Historisch Archief 1877-1940
Ne» 2436
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
HERSTELT OB/PLATVOET
. A.MVXSSING.
INSTITUUT OVERTOOM
Amsterdam Rotterdam
Overtoom 57 en 93a Kruisstraat 40
jpen-Steno -Talen -Boekhouden
BOUWT IIM HET
OOSTERPARR
TE
BILTHOVEN
IHLICHTIKGEN VERSTREKT DE DIRECTIE
TEL. INT. :?No. 6538
De Brie Zwnte Penny's
door
JOSEPH HERGESHEIMER
Uit het Amerikaansch vertaald
door CL. BIENFAIT
Geïll. omslag van IS. VAN MENS
De H en W-Serie Deel VII
Ingenaaid /2.90 Gebonden /3.75
The Times schreef: Een onge
wone roman, die men moet lezen'
rustig aandachtig en met een gevoel
van luxe".
Uitgave van
VAN HOLKEMA & WARENDORF
Amsterdam
PARKVOGELS
Een jaar of wat geleden had de Directie van
Artis een goeden inval en wel om de talrijke
wilde eenden, die ieder jaar in de Diergaarde
ter wereld komen niet meer zooals vroeger te
kortwieken of te verhandelen, maar hun de
gulden vrijheid te laten. Sedert dien tijd kan het
je gebeuren, dat je midden op het
Rembrandtsplein of op de Westermarkt een vlucht wilde
eenden zoo maar over de stad ziet trekken,
vliegende van de Artis-vijvers naar de Park
vijvers. Eerst leek het of die eenden een voorkeur
hadden voor het Oosterpark en het Westerpark
en dat ze hét Vondelpark meden, maar toen
de Vereeniging tot Bescherming van Vogels
daar een schietlustig heerschap op de vin
gers kon tikken was ook daar de zaak in orde.
Thans zijn de wilde eenden, half-tamme zoo
ge wilt, een van de schoonste sieraden van het
Park en als straks de vorst voorbij is dan kunnen
we aan den grooten-vijver ons verlustigen in de
aardige maniertjes van die vogels in dezen tijd,
want in Februari en Maart doen de eenden de
dolste dingen. Zoo heeft een gunstige beschikking
van n enkel mensen het leven van de Amster
dammers weer heel wat aangenamer gemaakt,
en ook de mogelijkheid geschapen dat er nog eens
wat meer stadsmenschen aardigheid krijgen
aan het leven van planten en dieren. Als je een
sliert eenden ziet opstijgen uit dien grooten
vijver om rond te cirkelen boven de hooge iepen
en dan weer met prachtig gebaar van vleugels
en pooten neer te plassen in het water, dan be
kruipt je wel de lust, om meer van dergelijke
levensuitingen bij te wonen.
Zoo goed als thans de wilde eenden vrij leven
op de parkvijvers, vrij om te gaan en te komen,
wanneer zij dat wenschen, vrij, om te broeden,
waar zij willen, zouden ook andere vogels er een
verblijf kunnen vinden tot vreugde van de wan
delaars. Maar dan moeten de vijvers liefst wat
grooter zijn en vooral een betere plantengroei
hebben, zoowel langs de oevers als in 't water
zelve. Ook moet men er beter voor zorgen, dat
het water niet onherstelbaar vervuilt. Wat
scheelt er toch aan de vijvers van het Oosterpark?
Hebben die nog te lijden van den smeerboel,
waarmee indertijd dat park is opgehoogd?
Wij gaan nu nieuwe parken aanleggen. De
mogelijkheid bestaat dat reeds bestaande water
partijen zooals Nieuwe Diep en Nieuwe Meer,
later misschien ook de Diem, de Poel van Amstel
veen, het Kinselmeer opgenomen worden in park
complexen. De Rotterdammers krijgen hun Park
aan de Kralinger Plassen, Den Haag maakt in
zijn Zuiderpark groote kunstmatige vijvers.
Nu lijkt het mij van zeer groot belang, dat men
bij het aanleggen van de parken en vijvers er
op bedacht zij, dat men ze bij uitstek bewoon
baar maakt voor de vogels van oever en plas.
Het nest van den Dcdaars (foto A. Burdet)
Broedend Dodaarsje (foto A. Burdet)
Het is meer dan jammer dat men in het Vondel
park het niet heeft aangedurfd, om rietzoomen
en waterplanten aan en in de vijvers te hebben.
't Is waar, dat zoo'n rietzoom soms opeens een
ongelooflijke groeikracht kan ontwikkelen en dat
men dan met moeite en kosten de vijver moet
vrijwaren tegen dichtgroeien. Maar, raadsel
achtig genoeg, niet eens alle rietzoomen vertoonen
dergelijke neigingen en overigens is de winst
aan schoonheid zoo groot, dat men zich die
moeite en kosten gerust mag getroosten.
Aan Nieuwe Diep en Nieuwe Meer broeden
karekieten en rietgorzen, laat men die er houden.
