Historisch Archief 1877-1940
DÉAMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
19
Op den Eeonomisclien Uitkijk
We rkloo ze n-s teu n
Natuurlijk kan ik in deze korte beschouwingen
telkens van de veelomvattende vraagstukken, die
hier aan de orde komen, slechts een enkele zijde
bezien; ik ben er mij zeer wel van bewust,dat mijne
bespreking in deze rubriek van allerlei als actueel
zich voordoende aangelegenheden van
economischenof socialen aard nauwelijks meer kan zijn dan
het naar voren brengen van een enkel punt, dat
met zoo'n aangelegenheid samenhangt. Toch
mag die overweging mij niet weerhouden, quaesties
ter sprake te brengen, waaraan heele boekdeelen
en diepgaande studies gewijd zijn en worden, al
kunnen wij hier maar even 'n enkele opmerking
maken
Zoo ook thans weer, nu er aanleiding is over
werkloozen-steun te spreken. Het probleem van de
werkloosheid is er waarlijk niet naar, cm in een
kroniekje te worden afgehandeld ! Wat is er over
werkloosheid al niet te zeggen ! Haar oorzaken,
haar soorten, haar verschijningsvormen, haar ge
volgen, de middelen tot voorkoming en bestrijding
van dit euvel en de middelen, die aangewend wor
den om haar gevolgen te niet te doen of te ver
zachten. Werkverschaffing is ook zoo'n chapiter,
waarover en hoe lang reeds ! de economis
ten van alle landen bespiegelingen en beschouwin
gen hebben geleverd, terwijlt och nog het laatste
woord" daarover niet is gesproken.
Werkloosheidverzekering men denkt aan het
Oentsche stelsel, waarvan destijds Louis Varle.z de
groote kampioen was; men kent de vraag: of
verzekering tegen dit risico metterdaad afdoende
kan zijn; zij is nooit heel populair in kringen van
arbeiders, die niet veel van het kwaad hebben te
lijden en zij is het meest noodigvoor hen, die juist
daarom tot geregelde betaling van eene voldoende
premie niet in staat zijn.Dan is erdequaestie deron
georganiseerden. En de vraag van overheids-steun,
van een bijslag,door het Rijk en door de gemeente
te verstrekken. Werkloozen-steun of armenzorg?
Schijnt het niet een onbegonnen werk, in een
kroniekje als dit ik zeg niet: dit alles overhoop
te halen, want daar is werkelijk geen denken
aan, maar: ook slechts iets te zeggen, dat met
al dit samengestelde en ingewikkelde verban'
houdt en dat, in kort bestek aangeduid, allicht t;
apodictisch gaat klinken?
Doch uit het ontstellend-vele, dat zich ter be
handeling aanmeldt, kan ne vraag worden uitge
licht en het antwoord daarop gezocht: voldoet de
thans ten onzent geldende regeling aan de eischen
van een deugdelijk stelsel of kleven daaraan groote
nadeelen? Men kent het antwoord, dat onlangs
op een vraag van d ie strekking is gegeven door
den burgemeester van den Haag, Mr. J. A. N.
Patijn in het laatste nummer van Gemeentebestuur.
De pers heeft op dit artikel deaandacht gevestigd,
maar ik wil hier niettemin nog eens de slotsom
weergeven, waartoe deze schrijver is gekomen. Zij
luidt woordelijk aldus:
Nu reeds jaren achtereen werkt in ons land een
stelsel, dat verslapping, werkschuwheid, bedrog in
de hand werkt. Wie zich inspant om uit eigen
kracht het hoofd boven water te houden, ziet
anderen, die het zonder die inspanning veel beter
hebben. In haast, voor korten tijd opgezet, om de
inzinking van den gezeten arbeider te voorkomen,
dreigt het stelsel der uitkeeringen een politiek
wapen te worden en een economisch gevaar, in
zooverre als het den terugkeer tot gewone ver
houdingen en daarmede tot herstel van de arbeids
markt belemmert. In een tijd, die schreeuwt om
versobering, om kapitaalvorming, om algemeene
inspanning van krachten, worden onder hoogst
onrechtvaardiger! maatstaf groote sommen uitge
deeld als premie op werkloosheid. Een ieder, die
in deze eenige zeggenschap heeft, is verplicht aan
de beëindiging van dezen zedelijk en maatschap
pelijk gevaarlijken toestand, naar vermogen mede
te werken.
Tot hen, die in deze eenige zeggenschap hebben,
behoor ik niet, maar ik voel mij geroepen door de
openbaarheid van deze kroniek, voor zooveel ik
kan, tot beëindiging van den misstand mede te
werken. Volkomen terecht, wijst de Haagsche bur
gemeester erop, dat de zoo bedenkelijke regeling
oorspronkelijk bedoeld was als een tijdelijke, een
crisis-maatregel, waarvan men ook destijds wel
de nadeelen besefte, maar dien men niettemin
toen toch trof (gelijk zoovele andere) omdat de
nood drong en omdat nood" nu eenmaal ook op
dit gebied de wet" (der omzichtigheid) breekt.
Het was erom te doen, in die gansch buitengewone
tijden de werkloozen, die uit de kas hunner or
ganisatie alles getrokken
hadden waarop het regle
ment hun aanspraak gaf
(de z.g.?uitgetrokkenen")
niet aan hun lot over te
laten en tot pauperisme
te doen vervallen;, van
daar de uitkeering van
overheidswege (Rijk en
gemeente) aan de
zoodanigen; vandaar ook, als
deze uitkeering ten volle
is genoten en de toestand
onveranderd bleef, (aan
de z.g.
dubbeluitgetrokkenen") een tweede uit
keering uit dezelfde bron.
Beide uitkeeringen aan
de gegadigden uit te
reiken door de besturen
hunner organisaties.
Dit tijdelijke heeft ge
duurd en duurt voort
tot den huldigen dag
En de zeer ernstige na
deelen zijn natuurlijk wel
heel duidelijk aan het
licht getreden. Op die
nadeelen is van verschil
lende zijden reeds her
haaldelijk de aandacht
gevestigd, zoo door Mr.
R. A. Fockema in de
N. ftott. Crt., ook door
besturen van
landbouwmaatschappijen e.a. In
zoover heeft Mr. Patijn
(wat zijne bedoeling ook
niet was) geen opzien
barende onthullingen ons
gebracht, maar wel heeft
hij voor het signaleeren
van dit euvel eene waar
devolle bijdrage geleverd,
die aan beteekenis wint
door het gezag van zijn
naam en zijn ambt.
DIERSTUDIE: TAPIR
Teekening voor de Amsterdammer" door H. Verstijnen
De man met den fijnen neus voor aardolie.
Elke steun heeft de neigingden daarmee bevoor
deelden te verslappen.Daarom
moetbijdesteunverleeningvóór alles tegen dat gevolg worden gewaakt.
Daartoe moet nauwlettend toegezien worden, dat
de steun niet ten goede komt aan hem.die dien niet
behoeft, of in sterker mate dan met de behoefte
overeenstemt. Zal dit streven verwezenlijkt wor
den,dan moet men bij dit werk?individualiseeren"
d.w.z. geval voor geval bezien, onderzoeken en elk
naar eigen aard behandelen. Wat ik hier zeg, is
allerminst nieuwe wijsheid, maar het sedert eeuwen
overbekende abc" van alle rationeele steunver
leening (armenzorg b.v.) En overbekend is ook dit:
wanneer het over toekenning van onderstand
beslissend orgaan (bestuur, commissie of hoe ook
genaamd) daarbij beschikt over de eigen midde
len der organisatie (instelling, diaconie, genoot
schap enz.) dan zal men dit bestuur gewenschte
zuinigheid door nauwkeurig onderzoek zien
betrachten.omdat er altijd meer aanvragen dan con
tanten zijn en men dus het geld vóór alles aan hen
wil geven, die inderdaad door hun toestand daar
op de meeste aanspraak hebben. Maar beschikt
eensteun-verleenend bestuurover'andermans beurs,
dan blijkt slag op slag van een te groote mildheid,
waardoor ook onderstand ontvangen wie naar
juiste regelen niet als gegadigden mochten
erkend zijn. Dit bezwaar van subsidies, van
staatsarmenzorg, van bedeeling anders dan uit
eigen middelen heeft zich in de geschiedenis n
van ons n van het Engelsche armwezen duide
lijk geopenbaard.
Van deze beproefde regelen is men bij den
crisis-maatregel afgeweken en het is dus geen
wonder,dat op den duur zeer ernstige misstanden
zich doen gevoelen. Jaar in, jaar uit, aldus Mr.
Patijn, wordt voor millioenen uitgekeerd aan
mannen, die dikwijls in de kracht van hun leven
zijn, en door elkander, goed verdienen. Arbeiders,
wier weekloon ligt tusschen ?30 en ?80, krijgen
als zij werkloos worden, eerst 6 weken lang onder
steuning uit hun kas, daarna als uitgetrokkenen"
24 of 18 weken onderstand vanwege de gemeente en
daarna als dubbel-uitgetrokkenen" nog weer tot
een maximum van... .2 jaar. Is het niet duidelijk,
dat Mr. Patijn terecht voor aanpassing van de
arbeidsmarkt aan de veranderde toestanden een
onvermijdelijke belemmering ziet in dit stelsel
van uitkeeringen?
Natuurlijk is, als altijd, het terugkeeren op zoo'n
weg moeilijk. Maar waar nog langer daarop voort
gaan beduidt bestendiging van de in velerlei
opzic'il niiooiottige gevolgen,daar is er toch waarlijk
geen keus.Voordien terugkeer zal tegenstand over
wonnen moeten worden, maar bij eene noodigc
hervorming mag me.i ni,>.' daartegen opzien.
De slotsom, die Mr. Patijn uit zijn feitelijke
mcdi'declingen en beschouwingen heeft
getrokGOLDEN GÜINEA
The Finest Sparkling Wine
AOENTS
MESSrs VAN DIEPEN & Co.
AMSTERDAM
ken, is als 't ware een dringende oproep aan
allen, tot wier taak dit behoort, om hier, liefst
vlug en krachtig, in te grijpen. En dit behoort
allereerst tot de taak van regeerders, die inderdaad
regeeren.
S M i s s A E R T
NIEUWE UITGAVEN
Onze Paardensport, door P. J. Loman. Een
voudige verhandeling over inspringen, hinder
nissen en concoursen. Rotterdam, Nijgh en Van
Ditmar's U. M.
Letters en Woorden. Eerste Leesboekje voor de
kleintjes, door B. J. Douwes, Directeur der
Rijksdagnormaalschool en van den gemeente
lijken Hoofdaktecursus te Appingedam. Geïllu
streerd door W. Hardenberg, derde verbeterde
druk. Uitgave van K- ten Brink te Arnhem.
Verstuikingen
Brengt de pijn tot bedaren met
Sloan's Liniment. Inwrijven
onnoodig, het dringt door, doet
de opzwelling slinken en brengt
onmiddellijk behaaglijke ver
lichting. Goed voor alle pijnen
Houdt het steeds in fiereedheHl.
Verkrijgbaar bij alle Apothekers en
Drogisten. Prijs ?
l