De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1924 16 februari pagina 21

16 februari 1924 – pagina 21

Dit is een ingescande tekst.

No. 2435 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 21 Met teekeningcn voor de Amsterdammer" door Bernard van Vlijmen roote tooneelspelers bereiden altijd met pijn lijke zorg hun entree voor, Een behoorlijke opkomst is driekwart van het succes, beweren zij en het is gedachtig aan dit gezegde, dat B. en W., tegenwoordig achter elkaar, als een frissche stormwind, de raadszaal binnengieren. En het valt telkens weer op de heeren beginnen er steeds welvarender, steeds plattelandscher Amsterdamsch uit te zien. Ik heb me laten vertellen, dat de directeur van den Stadsschouwburg, als hij met zijn veelomvattenden arbeid in den schouwburg gereed is, welke daarin bestaat dat hij zijn nagels bijvijlt, ten Stad huize tijgt en B. en W. regisseert bij hun komst. Voorop gaat de Burgemeester frisch en vroolijk en de angst van ieder, die het met hem wel meent, dat hij zich zou overwerken in zijn wondere ambt, wordt gelukkig niet bewaar heid. Daarop volgt de Machtige, purper in het aangelaat van de sobere proletarische lunch, die hij, tusschen het stoppen van een begrootingsgat en een bedrijfs-stoornis, verorberd heeft en achter hem komt het grut en het uitschot, dezen keer zonder Jan ter Haar, die in de sneeuw roddelt en anders tusschen hen uitsteekt als een mandarijn temidden van bossen selderij. De Generaal had meegedeeld dat hij later zou komen en het is alsof de-Christclijk-historische frac tie zonder hem in klein tenue is. Nu de melk weer een cent afgeslagen is, ziet de heer Meervelt de toekomst van de stad donker in en ik had gedacht dat hij, als Over-Ysche specialiteit, zou hebben ingegrepen in het debat over de Over-Ysche kinderbewaarplaatsen, waar van er maar n is en die is, o, gruwel, zuiver katholiek op de graat, onder het beheer als zij is van de Zusters Carmelitessen van het Goddelijk Hart van Jezus, die de kindertjes, die zij te be waren krijgen, katholieke luiers omdoen, op katholieke pootjes zetten en katholieke kinder liedjes voorzingen, als daar zijn: ,,A is een aapje". Mevrouw Tilanus stond in al haar marxist heid op en vond dit verschrikkelijk, want hoe licht brengt niet een marxistische moeder haar marxistisch kindje naar deze nonnekens. Carry Pothuis zal met gevouwen handen te luis teren, onderwijl haar marxistische zuster van het Marxistische Hart van Marx stond te beweren en krijgen zij, instee van marxistische luiers, katholieke om en zij trachtte doctor Vos, den Wethouder, de belofte af te persen, dat hij snel met een neutrale kinderbewaarplaats zou komen. Waarop doctor Vos, die, als de leege gemeente-kas er niet was, haar zou uitgevonden hebben, zich op haar beriep en plechtiglijk verklaarde, dat hij daardoor genoodzaakt is, in een langzaam tempo te werken. Doch anders, en hij stroopte zijn mouwen op, zou niets ter wereld hem weerhouden voor alle gezindten kinderbewaarplaatsen op te richten, zelfs voor de gewijde vrijzinnig-democratische kindertjes van den heer Ketelaar. Dit bracht de fractie" in het veld?er ging een gerucht door de raadszaal dat Moskou, bij Lisser's aftreden als raadslid, in ..Lissergrad" zou verdoopt worden en zij zei eenige onaangename woorden over het kapitalisme en deszelfs kinderbewaarplaatsen, die er niet zijn en stemde met de anti-revohitionnairen, die bij de begrooting, de subsidies reeds wilden verminderen, tegen het bagatel, da-t de nonnekens zouden ontvangen nu zij hun kinderbewaar plaats ietwat vermoderniseerd hebben. Zoo goed als er tegenwoordig uitgetrokken en dubbel-uitgetrokken sigarenmakers zijn, zoo leven er monsters die geheeten zijn boventallige", ondertallige" en tallige" onderwijzers. In mijn jeugd kenden wij alleen den bovenmeester en den ondermeester en den meester die het tal-hout zwaaide, maar van al die andere tallen" hadden wij nooit .gehoord; zij zijn uitvindingen van den laatsten tijd en staan allemaal in verband met een of andere financieele regeling waarvan de burgerij het fijne niet snapt. De heer Ketelaar maakte zich, in de lekker verwarmde raadszaal, nog al warm over een be drag van zeshonderd gulden, dat den boventalligen onthou den zou worden en de eenvoudige boek drukker Wierdeis, die tot benijdens waardige taak heeft, als een andere Colijn, de salarisstaarten af te hakken, verdiepte zich in diepzinnige beschouwingen en aangezien de atmos feer dezen middag gevuld was met mild heid en zachtmoe digheid, liep de op positie in het zand en kregen wij zonder verwijl het optreden van den heer Samuel Pothuis in zijn karakter van interpellant. Dan is de heer Samuel in zijn groote kracht. Hij is in den loop der jaren in omvang toegenomen, zoowel lichamelijk als geestelijk en van den eenigszins schrielen marxistischen afgevaardigde uit zijn eerste zittingsperiode, is niet veel meer over dan de gewichtigheid, die al groeiende tot zwaar wichtigheid is uitgedijd. Er was een tijd, dat de heer Samuel zijn rede zou zijn begonnen met het naar voren brengen van de stelling, dat, aangezien het Kapitaal internationaal is, het zeer goed mogelijk kon zijn, dat b.v. de Wethouder voor de Financien, als zijnde bij den houthandel betrokken, aandeelen in de scheepswerf te St. Nazeire in zijn brandkast had liggen en het dies voor de arbeiders onver schillig was of zij door een Franschen dan wel door een Hollandschen scheepsbouwer werden uitgezogen. Doch de jaren en de studie der eco nomische verschijnselen hebben den marxist geleerd, dat er op deze aarde niets onstandvastiger is dan een politieke overtuiging en een standaardmunt en ook is het hem duidelijk geworden dat onverschrokken leuzen als: Leve de Vrijheid"! of Dood aan de bizondere school !" of Geen man en geen cent" ! in de praktijk alleen op verkiczingsmeetings bruikbaar zijn, als je weet dat je de meerderheid in de zaal hebt, want anders bevorderen ze alleen maar de snelheid, waarmede je de deur uit wordt gewerkt en zoo stelde hij velerlei vragen, die buiten zijn interpellatie om gingen en waarvan de Burgemeester o, wonder van helderziendheid ! de beantwoording op schrift reeds voor zich had, zoodat hij, nadat de geleerde interpellant aan het woord was geweest, met voortreffelijk gelegde klemtonen en mclodieuse daling en rijzing van zijn stem zijn partijgenoot Spier stond hem vol bewondering aan te staren en onder het goedkeurend geknik van den Machtige in staat was op, de eigenlijk niet gestelde, vragen het eigenlijk niet te geven ant woord te geven. En hoe verder men in de inter pellatie verdwaalde, hoe duidelijker het doel zich afteekende: een klein relletje tegen Treub over zijn uitlating te Arnhem over de werklust van onze arbeiders. Uit het lange recita tiefvanden Voorzitter bleek, dat de Neder land" voornemens was een schip van 600 voet lang te laten bouwen, doch dat noch Vlissingen noch Feyenoord in 'staat was zulk een groot schip op stapel te zetten. Alleen de Nederlandsche Scheepsbouw maatschappij aan ons IJ is daartoe bij machte, maar dan moet de gemeente eerst voor / 30.000 het IJ uitbaggeren, op de plaats waar het schip moet afloopen en, met al deze dingen voor oogen, vraagt men zich af hoe onze scheepsbouwers op de wereld markt kunnen blijven concurreeren. De Amsterdamsche werf kwam bovendien pas met haar laagste aanbieding op den dag, dat de Nederland" zoo goed als met de Fransche werf had afgesloten en toen was haar prijs, de re-geerings-subsidie, de gemeentelijke-bagger-subsidie en het hellingsrecht er bij in aanmerking genomen, toch nog 4 pCt. hooger dan die van de Franschen. Er volgde nog een ingewikkelde berekening, waarbij de Burgemeester of de wiskunstige ambtenaar die het voor hem had uit gerekend, het aantal borrels door een Franschen werkman, na een achturigen werkdag naar binnen geslagen, deelde door twaalf; vermenigvuldigde met een breuk, waarvan de noemer was 6557,15 en de teller 83, vermeer derd met het logarithme van het aantal borrels, dat ze op Kattenburg laten staan als ze genoeg hebben, om te komen tot het resultaat dat de lage franc de; schuld is van alles, tot "groote verbazing van den economist Samuel Pothuis. De Jordaansche palingkooper de heer Jansen luisterde met groote oogen naar het betoog van zijn collega, en hij dankte den hemel dat hij in Hollandsche palingen en niet in Fransche schepen handelt. . B A R B A K o s s A Burgerrecht DOOR A. S. M. HUTCHINSON Uit het Engelsch vertaald door CHR. MORESCO BRANTS Geïllustreerd omslag. Derde druk. De H. en W. Serie deel V. Ingenaaid f2.90; gebonden f3.75 De Engelsche schrijver Hutchinson, wiens werk Als de Winter komt" misschien het meest gelezen boek onzer dagen is, heeft een nieuwen roman Burgerrecht" geschreven, waarschijnlijk bestemd de populariteit van 't eerstgenoemde te evenaren, zoo niet te overtreffen. Dezelfde kwaliteiten, die Als de Winter komt" zoo boeiend en frisch maken, stempelen ook Burgerrecht" tot een boek, dat door duizenden gretig en in volle aandachtspanning zal worden gelezen. Burgerrecht" is een der interessantste boeken van onzen tijd. De Courant. Dit is waarlijk een van die zeldzame boeken, die men met volkomen overgave leest, en waarvan men aan het einde zegt, zooals een kind, met een zucht na het ademloos aanhooren vaneen vertelling, mooi.... Weekblad De Amsterdammer. Uitgave van: VAN HOLKEMA & WARENDORF AMSTERDAM.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl