Historisch Archief 1877-1940
Na. 2436
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
19
KRONIEK VAN DEN DANS
IV.
Gerinid Leistikow Danstooncel en
schouwburgtoomel.
Oertrud Leistikow's dansen is, in het tijdperk
van tien Nederlandsche jaren dat haar afscheids
avond vooreen Indische reis thans heeft afgesloten,
voor velen de inwijding en diepere verwantschap
met alle nieuwe dansen geworden. Het valt
moeilijk zich een danseres te denken wier aard
zich daartoe natuurlijker leende. Want zij is niet
zoozeer een tragische danseres, in wier wezen en
beweging de tweespalt en strijd der wereld zich
loutert of in wier dansvormen een strenge bouw
elke beweging in evenwicht met het geheel brengt,
als wel een lyrische danseres, van nature dansende
zonder veel tegenstelling en strijd; haar dans
vormen zijn eenvoudig en als gegroeid en bijna
steeds onder te brengen in twee categorieën, die
nauw verwant zijn.
Een deel dezer dansen, die van de groote be
wegingen, loom, edel en zwevende, is meest in een
vroegere periode te rangschikken en het viel
daarin op dat de kortere rhytmen haar minder
dragen: de wals is haar als dans veel sterker ver
want dan de mazurka. De wals is, voor het
meerendeel der toeschouwers nog steeds vereenzelvigd
met het begrip dans en zoodoende bracht men,
bij het zien van Gertrud Leistikow, van den begin
ne af een begrip mede voor haar dansen, dat zij
in deze tien jaren ongetwijfeld bij velen tot een
dieper en ruimer inzicht wist op te voeren. In
deze categorie vallen de oud-Fransche en de
Spaansche dansen, Ravel's Menuet", Albeniz'
Dans".
Daarnaast ontwikkelde zich echter vanaf dien
speelschen en melancholieken,, Faun" die een van
haar oudste dansen is, een reeks grotesken",
Golliwogg's Cake Walk" Bartok's Groteske",
Goldene Maske", Rote Groteske", die vooral
in de laatste jaren de richting van haar ontwikke
ling aangaven. De groote gave voor humor in de
beweging, die het allereerst wordt opgemerkt en
gul aanvaard door de goedlachsche gemeente,
geeft top h slechts zeer ten deele de beteekenis dezer
dansen aan. Het zijn, als men voor goed begrip de
Cake Walk" even buiten beschouwing laat,
wonderlijke verschijningen. De Ff.un" is hun
stamvader, een vroolijk en verwonderd dier
niet, als in de dansen der andere soort, een bewegen
dat verwant is met wind en water, maar een
bepaald wezen dat reeds boven die natuur staat
door zijn verwondering, een half menschelijk, half
dierlijk schepsel. Deze uit Gertrud Leistikow's
verbeelding geboren verschijningen hebben iets van
uit een langen slaap, een vergeten wereld opdoe
mende natuurgoden.het zijnde
uitdedansendereerste periode gegroeide wezens. Zij dragen vaak het
masker, zij bewegen grillig, trillend en snel, met
een steeds gelijke bevreemding over hun eigen
aanwezigheid in deze wereld waarin zij plotseling
gesteld zijn en met graagte dansen en bestaan,om
snel en schuw weer te verdwijnen. Zij zijn
heidensch en raadselachtig en in vergelijking met de
lyrische dansen hebben zij een tragisch karakter;
maar ook hier is dat geen groote innerlijke twee
spalt, maar veeleer die tragiek van den Faun
die zich begint
te verwonderen
over zijn eigen
natuur omdat hij
toch uit de na
tuur geboren is
en begint met
buiten deze we
reld een andere
te ontdekken.
Wellicht dat,
in voortzetting
hiervan, Gertrud
Leistikow's toe
komstige dansen
die tragiek van
natuur ,en bo
vennatuurlijke
krachten, van
faun en mensen
noch sterker zul
len doen zien.
De dansavond
in het Concert
gebouw heeft
verder een be
langrijk vraag
stuk aan de orde
gebracht,datvan
het danstooneel.
Tot nu toe is er
sedert jaren
noodgedwongen
in den schouw
burg gedanst,
binnen den
slechts aan de
toeschouwerszij
de geopende kijk
kast van het
schouwburgtooneel. De oor
spronkelijke, en
principieel juiste
dansplaats is dat
niet. De
dansplaats der na
tuurvolken is
meest rond en
min of meer te
midden der toe
schouwers gele
gen,daaraan sluit
zich de Grieksche
dansplaats voor
het koor in de
orchestra aan en
in vele nieuwe
dansgroepen heeft men dit principe van de
ronde, vrije dansplaats of het dansen op een
slechts aan de achterzijde begrensd podium in
eere hersteld.
Men kon, op het primitieve podium in het Con
certgebouw, opgesteld vóór en tegen het orkest
podium en van achteren af geslote n door een gord ij n,
zien hoeveel volmaakter de beweging zich gelden
doet, hoeveel zuiverder zij in deze onbegrensde
ruimte op haar plaats was, dan binnen de drie enge
muren van het schouwburgtooneel. Natuurlijk
beïnvloedt dit verschil in ruimte de vorm van den
dans: de schouwburg dwingt tot vele bewegingen
evenwijdig aan het voetlicht, het open podium
tot een meer in zichzelf gesloten dansvorm. Bij
eenige dansen, geheel ingesteld op het schouwburg
tooneel, ging ditmaal dus nog een en ander ver
loren, maar hoeveel onmiddellijker trof bijv. een
Rote Groteske" in deze vrije dansruimte dan op
het gesloten toonee! !
Het proscenium en Shakespearetooneelvormen
doen zich in den nieuwen schouwburgbouw steeds
nadrukkelijker gelden; de dans, oorsprong der
tooneelkunst, en de -tooneelkunst die zich tot
onafhankelijker vormen zuivert, gaan hier sedert
jaren samen in gelijke opvatting. En zoo was ook
deze proefneming, die voor allerhande verbetering
vatbaar blijft, een bewijs voor de noodzakelijkheid
van een dans-tooneel, anders dan het oude
schouwburg-tooneel; ze bewees tevens dat de starre opvat
ting,die bevreesd is dat in dergelijken tooneelbouw
de afstand tusschen toeschouwer en speler of
danser op vulgaire wijze verloren zal gaan, niet
staande is te houden.
Want die afstand ligt daarin d at er in d e beweging
op het tooneel een andere wereld geschapen wordt.
Het scheppen van die wereld ligt in het kunste
naarschap der acteurs en dansers en niet in de
door de kunstmatige middelen van vorige genera
ties geconstrueerde afgescheidenheid tusschen een
zekere ruimte voor de kunst en een andere ruimte
voor den toeschouwer!
DIERSTUDIE
Teekenlng voor de Amsterdammer" door H. Verslijntn
De stekelige teekenaar der dierstudies
LEEKENSPIEGEL
K. M. S. te A. Waar kan ik een opgave vinden
van de ministeriën voor 1848? In den Staatsalma
nak" en in- Parlement en Kiezer" zijn alleen
opgenomen de ministeriën na 1848.
Doordat eerst de Grondwetsherziening van 1848
de volledige verantwoordelijkheid van de Ministers
aan de Volksvertegenwoordiging bracht (vóór dien
tijd waren zij individueel alleen aan den Koning
verantwoording van hunne daden verschuldigo)
kan eerst van ministeriëen sprake zijn na 1848.
In den Staatsalmanak van 1905 en daarvóór vindt
men aan het begin van elk hoofdstuk, gewijd aan
een der departementen van algemeen bestuur,
een opgave van de verschillende hoofden van het
departement sedert 1813, of zooveel later als het
departement is ingesteld.
VAN
oldene Maske
J. W. I". W i; K
u s H u N i .\ <<
De geheimzinnige villa
(Bulldog Drummond)
De avonturen van een
Gedemobiliseard officier, die de
Vrede saai vond
door
JIPPEI" (CVtlL MC. KEILE)
Vertaling ELLEN ECK
Geïll. Omslag Is. v. MENS.
Daalders Editie No. 06.
Prijs in linnen hand mei gikl. kopsneJi 11.50
Uitgave v» VAN HOLKEHA & «WIOORF, A'dim