De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1924 8 maart pagina 6

8 maart 1924 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND No. 2438 HET ONTTROONDE GOUD 1) In dit zeer interessante boek behandelt Keynes> die een van de beroemdste schrijvers van onzen tijd is geworden door zijne min of meer populaire behandeling van economische en f inancieele vraag stukken, den monetairen chaos van onzen tijd. De wenschelijkheid van een stabiel ruilmiddel voor de geheele wereld dringt zich in onze dagen des te meer op, nu de meeste landen, zooal niet in naam, dan toch inderdaad, volgens den schrijver, den gouden standaard hebben laten varen. Des te meer dringt die vraag zich op, nu Amerika een surplus heeft van het gele metaal, dat als waardemeter, ook in normale tijden, zekere gebreken had, onvermijdelijk bij een waardemeter die zelf ook als koopwaar waarde had en heeft en onderhevig is aan wissel valligheden van productie, vraag en aanbod. Toeneming van productie van goud vóór den oorlog bleek inderdaad met geleidelijke prijs stijging samen te gaan (zie Trade Cycles Chart, Times annual 28. 1. '21). Maar een vasten waarde meter te zoeken zal nog wel lang blijven een zoeken naar den steen der Wijzen. Mr. Keynes is geen aanbidder van het gouden kalf. Nu de meeste landen en zelfs de V.S. het goud reeds onttroond hebben, zou het gele metaal volgens hem grootendeels overbodig worden. Wanneer de V. S. het inde kelders der Amerik. ban ken thans opgestapelde goud in omloop brachten of daarop veel grooter fiduciaire circulatie ba seerden, zou dat een geweldige prijsstijging kunnen veroorzaken, die men liever voorkomt en daarom houdt men het goud maar vast. Het thans kunst matige waarde-peil van goud hangt geheel af van de politiek van den Federal Reserve Board, ook als de andere landen tot den gouden stan daard terugkeeren. Keynes voorziet de neiging om een gold echange standard" te gebruiken en de waarschijnlijk permanente Verdwijning van gouden munt uit de zakken der bevolkingen zou volgens hem tengevolge hebben dat de behoefte aan strikt noodzakelijke goudreserven bij de Centrale Banken veel minder zal zijn dan hetgeen beschikbaar is. Dan zal de waarde van het goud afhangen van drie of vier der grootste Centrale Banken, afzonderlijk of in samenwerking. Keynes acht het niet waarschijnlijk, dat zooals Prof. Cassel voorspelt, het oude systeem van gebruik van goud als reserve en in circulatie een ernstig tekort en een toenemende appreciatie van goud zal veroorzaken. Het vertrouwen in de stabiliteit van de waarde van goud hangt volgens Keynes hiervan af: of de V.S. dwaas genoeg zijn, goud te accepteeren dat zij niet noodig hebben, en wijs genoeg, nadat zij het geaccepteerd hebben, het op een vaste waarde te handhaven. Hier staat men voor een zeer onzekere toekomst en voor een schier oneindig aantal onbekende factoren. Zooveel echter is wel zeker, en het is een waar heid als een koe, dat de V.S. thans de leiding in handen hebben. Maar Europa (zonder Rusland) heeft ongeveer driemaal zooveel inwoners als de V.S. en daarom kan dat op den duur zoo niet blijven. Toen Europa geld teveel had, werd dat o.a. aan de V.S. geleend. Nu het Amerika is dat geld te veel heeft, leent het dat aan Europa. Maar het is zeer wel mogelijk, dat de V.S. nog veel meer goud kunnen slikken dan Keynes aanneemt. Het is een weelde, die een zoo pro ductief land zich wel kan veroorloven, al kost die ook ? 50.000.000 per jaar volgens Keynes. Ook kan er een tijd komen, dat de voorraad nuttig wordt. Maar, zegt Keynes, wanneer de accumu latie van goud een bepaald punt te boven gaat, kunnen de leden van het congres argwaan krijgen. Hij schat de kennis der Amerikaansche staats lieden van zijn studievak niet hoog: One cannot be quite certain that some senator might not read and understand this book. Sooner or later the fiction will lose its value". En wat is die fictie? Zij is deze, dat het handhaven door 'de V.S. van den gouden standaard een pretentie is, en dat men er feitelijk een dollar standaard heeft. Inplaats te zorgen dat de waarde van den dollar gelijk zal zijn aan die van goud, zorgt men er op zeer dure wijze voor dat de waarde van het goud gelijk zal zijn aan die van den dollar. Hierbij doet zich de vraag voor: waar ligt het bepaalde punt waarboven de accu mulatie van goud zou moeten komen om de congresleden argwaan te doen krijgen? Op die vraag vinden wij geen antwoord in het boek, en geen wonder. Men kan er eenvoudig geen antwoord op geven. Wel kan het absorptie vermogen van goud door de V.S. grooter blijken te zijn dan Keynes aanneemt. De productie toch der V.S. van vele goederen die de buitenwereld noodig heeft is zoo groot, dat zelfs een veel grootere accumulatie van goud nog mogelijk is. Hoofddoel van den schrijver is, aan te geven op welke wijze hij geraken wil tot monetary reform". Hij wil de waarde van het geld zooveel mogelijk stabiliseeren. En nu de gouden standaard feitelijk niet meer bestaat, zou hij een goederenstandaard willen invoeren: een officieel Indexcijfer in dier voege samengesteld dat het vertegenwoordigt een ,,Stan dard composite commodity" (een samengesteld en goederen-stan daard). De overheid (of de Cen trale Banken) zouden er voor moeten zorgen dat groote prijs fluctuaties worden voorkomen. De samenstelling van den goe deren-standaard zou van tijd tot tijd up to date moeten worden gebracht, naar gelang van wijzi gingen in de relatieve economi sche beteekenis der diverse .goe deren. Het zal hierbij wel blijven bij theorie, vooral ook omdat men er de bankwereld in Enge land en de V.S. moeilijk toe zal krijgen, de oude traditie aaji gaande den gouden standaard openlijk prijs te geven. s£3 Misschien zal een ander denk beeld van Keynes later in praktijk gebracht kunnen worden, hoewel de politiek daaraan moeilijk vreemd kan blijven. Hij geeft n.l. een schets van het thans in En geland bestaande financieele ap paraat, waarbij feitelijk het goud reeds geheel is uitgeschakeld, (behalve als remise) met zijn gecompliceerde werking van de posito's, credieten, creatie van papieren geld (currency notes) etc. en hij zou dat stelsel met meer nadruk en meer doelbe wust in toepassing willen bren gen, ten einde de goederenprijzen ONZE KOLONIËN: BALI Teekening voor ,,de Amsterdammer" door J. G. Siiüa i j HUISTEMPELS OP BALI De goden hebhen het schoone Balischc land wel rijk bedeeld en het is dan ook waarlijk niet te verwonderen, dat de Baliër die "oden liefheeft en verheerlijkt, dat hij niets onderneemt, wat hun zou kunnen mishagen. Het geloof drukt zijn stempel op al zijne handelingen, doch zooveelmogelijkstabiel te maken; inspireert hem ook tot kunstuitingen, welke bijna nergens in onze 1) A trad oh monetary reform, by John Maynard Keynes, Macmillan 1923. hiertoe kan de uitgifte of intrek king van currency notes en het verleenen van crediet veel uit werken, volgens Keynes. Bij het lezen van zijn betoog vraagt men zich wel eens af, of hij wel vol doende rekening houdt met vraag en aanbod van goederen, die zoo sterk kunnen zijn dat een rege ling niet mogelijk- is, en het financieele apparaat te kort zou schieten zooals in 1920. Verder zou hij samenwerking wenschen tusschen de Federal Reserve Board en het Engelsche bank systeem, waarbij in Amerika en Engeland de binnenlandsche prij zen zooveel mogelijk gestabili seerd zouden worden en de wis selkoers evenzeer zooveel mogelijk op eenzelfde niveau zou blijven. Maar die samenwerking zou toch moeilijk denkbaar zijn (en hiervan maakt Keynes vreemd genoeg, geen melding) zonder een heel wat intiemere politieke verhou ding dan de thans bestaande, en zonder een veel grootere en dui delijker zichtbare evenwijdigheid van belangen. Thans is Engeland aan de V.S. jaarlijks ongeveer 150 millioen dollar schuldig en moet die remitteeren. De eene partner in de firma zou den anderen een enorme som schul dig zijn. Tenzij er zeer veel komt te veranderen, lijkt dan ook de door Keynes gewenschte samen werking voorloopig moeilijk bereikbaar. Wel degelijk uitvoerbaar echter is het denkbeeld van Keynes, de bestaande verhouding in vele landen tusschen goud en papier tot uitdrukking te brengen in een officieele devaluatie van het papier,ongeveer in overeenstemmingmet dewisselkoersen op Amerika. Een goudstuk van twintig francs zou dan een waarde krijgen van ongeveer tachtig francs. Trouwens de geschiedenis van alle nationale munt-eenheden is die van hare depreciatie. Onze gulden is er een voorbeeld van. In 1388 bevatte een gouden gulden ruim 4 gram goud; een goede eeuw later nog slechts 2,52 gram en in 1520 1,77 gram. Een zilveren gulden bevatte in 1339: 85,80 gram, in 1388: 32,07 gram, in 1645 10 gram. In 1923 ongeveer 71/, gram. De franc is in den loop der eeuwen eveneens aldoor gedeprecieerd. ??Hoofdzaak is thans te komen tot een zoo vast mogelijke stabilisatie,opdat dedebiteur Oost haar weerga vinden. Zijne tempels, waarmede het gansene land als bezaaid is, hoe wonderlijk en fantastisch ook van versiering, zijn vaak van aangrijpende schoonheid ; even wonderlijk, maar tege lijk ook even schoon, zijn de offerandes, die daar op gezette tijden en in plechtigen optocht heengedragen worden. Veel eenvoudiger van opzet, doch daarom niet minder belangwekkend, zijn de z.g, sanggah" of huistempeltjes, welke men op bijna ieder Balinéesch erf aantreft; niet alleen omdat de Baliër hiervoor dagelijks offert en zijne gebeden opzegt, zij hem dus, om zoo te zeggen, veel intiemer zijn, maar ook wijl zij een typischen kijk geven op het animisme, waarmede hier het Hindoesch geloof nog sterk doordeesemd is. De teekening stelt een viertal van deze sanggah voor. Van rechts naar links gezien, is de eerste slanke zuil de ,.sedan"; hierin heet de geest te huizen, die wanneer hij althans wil of krach tig genoeg is alle onheilen van de bewoners van het erf afweert. Evenwel, wanneer deze geest in gebreke blijft om hulp te verleenen, dan buigt de Baliër het hoofd voor en offert aan den taksoe", de meest linksche zuil. In geval van ziekte van een der huisgenooten is het echter altijd in de eerste plaats de taksoe, welken men hulp en genezing afsmeekt. In de tweede sanggah van rechts huizen de zielen der voorouders. Hiervoor zegt de Baliër dagelijks zijne gebeden op en opdat het deze zielen nimmer aan iets moge ontbreken, is dit tempeltje, kemoelan" genaamd, steeds van eenige spijs en drank voorzien. Rest ons ten slotte nog de pliangan"; dit is de verblijfplaats van alle goede geesten, wier hulp wordt afgesmeekt voor allen arbeid, welken de Baliër wil ondernemen en het is te begrijpen, dat ook deze pliangan te allen tijde van de noodige offeranden voorzien is. J. O- S althans wete hoeveel hij schuldig is en de crediteur niet behoeft te vreezen ten slotte niets te ontvangen. Keynes behandelt in zijn boek de veel besproken quaestie van inflatie of deflatie en geeft daarover veel belangwekkende beschouwingen, die het boek ten zeerste lezenswaard maken. Maar hoofd zaak blijft wel de gebeurtenis die in de geschie denis der economie van groot gewicht kan blijken: de ontmunting van het goud, een feit dat tien jaren, of zelfs vijf jaren geleden niemand mogelijk zou nebben geacht. Of die onttroning van het goud blijvend zal zijn, zal de toekomst leeren. Het verdient intusschen ten zeerste de aan dacht dat de Britsche bankwereld over het algemeen, zooals nog kort geleden is ge bleken uit verklaringen van Londensche ban kiers, naar den gouden standaard terug wil. Daarbij dient in aanmerking te worden genomen dat het Britsche Rijk, als grootste producent van goud, daarbij groot belang heeft. Overigens mag men niet vergeten dat de practijk zich somtijds niet stoort aan de theorie der econo misten! H. D u N L o i'

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl