De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1924 8 maart pagina 15

8 maart 1924 – pagina 15

Dit is een ingescande tekst.

No. 2438 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 15 Slot der Farneses te Caprarola. Naar een oude gravure OUD-ITALIAANSCHE BOUWKUNST Het zich in de laatste tientallen jaren met toe nemende kracht openbarende verlangen om op nieuw in inniger contact te komen met de natuur, als reactie tegen de onnatuurlijke menschen-opeenhooping in de groote steden, heeft ertoe geleid dat vele dorpen, vooral dezulke die op een mooie landelijke omgeving kunnen bogen en in gemakke lijke verbinding staan met de stad, in korten tijd een aanzienlijke uitbreiding ondergingen en dat er m verschillende streken van ons land villa-parken en tuindorpen verrezen die zich in een groote be langstelling mogen verheugen. Deze beweging tot buitenwonen" heeft echter vrij plotseling zoo'n grooten omvang genomen dat noch de landiuisbouw, noch de tuinaanleg gelegenheid hadden zich geleidelijk te ontwikkelen. Mislukkingen zijn dan ook niet uitgebleven; eerst in de laatste jaren kan eenige verbetering worden geconstateerd, doch in 't algemeen staat deze uiting van onze moderne samenleving nog]op,een laag peil. Reeds een oppervlak kige vergelijking van de mooie tuinen der Renais sance, zooals die bij de deftige buitenhuizen langs Vecht en Amstel werden aangelegd, met de tuinen van de meeste onzer moderne villa's", doen den achteruitgang van de tuinbouwkunde schrij nend gevoelen. Enkele goede uitzonderingen : voorbehou den, viert het [popperige, .gekunstelde en gewrongene n de meeste gevallen hoogtij. En het ergste is nog, dat men aan deze benepenheid zoozeer is gewend geraakt, dat menigeen dien achter uitgang niet besef t. Om dezen ?wansmaak te bestrijden kan het van nut zijn telkens en telkens weer op de schoon heid van het oude te wijzen, niet om] aan te sporen het oude na te bootsen, doch om denzin voor ware schoon heid opjte wekken. 4MÜ1 p Alleen reeds daarom kan de verschijning van Emilie ?van Kerckhoff's boek over ?Oud-Italiaansche villa's, tui nen en parken 1) niet genoeg ?worden geprezen. Het is een voortdurend genot dit werk te doorbladeren en de fraaie .afbeeldingen te bezien en opnieuw te bezien. Zooals Dr. p. J. Hoogewerff in zijn inleiding ^terecht opmerkt, benadert men hier een schoonheid die, met lach en luim, ontvlood", en nochtans bestendigd wordt, tot weemoed slechts verdroefd door 't contrast met de, goddank vergankelijke, banaliteit... die de onze is. De schrijfster begint met een overzicht te geven van de ontwikkeling van den tuinaanleg in de Oudheid waaronder in de eerste plaats de Romeinsche tuin de aandacht vraagt,die, hoe bescheiden hij soms ook zijn mocht,den zin voor orde en symmetrie, dit volk eigen, openbaart en onze banale stads tuintjes verre in de schaduw stelt. Met de ver heffing van het Christendom kwam in den tuin aanleg een nieuwe geest, die zich openbaarde in een streven naar afgeslotenheid en soberheid, totdat met de Renaissance de Italiaansche tuinkunst tot een geheel nieuw leven werd gewekt. De zin voor aanleg van tuinen en parken was weer levend geworden en de hulp van de eerste schilders en bouwmeesters werd ingeroepen, om de paleizen van vorsten, prelaten en rijke burgers met de omringende tuinen tot een schoon geheel te maken ". Nu pleegt men zich tot een bloemist" te wenden ! Op onderhoudende wijze vlecht schrijfster in haar betoog verschillende bijzon derheden in, die totnadenken en vergelijken stemmen. Zoo leest men op bldz. 14: De herboren natuurliefde be zielde de meest zakelijke en nuchtere lieden en even als in onzen tijd ontvluchtte men de steden, bouwde land huizen en trachtte de na tuur nader te komen door een levend belangstellen in wat er groeit en bloeit. De bouwmeesters moesten tege lijk tuinarchitecten zijn en de grootsten onder hen heb ben het niet beneden zich geacht zich in de nieuwe problemen te verdiepen, die om oplossing vroegen". Vandaar de prachtige sa menhang tusschen huis en tuin, die bewonderenswaar dige eenheid van natuur en kunst zooals bij de Villa de Medici (afb. 6.), Villa Di Camberaia (afb. 9), Villa Lante (afb. 37) om slechts enkele aan te stippen. Een zwaarwichtig studieboek is het werk van Emilie van Kerckhoff niet, doch een boek dat op eenvoudige manier vele wetenswaardig heden blootlegt, waaronder enkele die met den tuin als zoodanig slechts in een ver wijderd verband staan, maar niettemin waard zijn te worden gekend, temeer omdat daardoor het leven van dien tijd ons nader wordt ge bracht, zoodat het karakter dier tuinen zich beter laat begrijpen. V. D. K L O~O T M E Y B^U R O. 1) Oud-Italiaansche Villa's, tuinen en parken, door EMILIE VAN KERCKHOFF, met een inleiding van Dr. O. J. HOOGEWERFF en 62 afbeeldingen. W. L. en J. Brusse's Uitgevers-Maatschappij Rotterdam. (De bij dit artikel opgenomen illustra ties zijn aan dit werk ontleend). KUNSTZAAL VAN LIER naast het Postkantoor to LAREN (M. H.) Antiquiteiten Oude Oostersche Kunst Schilderijen Negerplastiek Dagelijks, ook des Zondags, geopend. Villa Palmieri (vroeger Schifanoia) bij Florence

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl