De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1924 1 maart pagina 19

1 maart 1924 – pagina 19

Dit is een ingescande tekst.

No.. 2437 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 19 Op den Economischen Uitkijk Personeels-belangen Sedert weken reeds bewaar ik ter bespreking bij gelegenheid" het laatste jaarverslag der Vereeniging tot behartiging van de belangen van het personeel, verbonden aan de machine fabriek van Qebr. Stork & Co". Dit verslag is uitgebracht in eene op 20 November 1923 ge houden vergadering dier vereeniging, maar be reikte mij eerst in den aanvang van het nieuwe jaar. Hier echter staan we niet voor zaken, die haar belang ontleenen aan de brandende actualiteit en welker belang dan ook met die actualiteit voor bijgaat. Daarom deert het ons ook niet, dat dit verslag de geschiedenis der vereeniging over 1922 weergeeft. De meer algemeene opmerkingen, die ik hier naar aanleiding van deze organisatie, haar ontwikkeling en beteekenis wil maken, zijn niet aan n jaartal gebonden. Men weet dat in de machinefabriek van Oebrs. Stork en Co. de georganiseerde behartiging van personeelsbelangen als 't ware een onderdeel is van het bedrijf. Indertijd heb ik, onder het opschrift Een vijftigjarige", een en ander verteld over den oudsten firmant'der zaak, D. W. Stork, die toen zijn halve-eeuwsjubileum als industrieel herdacht; ook toen reeds heb ik er op gewezen, hoe te Hengelo evenals in Delft (waar van Marken de pionnier was) doch daar anders dan hier, het streven der leiders erop was gericht, de arbeiders een zeker rechtstreeksch en dus voor hen duidelijk waar neembaar belang te geven bij de uitkomsten van het bedrijf, waardoor zij moesten leeren verstaan, dat hun toewijding niet alleen ertoe strekken zou de ondernenierswinst" te vergrooten, doch cok voor hen zelf tastbare winst zou afwerpen. Van die gedachte is men te Hengelo reeds in 18$Üuitgegaan: dit verslag over 1922 werd uitgebracht in de 42ste jaarvergadering.-En in elk van die jaarvergaderingen heeft D. W. Stork in de wisselende lotgevallen der vereeniging gereede aanleiding gevonden, om uiteen te zetten wat de vruchten waren van die gedachte, in hoever de door de fabriek behaalde resultaten aan de personeelsbelangen waren ten goede gekomen, in welke mate weer uitbreiding of versterking van de organisatie had kunnen wor den gegeven. In den loop der tijden zijn, naast het zieken fonds en de oude-dags-voorziening, acht andere afdeelingen aan de vereeniging toegevoegd. Het Ziekenfonds telt 1786 leden; de rekening wijst in ontvangst en uitgaaf ruim ?98,000.?aan, plus meer dan 1/2 ton reserve. Voor de 2e Afd.: Kapitaalvorming voor den ouden dag, stortten in 1922 de leden en de vennootschap elk meer dan een halve ton; het kapitaal dezer afdeeling was aan het einde van dat jaar / 1.132.727,02. De Derde Afd. (ouderdoms-, invaliditeits-, wedu wen- en weezenpensioenfonds) ontving in 1922 van de leden iets meer, van de vennootschap iets minder dan een ton en sloot met een saldo van 2 1/5 millioen. Van veel geringer omvang is de Vierde: buitengewone onder steuning aan invalieden, weduwen, weezen en leden van het personeel; haar rekening loopt over nog niet 1/4 ton; de vennootschap droeg ? 10,000.?bij. De Vijfde Afdeeling heet Vereenigingsgebouw" en omvat, behalve de exploitatie ,van dat gebouw, een bewaarschool, handwerkj^essen, een muziek- en een gymnas tiek-vereeniging; de nadeelige saldi van weinig minder dan ? 14.000.?werden door de vennoot schap gedekt, die ook (met de firma Dikkers) het tekort op de exploitatie der badinrichting voor haar rekening nam. Als Zesde Afdeeling te noemen: de vertegenwoordiging van het per soneel (?de Kern"). Zevende: de spaarkassen, drieërlei: de vrijwillige, die voor minderjarigen en de premie-spaarkas. Een der meest belang wekkende afdeelingen is de Achtste: Deelneming in de machinefabriek van Gebrs. Stork en Co"; hier spreekt het meest rechtstreeks, door deel neming van arbeiders-zijde in / 400,000. aandeelen in de fabriek (voor welke deelneming certificaten van / 100,?worden uitgegeven; er waren eind 1922 3169 zulke stukken in handen van gegadigden) - hier spreekt geh.ei.-l direct het denkbeeld van co-purtncrship, het onmiddellijk belang in de bedrijt'suitkomsteii. Volledigheids halve noem ik als Negende Afdeeling het Studieen als Tiende het Drayer"-fonds (voor onder steuning aan weduwen met kinderen) met nog een bij zonder fonds voor bijslag op pensioenen. Van heel de vereeniging sluit de balans op 31 December 1922 in actief en passief met ruim 4 millioen 6 ton. Ziedaar zoo enkele gege vens, waaruit men een in druk kan krijgen van de ontwikkeling en de uit wendige beteekenis der vereeniging. Haar innerlijke beteekenis, hoe zullen we die afmeten? In 42 jaar is veel veranderd, ook in wat men graag (met een ge makkelijk woord) de men taliteit" der arbeiders noemt. De wetgever is zich gaan bewegen opmeer dan n hoek van het ter rein, waarop deze werkge vers hem waren voorge gaan. Ook is en wordt er smalend gesproken over modelfabrieken". En in den loop der jaren is het woord klassenstrijd" de korte uitdrukking gewor den voor de stelling, dat tusschen patroons en ar beiders een onverzoenlijk belangen-conflict bestaat, dat niet kan, niet mag worden weggedoezetd door den arbeiders er op te wij zen, dat de welvaart der onderneming als bron van hun werkgelegenheid toch ook voor hen allerminst onverschillig is, allerminst in een tijd, waarin (ook op het gebied der machinenijverheid) de werkgelegen heid zoo schaarsch is. Dit alles is niet ontgaan aan D. W. Stork en aan zijn broeders, noch ook aan hun juniores. Maar het belet hen niet, het oude denkbeeld te blijven toe passen, aan die toepassing hun volle aandacht (en ruime bijdragen der vennootschap!) te blij ven schenken. Zij zijn, trots alles, blijven gelooven in hun stelsel, in de gedachte, in de werkdadigheid van aantoonbaar belang voor den arbeider in de uitkomsten der fabriek. Maar na tuurlijk heeft zich wel iets gewijzigd. In den loop der 42 jaren is de fabriek groot geworden, is het personeel sterk toegenomen, ging daardoor van de vroegere persoonlijke aanraking veel te loor .... ik herinner aan de 1786 ziekenfondsleden De gemoedelijkheid van den voorheen kleinen kring is voorbij. En ook overigens 4k wees er hierboven reeds op zijn er andere factoren, die aan gemoedelijkheid afbreuk doen. Zoo kon het wel niet anders, of ook de toon der toespraken, waarmee elk jaar 42 malen reeds D. W. Stork het jaarverslag der vereeniging toelicht en den gang van zaken in de organisatie, in de fabriek en daarbuiten behandelt, of ook die toon moest anders klinken. Toch gemoedelijk nog, met de rustige verzekerdheid van den welmeenenden raadgever, van den man ook, die door de ervaring van een vol en rijk leven, gewijd aan welvaartsbelangen ook buiten de sfeer zijner eigen onderneming, niet wijkt voor een waan van den dag, maar het zijn plicht acht te waar schuwen tegen oogenschijnlijk-aanlokkelijke denk beelden, welker verwerkelijking niet tot wezen lijken vooruitgang zou leiden, tegen opvattingen, waarbij geen rekening wordt gehouden met het economisch-bereikbare. Op de jaarvergadering van October 1920 wees D. W. Stork als voorzitter der vereeniging reeds op het naderende einde van de toen nog gunstige conjunctuur. Het zal, zoo zeide hij, in het algemeen in de wereld en ook in ons land slecht worden. Wij moeten, en de geheele wereld moet een beroerden tijd door. De menschen willen dit evenwel niet gelooven, zij willen het beter hebben dan vóór 1914, maar de groote meer derheid zal het eenige jaren slechter hebben." Een jaar later, in October '21, getuigde hij: Misschien zie ik de zaken te zwartgallig in, maar gelooven doe ik het niet. Wij zien thans allen de depressie naderen. Aan de werklieden is verteld en velen hebben het geloofd, dat de gouden eeuw thans aangebroken was vimr den arbeider en dat /ij hel beter /.ouden krijgen dan voorheen. Toch /al blijken, dat deze voorspiegelingen valsch /iju geweest". In 1922 werd sprekers gouden jubileum gevierd, maar tusschen de feestklankcn DIERSTUDIE: HET WRATZWIJN Teekening voor de Amsterdammer" door H. Verstijnen De Duitsche Schoolmeester elscht zijn Züchtigungsrecht" (Naar een krantenbericht) KUNSTZAAL VAN LIER' naast het Postkantoor te LAREN (M. H.) Antiquiteiten Oude Oostersche Kunst Schilderijen Negerplastiek Dagelijks, ook des Zondags geopend. door vond hij nog gelegenheid, te wijzen op de slechte tijden, die komen zouden en op den plicht van allen om daarvoor te zorgen. Ook in de jongste rede, die voor mij ligt, luidt de waarschuwing nadrukkelijk.Werkloosheid, hooge prijzen, samenhang daarvan met ver/ut tegen loonsverlaging met name bij bouwvak arbeiders, onvoorzichtige gemeente-politiek, druk kende belastingen, het onontkoombare van de werking der economische wetten, de noodwendig heid van kapitaalvorming vooral bij sterke bevolkingsvermeerdering,het belang ook van arbeiders bij de gaafheid" van den gulden, de wenschelijkheid van sparen voor den kwaden tijd, ziedaar aangelegenheden, die de voorzitter aanroerde. Is niet dit reeds een nuttig effect van een ver eeniging als deze, dat de leider der onderneming gelegenheid vindt, de aan zijn fabriek verbondenen te wijzen op den ernst der tijden, op de bestaande en komende moeilijkheden, op wat gedaan en wat vermeden moet worden om daaraan zooveel mogelijk, gezamenlijk, het hoofd te bieden? Gezamenlijk; daarin schuilt de beste kans, dat ernstige woorden als deze ingang vinden. Want deze werknemers zien hun belang rechtstreeks betrokken bij dat der zaak, waarin zij arbeiden. De innerlijke beteekenis van zoodanige organi satie is niet naar eenigen maatstaf te schatten. Maar gering kan die beteekenis niet zijn. Het woord, door daden van meer dan veertig jaar gesteund, kan niet verklinken. S M I S S A E K T J. S. MEUWSEN, Hofl. A'DAM-R'DAM-DEN HAAO DE BESTE HOEDEN IN HOLLAND

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl