De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1924 8 maart pagina 8

8 maart 1924 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND No. 2438 f VAN JCKAICKs l j MEUBELTRANSPORT-MÏj BERGPLAATSEN v. INBOEDELS BINNEN-EN BUITENLANDJCHE l TRANSPORTEN l OVERBRENGEN v.MCUBItAIR OOK PER AUTO TAPISSIEBE BOOTM5TPAAT UTRECHT TEL 163 geheel Compleet 10/15 P.K.. 4 pi. 15/20 P.K. 6 pi.. 20/30 P.K., 6 pi. f 3500.?t 5200.?f 6200. J. LEONARD LANG, AMSTERDAM BIJKOMSTIGHEDEN cxv. Terwijl ze, in den vroegen, grauwen winter morgen haar stille, eentonige werk van eiken ochtend volbracht: het bereiden van het bordje griesmeel, het geklopte ei en het geroosterde brood voor de oude vrouw, en voor den man een dun sneedje bruin met roggebrood en een dikker sneedje wit met kaas, had opeens, dringend de telefoon gereld, en toen ze, zich mat verbazend, waarom de vischhandelaar zóó vroeg kwam melden, dat hij versche krimpkabeljauw had, of de kaasboer, dat nu de mid delsoort" Edammer kaas was gekomen, waar de oude meneer altijd om vroeg, de hoorn had gegrepen, had haar oor een veel ijlere stemklank opgevangen, een radde en luchtige val van woorden: ze sprak met nicht Céline, die aan't eind der week weer naar Parijs terugkeerde.... Ze hadden elkaar door de ziekte van Tante bijna niet gezien dommage.... tres dommage; maar ze zou nu vanmiddag even afscheid komen nemen, als 't niet vermoeiend was voor Tante mét de drie kinderen.... En, zonder ruggespraak met de hoogere macht boven in bed, had ze het onmiddellijk aangenomen: ja natuurlijk, graag mét de kinderen"; maar toen ze met het nikkelen blad voor het bed stond, waar de oude vrouw op haar rug lag met den scherpen neus omhoog, in die eigenaardig-vermoeide houding, die ze nog van haar ziekte had overgehouden, weifelde ze toch even, en ze moest zich inspannen het als iets gewoons te zeggen: Céline heeft daarnet opgebeld; ze wil vanmiddag met de kinderen komen afscheid nemen; ze gaat aan het eind van de week weer naar huis." Het gevreesde verzet bleef uit; de oude vrouw knikte, alsof ze het óók gewoon vond, en de oude man, die in zijn sjamberloe in de serre naar de vogels stond te kijken, die in alle boomtoppen zaten te wachten op de kruimels die hij hun eiken dag strooide, zei vaag: Er is een nieuwe merel bijgekomen." Zij haastte zich door den regelmaat van al haar preciese ochtendwerkjes; half tien de stoof voor de oude vrouw, tien Uur bouillon met een ei; half elf de koffie voor den ouden man, elf uur zijn jas en wanten voor de ochtendwandeling; maar er tusschendoor had ze uit een kast op zolder een steenen bouwdoos, een blauw theeserviesje en een klein limonade-stelletje voor den dag gehaald; het serviesje dateerde van dertig jaar geleden; op haar vijfde jaar had ze het ge kregen van een jongeren vriend van haar vader, die vond, dat ze zoo aardig zingen kon Alle kopjes en schoteltjes waren nog heel; ze was een zoet kind geweest; en lang had ze gedacht, dat ze met den schenker van het serviesje zou moeten trouwen; want zóó'n prachtig present Ach, zoo'n dwaas kind", dacht ze glimlachend, terwijl ze het snoezige trekpotje omspoelde, en toen, als betrapt, het op de rechtbank zette, want haar moeder was de keuken ingekomen, de hoed wat scheef op het vervallen gezicht, de mantel te slobberig om het vermagerde lijf. U wilt toch niet alleen uitgaan?" vroeg ze schrikkend. Een paar boodschappen", verontschuldigde die zich, hier in de buurt". En haar arm omklemde krampachtig drie verkleurde bonbondoozen met verfomfaaide linten, die lang in de kast te pronk hadden gestaan en die ze nu voor de kinderen opnieuw wilde laten vullen. De oude heer had van zijn wandeling vier steenen pijpen meegebracht: drie voor de kinderen, n voor hem. We moeten bellen blazen," zei hij overtuigd, dat vinden ze altijd heerlijk." De dochter knikte, en dacht aan drie andere dingen tegelijk: Moeder moest na de koffie nog rusten, want ze zag er nu al doodmoe uit; als ze nog maar een kwartier kon vrij maken, draafde ze even uit, om van die miniatuur-taartjes te koopen, en voor ieder kind een portret van de Koningin, als herinnering aan Holland; en zou ze rst de thee uit het kleine serviesje laten schen ken, of eerst delimonadeuitde vergulde karafjes ? Om drie uur was alles voor het feest gereed: het kleine theeblad prijkte met een blank kleedje, waarop de trekpot op een doddig klein comfoortje, de boordevolle suikerpot, een taarteschoteltje met de peuterige gebakjes, het kannetje met melk, de drie blauwe kopjes; de schoon-gewasschen steenen van de bouwdoos kleurden fel wit en blauw en rood; het zeepsop, met een zware badhanddoek afgedekt, wachtte in de serre; de oude vrouw, met een vredige uitdrukking op haar gezicht, omwikkelde de pijpen met draadjes, omdat ze anders zoo kleefden.... Dieprood glansde het frambozensap in de vergulde karaffen, waar de kleine kelkjes, als dopjes voor kievitseieren, omheen kringden. Om elk portret van de Koningin fleurde een oranje lintje; de verwelkte bonbondoozen waren met frissche vloei'papieren omwikkeld, en de oude man vermaakte zich kinderlijk met een nieuw soort tol, die de dochter ook nog had gekocht, en waarvan de techniek hem boeide. Om half vier moest de oude vrouw melk met een ei hebben; om vier uur de man thee met twee Haagsche beschuitjes; de olie in het komfoortje had al eens bijgevuld moeten wor den; het zeepsop werd koud, ondanks den dikken handdoek. Even voor half vijf reed een auto voor, die zijn kostbare lading uitlaadde, en bleef wachten. De gratieuse, jonge mama dreef het bekoorlijke drietal voor zich uit, dat voor ieder familielid een ruikertje viooltjes meebracht. De dochter, die de situatie in n blik overzag, zette snel, donkerblozend, het bakje met zeepwater onder het bureautje en trachtte het limonadestel achter een theemuts te verbergen; aan het blij wachtende serviesje was niets meer te doen. De ander vertelde rad, met veel vreemde woorden, van de vele visites, die ze gemaakt had en nog maken moest, maar dat ze toch niet zonder afscheid.... De oude vrouw zat beduusd met een pijp in haar hand; ze vergat haar doozen; de oude man om nog te redden wat te redden was, pre senteerde van de kleine koekjes en vertoonde nog eens de tol.... Toen de moeder na-een kwartier weer opstond, dwongen de kinderen, om te blijven; ze wilden niet mee naar die andere vervelende bezoeken, ze wilden nog meer verhalen van den ouden man hooren, die gelijk-op en ernstig met hen sprak; het was een schrale troost.... Ze werden lachend en luidruchtig weggedreven; er bleef slechts een vage, wereldsche geur achter, die van onbekende geneuchten deed droomen. Zonder een woord droeg ze het bakje, het ser viesje, het limonadestelletje weer naar de keuken. Ze mengde het koude sop met heet water aan, en begon de trekpot, de karafjes, het kleverige taarteschoteltje af te wasschen. Toen was het weer tijd voor de soep van de oude vrouw. ANNIE SALOMONS NIEUWE UITGAVEN Prof. DR. W. STORM VAN LEEUWEN vertaalde in het Nederlandsch de drie voordrachten over Het verschijnsel der Bacteriophagie, die Dr. F. D'HERELLE te Leiden hield. J. B. Wolters Uit gevers Mij. te Groningen is de uitgeefster. Bij het Centraal Bureau van den Nederlandschen Christelijken Bond van personeel in Publieken Dienst (Boezemsingel 192a Rottersdm). ver scheen het verslag van dien bond over het jaar 1923. Matanzas de schat van Varona, door REX BEAX is het vervolg op Het einde van den regenboog" van denzelfden schrijver. Beide boeken versche nen in de serie Uit verre landen, bij J. W. Boissevain en Co. te Haarlem. OLDENKOTT* TABAK STEUtlZOLEN(»£S5ö*HO _ MT «CRSTCLT INSTITUUT OVERTOOM Amsterdam Overtoom 57 en 93a Rotterdam Kruisstraat 40 Typen - Steno - Talen ? Boekhouden Boekhouding van gasfabrieken, door J. MULLER, hoofd-boekhouder der gemeentebedrijven te Mid delburg, Belastingrecht. Vraagstukken over belastingrecht ter voorbereiding van examens in directe belastingen, door B. VAN DEN BERG, Inspecteur der directe belastingen, invoerrechten en accijnzen te Rotter dam en Levensverzekering: De Nederlandsche private evensverzekering-onderneming en haar bedrijf, door J. GROOTEN en Dr. C. DORSMAN, zijn uitgaven van de N. V. Uitgevers Maatschappij v.h. G. Delwel te Wassenaar. De practijk van het medezeggenschap is de titel van een brochure waarin is opgenomen het adres van het Verbond van Nederlandsche Fabrikanten verenigingen aan Z. E. den Minister van Arbeid, Handel en Nijverheid. Nijgh en van Ditmar's Uit gevers Mij. te Rotterdam is de uitgeefster. Leidsche Uitgevers Maatschappij te Leiden brengt twee vertalingen in den handel van psyclianalytische beschouwingen van Dr. WILHELM STE KEL, Zenuwarts te Weenen: 1. De wil tot den Slaap en 2. De oorzaken der zenuwachtigheid.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl