De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1924 23 februari pagina 13

23 februari 1924 – pagina 13

Dit is een ingescande tekst.

No. 2436 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 13 IK DIEN' Teekeningen voor de Amsterdammer" door B. van Vlijmen Beatrys (Mw Magda Janssens) Oratiaan (J. Oobau) Tong (Mw. S. de Vries) Pater de Groot, door B. MOLKENBOER en Dr. A. VAN ROOY. Teulings, 's Hertogenbosch. 1923. Dit boek is berekend voor een beperkten kring. Het grootste gedeelte van het lezend publiek zal daarin weinig belang stellen. En toch ook zij, die den voortreffelijken Do minicaan niet persoonlijk gekend of zijn boeken gelezen hebben, zij die ge heel vreemd staan tegenover de moder ne kloosterorden, kunnen daar uit leeren. De eerste jaren van De Oroot's leven worden door pater Molkenboer verhaald en de latere door den Amsterdamschen professor in de medi cijnen dr. van Rooy. Deze twee ge deelten bevatten de stoffen, die tot opbouw van een beeld van den Dominicaanschen hoogleeraar zouden kun nen worden gebruikt. Dit beeld zelf wordt er niet ten voeten uit door geteekend. Wel bevatten deze twee gedeelten levensbeschrijving, waarvan het eerste loopt tot aan de Groot's hoogleeraarschap en het tweede van daar af tot aan zijrt dood, eenige kostbare anecdoten, die karakteristiek zijn voor den man. Een innerlijk levensbeeld wordt niet gegeven, noch worden .gewichtige momenten van de loop baan in den breede verhaald. Uit dit alles kan tot de voortreffelijkheid van dezen mensch worden geconcludeerd. Hij was een man van pure wetenschap, zich ruim bewegend in de meest ab stracte problemen der wijsbegeerte, niet alleen in die van de middeleeuwen, jnaar ook in die van de oudheid en den nieuweren tijd. Was hij in ons land niet een der beste, zoo niet de beste Thomist? Doorkneed in de leer van Thomas heeft hij die voor Katholieken en niet-Katholieken glansrijkontvouwd. Hij was geheel ingeleefd in de ziel en in de donkere gangen van het Thomis tisch stelsel. Hij had geheel de denk kracht in zich opgenomen van den jniddeleeuwschen wijsgeer, die als ge weldig-intellect nog altijd de wereld blijft verbazen door zijn etherische en toch veerkrachtige ideeën. In zijne herdenkingsrede, pag. 215 van dit boek, zegt pater Oielen: Als geleerde heeft professor de Groot geen nieuwe wegen gebaand, geen eigen systeem gebouwd, niet gewerkt met verrassende hypothesen". En inderdaad, de Groot was geen origineele geest. Slechts weinig menschen zijn dat. Zijn denkvermogen was de spiegel, waarin zich het systeem van den Aquiner duidelijk en helder afspiegelde, en ik vraag mij af of een klare doch niet-origineele geest niet dikwijls de voorkeur verdient boven een troebele maar origineele. En ja, wie kan zeggen waar de originaliteit bij het werk van een mensch begint? Is er wel iets nieuws Teekening voor de Amsterdammer" door B. van Vlijmen onder de zon? Het moet worden gezegd, dat in vele gevallen originaliteit slechts combinatie is van oude elementen. Ook als persoonlijk karakter muntte de Groot boven de meeste zijner land- en geloofsgenooten uit. Hij had niets van dat kleinzielige, dat in ons land sommige katholieken kenmerkt en dat waar schijnlijk een gevolg is van het Protestantsche juk in het verleden. Van de politiek hield hij -zich ver en zoo was hij een echte zoon van een klooster orde, die zich minder dan andere met politiek of sociale actie inlaten. Goed had hij begrepen, dat deze de roeping van den priester niet zijn en dat hij er zich slechts bij uitzondering mee kan be moeien. Hij was geen droge geleerde; voor Vondel en Gezelle had hij een groote bewon dering en hij las deze dichters met aan dacht. Ook in Dante verdiepte hij zich. Zijn dood was voor de Katholieken in Nederland een groot verlies, omdat zijn ideëele positie niet zoo gemakke lijk te vervangen is. Achter het verhaal van zijn leven volgt de lijkrede door pater Molken boer gehouden, vervolgens het vroeger in dit weekblad opgenomen gedicht bij de uitvaart doorFrederik vanEeden. Daarna komen de Aula-voordrachten; want op den avond van 24 Maart 1922 werd de Groot door vier sprekers voor eene groote schare bewonderaars her dacht". Zij werden gehouden door pastoor van Noort, professor Barge, pater Gielen en dr. Ariëns?Kappers. De levensbeschrijving had kunnen worden ingekort, vele bizonderheden die weinig of niets bijdragen tot de kennis van den persoon, hadden moe ten wegvallen. Zoo zoude zij aan interesse hebben gewonnen. Het boek bevat eenige afdrukken van aardige fotografieën, o.a. die, waarop de Groot zit met zijn vader en moeder en een andere in hoogleeraarscostuum, een beeltenis, die zijn fijnen kop zeer goed doet uitkomen. Ook vinden wij er in eene reproductie van de teekening van Jan Toorop, een mooi por tret; de lezers van de de Groene" kennen deze teekening van loorop uit de reproductie die bij het verschei den van pater de Groot in dit blad is verschenen. F. E R E N s Ik dien" (eerste bedrijf)

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl