Historisch Archief 1877-1940
No. 2436
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
2i
SCHILDERKUNST-KRONIEK
TOOROP EN ROLAND HOLST.
Het is zelden meer noodig geweest dan nu,
dat zij die een bepaalde autoriteit door daden of
anderszins verwierven, zich gedroegen zooals een
kunstenaar dat past tegenover zijn wezentlijke
genooten. Het is op het oogenblik niet mogelijk
onnadenkend te zijn, of loslippig, alleen omdat ge
persoonlijk minder of meer aangenaam werd ge
troffen doord'eene of andere bespreking. Wij allen,
wien dat aangaat, hebben onze hoogheid te be
waren, onze algemeene hoogheid te verdedigen;
wij hebben ons niet op persoonlijke zijpaden te
geven ten koste van den grooten, openbaren,
koninklijken weg. Bovenal moeten wij zuiver
denken, wel zijn ingelicht, zuiver overzien....
Het lijkt mij, dat Roland Holst niet voldeed,
waaraan te voldoen bovenal noodzakelijk was.
Ten eerste heeft hij niet voldaan aan den eisch
van zuiver denken. Hij weet toch, zeker hoort hij te
weten, hoe de omgeving staat, de vertroebelde
omgeving, tegenover Toorop's kerkraam. Hij hoort
te weten, hoevele bijfactoren hier zijn opgetreden
als verderfelijke spelers; hij moest weten,dat
alles wat niet tegen die spelers en tegen dat spel
inging, de begane fouten zou vergrooten. Hij mocht
noch moest, met de hem eigen overtuiging, en
zelfs uit zekere dankbaarheid (niet altijd was hem
in zijn werk Toorop's werk onverschillig!) dien
tegenstanders een wapen geven, zelfs al was dat
wapen feitelijk bot. Want het wapen is bot. Holst
heeft vergeten hoe zekere kringen instinctmatig
zijn tegen d«n kunstenaar; hoe bepaalde dogmatici
(benauwde en benepene) een afkeer hebben van
den kunstenaar, dien zij als te ongewis erkennen
voor hun gareel (de kunstenaar is te groot voor
dat beëngend gareel). En hij heeft niet zuiver
gedacht, toen hij zei, dat van de Bazel, den zuiveren
bouwmeester, vele plannen niet waren gebouwd
alsof dat een reden is om wat we dan wel kunnen
krijgen, te helpen weigeren. En eenmaal den
missen weg op, heeft hij gesproken, dat iedereen
baas moet zijn in 't eigen huis !" Maar waar is hier
het eigen huis? Is dat de gothische, roonische kerk,
toevallig in gebruik genomen, en krachtens zekere
overmacht, door geloovigen, die tegen dat
roomsche zijn ! Ik herhaal nog eens, wat ik schreef:
een gothische kerk kan nooit een protestantsch
bedehuis zijn. Holst weet toch wat in en door dat
gothische gebouw werd uitgedrukt zeker niet
het protestantisme ! En is het niet dubbel pijnlijk
hier, dat te moeten zeggen, tegen een schilder,
bij voorkeur, van muurschilderingen, die dus weet
wat een gebouw is, wat het symboliseert, waaruit
het ontstond? die dagelijkschen omgang heeft,
zóó niet met architekten, dan toch met
architektuur, zóó hij de functie, die de lust van zijn leven
is, nobel wil vervullen !
II. Holst was ten tweede niet wel ingelicht.
Kalf heeft het hem laten weten; ik had het hem
kunnen berichten: Toorop is steeds van plan ge
weest nieuwe cartons te maken. Hoe kon Holst
het anders meenen? Wat een miskenning van den
eenen schilder, Holst, jegens den anderen schilder
Toorop, wiens innerlijk wezen, wiens werkelijke
rijkdom dien van Holst overtreft ! Ik wil hier niet
vervallen in de fout van Holst, maar ik moet zeggen
dat zulke miskenning mij pijnlijk heeft getroffen;
ik had die in deze buurt niet verwacht. Het heeft
iets van een vermindering van kritische zuiver
heid, en het riekt voor mij naar ondankbaarheid;
ik had Holst zuiverder kameraad gedacht.... en
een afkeer, dien ik deel tegen zekere
Toorop-maniakken, had hem toch niet zijn stuur moeten doen
verliezen. Hij is toch te goed om zich te rangschik
ken en zich te laten onderbrengen bij zekere
antiToorop-maniakken, die armelijk, armelijk, zich een
verkeerden roem willen kweeken door iemand aan
te vallen, die even zeker blijft in de Hollandsche
kunst, als zij, de schralen, geestelijk
geconstipcerden nooit zullen zijn iets in die kunst, of in welke
ook....
III. Holst heeft zijn actie, of de actie, die uit
zijn verbolgenheid, of onzuiver denken kon ont
staan, niet zuiver overzien. De gevolgen beginnen
dat reeds te bewijzen. Hij heeft d'even-overwonnen,
even-ingedutte tegenstanders wakker gemaakt.
Het is betreurenswaard. Er zijn bepaalde gezel
schappen, die voor schilders en schrijvers te mijden
zijn, en zonder in werkelijkheid daarbij te hooren
(en dat maakt alles dubbele misvatting !) heeft
Holst nu een aanhang, die hem zal citeeren en ge
bruiken (dat krijgt ge door niet overzien, en over
ijling) en waarbij hij zich toch niet zal kun
nen voegen noch zijn zij, de aanhangers, de moei
ten, hoop ik, hem waard ze te leiden. Want tot
wat kan hij ze leiden? Ze zijn tegen hem op
andere wijze dan tegen Toorop; ze gebruiken
hem alleen....
Er is nog een mogelijkheid, maar die kan ik
niet aannemen. Het is toch niet te denken, dat
Roland Holst, de sociaal-demokraat eens (en nog?)
(ik weet zijn oekonomische overtuiging op dit
oogenblik niet zuiverder te bepalen !) zijn kunste
naarschap hier heeft uitgeschakeld om tegen den
katholiek Toorop, den kunstenaar, moeiten te
wekken? Noch wil ik aannemen, dat de protestant
Roland Holst (ten minste van protestantsche
familie) dogma tegen dogma hier voelde opkomen?
Zóó is hij, zoo zijn wij toch niet gebakerd? Holst
is toch op het eeuwige gericht?....
De daad van Holst blijft voor mij een verkeerde
daad. En zóó hij niet vertegenwoordigde in de
schilderkunst, wat voor mij de hoogste uiting dier
schilderkunst is, de muurschildering; zoo hij daar
van niet een der weigereide vertegenwoordigers
was in Holland; zoo hij met zulk wezen niet
(verkeerdeiijk !) opgetrokken was tegen een grooter
kameraad we hadden zijn misgreep op zijn
hoogst ondervonden, zooals wij dien schatten bij
d'anti-Tooropmaniakken.
Februari 1924. P L A s s c n A E R T
OPLOSSINGEN DER
KERSTPUZZLE'S
DE KON. FABR.F.W.BRAAT-DELFT
VERZIN KT.VERLOODT, VERKOPERT
ONAFHANKELIJK VAN VORM EN AFMETING
TEGEN BILLIJKE PRIJZEN.
LOONSCHOOPEERAFDEELING.
met zijn geheele trein terug naar het doodloopend
spoor en koppelt b.v. 15 wagens van trein A aan
zijn trein vast en rijdt daarna terug in de richting
van B, doch slechts zoover, dat het wissel vrij komt.
Nu haalt trein A zijn achtergebleven wagens op
en gaat daarmee op het nevenspoor. Voor trein B
is nu de weg geheel vrij. Deze rijdt richting A,haakt
voorbij den wissel de wagens van trein A af, en
vervolgt zijn weg.
Trein A zet terug van het nevenspoor, pikt zijn
wagens op en kan nu ook verder rijden.
Dit is de eenvoudigste rangeermanoeuvre en
trein B blijft in zijn geheel. Alleen krijgende wagens
van trein A een andere volgorde. Maar dan maakt
de conducteur een nieuwe materieelstaat en Hgb is
tevreden.
3)
51 Al5!
5
6
6 3 | 3 l'|
6 2 | 2 2
6| |2
6 1 6 0| 0
6 70
4 !()
__
4 1
4|
4]4
[11
0 3
1 6|
3I
3 51
5
1 !
1
2
2
4 4
j
3
3
2
2
3 5
Zoo zijn de letters te leggen !
4)
3
0
0
2
2
5
?
0
0
0
0
0
6
6
1
4
0
0
1
1
3
3
6
4
1
!
1
2
2
6
1)
J / \
4 \ /
a
Trein A koppelt 5 wagens af en rijdt met 25
wagens op spoor a. Trein B. komt over spoor b,
waarna trein A een heel eind richting B oprijdt.
Trein B zet nu verder achteruit en brengt daarna
de 5 wagens van A mee op de lijn a, waar ze
worden afgehaakt. Trein B rijdt daarna vrij door
over spoor b en vervolgt zijn weg, terwijl trein A
zijn 5 wagens van spoor a ophaalt en eveneens
vertrekt.
6
1
5
5
1
6
5
K
5
ui
6 6
1 4"
3
3
la
14
l6
6
4
6
1
3
4
1
6
3
5
2
5
6
5
1
6
///
3
5
2 j
3 [ 4
4 3
6
4
2
4
Enkele variaties.
b
2
5
1
5
1
6
5
6
"i"
4
5
///
6
4
| 3 5
| 3 3
| 3 6
1 4
1 6
2
2
5
4
3
5
4
5
4
5
1
1 4
L///
1 6
1 ^
1 4
_6.
1
5
1
5
6
2)
(Slot volgt)
\.
De trein van A haakt tijdig lüwagens af en gaat
met de locomotief en de rest van de wagens op het
doodloopend zijspoor. Nu komt trein B door en zet
Rookt TABA SIGAREN
't nieuwste 't fijnste
,Jantje! je mag niet onder dat hek kruipen."
Ja maar, tante, ik speel Indïaantje."
(Punch)
Goed, maar de Indiaantjes moeten d'r tantes^ook gehoorzamen."
.Ja maar ik speel 'a Indiaantjc dat gecn^tantejieeft."
(Punch)
i ^'-^
x . - i*f!f<0"
De zuinige Schot: Wat voor schoenen heb je an?"
Het zoontje: Me nieuwe."
De zuinige Schot: Wil je dan wel 's grootere stap
pen nonen, verkwister!"