De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1924 16 februari pagina 8

16 februari 1924 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND No. 2435 Verschenen: VERJAARKALENDER geteekend door JO VAN OOSTEN SLINGELAND, een juweeltje op het gebied der lithografie. = Prijs 11.5O = Verkrijgbaar in eiken boekhandel Uitgave van Van Holkema & Warendorf, Amsterdam '?""1840 ?«iiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiliiiliiiiiiiiHBiiinifiii HOFLEVERANCIER leuzr-t oi?er het £<2fi<2Gfe [and franco DENKT OM DE UITVERKOOP WEGENS OPHEFFING VAN ZUIVER WOLLEN Dames-, Heeren- en Kinder-Ondergoederen Zfercdt U gaarne faare dtu>- voof waarden wordansefoaf fing of JaruiC NADERE INLICHTINGEN BIJ VANr\/\e_e L.HOUTSTR.P CHOORSTR.32 ? DER ISWk./ DEN HAAG UTRECHT OLDENKOTT* TABAK ,«06 STEEDS DE BESTE Spoors Mosterd WA spoorjr_ Cuiemborq TERSCHENEN: De Avonturen van Antoine DOOR H. COLLINSOBT OWEN Uit het Engelsch vertaald door ELLEN ECK Prijs gebonden in geïllustr. omslag van Is. VAN MENS f 1.50 Oordeel der Pers: Een allerkostelijk boek, waarbij de frissche, altijd gemoedelijke hu mor telkens weer opvalt. Eenmaal er mee bezig, blijft ge 't lezen tot de laatste bladzijde verslonden is. Deventer Dagblad. In iederen Boekhandel verkrijgbaar. Uitgave van Van Holkema & Warendorf, te Amsterdam. BIJKOMSTIGHEDEN CXIl Ieder, die het genoegen heeft redacteur of re dactrice van een tijdschrift te zijn, kent onder het kleine leger inzenders, wier bijdragen van de eene redactie-tafel naar de andere verhuizen zonder ooit aangenomen te worden, die speciale kategorie, die ons eerst roert door den ernst van haar goede bedoeling, maar d ie ons weldra irriteert door haar hoogmoedige eigengereidheid: de mevrouwen of juffrouwen, die veel ondervonden" hebben, en die hun door leed gewonnen inzicht" nu ook niet langer aan haar medemenschen willen onthouden, die er hun voordeel mee zouden kunnen doen; de altruïstische zielen, die zelfs geen honorarium verlangen, maar die geen anderen drang in zich voelen dan om te geven". Als het in dit verband niet een beetje op heilig schennis leek, zouden we voor hen allen deze twee onsterfelijke regels van Boutens op een kaartje als antwoord kunnen laten drukken, regels, waarover ze dan tot het eind van haar leven maar eens zouden moeten mediteeren, om er heel den diepen zin van te verstaan: Geven is licht, maar o ontvangen Daar is geen werk zoo zwaar als dit". Want het curieuse is, dat ik me niet herinner bij n enkel van die vele hooggestemde briefjes ooit een bijdrage te hebben gevonden, die wezen lijk een verrijking of zelfs maar gewoon bruik baar was, zoodat men er de overtuiging uit zou kunnen puren, dat de bedoeling om zijn mede menschen er een dienst of een plezier mee te doen, de allerslechtste motor is om een goed artikel de wereld in te drijven. Zou dit wezenlijk zoo zijn, of zouden we er alleen die conclusie uit moeten trekken, dat de brave schepselen, wien de onder richting en de voorlichting van anderen zoo buiten gewoon hoog ligt en die meenen over zoo erg veel goede raad te beschikken, daarmee op zichzelf al het bewijs hebben gegeven van een zekere mate van verblinding en onnoozelheid, die hen al van te voren als medewerkster" ongeschikt maken ! Hoeveel wijzer en bezonkener was dan het ant woord van een niet meer jonge'vrouw, die, op het verzoek om ook eens iets te geven van haar rijke levenservaring, alleen dit antwoordde: Ik heb geen andere wijsheid in mijn lange leven geleerd, dan deze: dat men, als het eenigszins mogelijk is, een huis met een plat dak moet hebben, om daar van tijd tot tijd op te kunnen klimmen, en dan te zien, dat de wereld beneden maar klein is. En als dat onmogelijk is, in de groote steden, met verdiepingwoningen, dan zal men veel bereikt hebben, wanneer men, gewoon in zijn huiskamer zittende, toch die stemming van boven-op-een-plat-dak te staan bij zich weet op te roepen." Dit briefje, dat ik acht jaren geleden ontving, en dan ook waarschijnlijk' maar zeer gebrekkig citeer, is mij altijd bijgebleven om zijn ernst en zijn waarachtigheid. Want als we eens bij ons zelf nadenken, wat we nu wezenlijk aan concrete levenswijsheid hebben vergaderd', waarvan we met overtuiging tegen ons auditorium zouden durven zeggen: hier kunt gij uw voordcel mee doen", dan zsl onze oogst ,-llicht nog magerder uitvallen dan de hierboven ontwikkelde platte-daktheorie. Ik kom tenminste niet verder dan deze twee inzichten", (maar voorde waarheid hiervan ben ik dan ook bereid mijn leven te geven): l o. Als iemand bloemen voor u meebrengt, en u weifelt in wat voor vaasje u ze zult zetten, kies dan liever een vaas, die mogelijk te nauw is dan een, die waarschijnlijk te wijd zal blijken. Wanneer de bloemen er niet in kunnen", geeft dit uw bezoeker onderbewust de sensatie u over vloedig bedacht te hebben, terwijl hij, wanneer ze in den te wijden vaas verzinken, den indruk krijgt, schriel te zijn geweest. 2o. Als u een dame en een meneer ziet loopen en u ontdekt, dat er aan het toilet van een van beide iets ontbreekt, dat haar haar losgaat, of dat zijn jas is gescheurd en dat de lijdende persoon" dat heelemaal niet schijnt te vermoeden en zich met fanatieke toewijding met andere dingen bezig houdt, snel er dan niet dienstvaardig naar toe, om hen op dien desolatcn staat opmerkzaam te maken, want duizend tegen n weten ze hél goed, wat er aan hun toilet ontbreekt, denken ze zelfs aan niets anders, en is hun heeleaandachtjbezeten door deze ne begeerte, dat, of de heele wereld het ook al moge ontdekken, die eene, die naast hen gaat, van het euvel tot hun afscheid toe onkundig moge blijven, zoodat uw vriendelijke waarschuwing zeer inopportuun zou zijn. Dit is de vrucht van mijn vrij lange leven, in zorg en persoonlijke beproeving gegaard. Hoe zou ik het dus wagen ten bate" van anderen te schrijven, om anderen iets te geven? En toch neem ik elke week de pen op en teeken een nieuw nummertje boven een witte bladzij. Waarom? Uit plichtgevoel? Neen, eigenlijk niet; ik denk, dat ik het meeste de waarheid nabij kom, als ik zou antwoorden: Zoo maar. Omdat ik het gezellig vind. Omdat ik er altijd van in mijn humeur kom, als ik zoo'n stillen, saaien Zondagmiddag aan mijn eigen bedenksels heb zitten spinnen. Omdat ik (net als Top Naeff) schrijven op zich zelf en om zich zelf zoo'n prettig werk vind, dat ik, als ik nog eens op de wereld terug kwam, toch weer ditzelfde bedrijf zou kiezen. Echt ,,1'art pour l'art", al is het in andere beteekenis PARKSTRA AT 10 I'sQRAVENHAAQSCHEl MEUBELFABRIEK 'sGRAVENHAGE MIDDENSTANDSMEUBELEN NIEUWE MODELLEN ONTWERPEN VAN ANT. KRES dan men het meestal neemt. En ik twijfel er niet aan, of ik ben degeen, die door ze t e schrijven het meeste plezier beleef aan mijn stukjes, omdat ze mij den meesten tijd en de meeste moeite kosten, omdat, wat voor een ander maar een paar minuten vluchtige lectuur beteekent, voor mij toch altijd weer even een worsteling inhoudt, om te beginnen, om in gang te komen; voor mij altijd iets van een verfrisschend bad heeft, omdat ik ergens uit een donker hoekje van mijn hart iets heb mogen te voorschijn halen, dat me dwars zat, of van een bewondering heb mogen getuigen, die me, als ik haar had moeten verzwijgen, had benauwd.... Als u, lieve Iezer,deze ,,stilIe-/."iKlagsgedachten' nog wilt lezen ook, ben ik u heel dankbaar; maardat ik ze voor u" geschreven heb, is eigenlijk een beetje bezijden de waarheid. A N N I E S A L O M Cl N S.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl