De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1924 8 maart pagina 3

8 maart 1924 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

No. 2438 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND DE INTERNATIONALE PUZZLE ANTIREVOLUTIONNAIR SPEELGOED Teekening voor ,,de Amsterdammer" door Joh. Braakensiek Begin Maart 1924. Woeste had gelijk." In Belgiëzegt men meer en meer dat Woeste de staatsman die kort na het einde van den oorlog gestorven is, het bij het rechte eind heeft gehad. Geheel geïsoleerd, is deze er steeds op blijven aandringen, dat Belgi niet het vervallen van zijn neu traliteit moest begeeren. Al was deze dan in 1914 geschonden ge worden, klonk zijne waarschu wing, zoo is de reactie op dat kwaad zóó erg geweest, dat eene herhaling niet zoo licht bij de regeering van welk land ook, op zou komen. Integendeel het re gime was eerder bevestigd waarbij Belgiëop eigen beenen in zijn Europeesche omgeving stond. Woeste heeft niet opgehouden, voor de bestendiging van dit regime te ijveren. Er is geen an der middel, zeide hij, dat Belgi in staat kan stellen goede vriend schap te onderhouden zondrr aan avances te behoeven toe te geven, of ze te moeten bruskeeren. Bel giëbezat, en bezit, nog niet de traditie oer de facto neutraliteit, w?arop Noord-Nederland rustig zijn staatkunde kan bouwen. Nederland overdrijft misschien wel eens een enkelen keer de toe passing van dat principe. Maar in elk geval doet het daarmede zichzilf weinig kwaad. Belgi evenwel heeft bij het sluiten van den vrede van Versailles zijneigen positie ?wél ont zaglijk veel moeilijker gemaakt, door af te stappen van zijn voetstuk van gegarandeerde neutraliteit. Dat was reeds de leuze geworden van de laatste oorlogsjaren. Het was het credo geworden van Sainte-Adresse, waar toen, aan de kust bij Havre, de Belgische functionarissen zetelden. En bij de onderhandelingen van de conferentie te Parijs deed de geest van het Comitéde Politique Nationale de lucht daveren van de leus, dat Belgiëden smaad, de vlek van zijn neutrale rechtspositie moest afwisschen. Het zou niet langer als onvolwaardig staan in de tij der mogendheden. Dit is dan ook in het Vredestractaat neerge schreven. Het régime van 1839 werd vervlogen verklaard. Engeland deed nog, het is niet zoo algemeen -bekend geworden, het aanbod om het stelsel te handhaven, zij het dan in veranderden vorm. De regeering te Londen verklaarde zich bereid, voor een nieuwe tractaatsregeling van België's positie het initiatief te nemen. Maar Brussel was er niet van gediend. Het zat geheel te Parijs, en men dacht slechts aan de overwinning. Dat was vijf jaar geleden. Nu, wanneer ge het oor in de Brusselsche krin gen te luisteren legt, hoort ge een gansch ander geluid. Vele invloed rijke mannen s preken het onom wonden uit dat men de neutraliteit had moeten hervatten, en dat Belgiëdaar veel krachtiger mee naar voren had kunnen komen; veel gemakkelij ker ook zijn eigen positie zou hebben kunnen hand haven. Woeste had gelijk". De actie van het Co mitéNational heeft onzen Zuidelijken naburen nog wel mér nadeel toegebracht. Zij heeft ook de goede harmonie met het Noorden, met Holland, bemoeilijkt,?-en ook daarmede is Belgiëongetwij feld niet wél gediend. De positie is sindsdien lastig geworden. Men kan volstrekt niet zeggen dat de Belgische staatslieden van zins zijn geweest een nauwe cohesiepolitiek met Frankrijk te voeren. Er leefde en leeft daar voor te veel zelfstandigheidsgeest. Maar, toen het voetstuk verlaten was, waarop men zich schrap zetten kon, was het zoo moeilijk niet als vanzelve over stag te gaan. Van Frankrijk kan men evenmin zeggen dat het een opslorpingsdoel zou hebben gekoesterd. Maar de geheele actieve Fransche nervositeitspolitiek doet het bij voortduring de hand uitsteken waar 't maar kan, de .blikken rich ten naar eiken kant. In zijn streven om overal handvat te vinden, het streven dat de Rijnpolitiek zoowel als de Middellandsche Zeepolitiek van het Quai d'Orsay beheerscht, paste natuurlijk aan den Noordkant België. En wat kan Belgiëweigeren? Militair tractaat; kultuurvriendschap; Luxemburgsche traitd'union: conventie's over rechtshulp, excutie van vonnissen; etc. het vloeide alles uit de omstandigheden voort. Belgiëzou geheel alleen staan, wanneer het niet in vertrouwelijk overleg met Frankrijk leefde. En Colijn: Wat zegt u van mijn paardjes Mevrouw?" De Nederlandsche Maagd: Ze zijn heel mooi, maar er zit geen leven in!" voor Frankrijk geldt Belgiëals een voormuur, waar 't vanzelf eens op klom om uit zijn tuin te zien. In dien automatischen gang van zaken is Jaspar de trekezel geworden. Hij was voor den wagen gespannen, en moest hem wel op 't pad houden, al had hij naar andere kanten gewild. Hij was te sterk orn niets te doen, en hij was niet sterk genoeg om keuze te hebben. Zijn meedoen in de Ruhrbezetting, bijvoorbeeld, wij wezen er reeds vroeger op, kwam voor 'n goed deel voort uit de behoefte om Frankrijk daar niet aan alle kanten te doen postvatten, en Belgiëte omvatten. Gedeeld avontuur scheen ook het handelstrak taat te moeten worden. Frankrijk heeft van ouds de gewoonte, door handelsvoordeelen kleinere mogendheden aan zich te binden; het vond daartoe bij zekere Belgische groepen een gewillig oor. En alweer was 't jaspar, die.... Maar nu is toch dat handelstraktaat verworpen geworden. Men weet, hoe in het Brusselsche parle ment tal van invloeden tot die stemming hebben samengewerkt. Een beslist partijkiezen vóór een onafhankelijker positie van het land, kan men er niet in zien. Minder nog een zichafwenden vanden Franschen kant. Maar instinctief is toch de ge heele gebeurtenis van zeer groote beteekenis; vooral wanneer men haar beziet in het licht van een der belangrijkste indirecte oorzaken. Die oorzaak is immers alweer de regeeringsverandering in Engeland. Indien Belgiëdoor n omstandigheid in grooter moeilijkheid was gekomen, en er slecht in slagen kan een zelfstandigheidspolitiek door te voeren, al of niet dan op neutraliteitsverdragen gebaseerd, zoo was het dan 't désintèressement" var Enge land. Engeland was zich in 1914 plotseling weer van de beteekenis van de zuidelijke Nederlanden be wust geworden. Het had voorgesteld, in 1919 de barrière te herstellen. Dit mislukt zijnde, scheen het de zaak weer te laten loopen. Hoezeer heeft Jaspar gezocht in Londen steun, activiteit, be langstelling te vinden. Maar Londen deed aan Turksche vragen, en aan Amerikaansche zaken, en daarmede uit. Overigens gaf het Empire zelf genoeg te doen, en men pruttelde wat tegen Frankrijk. Belgiëvoelde zich dus van dien kant geheel ver onachtzaamd. En nu men met Mac Donald een nieuwen bezem heeft meenente kunnen zien, ver wacht men ook van dien kant weer meer activi teit. Bovendien: een betere verhouding tusschen Engeland en Frankrijk, als nu gehoopt mag worden, vrijwaart Belgiëgemakkelijker tegen eigen nzijdige politiek. Alles bijeengenomen is de potentieele wijziging van het Belgische stelsel en zeer gewichtig feit in de West-Europeesche politiek. Een feit óók zeer gewichtig voor Noord-Nederland. Wij hebben nog de oude leuze van Jan de Witte: Frankrijk een vriend, maar geen buurman," en zonder een zijn Butterfly Bonbons eigen lijn volgend Belgiëzou onze positie tegenover de groote mogendheid uit het Zuiden er geheel anders uitzien ! Ook Nederland had indertijd wel eens met wat meer klem het belang van de voort zettingder Belgische neutraliteit kunnen betoonen, die immers ook een in rechten van Nederland gega randeerd belang is. Maar thans is de tijd voorbij, dat Woeste nog, in den vorm, gelijk zou kunnea krijgen. In wezen evenwel zal Belgiëzich waar schijnlijk economisch zoowel als politiek meer op eigen beenen gaan stellen. Holland kan daarvan nut hebben, en daartoe nuttig zijn, wanneer men maar het Vlaamsche schismatisme geen kwaad laat doen. Ook Holland, het is merkwaardig, is inden laatsten tijd blijkbaar een punt van volmaakte onver schilligheid geworden voor de Britschestaatkunde. Engeland staat overigens ? internationaal voor een zeer moeilijk werk. Het wil leiding geven, en heeft daartoe op het oogenblik stellig een groote kracht in het moreele prestige der huidige regee ring. Maar het allesbeheerschende punt zal in de puzzle van het oogenblik worden de algemeene internatio nale schuldenregeling. Zelfs het geheele Duitsche vraagstuk is daarvan slechts een. betrekkelijk bescheiden onderdeel. De regeling tusschen de Geallieerdenonderling,en die met Noord-Amerika, zal een onmisbaar element van het algemeen accoord moeten zijn. BRAND A RIS Levensverzekering Maatschappij H A A R L. E Jfft" W i l s o n s p l e i u If DE VOORDEELIGSTE TARIEVEN

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl