De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1924 8 maart pagina 12

8 maart 1924 – pagina 12

Dit is een ingescande tekst.

12 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND No. 2438 DE ARME ONDER DE TRAP Spel in 3 bedrijven van Henri Chéon, vertaling van W. Nieuwenhuis Opgevoerd door DE HAGHESPELERS". Regie ED. VERKADE Teekeningen voor de Amsterdammer" door B. van Vlijmen Euphemianus. (ALB. v. DALSUM) Emilia Koopman Portiersvrouw Huisbewaarder De Arme (LOUISE KOOIMAN) (EUG.GILHUYS)(HELLYBECK)(KOMMERKLEYN) (Eo. VERKADE) Sophia (SARA HEYBLOM) DE TOONEEL-CONCENTRATIE Het plan Mr. Patijn, door burgemeesters en wethouders der groote gemeenten uitvoerbaar geacht en thans door de dagbladen gepubliceerd, zal vooral onverdeelde instemming vinden in dit opzicht.dat het een einde maakt aan het kunst matig op de been houden van een ongelimiteerd aantal, in zichzelve niet levenskrachtige com binaties. Het sluit zich inde groote lijn aan bij het adres aan B. en W. van Amsterdam, onderteekend door een tiental zijdelings tot het tooneel in be trekking staanden (waaronder de critici der voornaamste Amsterdarnsche bladen), dat pleit in de eerste plaats voor de instandhouding op loyale en royale basis van wat door de jaren heen het sterkste bolwerk is gebleken: De K.V. Het Nederlandsch Tooneel", onder leiding van Willem Royaards. Inderdaad gaat dit Amsterdamsch belang vóór elk ander, zoowel uit een oogpunt van represen tatie als wegens den invloed, toon-aangevend en maatstafstellend, dien het eerste gezelschap der hoofdstad op de geheele constellatie van ons tooneel uitoefent. Waar men dit inzag, bleef de vraag: hoe kan men dit gezelschap beter dan tot dusver voor zijn taak uitrusten? Op deze vraag antwoordt thans het Gemeenteblad met een voorstel, dat eenige wijziging brengt in het bestaand cahier des charges" en den eventueelen vasten bespeler van den stadsschouwburg met ingang van l September 1924 een subsidie van / 55.000 toe kent, plus emolumenten" van drie maal vijf duizend gulden per seizoen, indien op bepaalde ' praestaties van, naar het oordeel van B. en W., buitengewone kunstwaarde kan worden terug gewezen. In hoever dit voorstel voor belanghebbenden aannemelijk kan zijn, zal nader moeten blijken; het oordeel hierover ligt buiten onze bevoegd heid voor zoover het de begrooting en de tooneelhuishouding betreft. Toch zouden wij van onzen kant, waar we dan nu allen hopen, dat een op den duur gelukkig blijkend besluit deze moeilijke zaak eindelijk zal leiden in de rechte banen, nog gaarne den nadruk leggen op wat wij in Sep tember j.l. in dit weekblad schreven naar aanleiding van de tooneel praktijk in het buitenland, waar zich ook de kleine landen de weelde van een uit muntend gesitueerd Staats-of Stadstheater kunnen veroorloven. Geenszins zag ik in de theaterloterij", welke in die landen het reservefonds voor deze intellectueele weelde vormt, het ideale middel, noch speculeerde ik op een adhesie-betuiging onzer Regeering...., mijn bedoeling was slechts de oogen wat wijder te openen voor de verhouding waarin de verleende steun" tot het tooneefbedrijf zou behooren te staan, wil de naam steun" gerechtvaardigd zijn en, wat c!e kunst aangaat, doel treffen. Of het middel, dat onze gemeentebesturen ons tooneel en ons publiek zou verlossen van het euvel der tooneelbelasting, van het systeem van geven met de eene hand en nemen met de andere, waarop helaas ook de voorgestelde nieuwe rege ling weder blijkt gebaseerd, als zoodanig de aan dacht zou verdienen, kan hier in het midden blijven. Van het hoogste belang is: kan een eersterangs gezelschap zich op deze gronden handhaven, en doen gelden op den voorgeschreven en gewenschten voet? Ik betwijfel het. Alreeds de eerste eisch: het versterken van zijn kern, zou n onzen tijd een verhooging van het honoraria-budget beteekenen, waarbij een vijf en twintigduizend gulden meer subsidie te weinig gewicht in de schaal legt. Laat men dezen, zoowel artistiek als moreel idealen eisch: aan den eersten schouwburg