Langs den Amstelveenschen weg zong vroeger
de beste aller rietzangers, de boschrietzanger in
de slootjes langs de perceeltjes elzen- en
esschenhakhout, die vroeger dien weg zoo prachtig mooi
maakten. Men had stellig dezen meesterzanger
in het Vondelpark kunnen krijgen, want hij
zong eens, waar thans de gevangenis staat. Het
dodaarsje broedt aan Barnegat en Kinselmeer,
eens ook in het Nieuwe Diep, het zou er weer
kunnen komen even goed als meerkoet of
waterhoentje.
Dit en nog meer kan allemaal gebeuren, ook
wanneer die waterpartijen deel uitmaken van de
parken van de millioenenstad, zooals Amsterdam
weldra zijn zal. De dodaarsjes nestelen en broeden
midden in Londen in Hyde Park, dat niet eens
zoo bijzonder groot is. Die ongelooflijk kwieke
vogeltjes met hun onovertroffen duikkunsten en
amusant liefdes-waterballet, hun vernuftigen nest
bouw en aantrekkelijke verzorging van de klein
tjes zijn een ware vreugde voor den wandelaar.
Merkwaardig is het dat deze vogels, die bij de
jagers bekend staan als uiterst schuw en voor
zichtig, hun vrees afleggen en te midden van de
duizenden menschen verkeeren met de onbe
zorgdheid van een musch of een spreeuw. Zijn
grooter verwant, de Fuut of Aalreiger, vertoont
dezelfde eigenschap; het ongewone bejegent hij
met wantrouwen, het dagelijks gebeurende weet
hij spoedig te beoordeelen en daarnaar wordt
zijn gedrag bepaald. Toen ik aan mijn boek
Omgang met Planten" werkte heb ik eens in
mijn bootje een week lang dag aan dag van 's mor
gens vroeg tot in den avond vertoefd in een water
lelieveld in het Naardermeer. In de buurt huis
den ook futen en van den derden dag af hebben
die geen vrees meer getoond maar wel nieuws
gierigheid. Ongetwijfeld kunnen die futen park
vogels worden als de parken maar deugen.
Het Oostpark in Frankfort is voor een groot
deel sportterrein, maar de rest is een echt mooi
park met een zeer grooten vijver en met een
gevarieerde vegetatie, doordat rnen er naar heeft
gestreefd om verschillende soorten van woud
aan den stedeling te vertoonen. Daardoor heeft
dat park ook een zeer rijke vogelwereld, zonder
dat men er bijzonder veel moeite heeft gedaan,
om de vogels te lokken. In de omgeving van het
Park liggen industrieterreinen, maar naar n
kant is er een open verbinding met buiten" en
wel met een moerassig woudgebied. En wat is
er nu gebeurd? Sedert een paar jaar zijn
woudaapjes aan den vijver komen nestelen. De
Duitschers noemen ze Zwergrohrdommel" en inder
daad zijn ze verwant met den roerdomp, den
schuwsten en geheimzinnigsten van alle reiger
achtige vogels. Ook wij houden, hoogstwaar
schijnlijk zonder reden, het woudaapje voor een
schuwen vogel, alleen omdat we hem maar zelden
te zien krijgen. Op het Naardermeer broedt hij
in het geheel niet zeldzaam, evenmin als bij Nieuw
koop en nog op meer plaatsen in ons veenlandschap
is hij broedend aangetroffen, zelfs dicht in de
nabijheid van woningen en wegen. Deze vogel
schijnt dus evenals het dodaarsje besef te krijgen
van de ongevaarlijkheid van vele menschen.
Daarginds in Frankfort hebben de woudaapjes
verscheidene broedsels groot gebracht op de
eilandjes in den grooten vijver, die een opper
vlakte heeft van vijf hektaren. Op de manier van
de purpurreigers maken zij hun nest zoowel in
het riet als in lage struiken en dat zijn' dan meest
elzen of waterwilgen. Maar daar in 't Park bouwden
ze zelfs in sneeuwbal en in Forsythia, het
Chineesche klokje. Ge weet wel, dat is het struikje
met bruinige takken, dat binnenkort bloeit met
nog al groote vierpuntige klokjes, die komen
vóór de bladeren aan lange zwieptakken, die nog
al wild door elkaar kunnen groeien. De jonge
woudaapjes, die zoo behendig kunnen klauteren
in riet en wilgen, raakten in die Chineezen de
kluts kwijt en men vond er twee verhangen in
het wirwar van twijgen. Wij willen daarom geen
Forsythia voor oeverbeplanting, want we hebben
liever woudaapjes en zullen ons dus liever toe
leggen op diverse soorten van mooie waterwilgen.
Amsterdam, zoowel als Rotterdam kunnen al
dat moois in hun parken krijgen: dodaarsjes,
futen, woudaapjes, waterhoentjes, meerkoeten,
zelfs meeuwen en sterntjes en al de rietzangers,
want die nestelen er thans alle niet te ver uit de
buurt. Men dient er alleen voor te zorgen, dat de
vijvers en hun oevers bewoonbaar zijn en dat er
verbinding bestaat met buiten". Dat is ook
om andere redenen raadzaam.
JAC. P. T H i j s s E
MOERHEIM
DEDEMSVAART
99
LEGT
I TUINEN
| AAN
f CATALOGUS GRATIS OP AANVRAAG
riitiiiiiiiiiMiniiH