Historisch Archief 1877-1940
*R, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
No. 2439
Dramatische Kroniek
DE HAGHESPELERS. De arme onder de trap,
door HENRI GHÉON.
Het wil niet best met de Heiligen.... en de
klassieke vraag wat de voorkeur verdient: een
slap geteekende Christuskop of een bezielde citroen,
blijft urgent. Als verschijnsel kunnen deze
vlakgedramatizeerde legenden belangstelling wekken,
het lag voor de hand dat de Bijbel en de
Gulden Legende" het eerst in aanmerking zou
den komen toen de strooming ging tegen de
fantasie, die haar stof dicht bij huis zoekt. Het
historisch onderwerp stelt strenger eischen in
vaststaand verband en mist daarbij het aureool
der ongeweten dingen, waarmee de modemystiek
pronkt. Met dit al neemt de vrije fantasie,
al zet men haar de hemelpoorten wagenwijd open,
nog niet altijd vlucht, en blijkt bij dit
kunst-procéaétamelijk onbarmhartig hoe veel zeldzamer de
visionnaire fantasie vóórkomt, hoeveel zwakker
zij reageert, dan de verbeelding, die zich buigt
over wat haar nabij is en vertrouwd. Daar komt
bij, dat de kern van de meeste legenden klein is,
n pointe, diep en klaar als een hemelstraal. Ze
laat zich het best verwerken in kort bestek, in
episch-lyrischen vorm, waarbij de persoonlijke
dichtertaai de oude waarden heft in een nieuw en
eigen licht. De verhalen van Van Schendel, Ary
Prins (St. Margaretha) zijn in onze taal treffende
voorbeelden van dichterlijk visionnaire adoptatie.
Gedramatizeerd, op het tooneel, zou de kern
der legende feitelijk altijd ingeleid, gereleveerd en
opgelost kunnen wórden in n bedrijf; het mees
terwerk van Oscar Wilde: Salome" ligt daar als
een edelsteen ter getuigenis. -Alle uitweiding is bij
deze concentratie verwerpelijk omdat ze de aan
dacht, die op n punt, het mystieke punt, het
wonder", straf gericht moet blijven om ertoe te
kunnen stijgen (in de regionen der extaze), afleidt
en verzwakt. Wie aan de hooge pretentie, die dit
tooneelwerk stelt, niet anders kan voldoen dan door
in den breede te herhalen, met willekeurig vulsel:
beleering en humoreske, wat het oorspronkelijk
exempel reeds kort en zuiver geschonken heeft,
blijft beneden het, naar eigen ervaring scheppend
naturalisme en komt terecht in de rederijkerij. En
de moderne geest moet dan al met een gerealizeerde
visie van ongemeene leefkracht opbieden
(Teirlinck's Ik dien"), om anderzijds te vergoeden wat
de verbeelding eenerzijds ontviel.
Henri Ghéon bezat noch de eene, noch de andere
scheppingskracht. Uit de twijfelachtige school van
Claudel, met een Maeterlinckschen inslag, miste
hij ook de kernige vitaliteit van den Vlaming.
Persoonlijke tegenzin in deze soort van opgetooide
catechisatie, waaronder we geen levensovertuiging
gevoelen, en waarbij ons de ascese wordt opge
drongen als een op zichzelf verheven taak, mag
ons intusschen niet weerhouden, waar het een
werk geldt van litterair goeden huize, de nobele
intenties, die op het tooneel vervluchtigden, uit
den tekst op te halen.
In de legende van den Heiligen Alexis (?De
arme onderde trap") liggen, naast de mystieke
kern, die de heilig-verklaring van den verloren
zoon en echtgenoot tot verplichte apotheose stelt,
de gegevens voor een moderne bewerking voor het
grijpen. Hier is onmiskenbaar: vroom conflict.
Alexis, Emilia, zijn bruid en Euphemianus, zijn
vader, dragen de eeuwigheid in zich, wijl zij vast
houden, waar de anderen, de groep waarvan
Emilia's moeder, Vrouwe Sophia, de spil is, loslaten.
Tegenover de leuze: pluk den dag," die het leven
in episoden versnippert, staat deze trouw aan den
gaven, bestendigen droom, waarin een kort geluk
en een lang leed harmonisch besloten liggen. Nous
ne sommes pas toujours ó la hauteur de notre rêve"
waarschuwt de Arme", die nu en dan om ,de
verlaten vrouw, wier gemaal op den
huwelijksdag heenging om het Heilige Land te zoeken,
op de proef te stellen met de stem van den
duivel spreekt. Maar de vrouw, die eenmaal heeft
liefgehad kan niet verzaken, want zij weet dat de
nieuwe gelukskans dien hoogen droom, waarin zij
gedurende zeventien jaren trouw bleef aan
zichzelve, slechts zou kunnen aanvreten. Het is de
trouw van Griseldis, van Penelope e.a. doch door
Ghéon minder primitief, en derhalve voor onze
moderne gevoelens fijner verantwoord.
Emüia: Quand on tient en ce monde une chose bonne,
nu qui vous semble bonne, pensez-vous qu'üait folie a y
renancer?
Le pauvre: Je Ie pense, dame Emilia.
Emilia: Mème si on la quitte pour une chose meilleure?
tfu'on ne tient pas encore, mais qu'on pourra ienir un jour,
Le pauvre: Mime en ce cas.
Emilia: II y aurait folie! Vous m'affligez.
Le pauvre: Pardon. . Toute folie n'est pas mauvaise. .
et celle-ci se nomme ,,la folie de la Croix."
Had de schrijver, zich concentreerend op deze
vol-levende piëteit, de verhouding tusschen Emilia
en Alexis idiëeler en machtiger geschetst in een
afscheidskus die zoowel van de aarde als van den
hemel was dan voorzeker zou de eeuwige bruid,
die huivert het beschuttend rouwkleed af te leggen,
wijl het surrogaat van dien kus hoogverraad zou
zijn aan het leven der ziel, als een schoon beeld
van vrouwelijke waarde en waardigheid in onze
herinnering blijven. Een bleeken afschijn gaf hij
ervan, treffend vooral was in den opzet de, tot
levenstaak gestegen vervuldheid dezer patriciërs
van n vraag: zou Alexis leven of dood zijn? het
reikhalzend uitzien, het angstig ondervragen
van eiken voorbijganger, de zuiverheid van dit
naïef zieleleven tegenover de ijdelheden der we
reld, de gewichtigheid van hen, die bij het
oogenblik" zweren, de inhaligheid der loondienaars,welke
het vertrouwen en het ongeluk der meesters uit
buiten. Warmer en sterker, zou deze edele besten
digheid haar weerspiegelende bron hebben gevon
den in den blik van den arme onder de trap"
Alexis keert als haveloos pelgrim in zijn paleis
terug en eet daar het genadebrood, onherkend,
doch begrepen als bemiddelaar tusschen het leed
van de aarde en het geluk van den hemel, en veel
van het ook op zichzelf onbelangrijk bijwerk,
waarin dit essentiëele verdronk, zou achterwege
zijn kunnen blijven. Zalig zijn de armen van geest
" daarop komt het aan, in een vorm die zich
boven het traktaatje verheft. Holle gemeenplaat
sen: II est chrétien de douter de soi-mème" enz.
de heilige Alexis heeft voor alles een antwoord
klaar stellen zich in den weg van wat ontroe
rend van eenvoud zou kunnen zijn: Je pleure..
quand j'admire". Humoristische intermezzo's,
die nergens stijgen tot satyre, nemen een ongehoor
de plaats in, zonder meer te geven dan een
goedkoope caricatuur van de gemeenschap. En de on
voorbereide, en derhalve malle slot-apotheose,
waarbij de gestorven Alexis, zonder andere
aanleiding dan dat de Barbaren" Rome bedreig
den en men coüte que coüte een Man God's"
ter verstandhouding met den hemel noodig had,
heilig werd verklaard, opende een nieuw debat
op den tekst: nood leert bidden", waaraan het
gordijn tot ieders verlichting een eind maakte.
De vertooning in een decor, dat de illusie
gaf van voorname weelde was veelal op het
uiterlijke gericht en voldeed aan de excessen, die
de schrijver heeft gewild, vrijwel naar den letter.
Of het niet voordeeliger zou zijn geweest voor het
werk hier wat te temperen? Thans drong zich het
bijkomstige in zijn opzichtigheid des te sterker op.
Tot schade van wat de schrale compensatie van den
langen avond was: den aandoenlijken
grijsaardskop van Van Dalsum (Euphemianus) met de fa
natieke oogen in het van verlangen verteerd gelaat,
de nobele houding van Louise Kooiman (Emilia)
herinnerend aan een der Pantheon-fresco's van
Puvis de Chavannes: Sainte Geneviève veillant
sur Paris". De rol van Euphemianus is in het stuk
nauwelijks uitgewerkt en verloopt naar het einde,
maar dank zij de uitbeelding hebben we van het
smachtend ouder-leed den sterksten indruk behou
den. Het warme geluid van Louise Kooiman omvat
maar weinige tonen, en ze wist ook plastisch niet
de noodige schakeering en expressie te brengen in
haar rol, die een groote actrice vraagt; haar ver
dienste was, dat zij den opzet niet bedierf.
Verkade (de heilige Alexis) streefde naar den
blijmoedigen eenvoud, die misschien een lyrisch
talent aan deze pretentieuse rol had kunnen
geven. Van de extaze bemerkten we nu niet veel,
en de zaligsprekingen, gescherpt tot als paradoxen,
deden ons veronderstellen dat Alexis te zijner tijd
een geestig causeur moet zijn geweest. Vrouwe
Sophia (?met het profiel van Agrippina") vond in
de huppelende Sara Heyblom, die tien jaar jonger
geleek dan haar dochter, ook al niet de ideale
vertolkster. Deze moeder" vertegenwoordigt
niet alleen de ijdele en avontuurlijke
lust-in-hetleven, ze is tevens het gezond verstand", dat het
binnen zijn grenzen bij het rechte eind heeft,
schoon het hooger gelijk" daarbuiten, bij Emilia
en Euphemianus, ligt. De schrijver heeft de rol
naar het uiterlijke echter zóó gechargeerd, dat het
de vertolkster ook wel moeilijk wordt gemaakt
hier het evenwicht te vinden. En ten slotte is dit
een probleem dat de regie heeft op te lossen. Het
geldt vooral deze, op zichzelf soms goede figuren
(Hetty Beek, Kommer K'eyn). Hoe weinig greep
al dit ijverig tooneelmaken in elkaar en in den geest
der legende. Met meerdere coupures, sterker be
lichting van het essentiëele, zoodat het bijwerk
vanzelf naar den achtergrond gedrongen werd, en
in versneld tempo, zou ik dit spel de qualiteit
der hoofdrollen daargelaten?nog eens moeten zien
om te kunnen gissen wat er onder gunstige omstan
digheden op het tooneel uit zou kunnen groeien.
TOP N A E F F
MEYER VAN BEEM f
Meyer van Beem was de poëzie van het tweede
plan. Wanneer hij stond, in de houding des voor
name dienaars, bij den deurpost, dan leek het
ons of deze deur haar hooger leven aan hem was
verplicht niet alleen, dan werden wij als het ware
rondgeleid door heel het deftig huis.... En wan
neer hij de limonade inschonk, dan was dit een
kleine ceremonie, van meer beteekenis vaak dan
het uitdrinken door de lords en ladies van het ge
zelschap, waaraan het tooneel zijn cachet dankte.
In het emplooi, dat deze nestor zooveel jaren me t
hart en geweten, met gepaste fierheid ook, heeft
vervuld, brengen maar weinigen het tot het hoog
ste compromis tusschen zijn" en niet-zijn".
Meyer van Beem was er altijd, wij verheugden ons
hem te zien binnentreden en voelden den ganschen
avond zijn aanwezigheid, niettegenstaande het
figuurtje, versmolten met den achtergrond, zóó
weinig van onze aandacht vergde, als stelde de
speler er zijn eer in: dat wij hem zouden vergeten.
Tooneelspeler kan men worden, comediant
moet men geboren zijn. Meyer van Beem herin
nerde aan den oorsprong, aan de Commedia dell'
arte; hij had de stramme fijnheid, den stijl der
marionetten, en zijn dunne, doordringende stem
maakte deze illusie volkomen. Was gedurende
zijn lange leven deze zijde der dramatische kunst
toevallig bovengekeerd, hij zou waarschijnlijk in
zijn genre een belangrijke Goldoni-speler zijn ge
worden. Thans kwamen deze gaven in het bijzonder
uit in het Shakespeare-blijspe!, waarvoor hij in
verhouding tot Shakespeare's kunst wel iets te
klein-burgerlijk van wezen kostelijke persona
ges schiep, die, als een schier onmisbaar attribuut
der algeheele bekoring, in onze herinnering bleven.
(?Dissel" in den Midzomernachtdroom").
Intusschen, wie den blijmoedigen ouden heer
aan den arbeid zag, geloofde niet, dat Meyer van
Beem zelf meer heeft geambieerd dan het tooneel
hem geschonken heeft: het geluk met zijn vrouw
tot zoo hoogen ouderdom de lucht te mogen ade
men, die hem lief was en vertrouwd. Het komt er
na de jongste jaren voor den werkelijken kunste
naar niet zoo erg meer op aan, of hij met veel of
met weinig woorden deel-neemt aan het oneindig
werk der verbeelding. Bijna zeventig was hij toen
Royaards hem aan Het Tooneel" verbond,
zestien jaren kwam hij eraan te pas, vandaag aan
de Violiers", en morgen aanGoethe's Faust"; en
ook de maatschappelijke promotie naar het
Leidsche Plein maakte hij mee. Alleen, aan de staking
... .dit is de eenige figuratie geweest, waarvoor het
echtpaar van Beem zich te hoog heeft geacht.
Ik dien" was zijn laatste woord. De dood ver
voegde het indenverledentijd. HetNederlandschc
Tooneel" zal den dienaar missen, en ook ons zal
het vreemd zijn hem niet meer op zijn post bij de
deur te zien staan, als bewaarde hij het zegel van
den Stadsschouwburg, en een beetje weemoedig
wanneer voortaan zijn trouwe gezellin het verloren
tooverland alleen betreedt.... TOP NAEFF