De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1924 23 februari pagina 21

23 februari 1924 – pagina 21

Dit is een ingescande tekst.

No. 2436 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 2i SCHILDERKUNST-KRONIEK TOOROP EN ROLAND HOLST. Het is zelden meer noodig geweest dan nu, dat zij die een bepaalde autoriteit door daden of anderszins verwierven, zich gedroegen zooals een kunstenaar dat past tegenover zijn wezentlijke genooten. Het is op het oogenblik niet mogelijk onnadenkend te zijn, of loslippig, alleen omdat ge persoonlijk minder of meer aangenaam werd ge troffen doord'eene of andere bespreking. Wij allen, wien dat aangaat, hebben onze hoogheid te be waren, onze algemeene hoogheid te verdedigen; wij hebben ons niet op persoonlijke zijpaden te geven ten koste van den grooten, openbaren, koninklijken weg. Bovenal moeten wij zuiver denken, wel zijn ingelicht, zuiver overzien.... Het lijkt mij, dat Roland Holst niet voldeed, waaraan te voldoen bovenal noodzakelijk was. Ten eerste heeft hij niet voldaan aan den eisch van zuiver denken. Hij weet toch, zeker hoort hij te weten, hoe de omgeving staat, de vertroebelde omgeving, tegenover Toorop's kerkraam. Hij hoort te weten, hoevele bijfactoren hier zijn opgetreden als verderfelijke spelers; hij moest weten,dat alles wat niet tegen die spelers en tegen dat spel inging, de begane fouten zou vergrooten. Hij mocht noch moest, met de hem eigen overtuiging, en zelfs uit zekere dankbaarheid (niet altijd was hem in zijn werk Toorop's werk onverschillig!) dien tegenstanders een wapen geven, zelfs al was dat wapen feitelijk bot. Want het wapen is bot. Holst heeft vergeten hoe zekere kringen instinctmatig zijn tegen d«n kunstenaar; hoe bepaalde dogmatici (benauwde en benepene) een afkeer hebben van den kunstenaar, dien zij als te ongewis erkennen voor hun gareel (de kunstenaar is te groot voor dat beëngend gareel). En hij heeft niet zuiver gedacht, toen hij zei, dat van de Bazel, den zuiveren bouwmeester, vele plannen niet waren gebouwd alsof dat een reden is om wat we dan wel kunnen krijgen, te helpen weigeren. En eenmaal den missen weg op, heeft hij gesproken, dat iedereen baas moet zijn in 't eigen huis !" Maar waar is hier het eigen huis? Is dat de gothische, roonische kerk, toevallig in gebruik genomen, en krachtens zekere overmacht, door geloovigen, die tegen dat roomsche zijn ! Ik herhaal nog eens, wat ik schreef: een gothische kerk kan nooit een protestantsch bedehuis zijn. Holst weet toch wat in en door dat gothische gebouw werd uitgedrukt zeker niet het protestantisme ! En is het niet dubbel pijnlijk hier, dat te moeten zeggen, tegen een schilder, bij voorkeur, van muurschilderingen, die dus weet wat een gebouw is, wat het symboliseert, waaruit het ontstond? die dagelijkschen omgang heeft, zóó niet met architekten, dan toch met architektuur, zóó hij de functie, die de lust van zijn leven is, nobel wil vervullen ! II. Holst was ten tweede niet wel ingelicht. Kalf heeft het hem laten weten; ik had het hem kunnen berichten: Toorop is steeds van plan ge weest nieuwe cartons te maken. Hoe kon Holst het anders meenen? Wat een miskenning van den eenen schilder, Holst, jegens den anderen schilder Toorop, wiens innerlijk wezen, wiens werkelijke rijkdom dien van Holst overtreft ! Ik wil hier niet vervallen in de fout van Holst, maar ik moet zeggen dat zulke miskenning mij pijnlijk heeft getroffen; ik had die in deze buurt niet verwacht. Het heeft iets van een vermindering van kritische zuiver heid, en het riekt voor mij naar ondankbaarheid; ik had Holst zuiverder kameraad gedacht.... en een afkeer, dien ik deel tegen zekere Toorop-maniakken, had hem toch niet zijn stuur moeten doen verliezen. Hij is toch te goed om zich te rangschik ken en zich te laten onderbrengen bij zekere antiToorop-maniakken, die armelijk, armelijk, zich een verkeerden roem willen kweeken door iemand aan te vallen, die even zeker blijft in de Hollandsche kunst, als zij, de schralen, geestelijk geconstipcerden nooit zullen zijn iets in die kunst, of in welke ook.... III. Holst heeft zijn actie, of de actie, die uit zijn verbolgenheid, of onzuiver denken kon ont staan, niet zuiver overzien. De gevolgen beginnen dat reeds te bewijzen. Hij heeft d'even-overwonnen, even-ingedutte tegenstanders wakker gemaakt. Het is betreurenswaard. Er zijn bepaalde gezel schappen, die voor schilders en schrijvers te mijden zijn, en zonder in werkelijkheid daarbij te hooren (en dat maakt alles dubbele misvatting !) heeft Holst nu een aanhang, die hem zal citeeren en ge bruiken (dat krijgt ge door niet overzien, en over ijling) en waarbij hij zich toch niet zal kun nen voegen noch zijn zij, de aanhangers, de moei ten, hoop ik, hem waard ze te leiden. Want tot wat kan hij ze leiden? Ze zijn tegen hem op andere wijze dan tegen Toorop; ze gebruiken hem alleen.... Er is nog een mogelijkheid, maar die kan ik niet aannemen. Het is toch niet te denken, dat Roland Holst, de sociaal-demokraat eens (en nog?) (ik weet zijn oekonomische overtuiging op dit oogenblik niet zuiverder te bepalen !) zijn kunste naarschap hier heeft uitgeschakeld om tegen den katholiek Toorop, den kunstenaar, moeiten te wekken? Noch wil ik aannemen, dat de protestant Roland Holst (ten minste van protestantsche familie) dogma tegen dogma hier voelde opkomen? Zóó is hij, zoo zijn wij toch niet gebakerd? Holst is toch op het eeuwige gericht?.... De daad van Holst blijft voor mij een verkeerde daad. En zóó hij niet vertegenwoordigde in de schilderkunst, wat voor mij de hoogste uiting dier schilderkunst is, de muurschildering; zoo hij daar van niet een der weigereide vertegenwoordigers was in Holland; zoo hij met zulk wezen niet (verkeerdeiijk !) opgetrokken was tegen een grooter kameraad we hadden zijn misgreep op zijn hoogst ondervonden, zooals wij dien schatten bij d'anti-Tooropmaniakken. Februari 1924. P L A s s c n A E R T OPLOSSINGEN DER KERSTPUZZLE'S DE KON. FABR.F.W.BRAAT-DELFT VERZIN KT.VERLOODT, VERKOPERT ONAFHANKELIJK VAN VORM EN AFMETING TEGEN BILLIJKE PRIJZEN. LOONSCHOOPEERAFDEELING. met zijn geheele trein terug naar het doodloopend spoor en koppelt b.v. 15 wagens van trein A aan zijn trein vast en rijdt daarna terug in de richting van B, doch slechts zoover, dat het wissel vrij komt. Nu haalt trein A zijn achtergebleven wagens op en gaat daarmee op het nevenspoor. Voor trein B is nu de weg geheel vrij. Deze rijdt richting A,haakt voorbij den wissel de wagens van trein A af, en vervolgt zijn weg. Trein A zet terug van het nevenspoor, pikt zijn wagens op en kan nu ook verder rijden. Dit is de eenvoudigste rangeermanoeuvre en trein B blijft in zijn geheel. Alleen krijgende wagens van trein A een andere volgorde. Maar dan maakt de conducteur een nieuwe materieelstaat en Hgb is tevreden. 3) 51 Al5! 5 6 6 3 | 3 l'| 6 2 | 2 2 6| |2 6 1 6 0| 0 6 70 4 !() __ 4 1 4| 4]4 [11 0 3 1 6| 3I 3 51 5 1 ! 1 2 2 4 4 j 3 3 2 2 3 5 Zoo zijn de letters te leggen ! 4) 3 0 0 2 2 5 ? 0 0 0 0 0 6 6 1 4 0 0 1 1 3 3 6 4 1 ! 1 2 2 6 1) J / \ 4 \ / a Trein A koppelt 5 wagens af en rijdt met 25 wagens op spoor a. Trein B. komt over spoor b, waarna trein A een heel eind richting B oprijdt. Trein B zet nu verder achteruit en brengt daarna de 5 wagens van A mee op de lijn a, waar ze worden afgehaakt. Trein B rijdt daarna vrij door over spoor b en vervolgt zijn weg, terwijl trein A zijn 5 wagens van spoor a ophaalt en eveneens vertrekt. 6 1 5 5 1 6 5 K 5 ui 6 6 1 4" 3 3 la 14 l6 6 4 6 1 3 4 1 6 3 5 2 5 6 5 1 6 /// 3 5 2 j 3 [ 4 4 3 6 4 2 4 Enkele variaties. b 2 5 1 5 1 6 5 6 "i" 4 5 /// 6 4 | 3 5 | 3 3 | 3 6 1 4 1 6 2 2 5 4 3 5 4 5 4 5 1 1 4 L/// 1 6 1 ^ 1 4 _6. 1 5 1 5 6 2) (Slot volgt) \. De trein van A haakt tijdig lüwagens af en gaat met de locomotief en de rest van de wagens op het doodloopend zijspoor. Nu komt trein B door en zet Rookt TABA SIGAREN 't nieuwste 't fijnste ,Jantje! je mag niet onder dat hek kruipen." Ja maar, tante, ik speel Indïaantje." (Punch) Goed, maar de Indiaantjes moeten d'r tantes^ook gehoorzamen." .Ja maar ik speel 'a Indiaantjc dat gecn^tantejieeft." (Punch) i ^'-^ x . - i*f!f<0" De zuinige Schot: Wat voor schoenen heb je an?" Het zoontje: Me nieuwe." De zuinige Schot: Wil je dan wel 's grootere stap pen nonen, verkwister!"

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl