Historisch Archief 1877-1940
No. 2437
DEIAMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
w Asamw&smsi&v. m
EEN BOEKBEOORDEELING
Geachte Redactie
In zijn bespreking van mijn boek Nederland
«n de Indien in de laatste kwarteeuw" schrijft
Prof. Boerman:
Ie. dat ik reclame-achtig zou geweest zijn
in de onderschriften der portretten, met name in
dat van Prof. Lorentz, waaronder te lezen is:
ook eminent adviseur voor de raadselen van
de Zuiderzee en van de diepten der aarde".
Waarom is dit reclame? Ik meen, dat het
niets meer is dan de zuivere waarheid. De heer
B. zal toch ook wel weten, dat Dr. Lorentz
president is van de commissie, die moet onder
zoeken hoe de stroomingen zullen worden ge
wijzigd door de afsluiting der Zuiderzee. Behoort
die kwestie niet tot de groote raadselen? En in
Zuid-Limburg? Zijn het daar geen raadselen,
waarvoor de ingenieurs telkens zitten b'ij het
voorwerk van den mijnaanleg?.
Ik heb het uit den mond van zeer ernstige
natuurkundigen, dat onze groote Lorentz daarbij
het schitterend voorbeeld geeft, hoe de wetenschap,
ook de hoogste, direct kan inwerken op het
maatschappelijk leven.
2e. Bij de beschouwingen over de Wielingen
zegt de heer B., dat zeker niet ieder die met mij
zal deelen. Waarom zegt hij niet liever, wat er
dan verkeerd in is? Wel verkondigt h.ij, dat de
stroomgeul bij Delfzijl de grens tegen
Duitschland vlak onder den Nederlandschen wal zou
brengen. Maar weet hij d^an niet, dat er daar in
de Eems nog een tweede stroomgeul is, op eiken
schoolatlas te vinden? "*
3e. last not least: de heer B. beschuldigt mij,
dat menigmaal mijne persoonlijke opvattingen
en sympathieën zich sterk naar voren dringen".
Dit is het ergste, wat op historisch en gepgraphisch
gebied kan voorkomen. Onpartijdigheid is daar
het eerste en het laatste gebod en iK heb daarnaar
met den grootsten ernst gestreefd.
Aangehaald wordt in 't bijzonder mijne be
wondering voor de Vereenigde Staten". Ik wil
daar alleen van zeggen, dat ik langen tijd mee
ben opgegroeid in de Europeesche traditie, die
in Amerika niet anders dan dollarjacht en cor
ruptie wilde zien. Maar ik heb ook ondervonden,
zooals ieder, die zich ernstig op de studie van
land en volk der Vereenigde Staten toelegt, dat
het beeld bij nadere beschouwing steeds gunstiger
wordt. Wat ik er voor goeds van gezegd heb,
heb ik steeds met feiten gestaafd. En mijne
uiterste conclusie is geweest, dat men in Europa
wijs zou doen met thans, na den oorlog, niet
meer te smalen op Amerika.
Dat ik Suriname wil verkoopen uit sympathie voor
de Vereenigde Staten, is het ergste misverstand
van den Heer B.
Ik heb gezegd (bldz. 58); Indien het geld
(voor de Zuiderzee) niet anders te vinden mocht
zijn, dan kan het Nederlandsche volk nog doen
wat het Deensche gedaan heeft: zijne
WestIndische koloniën verkoopen aan de Vereenigde
Staten".
Hier staat niet, dat ik Suriname zou willen
verkoopen (ik heb trouwens hierin niets te willen).
Er staat alleen, dat dit desnoods zou kunnen
gebeuren, als er niets anders te vinden mocht zijn.
Dat is een groot verschil! Ik hoop en verwacht,
dat het ook nog wel anders zal gaan, zooals in
een noot vermeld is.
Hoe echter zulk een verkoop aan Amerika zou
moeten getuigen van sympathie voor de Ver
eenigde Staten, is mij een groot raadsel. Ieder, die
ook maar eenigszins op de hoogte is van de
Monroe-leer, weet toch, dat men aan niemand
anders zou kunnen verkoopen.
Met de meeste hoogachting
C. TE LINTUM
(Door de Redactie bekort.)
DE ONDERDRUKKING VAN EEN
KLEIN VOLK
Geachte Redactie,
Verleden zomer in Zuid-Tirol reizende, wilde het
toeval, dat ik herhaaldelijk in berghutten mocht
overnachten, waar, blijkens het gastenboek, Mr.
van der Scheer, dien ik niet het genoegen heb per
soonlijk te kennen, den vorigen avond rugzak en
bergstok had neergevleid. Ik trad in
zijn voetstappen Jzonder het te we
ten, tot ik zijn spoor kwijt raakte.
Was het in Karersee, of in de K
lnerhiitte, of reeds eerder? Het is mij
ontschoten.
Doch thans mag ik het terugvin
den in zijn bijdrage over Zuid-Tirol
in de Groene van 16 Februari, die
ik met bijzondere belangstelling las.
Gelijkelijk heb ik mij geërgerd over
het ongure bedrijf dat daar gaande
is, en misschien mag ik, nu u mijn
voorganger gastvrijheid hebt ver
leend, wel een oogenblik
inuwspreekzaal pleisteren om mijn instemming
te betuigen met wat hij schreef en
er enkele aanvullende opmerkingen
bij te maken.
Het bevreemdt Mr. van der Scheer
dat op de Oasthaüser en berghutten
de oude Duitsche naam, zij het dan
ook onder den Italiaanschen, nog
wordt geduld. Ik kan hieraan toe
voegen dat mij werd verzekerd o. a.
door de zeer geloofwaardige waardin
van Gasthof Zum Kabis, (St. Peter,
Villnösstal), die een kleindochter is
van Josef Speckbacher, den strijd
makker van Andreas Hofer, dat voor
het behoud der Duitsche namen, zelfs
op de tweede plaats, belasting moet
worden betaald. Als mijn geheugen
mij niet bedriegt, noemde zij een be
drag van honderd lire per woord.
Velen hebben deze onkosten gaarne
over voor het behoud van een ouden
naam, doch zooals te verwachten is,
niet allen.
En wat betreft de niet-erkenning
van de Duitsch-Oostenrijksche
Alpenvereeniging door de Italiaansche
Club Alpino, hieraan zit een conse
quentie vast, die voor touristen uiter
mate onaangenaam is.
De Club Alpino heeft getracht de
oude gidsen uit de streek over te
nemen, doch bood hun, naar het
schijnt, daarbij voorwaarden aan die
belangrijk slechter waren dan hun
oude condities. Zoo zouden hun
dienstjaren bij de oude vereeniging
niet meetellen voor pensioen, enz.
ONZE KOLONIËN: BALI
Teekening voor de Amsterdammer" door J. G. Sinia
HEILIGE WARINGIN
Talrijk zijn op Bali de goden, de eigenlijke bezitters van
het land, doch grooter in aantal nog zijn de boeta's, de booze
geesten, die overal en te allen tijde den mensen belagen, doch
vooral gedurende den nacht, wanneer de goden hunne verheven
rustplaatsen in het gebergte hebben betrokken, het meest
zijn te vreezen. Daarom plaatst ook de Balineesche huisvrouw in
den regel tegen het vallen van den avond eenig voedsel op
den weg buiten het erf, opdat het niet noodig zij, dat een naar
voedsel zoekende boeta haar woning binnendringt en daar
allerlei onheil sticht. Zoodra echter de dag aanbreekt en de zon
De meeste Duitsche gidsen, die be- de hoogste bergtoppen in zacht rooden gloed zet, wordt de
grijpelijkerwijze zeer gehecht zijn aan
de vereeniging, die voor hun oplei
macht der boetas aanzienlijk geknot, want dan glijden de goden
langs de zonnestralen naar omlaag, of laten zich meevoeren met
ding gezorgd heeft en die door haar het morgenkoeltje, dat spelend langs de berghellingen strijkt,
voortreffelijke organisatie hun nooit
reden tot klagen had gegeven, hebben
geweigerd in het nieuwe verband
over te gaan. Slechts een aantal
Ladinische of Italiaansche gidsen zijn
toegetreden. Het gevolg daarvan is
dat velen der beste gidsen niet meer
officieel gids kunnen zijn.
om hun dagelijkschen, der menschheid zegenbrengenden arbeid,
wederom te aanvaarden. Slechts nu en dan nemen zij rust en
bevolken de stille hoven der tempels of zoeken beschutting
tegen den feilen zonnebrand onder het dichte bladerdak van
sommige boomen. De bevolking kent deze boomen en zorgt er
wel voor, dat het haar weldoeners gedurende die perioden van
rust aan niets ontbreekt. In nissen, tusschen de takken of de
reusachtige wortels gebouwd, worden op gezette tijden, onder
Maar als wilde" gids zijn zij na- plechtig ceremonieel, de noodige offerandes gebracht. Bij die
tuurlijk gaarne bereid touristen op
tochten te vergezellen, en voor som
mige gebieden zijn zij feitelijk de
boomen, welke wel in bijzonder grooten geur van heiligheid
staan, ziet men zelfs vaak een tamelijk groot huisje tot dit doel
tusschen de takken gebouwd, terwijl dan de geheele boom om
eenigen die over de noodige locale geven is met een muurtje, welks eenige opening verdedigd wordt
kennis beschikken. Ook bezitten zij
nog de sleutels van de hutten. Doch
om hun bedrijf onmogelijk te maken
schijnt de Club Alpino er thans op
uit te zijn overal de sloten te laten
veranderen, zoodat zij er niet in
kunnen ! Zoo overkwam het mij, toen
ik na een zwaren tocht, tegen den
avond, aankwam bij de Regensburger Hiitte, waar
ik hoopte te kunnen uitblazen, dat ik dank zij
de goede zorgen van deze touristenvereeniging
nog een goede twee uur verder moest marcheeren,
omdat mijn gids met zijn oude sleutel er niet in
kon ! En een anderen gids zou men in dat gebied
eenvoudig niet kunnen krijgen.
Het tourisme is in dit gedeelte van de Dolomie
ten hard achteruitgegaan. Voor Duitschers en
Oostenrijkers is een reis op Italiaansch grondge
bied te kostbaar, en Italianen beklimmen geen
bergen. Zoolang hun Club Alpino zich niet bevrijdt
van eng nationalisme, is zij een onding voor
touristen en schept zij een hard onrecht voor
moedige gidsen die eiken voet van hun grond
kennen en hartstochtelijk liefhebben.
Dankend voor uw gastvrijheid,
Hoogachtend
J. J. L. D U Y V E N D A K
Leiden, 19 Febr. '24.
door een paar z.g. togog's of rakshasa's, afschrikwekkende
monsters, die den boeta's moeten beletten dit heiligdom
deigoden te betreden.
De teekening stelt een dergelijken boom voor.
J. G. S i N i A
SUBSIDIES VOOR LEESZALEN
In het ingezonden'stuk van den heer D. Bartling
in de Amsterdammer trof mij de volgende
zin: Meer dan 130 millioen offert de Staat
aan het onderwijs en de O. L. S.; de instelling,
die de burgers in de gelegenheid stelt op de basis
van deze school-ontwikkeling verder te bouwen,
dit onderwijs zoowel voor praktisch leven als voor
geestelijk leven vruchtbaar te maken, moet ten
gronde gaan?"
Ik betwijfel zeer of in dezen van een te gronde
gaan sprake is, als er werkelijk behoefte is aan
ontwikkeling, enz.
Waar evenwel het Leeszaalwezen meer en meer
ontaardt in het Bibliotheekwezen, vanwaar men
van ontwikkeling geraakt tot ontspanning, ligt
het dan in de toekomst niet op den weg van het
particulier-initiatief om zorg te dragen voor 't niet
ten gronde gaan van werkelijke (geen schijn-) ont
wikkeling?
C. F A s T R E
Hotel DUIN EN DAAL
CENTR. VERW. PRIVÉBADKAMERS
VASTE WASCHTAFELS