De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1924 15 maart pagina 19

15 maart 1924 – pagina 19

Dit is een ingescande tekst.

DÉAMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 19 Op den Eeonomisclien Uitkijk We rkloo ze n-s teu n Natuurlijk kan ik in deze korte beschouwingen telkens van de veelomvattende vraagstukken, die hier aan de orde komen, slechts een enkele zijde bezien; ik ben er mij zeer wel van bewust,dat mijne bespreking in deze rubriek van allerlei als actueel zich voordoende aangelegenheden van economischenof socialen aard nauwelijks meer kan zijn dan het naar voren brengen van een enkel punt, dat met zoo'n aangelegenheid samenhangt. Toch mag die overweging mij niet weerhouden, quaesties ter sprake te brengen, waaraan heele boekdeelen en diepgaande studies gewijd zijn en worden, al kunnen wij hier maar even 'n enkele opmerking maken Zoo ook thans weer, nu er aanleiding is over werkloozen-steun te spreken. Het probleem van de werkloosheid is er waarlijk niet naar, cm in een kroniekje te worden afgehandeld ! Wat is er over werkloosheid al niet te zeggen ! Haar oorzaken, haar soorten, haar verschijningsvormen, haar ge volgen, de middelen tot voorkoming en bestrijding van dit euvel en de middelen, die aangewend wor den om haar gevolgen te niet te doen of te ver zachten. Werkverschaffing is ook zoo'n chapiter, waarover en hoe lang reeds ! de economis ten van alle landen bespiegelingen en beschouwin gen hebben geleverd, terwijlt och nog het laatste woord" daarover niet is gesproken. Werkloosheidverzekering men denkt aan het Oentsche stelsel, waarvan destijds Louis Varle.z de groote kampioen was; men kent de vraag: of verzekering tegen dit risico metterdaad afdoende kan zijn; zij is nooit heel populair in kringen van arbeiders, die niet veel van het kwaad hebben te lijden en zij is het meest noodigvoor hen, die juist daarom tot geregelde betaling van eene voldoende premie niet in staat zijn.Dan is erdequaestie deron georganiseerden. En de vraag van overheids-steun, van een bijslag,door het Rijk en door de gemeente te verstrekken. Werkloozen-steun of armenzorg? Schijnt het niet een onbegonnen werk, in een kroniekje als dit ik zeg niet: dit alles overhoop te halen, want daar is werkelijk geen denken aan, maar: ook slechts iets te zeggen, dat met al dit samengestelde en ingewikkelde verban' houdt en dat, in kort bestek aangeduid, allicht t; apodictisch gaat klinken? Doch uit het ontstellend-vele, dat zich ter be handeling aanmeldt, kan ne vraag worden uitge licht en het antwoord daarop gezocht: voldoet de thans ten onzent geldende regeling aan de eischen van een deugdelijk stelsel of kleven daaraan groote nadeelen? Men kent het antwoord, dat onlangs op een vraag van d ie strekking is gegeven door den burgemeester van den Haag, Mr. J. A. N. Patijn in het laatste nummer van Gemeentebestuur. De pers heeft op dit artikel deaandacht gevestigd, maar ik wil hier niettemin nog eens de slotsom weergeven, waartoe deze schrijver is gekomen. Zij luidt woordelijk aldus: Nu reeds jaren achtereen werkt in ons land een stelsel, dat verslapping, werkschuwheid, bedrog in de hand werkt. Wie zich inspant om uit eigen kracht het hoofd boven water te houden, ziet anderen, die het zonder die inspanning veel beter hebben. In haast, voor korten tijd opgezet, om de inzinking van den gezeten arbeider te voorkomen, dreigt het stelsel der uitkeeringen een politiek wapen te worden en een economisch gevaar, in zooverre als het den terugkeer tot gewone ver houdingen en daarmede tot herstel van de arbeids markt belemmert. In een tijd, die schreeuwt om versobering, om kapitaalvorming, om algemeene inspanning van krachten, worden onder hoogst onrechtvaardiger! maatstaf groote sommen uitge deeld als premie op werkloosheid. Een ieder, die in deze eenige zeggenschap heeft, is verplicht aan de beëindiging van dezen zedelijk en maatschap pelijk gevaarlijken toestand, naar vermogen mede te werken. Tot hen, die in deze eenige zeggenschap hebben, behoor ik niet, maar ik voel mij geroepen door de openbaarheid van deze kroniek, voor zooveel ik kan, tot beëindiging van den misstand mede te werken. Volkomen terecht, wijst de Haagsche bur gemeester erop, dat de zoo bedenkelijke regeling oorspronkelijk bedoeld was als een tijdelijke, een crisis-maatregel, waarvan men ook destijds wel de nadeelen besefte, maar dien men niettemin toen toch trof (gelijk zoovele andere) omdat de nood drong en omdat nood" nu eenmaal ook op dit gebied de wet" (der omzichtigheid) breekt. Het was erom te doen, in die gansch buitengewone tijden de werkloozen, die uit de kas hunner or ganisatie alles getrokken hadden waarop het regle ment hun aanspraak gaf (de z.g.?uitgetrokkenen") niet aan hun lot over te laten en tot pauperisme te doen vervallen;, van daar de uitkeering van overheidswege (Rijk en gemeente) aan de zoodanigen; vandaar ook, als deze uitkeering ten volle is genoten en de toestand onveranderd bleef, (aan de z.g. dubbeluitgetrokkenen") een tweede uit keering uit dezelfde bron. Beide uitkeeringen aan de gegadigden uit te reiken door de besturen hunner organisaties. Dit tijdelijke heeft ge duurd en duurt voort tot den huldigen dag En de zeer ernstige na deelen zijn natuurlijk wel heel duidelijk aan het licht getreden. Op die nadeelen is van verschil lende zijden reeds her haaldelijk de aandacht gevestigd, zoo door Mr. R. A. Fockema in de N. ftott. Crt., ook door besturen van landbouwmaatschappijen e.a. In zoover heeft Mr. Patijn (wat zijne bedoeling ook niet was) geen opzien barende onthullingen ons gebracht, maar wel heeft hij voor het signaleeren van dit euvel eene waar devolle bijdrage geleverd, die aan beteekenis wint door het gezag van zijn naam en zijn ambt. DIERSTUDIE: TAPIR Teekening voor de Amsterdammer" door H. Verstijnen De man met den fijnen neus voor aardolie. Elke steun heeft de neigingden daarmee bevoor deelden te verslappen.Daarom moetbijdesteunverleeningvóór alles tegen dat gevolg worden gewaakt. Daartoe moet nauwlettend toegezien worden, dat de steun niet ten goede komt aan hem.die dien niet behoeft, of in sterker mate dan met de behoefte overeenstemt. Zal dit streven verwezenlijkt wor den,dan moet men bij dit werk?individualiseeren" d.w.z. geval voor geval bezien, onderzoeken en elk naar eigen aard behandelen. Wat ik hier zeg, is allerminst nieuwe wijsheid, maar het sedert eeuwen overbekende abc" van alle rationeele steunver leening (armenzorg b.v.) En overbekend is ook dit: wanneer het over toekenning van onderstand beslissend orgaan (bestuur, commissie of hoe ook genaamd) daarbij beschikt over de eigen midde len der organisatie (instelling, diaconie, genoot schap enz.) dan zal men dit bestuur gewenschte zuinigheid door nauwkeurig onderzoek zien betrachten.omdat er altijd meer aanvragen dan con tanten zijn en men dus het geld vóór alles aan hen wil geven, die inderdaad door hun toestand daar op de meeste aanspraak hebben. Maar beschikt eensteun-verleenend bestuurover'andermans beurs, dan blijkt slag op slag van een te groote mildheid, waardoor ook onderstand ontvangen wie naar juiste regelen niet als gegadigden mochten erkend zijn. Dit bezwaar van subsidies, van staatsarmenzorg, van bedeeling anders dan uit eigen middelen heeft zich in de geschiedenis n van ons n van het Engelsche armwezen duide lijk geopenbaard. Van deze beproefde regelen is men bij den crisis-maatregel afgeweken en het is dus geen wonder,dat op den duur zeer ernstige misstanden zich doen gevoelen. Jaar in, jaar uit, aldus Mr. Patijn, wordt voor millioenen uitgekeerd aan mannen, die dikwijls in de kracht van hun leven zijn, en door elkander, goed verdienen. Arbeiders, wier weekloon ligt tusschen ?30 en ?80, krijgen als zij werkloos worden, eerst 6 weken lang onder steuning uit hun kas, daarna als uitgetrokkenen" 24 of 18 weken onderstand vanwege de gemeente en daarna als dubbel-uitgetrokkenen" nog weer tot een maximum van... .2 jaar. Is het niet duidelijk, dat Mr. Patijn terecht voor aanpassing van de arbeidsmarkt aan de veranderde toestanden een onvermijdelijke belemmering ziet in dit stelsel van uitkeeringen? Natuurlijk is, als altijd, het terugkeeren op zoo'n weg moeilijk. Maar waar nog langer daarop voort gaan beduidt bestendiging van de in velerlei opzic'il niiooiottige gevolgen,daar is er toch waarlijk geen keus.Voordien terugkeer zal tegenstand over wonnen moeten worden, maar bij eene noodigc hervorming mag me.i ni,>.' daartegen opzien. De slotsom, die Mr. Patijn uit zijn feitelijke mcdi'declingen en beschouwingen heeft getrokGOLDEN GÜINEA The Finest Sparkling Wine AOENTS MESSrs VAN DIEPEN & Co. AMSTERDAM ken, is als 't ware een dringende oproep aan allen, tot wier taak dit behoort, om hier, liefst vlug en krachtig, in te grijpen. En dit behoort allereerst tot de taak van regeerders, die inderdaad regeeren. S M i s s A E R T NIEUWE UITGAVEN Onze Paardensport, door P. J. Loman. Een voudige verhandeling over inspringen, hinder nissen en concoursen. Rotterdam, Nijgh en Van Ditmar's U. M. Letters en Woorden. Eerste Leesboekje voor de kleintjes, door B. J. Douwes, Directeur der Rijksdagnormaalschool en van den gemeente lijken Hoofdaktecursus te Appingedam. Geïllu streerd door W. Hardenberg, derde verbeterde druk. Uitgave van K- ten Brink te Arnhem. Verstuikingen Brengt de pijn tot bedaren met Sloan's Liniment. Inwrijven onnoodig, het dringt door, doet de opzwelling slinken en brengt onmiddellijk behaaglijke ver lichting. Goed voor alle pijnen Houdt het steeds in fiereedheHl. Verkrijgbaar bij alle Apothekers en Drogisten. Prijs ? l

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl