Historisch Archief 1877-1940
No. 2438
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
19
DE AMSTERDAMSGHE
LIQUIDATIEKAS IN 1923
Het jaarverslag der Amsterdamsche
Liquidatiekas is steeds van meer dan gewone beteekenis,
omdat dit uitvoerige gegevens bevat aangaande
de positie van een aantal productenmarkten en
de handelsbeweging in die producten hier te lande.
Uit die gegevens kan men zich vrijwel een voor
stelling maken van den handelstoestand van ons
land en hoewel de data betrekking hebben op het
afgeloopen boekjaar, zoo heeft het reeds vroegtijdig
verschijnen van het jaarverslag het voordeel,
dat men het nog gaarne raadpleegt om een inzicht
te erlangen in den stand der markten.
Men krijgt uit een nauwkeurige lezing van het
verslag den indruk, dat, niettegenstaande ver
schillende lichtpunten zijn aan te wijzen, het afge
loopen jaar, toch geenszins een voordeelig jaar
voor den handel en de scheepvaart van ons land
is geweest. Al zal dit voor de direct bij de
groote handelstakken betrokkenen geen nieuws
zijn, zoo kunnen de mededeelingen van de Directie
der Amsterdamsche Liqtiidatiekas er toch veel
toe bijdragen ook aan buitenstaanders een helder
der denkbeeld aangaande de vorderingen die de
terugkeer tot meer normale toestanden in ons
handels- en verkeerswezen gedurende het afge
loopen jaar gemaakt heeft, te geven dan uit de
verspreide en niet altijd eenstemmig luidende be
richten dienaangaande kon worden verkregen.
De minder gunstige toestand werd reeds dade
lijk aan het licht gebracht door de slapte in de
havenbedrijven. Deze moet natuurlijk voor een
groot deel worden geweten aan de moeilijkheden,
waarvoor de doorvoerhandel naar ons achterland
zich geplaatst zag. De ongunstige gevolgen van
de bezetting van het Ruhr-gebied werden door
den Nederlandschen handel slechts al te duidelijk
bespeurd, al waren er in den eersten tijd dier
bezetting nu en dan korte periodes van koorts
achtige drukte. Een belangrijke verbetering is
dan ook te constateeren geweest, toen de
verhouding.tusschen Duitschland en de bezettende staten
minder gespannen werd en de belemmeringen die
aan de handelsbeweging in de bezette gebieden
waren in den weg gelegd, werden verwijderd.
Doch buiten dezen belangrijken factor vallen
nog andere te vermelden, die eveneens als naweeën
van den oorlog zijn te beschouwen. Zoo gaf de
verdere groote waardevermindering van het
Duitsche betaalmiddel aan de havens van Ham
burg en Bremen een belangrijken voorsprong,
wèardoor Amsterdam en Rotterdam zich niet
weinig zagen voorbijgaan. Gelukkig is ook hierin den
laatsten tijd een kentering gekomen, doordat de
stabiliseering van de Mark een belangrijke stijging
der havenonkosten heeft ten gevolge gehad,
waardoor onze havens met meer kans op succes
tegen de Duitsche kunnen concurreeren. Hieraan
kunnen wij toevoegen, dat hierbij ook nog andere
factoren in het spel treden. Immers heeft het
vooruitziend beleid onzer groote financiers, in de
eerste plaats dat van de leiders der Nederlandsche
Bank, ten gevolge gehad, dat bij het verstrekken
van credietfaciliteiten aan het buitenland steeds
als eerste eisch wordt gesteld, dat de daardoor
mogelijk geworden aankoopen van grondstoffen
en andere bedrijfsbenoodigdheden met Nederland
sche schepen moeten worden vervoerd en over
Nederlandsche havens worden geleid, terwijl ook
anderszins van Nederlandsche inrichtingen moet
worden gebruik gemaakt. Waar het Nederlandsche
crediet den laatsten tijd door het buitenland meer
en meer wordt gezocht, ligt het voor de hand, dat
onze gehcele handel en scheepvaart, assurantie- en
expeditiewezen incluis, daarvan moeten
profiteeren.
Een andere ongunstige factor was voorts, dat
van Belgische en Fransche zijde de Antwerpsche
haven bevoordeeld werd, hetgeen natuurlijk verre
van onbegrijpelijk is. Nu bij deze verklaarbare
voorkeur ook nog het groote voordeel van een
sterk gedeprecieerden wisselkoers is gekomen, zal
het Antwerpen ongetwijfeld nog gemakkelijker
vallen de mededinging met de Hollandsche havens
vol te houden. Intusschen heeft de ondervinding
geleerd, dat een dergelijke voorsprong bij ongunsti
ge monetaire toestanden toch niet gehandhaafd
blijft, zoodat te dien opzichte voor ons
handelsen verkeerswezen geen bijzondere bezorgdheid
behoeft te bestaan.
Erger is het, indien de verarming van ons achter
land van blijvenden aard zou zijn, althans gedu
rende een lange rij van
jaren, aangezien daar
door de vraag van
Midden-Europeesche zijde
naar een groot aantal
artikelen, welke tot
dusverre uit of via ons
land betrokken werden,
sterk zou kunnen in
krimpen. Intusschen be
merkt men daarvan mo
menteel nog niet "veel.
Integendeel, hebben de
stabiliseering van het
Duitsche betaalmiddel
en de terugkeer van
minder gigantische*ge
tallen in hetdagelijksch
verkeer blijkbaar
gunstigen invloed op den
Duitschen kooplust uit
geoefend, al spelen psy
chologische factoren
hierbij vermoedelijk de
voornaamste rol. Echter
mag niet worden voor
bijgezien, dat de Duit
sche industrie zich thans
juist van grondstof»
ten wil voorzien ten
einde de fabrieken in
bedrijf en de arbeiders
aan het werkte houden.
Vandaar dat men zich
omtrent het staken van
de vraag van Duitsche
zijde voorshands niet
al te ongerust behoeft
te maken, te minder,
waar hier te lande juist
veel gedaan wordt om
de gelegenheid tot
credietverschaffing te ver
ruimen.
Wat nu de diverse
markten betreft, zoo
kan het verslag der
Amst. Liquidatiekas in
de eerste plaats melding
maken van den opbloei
der koffiemarkt in de
hoofdstad. De
koffieprijzen''sluitenjna ver
schillende fluctuaties persaldo beteraf, zoowel voor
Santos als voor Robusta, als gevolg van den ge
ringen wereldvoorraad (kleiner dan in 25 jaar het
geval is geweest) en de lagere ramingen voor den
Braziliaanschen oogst en de beperkte aanvoeren
van het artikel, die gelijk men weet door de regee
ring des lands geregeld worden, naar de
Braziliaansche havens. De Nederlandsch-Indische oogst
was in 1922 kleiner dan zijn voorganger n'.l.
302.000 balen, waarvan slechts 91.000 hierheen
kwamen. De totale koffieaanvoer beliep in 1923
1.700.000 balen tegen 2.000.000 balen in 1922.
Bovendien echter hadden belangrijke verschepin
gen voor Nederlandsche rekening rechtstreeks van
de productie-landen naar het buitenland plaats.
De uitvoer uit ons land zelf bedroeg in 1922 en
1923 resp. 1.800.000 en 1.400.000 balen, hetgeen
meer is dan van iedere andere Europeesche
havenplaats. Het laat zich dus verklaren, dat de
koffiehandel en allen, die daarbij betrokken zijn, zeer
ongaarne zien, dat de regeering gevolg zou geven
aan haar aangekondigd voornemen dezen handel
door het heffen van rechten belemmeringen in
den weg te leggen. De omzet op de Amsterdamsche
termijnmarkt bedroeg 989.000 balen tegen even
500.000 balen het jaar tevoren.
Ook de omzet op de termijnmarkt in suiker nam
het vorige jaar belangrijk toe, daar deze steeg van
79.000 tons in 1922 tot 223.000 tons. De prijzen
fluctueerden scherp, vooral onder invloed van de
schommelingen op de Newyorksche suikermarkt.
Een aanvankelijk verspreid gerucht, dat de
Amerikaansche regeering van plan zou zijnden
termijnhandel in suiker te verbieden om een opdrijving
der prijzen tegen te gaan, riep eerst een scherpe
daling te voorschijn, maar bleek later toch niet
juist te zijn.
De aanvoer van thee nam belangrijk toe n.l.
van 11 1/2 millioen K.O. tot 17 millioen K-ü. De
uitvoer verminderde echter van 8 1/2 millioen K.G.
tot 4 millioen K-G., waar tegenover het
binnenlandsch gebruik van 9 1/2 millioen tot 13 millioen
K-G. steeg, voor een deel ongetwijfeld als gevolg
van het door de regeering aangekondigde voorne
men om de rechten op thee te verhoogen. De
theeprijzen bleven vast, in tegenstelling tot die van
cacao, welke op het einde des jaars echter weder
een verbetering vertoonden. Men koestert hoop,
dat het cacaoverlmük in Duitschlaiic! geleidelijk
wedur zal toenemen, hetgeen voor ons land met
zijn 50 cacaofabrieken van veel belang 7,011 zijn.
Voor specerijen was de stemming over het^geheel
DIERSTUDIE
Teekening voor d; Amsterdammer" door H. Verstijnen
De amateur-occultist, die gehoord had, dat men psychische vermogens
kon ontwikkelen door naar de punt van zijn neus te kijken
J. S. MEUWSEN, Hofl. A'DAM-R'DAM-ÜEN HAAO
DE BESTE HOEDEN IN HOLLAND
gunstig, zoowel voor peper en kruidnagelen als
voor muskaatnoten en foelie. De aanvoer van kapok
nam verder af van 72.000 tot 40.000 pakken.
De rubberprijzen liepen niet onbelangrijk terug
en de aanvoer van het artikel verminderde van
5 1/4 millioen K.G. tot 31/2 millioen K.G. De
omzet op termijn steeg daarentegen van 5 tot 7
millioen K. G.
De aanvoeren van granen liepen over het geheel
genomen niet onbeduidend terug n.l. van 2.9 tot
2.6 millioen ton.
De winst der Amst. Liquidatiekas bedroeg na
aftrek van onkosten ? 553.000 tegen / 063.000
in 1922. Daar de afschrijvingen echter tot ? 138.000
beperkt konden blijven, terwijl het vorige jaar
daarvoor / 636.000 moest worden aangewend, kon
thans een dividend van 5 pCt. worden uitge
keerd (tegen het vorige jaar nihil), daarna nog
bijna een ton op nieuwe rekening werd overge
bracht.
De balanscijfers toonen over het geheel geno
men een bedrijfsinkrimping, hetgeen niet weg
neemt, dat de financiëele positie alleszins gezond
is te noemen. Van de reserve voor debiteuren ad
?600.000, waarover de instelling te beschikken
heeft, werd een bedrag van ? 400.000 voor afschrij
vingen aangewend; de overige twee ton blijven
voorloopig nog voor het beoogde doel gereser
veerd, totdat, na verdere realisatie van onderpan
den zal blijken, in hoeverre dit bedrag of een ge
deelte daarvan op de statutaire reserve, die 8 ton
bedraagt bij een kapitaal van ? 7 millioen, kan
worden teruggeboekt.
Ten slotte mag niet onvermeld blijven, dat de
instelling ook de Directie over de Valuta-Kas voert,
welke als liquidatie-instelling voor den
termijnhandel in valuta's minder aan haar doel heeft be
antwoord, omdat daarvan weinig gebruik werd
gemaakt, maar die als verrekeningsinstelling van
buitenlandsche valuta's bijzonder voldoet.
P A u i. SABEL
Rookt TABA SIGAREN
't nieuwste 't .fijnste