des lands ook de bijzondere, in een ? bepaald genre uitmuntende talenten te kunnen verbinden, vallen, dan wreekt zich dit in de eerste plaats bij de zoo gewenschte buitengewone praestaties". Een talent als bijv. mevrouw de Boer?van Rijk, zal in dubbelen zin te kostbaar" blijken, tegenover een tooneelspeelster, die, op ander plan, van alle markten thuis is." Met gevolg.dat een mindere kracht moet worden op geleid in de rol, waarvoor mevrouw de Boer (er zijn meer voorbeelden te noemen) geschapen zou zijn, en het publiek, ondanks dit tijdverlies, iets minders wordt geboden dan mogelijk, rechtvaardig en verheugend zou zijn geweest. In zoo'ri geval zou men toch elke burgerlijke overweging moeten kunnen laten varen en een bijzonder talent, al ware het voor quantitatief een kleine praestatie, moeten lokken met een waardig jaargeld deson danks.Werkelijke kunstenaars zijn onbetaalbaar", doch ook bij matige vergoeding;hoe weinigen kan men beloonen met een waarborgsom, van / 55.000 ! En wat zijn ? 5000 voorde opvoering van een mees terwerk in verhouding tot den tijd, dien er mee gemoeid is, zoolang het bedrijf daarbij zulk een hoog woord spreekt, dat elk tijdverlies, geldverlies beduidt? Ik vrees: de genoemde bedragen maken op den buitenstaander een veel dieperen indruk dan zij in dit verband waard zullen blijken. Het is heel begrijpelijk, dat men meent: 5000 gulden, nu daar kan men aardig wat decors en costuums van bekostigen". Maar, waarlijk, in die iets meer of minder kostbaar schijnende decors zit het niet. Deze vijfduizend gulden kunnen hoogstens in den algeheelen omzet het risico dek ken, dat verbonden is aan elke praestatie, die boven het geestelijk peil der massa uitreikt. Dekken? In enkele Weken zal, als het publiek niet bijt" en het stuk niet onmiddellijk kan worRESTAUR/VrCUR VAN SCHILDERIJEN C. B. VAN BOHEMEN Helmersstraat 57 Den Haag den vervangen, het dubbele van deze som ver slonden zijn. Driehonderd dertig guldig bedraagt de zaalhuur per avond.... hoeveel avonden blijft de recette (door oorzaken, die niemand voorzien, noch forceeren kan) daar beneden? Wij leven, ook wat de opvoeding van het schouwburgpubliek betreft, in een overgangstijdperk, waarbij men op de ge leidelijke uitbreiding van het, voor goede kunst ontvankelijk kleinste deel mag hopen, zonder daarbij te loochenen, dat nog steeds de groote meerderheid, voor zoover betwistbaar op de bios coop, over het wel en wee van onze schouwburgen beslist. Wil men het groote werk, het tooneel als idee" beschermen, het verval voor het minst tegengaan, dan zou dit vooral in de eerste tientallen van jaren niet krachtig genoeg kunnen worden aange pakt. En zou men dan niet praktisch en gezond handelen door: Ie. De schouwburghuur voor het vaste gezelschap, waarvan men in zijn stad het goede voorbeeld verwacht, tot een minimum te beperken. 2e. Het gezelschap zijn eigen baten eerlijk te laten behouden (wij laten de ingrijpende belastingquaestie nog buiten het geding, maar waartoe de grove onbillijkheid te handhaven, welke zelfs de programma-opbrengst in de kas der Gemeente doet vloeien?); 3e. Een ruim steungeld te verleenen, waarop het gezelschap sterk en zeker kan worden gesteld. 4e. Het zijn taak, die in ons land met zijn exclusieve taal en internationale concurrentie, altijd zwaar zal blijven, te verlichten door wat maar mogelijk is aan kleine faciliteiten, in den schouwburg en voor zoover het reizen (met nu en dan den bijslag van doubleeren) noodzakelijk kwaad zal blijken te zijn. Het gaat er bij deze samenwerking met om iemand te vinden, die den post gedwongen, of om persoonlijke redenen ambieert, het gaat er om de waarborgen zóó te stellen, dat een kunste naar, o ie zijn waarde kent en zijn verantwoorde lijkheid weet, er in het vervolg zonder sloopende materieele zorgen zijn schouders onder zetten kan. TOP NAEFF 9PAAHSOH, EUOELSGH, F R AH» O H, UIT9OH 01O. Borlitz-Sohool H90r»ngrmoht 4*1 Tol. 4328B Priel. OadervQi door bnltenl. Leeraren

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl