Historisch Archief 1877-1940
No.«2439
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
l?
Nieuwe
Engelse Litteratuur
AMERIKAANSE DICHTERS
Modern American Poets. Selected by
CONRAD AIKEN. Secker, 1922. 5/-.
Collected Poems. by EDWIN ARMNOTON
RoBINSON. Cecil Palmer, 1922. -15/-.
Collected Poems. ByVACHELLiNDSAY.
Macmillan, 1923. 12/6.
Hier te lande kent de algemeen ontwikkelde"
leek drie Amerikaanse dichters, Longfellow
zoetvloeiende, soms sentimentele, vaak
lichtelikbanale, navolger van iedereen-en-elk; Poe
schoonheidszoeker, experimenteur met vormen,
exploitant van dromen en vizioenen en griezelin
gen; Whitman poeties catalogisator van wat er
in het land van de almachtige dollar te koop is,
mitsgaders cultus-objekt, Yankee-heiland ; Messias
volgens sommigen, boerebedrieger volgens ande
ren En de eerste is de typiese vertegenwoordiger
van 'n volksplanting, die intellektucel lang moet
, absorberen alvorens iets te produceren; de tweede
is 'n wereldburger, die buiten z'n niet zeer dank
baar vaderland veel meer bewondering heeft ge
wekt en veel meer littéraire invloed heeft gehad
dan daarbinnen; de derde is de eerste
NoordAmerikaan, vol vreemde smetten en daarom
pursang, 'n zwaarhoevige bison met haveloos-ruige
vacht, bulkend van Pioneer s, oh, Pioneer s! over
savanna en prairie, 'n humanist die, dronken van
eigen-gebrouwd bier, tot imperialist wordt; woord
voerder van
Those that go their mvn ga/f, ered, stepping with
freedom and command, leading not following,
Those that look carelessly in the jaces nf
Presidents and gover nors, as tó say Who are you?
Those of earth-born passion, simple, nevcr
constrained, never obedient,
Those of Mand. America.
De lezer van Martin Chuzzlewit is vrij om hierbij
te denken aan Hannibal Chollop, met z'n revolver,
z'n buks, z'n bowie-mes, en z'n tabakspruim.
Vele artistiek aangelegde landgenoten van Whit
man doen hetzelfde; laten Hannibal kringetjes
spuwen; bergen het vege lijf in Europa, in Old
England, in Parijs.Middelerwijl blijft de grote ketel
te vuur staan, 'n soort van hekseketel van Medea.
Van alles gaat er in, en gaargekookte Amerikanen
komen er uit. Hun barbaarse, d.i'. on-Ameri
kaanse, namen verkoken ze doorgaans mee. Kui
pers worden Coopers, Pannebakkers Pennypackers,
en Feuerstein wordt Plint.... En al vinden we
in de inhoudsopgaven van moderne Amerikaanse
bloemlezingen nog verscheidene namen van deze
kant van deAtlantiese Oceaan, zoals Bodenneim, en
Kreymborg, en Giovannitti, de dragers zijn allen
prat op eigen benen te staan. Ja, de meester, zijn zelfs
zo beducht dat hun zelfstandigheid zou kunnen
worden betwijfeld, dat z'e geen enkele
specifiekEuropese versvorm willen beoefenen. Grappig is
het echter hoe, desondanks, de letterkundige ont
wikkeling ook hier weer in 'n cirkel gaat. Ik geef
hieronder 'nsprekend voorbeeld, deels ontleend aan
'n mooi boek van 'n Amerikaans professor: Con
vention and Revolt in Poetry van J. L. Lowes
(Constable, 1919).
Bekend is de Ubi-sunt-poëzK van de Middeleeu
wen. Deze dichterij geschiedde volgens 'n recept,
en 'n zeer eenvoudig recept. Men vroeg n.l. in
regel op regel: Waar is die of die (langgestorven)
grootheid?" Het antwoord werd meestal niet
gegeven: dat kon de schrandere lezer zelf wel vin
den
Die, ubi Salomon, olirn tam nobilis,
Vel ubi Samson est, dux invincibilis....
Waar",vraagtEustachcDeschamps(1328 -1415)
in 'n ballade-zonder-eind, zijn David en Salomo,
Methusalem, Jozua, Judas Maccabacus,
Holofernes, Alexander, Simson, Julius Caesar, Hektor,
Pompejus, Croesus, Koning Arthur, Codf ried van
Bouillon, Karel de Grote, Koning Darius, Hercules,
Ptolemaeus, Dionysius van Syracuse, Joh, Tobias,
Aristoteles, Hippocrates, Plato, Judas, Esther,
Penelope, Dido, Pallas, Juno.Guinevere, lsolde,en
Helena van Troje, Jason, Romulus, Saladin, de
veroveraar van Ara'gon, de stichter van Avignon,
van Parijs, van Rheims, van Rouaan?
All gone avay, mit de Lager-beer,
Avay in de Ewigkeit!
zou Hans Breitmann zeggen. Maar 'n Middel
eeuwer van meer talent dan Deschamps, Frangois
Villon, deed beter:
Dictes moy ou, n'en quel pays,
Est Flora la belle Rommaine,
Archipiades, ne Thaï's,
Qui fut sa cousine germaine,
Echo parlant quant bruyt on maine
Dessus rivicre ou sus estan,
Qui beaultéot trop plus qu' humaine.
Mais ou sont les neiges d'antan?
Het geniale refrein doet het". En als we dit
thema behandeld /.ieii door twee moderne
Amenlianen, Lid ga r Lee Maslers ril Carl S.indburn,
geen van (wideu vertegenwoordigd in Gmrail
Aiken's mooie keurliundel, beide volgelingen van
Walt Whitman in hun verwerpen van traditionele
versvormen,-- vinden we dat beiden hebben gebruik
gemaakt van 'n refrein, 'n refrein dat zonder dat
van Villon te evenaren, het toch ook wel doet":
Where are Elmer, Herman, Bert, Torn and
Charley.
The weak of wil!, the strong of arm, the clown,
the boozer, the fighter?
All, all, are sleeping on the hill.
One passed in a f e ver,
One was burned in a mine,
One was killed in a brawl,
One died in a jail,
One feil frorn a bridge ioiling for children and wife.
All, all are sleeping, sleeping, sleeping on the hill.
Where are Ella, Kate, Mag, Lizzie and Edith,
The tender heart, the simplesoul, the loud, the
proud, the happy oneV
All, all, are sleeping on the hul.
One died in shameful child-birth,
One of a thwarted love,
One at the hands of a brute in a brothel,
One of a broken pride, in the search for hearts'
desire,
One after life in far-away London and Paris
Was brought to her little space by Ella and Kate
and Mag
All, all are sleeping, sleeping, sleeping on the hill.
Aldus opent de Spoon River Anthology"
van Lee Masters, met 'n gemoderniseerde
Franc.ois Villon, terwijl Carl Sandburg als volgt te werk
gaat:
COOL TOMBS.
When Abraham Lincoln was shoveled into the
tombs, hèforgot the copperheads and the
assassin.... in the dust, in the cool tombs.
And Ulysses Grant lost all thought of conmen and
Wall Street, cash and collateral turned ashes
... .in the dust, in the cool tombs.
Pocahontas' body, lovely as a poplar, sweet as
a red haw in November or a pawpaw in May,
did she wonder? does she remember?... .
in the dust, in the cool tombs?
Take any strcetful of people buying clothes and
groceries, cheering a hero or throwing con
fetti and blowing tin horns.... teil me if
the lovers are losers.... teil me if any get
more than the lovers.... in the dust.... in
the cool tombs.
Men kan in de moderne Amerikaanse poëzie
'n drietal hoofdrichtingen onderscheiden. De eerste
is de beoefening van wat men, met 'n zichzelf
weersprekende term, het vrije vers" pleegt te
noemen. Zij, die dit doen en ze vormen de
meerderheid ? zoeken, wars van het
motoriesaantrekkelike van het in wezen regelmatige vers,
hun kracht in het vizuele beeld, kleurig y.oveel
mogelik, en altijd scherp omlijnd.
SOLDIERS
The smile of one face is like a fierce mermaid
Floating dead in a little palc-hrown pond.
The lips of one are twisted
To a hieroglyphic of silence.
The face of another is like a shining frog.
Another face is met by a question *
That digs into it like sudden claws.
Beside it is a face like a mirror
In which a stiffened chikl dangles....
Dead soldiers in a sprawling crescent,
Whosc faces form a gravely mocking sentence.
Dit is van Bodenheim. John Gould Fletcher is
kwistiger met kleuren, schrijft 'n Blue Symplwny,
'n Green Sytnphony, 'n White Sympliony.
Af en toe gaat ie, na wat rake beschrijving,
prachtig de lucht in:
Autumnal clouds,
Look ! far there in the sunlight.
The glory f loods you now, l see you plainly:
You are no more clouds to me, you are a woman,
White and rosy and gold and blue and beautiful.
You move across the sky, the dusk is at yonr feet,
The night is in you r arms, the moon is on your
breast,
The stars are in your eyes, the dawn is on your
hair.
Drench me, drown me, d arken me, make me
drunken with deep red torrents of jny,
E. J. VAN SCHAICK
MAKELAAR
Korte Jansstraat 25"* - Utrecht
WONINGBUREAU
ASSURANTIES
Till I forget all things in the world but this,
The glory of God everlasting, the fire of passion
and death.
Van Amy Lowell, wier werk een-en-al experi
ment is, die rijmloze verzen maakt en rijmend
proza" wil schrijven, leest zeer veel als vertaling
uit het Chinees, in de trant van het werk van Arthur
Waley, door mij reeds vroeger besproken:
The scent of hyacinths, like a pale mist,
lies between me and my book;
And the South Wind, washing through the room,
Makes the candles quiver.
My nerves sting at a spatter of rain on the shutter,
And l'ain uneasy with the thrustingof green shoots
Outside, in the night.
Wliy are you not hère to overpower me with
your tense and urgent love?
Robert Frost en Edwin Arlington Robinson
staan, zo op het oog, dichter bij de Europese
traditie. Toch zijn ook zij veel meer Amerikaan dan
Poe en Longfellow dat waren. De eerste vertegen
woordigt 'n verdwijnend mensenslag, d.w.z. niet
de Roodhuiden, maar de sedert eeuwen in 't oosten
van de Ver. Staten inheemse boer van
EngelsPuriteinse afkomst. De tweede laat zich moeiliker
etiketeren. Z'n werk boeit mij 't meest , wanneer
ie Amerikaanse stof behandelt, b.v. verschillende
typen in Tilbury Town". Maar hij schrijft ook
over Arthurs Tafelronde, hoewel niet in de trant
van Tennyson, en de invloed van Robert Browning
is hier en daar zeer sterk waarneembaar, o.a. in
Rembrandt to Rembrandt, waarin hij onze grote
schilder op z'n ouwe dag laat mediteren over z'n
miskende levenswerk en z'n teleurgestelde klan
ten:
Your Dutchmen, who are swearing at you still
For your pernicious filching of their florins,
May likely curse you down their generation,
Not having understood there was no malice
Or grinning evil in a golden shadow,
That shall outshine their slight identities
And hold their faces whcn their names are nothing.
En ten slotte, alleen en onvermijdelik, de man
van het dreunende ritme, van de poëzie der slag
instrumenten: Vachel Lindsay. Aangezien ik
verbden jaar 'n feuilleton speciaal aan hem heb gewijd,
vermeid ik nu alleen de verzamelde uitgave van
z'n gedichten; met de mooie Chinese Nightingale,
de kranige Congo, de grilligbekoorlike
MoonPoems, de groteske Daniel Jazz en Simon Legree.
Legree hèsported a brass-buttoned coat,
A snake-skin necktie, a blood-red shirt.
Legree hèhad a beard like a goat,
And a thick hairy neck, and eyes like dirt.
His puffed-out cheeks were fish-belly white,
He had great long teeth, and an appetite.
He ate raw meat, 'most every meal,
And rolled his eyes till the cat would squeal.
JSut lic went itmrn to the Dcvil.
Simon Legree hèreached the place,
He saw one half of the hiitnan race,
He saw the Devil on a wide green throne,
Gnawing the mcat from a big ham-bone....
And the Devil said to Simon Legree:
"I like your style, so wicked and frec.
Cotne sit and share my throne with me,
And let us bark and revel...."
And old Legree is fat and fine:
He eats the fire, hèdrinks the wine
Blood and burning turpentine
Down, down with the Dcvil....
WILLE M v A N D o n u N