Historisch Archief 1877-1940
No. 2438
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
doel de reeds vroeger verkregen uitkomsten uit
te werken en af te ronden.
Reeds spoedig na het begin hiervan was het
ingewijden duidelijk, dat deze poging succes zou
opleveren. Technische moeilijkheden waren oor
zaak, dat de werkzaamheden langer duurden
dan verwacht werd, zoodat Dr. Tesch nu pas
na ruim drie jaren de resultaten van zijn werk
kan toonen. Deze resultaten zijn beschreven in
een supplement op het eindverslag der
Rijksopsporing vi n Delfstoffen 1918, welk supplement
spoedig zal verschijnen.
Met deze vondst, met de eerste 200 Liter aard
olie is een nieuwe phase in de geschiedenis van
onzen vaderlandschen mijnbouw ingetreden. Tot
nu toe bestonden onze rijkdommen van minerde
brandstoffen uit steenkool, bruinkool en turf. Nu
komt daar olie, bij. Voorloopig zeer' weinig, een
proefje, een rhonster.
Of er meer zal komen? Indien men intensief
zoekt, zeer zeker. Maar dat zoeken kost geld!!!
Of het loonend zal zijn? Veel zal hierbij afhan
gen van de wijze van exploitatie. Een bron op
zichzelf is waarschijnlijk moeilijk economisch
juist te exploiteeren. Er komt zoo veel kijken. Een
geheelepompinrichting,een pijpleiding, een raffina
derij enz. Indien het mogelijk zou blijken meer
dere bronnen te plaatsen, zou dit alles beter gaan.
Wij kennen toch meer dergelijke kleinere velden
in Europa: de bovengenoemde Hannoversche
velden, ook die van Pechelbronn in den Elzas.
Deze zijn alle loonend te exploiteeren. Maar de
toekomst zal moeten uitmaken of dat hier ook
het geval zal zijn.
Juridisch gezien, bezit de Staat de vindersrech
ten in den zinj der mijnwet. Deze gelden in een
bepaalde, d.w.z. nog door de autoriteiten te be
palen, sfeer rondom de tegenwoordige vondst.
Verder kan de Staat concessie geven voor de ex
ploitatie. Zij kan deze aan zichzelf geven en alles
in Staatsexploitatie nemen. Anderzijds kan zij
ook een gemengd bedrijf stichten. Wij mogen dit
met vertrouwen aan regeering en volksvertegen
woordiging overlaten. Voorshands zal echter een
grondig nader onderzoek van het geheele terrein
moeten uitwijzen of eenige uitbreiding mogelijk is.
Eén vondst is nog slechts geconstateerd, waaraan
geen overspannen verwachtingen mogen worden
vastgeknoopt; voorloopig is een zeer bezadigd
optimisme de aangewezen houding.
VAN ROSSUM
SPREEKZAAL
Geachte Redactie
JjMet belangstelling las ik in Uw No. 2436 het
opstel van Dr. Neuburger over Televisie.
fc. Ik zou daar nog bij willen voegen, dat de
seleencellen, die Prof. Kom gebruikt, van
HolDe boortoren te Corle bij Winterswijk
landsch fabrikaat zijn. Zij worden vervaardigd
door de N. V. voorheen P. ]. K'PP & Zonen"
te Delft.
Hoogachtend,
J. W. O i L-T A Y.
SUBSIDIES VOOR OPENBARE
LEESZALEN EN BIBLIOTHEKEN
De boveneinden van de boorbuizen
Over de opmerkingen van den heer C. Fastre
betreffende een zinsnede uit mijn artikel over
bovenstaand onderwerp het vol
gende:
De heer Fastre gelooft, dat de
Leeszalen niet te gronde zullen
gaan als er een werkelijke behoefte
aan ontwikkeling is. Het particu
lier initiatief zal dan immers wel
bijspringen. Als de heer F. hiermee
meent dat uit de contributies der
leeszaalbezoekers en
gebruikmakers van de bibliotheek de midde
len tot instandhouding behooren
gevonden te worden, dan laat
zich vragen: waarom de scholen
niet in stand gehouden rdoor de
school- en de universiteiten door
de college-gelden, waarom de
rijksbibliotheken niet door het
heffen van leesgelden en entrees?
Al deze instellingen ,zijn toch
zeker wel voortgekomen uit een
werkelijke behoefte aan ontwik
keling.
Is dit niet de bedoeling van
den heer F., maar wenscht hij
dat in plaats van het Rijk, de pro
vincie en gemeenten, vermogende
particulieren de exploitatie-kos
ten voor hun rekening zullen
nemen, dan zou ik willen vragen:
Is volkscultuur een zaak voor
particuliere liefhebberij van den
enkeling of een gemeenschapsbe
lang? Hier gaat het toch om.
Is voor het gemeenschaplijk
sociale leven, de aard en de mate
der ontwikkeling der afzonderlijke
individuen van beteekenis, dan
heeft de gemeenschap ook den
plicht althans de
minimum-bestaansvoorwaarden !te verzekeren
van de instelling, die de volkscultuur het meest
direct en intensief bevordert.
De heer F. gebruikt voorts het woord
schijn-ontwikkeling. Meent hij daarmee een insinuatie aan
het adtres der O. L. B., zooiets als: de O. L. B. geeft
aanleiding tot het kweeken van een zeker dilettan
tisme, het meepraten over allerlei problemen,
zonder dat men de daartoe noodige rijpheid van,
oordeel heeft bereikt? In dat geval kan ik hem ge
ruststellen. De organisatie en de werkmethode der
O. L. B. zijn er geheel op ingericht iederen lezer het
voor hem meest geschikte boek te bezorgen. In
haar bibliotheek vind t men op elk terrein der kennis
techniek, enz. boeken incontinue rangorde van de
eenvoudigste en populairste inleidende werkjes tot
de strengwetenschaplijke literatuur. Het personeel
der O. L. B., voorgelicht door adviezen van des
kundigen en bibliographische gegevens, is in
staat het publiek, dat bij de keuze van literatuur
een vingerwijzing behoeft, van dienst te zijn. In
stede dat de O. L. B. een onrijp dilettantisme be
vordert, streeft zij, bewust van haar
sociaal-paedagogische taak, er steeds naar leiding te geven aan
allen die het wenschen.
De bedoeling der opmerking van den heer C.
Fastre betreffende de ,,ontaarding" van het lees
zaalwezen tot bibliotheekwezen ontgaat me. Zoo
ver mij bekend is, en ik meen eenige ervaring op
dit terrein te hebben, is steeds de bibliotheek als
het essentieele en voornaamste deel der O. L. B.
beschouwd, de leeszaal, d.w.z. de zaal waar men
couranten, tijdschriften, naslagwerken, enz. kan
inzien, als noodzakelijke aanvulling. Hoe hier van
ontaarding gesproken kan worden, is mij duister.
Ten slotte make men zich niet bezorgd, dat een
eventueele voldoen der Regeering aan het verzoek
der leeszalen om de korting van 40 pCt. op de sub
sidies te verminderen, de bezuiniging om de Rijks
uitgaven in gevaar zou brengen. Met een bedrag
van ongeveer / 40.000 kon het kortings-percentage
tot 20 pCt. worden teruggebracht en daarmee de
directe bedreiging van het voortbestaan veler
O. L. B. worden opgeheven.
Is de arbeid der O. L. B. voor de volkscultuur
deze / 40.000 niet waard?
D. B A R T L I N O
Hotel DUIN EN DAAL
CENTR. VERW. PRIVÉBADKAMERS
C lkVASTE WASCHTAFELS