudsoveraandeoppermachtderwerkgevers ...
Nu, wat dit laatste betreft,die oppermacht wordt
gebreideld door het economisch-mogelijke". Alles
komt eigenlijk hierop neer: of men er goed aandoet,
bij zaken als de hierbedoelde, in het economisch
proces in te grijpen, den natuurlijken" gang daar
van te stuiten door van overheidswege te bevor
deren wat de heer Wibaut tot tweemaal toe noemt
een normale" werkgelegenheid.
De opmerking ligt voor de hand, dat dit nor
male" in zoover.... abnormaal is, als de werkge
legenheid zonder overheidssteun feitelijk niet
aanwezig zou zijn geweest. Maar ik zou hieraan
graag een tweede opmerking willen toevoegen.
Stel: een schip kan door een Nederlandschen
reeder elders worden aanbesteed voor / a, hier te
DIERSTUDIE
Teekening voor de Amsterdammer" door H. Verslijten
De uil die dikwijls voor een valk wordt gehouden
lande voor / a -\-b. De o verheid pastdie/ö,bij,zoodat
het werk hier kan worden verricht. Dit feit schept
werkgelegenheid; de prijs daarvoor is f b. Wie be
taalt dezen prijs? De overheid. D.w.z. deRijks- of
gemeentelijke belastingbetalers. Neemt men aan,
dat dezen toch die f b zouden hebben moeten op
brengen als subsidie voor werkloosheidsverzeke
ring van overheidswege, dan kan het schijnen, alsof
de zaak, geldelijk, in beide gevallen gelijk staat.
Tenzij de werkloosheidssteun zoo ingericht is, dat
hij toch nog een prikkel tot arbeidsverrichting
overlaat, al zou dan die arbeid voor iets lager loon
moeten worden aanvaard. In het andere geval zeg
ik met den heer Plate, dat de steunverleening de
economische noodzakelijkheid van goedkoopere
voortbrenging wegmoffelt.
Maar laat ons nog even letten op dien voor werk
gelegenheid betaalden prijs van f b. Dit geld wordt
niet zoo maar genomen uit een daarvoor bestemde
reserve of uit een overvolle schatkist, doch opge
bracht door belastingbetalende burgers. Dit geld
voor dat doel opbrengende, zien die burgers af van
elke andere bestemming, welke zij aan deze pennin
gen hadden willen geven, of wel, (als de aanslag der
burgers niet wordt verhoogd), de overheid ziet af
van iedere andere bestemming. Zullen die burgers,
zal de overheid voor die andere bestemming nu
ander geld kunnen beschikbaar stellen? Zij zullen
op andere uitgaven den voor subsidie betaalden
prijs moeten uitwinnen. Die andere uitgaven na
latende, zullen zijde werkgelegenheid verminderen
(de werkloosheid vermeerderen) op die terreinen,
waarop anders hun bestellingen en orders vraag
naar arbeid zouden hebben veroorzaakt. Voor /
steun verleenende, zullen zij voor f b steun ont
trekken; hier werkgelegenheid scheppend, zullen
zij ginds werkgelegenheid vernietigen. Op zeker
terrein met hun / b loonsverlaging tegengaand, zul
len zijopeenanderloonsverlagingbevorderen: zij"
d.w.z. de belastingbetalende burgers of
eengemeentelijke groep of alle,die in het Rijk wonen. De werk
gelegenheid wordt niet verruimd, maar verschoven.
Tenzij.... zij gedwongen worden, in welken
vorm ook, op allerlei terreinen prijzen voor werk
gelegenheid of werkloozensteun te betalen. Maar
die dwang botst dan al ras tegen de grens van de
draagkracht, tegen den muur van het
economischmogelijke. S M i s s A E R r
1) In Economisch-Statistisclie Berichten van f>
en van 13 Januari 1.1., vervolgd in het No. van
30 Januari. Zie ook in het No. van 6 Febr. een
artikel van Mr. Treub.
2). In dit verband lette men op den derden,
door den heer Wibaut aan steunverleening gestel
den eisch. De arbeidsvoorwaarden mogen niet gun
stiger noch ongunstiger zijn dan bij volkomen
normale" concurrentie. M. a. w.: de steun mag niet
er toe leiden, dat de arbeiders hooger loon verdienen
clan anders hun deel ware geweest. Maar die steun
heeft ook geen zin, treft niet het doel, wanneer niette
min tochtot loonsverlaging moet worden overgegaar»