Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
No. 2437
,
Tj/DGENQOTÉN'
CAMILLE MAUCLAIR'S
HERINNERINGEN
II
In die symbolistendagen zijn de tijdschriften de
centra der geestelijke beweging; vooraan onder
hen als echte vertegenwoordiger staat de Mercure
de France. Toen", zegt Mauclair, leek het mij
het ene noodige, als teeken dat ik literarisch wat
had te beduiden, om te worden toegelaten tot
medewerking aan den Mercure". Later", voegt
hij er met noodeloos zelfgevoel bij, vond ik het
niet meer zoo belangrijk". Hij was niet meer het
kleintje, hij was gegroeid.
Maar ook de Mercure is gegroeid.
Ik herinner mij heel goed den eersten tijd van
het bestaan der revue. Het waren zeer dunne af
leveringen; voor mijn gevoel nemen zij een apar
te plaats in onder de statige reeks der deelen van
den Mercur°. Daar zijn de eersten van Jules
Renard's schetsen verschenen, de voorloopers van
Poil de Carotte, die kleine stemmingverhaaltjes
welke ons, d.i. Marcel Schwab en mij, de openba
ringen leken van een origineel weergaloos talent.
Het was een oud huis in een oude rommelige
straat waar de redactie van het tijdschrift in het
apartement van den heer en mevrouw Alfred
Vallette was gevestigd.
Mauclair teekent met enkele trekken, pittig en
juist, de omgeving daar en de atmosfeer. Vallette,
gaat voorop, die eigen aanspraken op een naam in
de literatuur er aan had gegeven, om zich geheel te
Avijden aan de directie van zijn onderneming,
;zij moest het bij haar oprichting vooral hebben van
-haar relaties met het buitenland, Nederland,
Zuid«Amerika, zonder haar hoofddoel, de leiding in
Parijs, voorbij te zien, naast hem zijn vrouw,
de levendige Rochilde, met haar ongemeen talent
van verhalen, haar geest flitsend in een vroolijken
lachbui: Men moest van het eerste oogenblik af
wel weten of men z'n <best wou doen met haar op
goeden voet te blijven, dan wel haar tegen zich in
te nemen," zegt Mauclair, die zeker in den beginne
niet altoos heeft geweten hoe hij met haar overweg
moest.
Maar hij Iaat haar alle recht weervaren.
Ja, als ik mij bedenk, dan was
Rochilde-Vailette een der meest eigenaardige figuren van den
kring. Vrouwen in de literatuur, dat was toen een
zeldzaamheid. Haar debuut was niet bijzonder
gelukkig geweest door haar keus van opzichtige
titels, Monsieur Venus, e.d., er hing daardoor
een verdorven bijsmaak aan haar werk, men sprak
er mysterieus over; integendeel in de nabijheid
van haar elegant bewegelijk persoontje dacht men
niet aan kunstmatige verborgenheden, zij had
haar vrije woord en haar vrijen geest, zij wilde
zich bij niemand aangenaam maken, maar ging
haar zelfstandigen weg als een prinses. Zij durfde
de dingen aan met woord en daad. Het succes van
het tijdschrift.dat een groot tijdschrift is geworden,
berustte voor een deel op haar werkzaamheid en
niet minder op haar groote gaven van fantazie en
voorstelling; want haar boeken zijn geheel en al
haar eigen boeken, en daaronder zijn zeer mooie.
Het is een hooge lof die Mauclair haar toekent.
Jules Renard die op alle gepraat als iets
onwezenlijks neerzag, representeerde in den kring
het stomme personnage; niet dat hij niet luisterde,
hij was dikwijls niet gerust voordat hij van Ro
childe de goedkeuring had gehoord van den
laatsten zin zijner vertellinkjes, den don waaraan zij
hingen, de phrase waar zij op uitliepen, en die van
zelf de deur sloot. Zij kostte hem de meeste weife
ling, omdat zij niet weifelend zijn mocht. En hij
zat daar?'tisMauclairdiehemuitteekent op
den uitkijk, gevoelig als op spelden, wantrouwig
scherp op post als een rood konijn,?? zijn mond,
zijn ooren voortdurend in agitatie".
Maar de groote man van den Me re ure ieder
tijdschrift dat zich respecteerde had zijn
hoogepriester was Rémy de Oourmont. Er bestaat
een traditie dat hij, die van goeden huize was,
in zijn eerste jengd had behoord tot de knappe
jongelui van Parijs, een wreed noodlot had hem
bijna alles ontnomen, zijn gezicht verwoest, zijn
gang onzeker gemaakt, hem half en half veroor
deeld tot een zittend leven. Maar zijn gaven waren
verfijnd.
Hij was een idealist zonder geloof in zijn idealen,
een scherp ontleder van zijn gewaarwordingen en
van zijn genot wier grond niet anders was dan een
illusie, een zoeker en onderzoeker van alle myste
riën waaraan het menschenhart heeft gehangen,
verbazingwekkend geleerd, zonder daarom nog
zoo veel te weten, in n woord met zijn talent van
het gedestilleerde en overgehaalde woord, een
representatieve verschijning van de symbolisten
periode.
In den grond der zaak was hij eenvoudiger dan
hij scheen in zijn afkeer van menschen en van veel
dat menschelijk was. Waardig heeft hij zijn leven
gedragen, en aan de wereld teruggeschonken wat
in zijn aard was gelegd.
Mauciair, dien hij bij eerste kennismaking zeker
onbarmhartig van zich heeft gestooten, geeft hem
bij het overzicht van zijn loopbaan volmondig ge
tuigenis van zijn edel streven. Vrouwenvriendschap
heeft, gelijk men weet, voor Rémy Qourmont's
laatste jaren een bekroning en een vervulling ge
bracht.
Nu zou ik de anderen moeten oproepen die aan de
bijeenkomsten in Vallette's huis deelnamen, ik
zou kunnen noemen Pierre Quillard, Louis
Dumur, den Zwitser met zijn karakteriseerenden bij
naam van Anatole Suisse, Jean de Tinan, Paul
Roux, die zich ook noemde Saint-PoI-Roux of nog
mooier Saint-PoI-Roux Ie Magnifique maar
waartoe al die namen? kan men zich hen niet voor
stellen in die dagen van het levende symbolisme,
opgewonden door elkanders opwinding, op de Dins
dagmiddagen van Madame Rachilde en zich ver
beeldend dat zij de wereld voortstuwen naar een
nieuwe phase van ontwikkeling.
Had hij niet hoogere ambities de jonge man dien
wij als gids volgen, dan de entree in de kleine tijd
schriften op de grenzen der beschaving?
Hoe gedecideerd en geaccentueerd ook zijn
ideeën waren over de bekrompenheid der kringen
van het fatsoen, een kloppend krijgershart kon
zich op den duur niet spenen van het uitzicht op
de smaakvol ingerichte salons van een voornamere
wereld. Was het niet mogelijk ook daar een zending
te aanvaarden? en tegelijk zijn brood te ver
dienen? Wel sprak men onder symbolisten schande
van wie met hun poëzie penningen trachtten op te
halen, maar er waren toch tijdschriften, die het
werk van Rosny, van Loti aannamen en hono
reerden. Waarom niet een stap gewaagd bij de
Nouvelle Revue van Madame Adam?
Er liepen praatjes rond over deze politiseerende
dame, die tegelijkertijd een bas bleu was en een
vrouw van de wereld wilde zijn, maar er was niets
kwaads in wat men van haar zeide. Zij behoorde
tot de voorname burgerij en had gedeeltelijk van
haar eigen geld een tijdschrift opgericht, tot pro
paganda van haar ideeën die Frankrijk weer in
zijn oude glorie hersteld wilden zien. Was daar iets
slechts in dat zij de revanche wenschte?
Zij deed haar best de jongeren onder de auteurs
te winnen. Kon men zich niet bij haar vervoegen
op een van de ochtenden dat zij was te spreken:
Laat men, eer naar haar toe te gaan, zich nog eens
ter dege de principes inprenten welke men in allen
geval hoog wil houden, en dan op weg en goede
kans ! Vriendelijk en vastberaden !
Toen hij aan haar hotel in de rue Juliette
Lamber popelend wachtte op haar komst, zag hij zich
op eens in gezelschap van twee oogen. Laat mij
Mauclair's beschrijving aanhalen:
twee wondere oogen, helder blauw als een Mei
morgen en even tegemoet komend, lachende,
scherpziende, open oogen, met een ongelooflijke
macht en veelheid van uitdrukking; zij gaven aan
het gezicht een mengeling van bekoring en kracht,
wier invloed ik nog telkens als ik haar zie, moet
ondergaan, zonder mij er rekenschap van te kun
nen geven. Dan trof me de kristalheldere stem,
zoo frisch en vroolijk, en ten slofte de gratie en de
beslistheid van de geheele persoon;in ieder gebaar,
in iedere houding sprak daaruit het reine wezen
van een vrouw van ras, afstammend van een lange
reeks van beschaafde Franschen, licht dragend het
gezag van de oude liberale samnleving, zonder
eenige aristocratische grootschheid".
Men ziet het: onze Camille Mauclair bevindt zich
op eenmaal in een wereld die hij nooit had bevroed.
Hier weer als bij Stéphane Mallarméwas het een
uitstraling der persoonlijkheid. De kristalheldere
stem, zeide hem lachend:
Ik heb reeds van u gehoord, want al wat jong
is interesseert mij, ik heb mijn revue om de jeugd
te helpen. Ik weet heel goed dat gij decadenten af
schuwelijk kwaad van me spreekt, hoewel 't niet
van uw kant komt, maar men heeft mij sterk afge
raden van u iets op te nemen. Men noemt u on
leesbaar, maar ik ben er opgesteld zelf te oordeelen.
Ik hoop dat bij uw werk iets zal zijn dat ik begrijp,
of is het heelemaal Chineesch? Ik geloof dat het
Alphonse Daudet was, die gij lieden zoo fataal kunt
afbreken, en die u allen met zooveel liefde volgt
PARKSTRAAT 10
IJ'sGRAVENHAAGSCHEi
^MEUBELFABRIEK'
sGRAVENHAGEl
Ontvangen:
NIEUWE ZENDING
ja, Alphonse Daudet die mij over u heeft ge
sproken. Laat mij een van uw manuscripten, en
kom hier overmorgen terug".
Om niet te worden teleurgesteld rekende Mau
clair er vast op, ontvangen te worden door een of
anderen secretaris, die hem zijn handschrift terug
zou overreiken, maar zie, het waren wederom de
oogen die op eens voor hem stonden en het was de
kristalheldere stem die hem toesprak:
,,Mais on comprend tout, j'ai tout compris, vous
crivez en bon francais et il y a des idees".
Kort en goed, de redactie raad kon zeggen wat
hij wou, Mevrouw Adam zou naar haar eigen zin
handelen, en zij werd enthousiast over de nieuwe
aanwinst voor haar tijdschrift op het hooren dat
hij van Elzasser afkomst was Mauclair is een
aangenomen naam, de echte klinkt oer-Duitsch.
Iedereen houdt er me mee voor den mal,"
ging Mevrouw Adam voort, maar ik geef het niet
op, ik ben voor de revanche en ik haat de Pruisen.
En misschien zult ge nu ook Mallarmékunnen ver
klaren; Daudet zegt dat hij zon'n aangenaam
mensen is, zoo jammer als ik het vind niets voor
hem te kunnen doen, maar ik begrijp absoluut
niets van wat hij schrijft."
Mauclair, eenmaal aangenomen, heeft zich niet
onbetuigd gelaten, hij heeft Verhaeren bij zijn
begunstigster geïntroduceerd, en verzen van Ver
haeren zijn in de Nouvelle Revue gepubliceerd en
gehonoreerd. Desors, zooals Verlaine hen noemde,
daalden als een zegen neer op uitgedroogde akkers
en ook Mauclair ging met goudstukken rekenen.
De aangeknoopte betrekking raakte echter die per
dan het eigenbelang. Zij werd zelfs niet geheel ver
broken door de Dreyfus zaak, waar men lijnrecht
tegenover elkander stond. Toen de storm zich had
gelegd, werd Mauclair weer ontvangen als voor
heen door de-flinke vrouw die tegenwoordig nog
ongebroken haar zes en tachtig jaren draagt.
Slechts aan twee menschen heb ik in mijn leven
veel te danken," zoo besluit Mauclair zijn oordeel,
aan Mallarméen aan Mevrouw Adam, belle et
charmante fi%ure de France. Zij heeft mij in mijn
overgangstijd gesteund".
W. O. C. B Y V A N C K
UTEHIIHfi 4 fOLMEI
Dan Haag ?:? Hoügonspirk 22,
SPECIALITEIT:
Verhuizingen onder Garantie
Bergplaatsen voor Inboedels