Historisch Archief 1877-1940
22
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
No. 2439
UIT HET KLADSCHRIFT
VAN JANTJE
^^^e^A/u
^ï-A v.
Het Capet-kwartet:
Beethoven cyclus.
Het Concertgebouw heeft in zijn reeks
kamermiKiekavonden er zes gewijd aan de uitvoering
van alle strijkkwartetten van Beethoven door het
Fransche Capet-kwartet. Ongetwijfeld een prach
tige onderneming, en door zeer nauwgezette en
serieuse vertolkers.
De Capets hebben een groote faam als Beet
hoven-spelers. Zij hebben in het bijzonder de
laatste kwartetten van Beethoven doorgewerkt
en hier, in wat hij uit de verstillingen van
zijn bedwongen hartstocht schiep, de sythese
der kwartetkunst gevonden.
Het spel der Capets heeft in het samenspel een
uiterst synthetisch karakter gekregen. Ieder
der spelers blijft geheel ondergeschikt aan het
werk zelf, dat zij uitvoeren. Geen violistische de
tails treden bij hen op den voorgrond. De sobere
toongeving in het spel der Capets is een wezen
lijk bestanddeel van hun diepst geconcentreerd
zijn op het werk, hun streven uitdrukking te geven
aan het geheel in uiterst verstrakte, klare lijnen.
Sommigen vinden het spel der Capets koud, koud
als het sterrenstelsel. Het is hun te synthetisch, te
objectief, te veel terugtredend voor wat geno
teerd staat. Er blijft in alles ten slotte een
individueele waardeering, zooals in iedere opvatting
van spel een restje individueele opvatting blijft, de
opvatting van Ca pet, overgedragen op al zijn mede
spelers. Maar wat binnen deze opvatting bereikt is,
is zoo bewonderenswaardig, zoo eerlijk en rein ge
houden, zoo eerbiedig ook, dat onder het luiste
ren het enthousiasme het ten slotte wint van een
anders aanvoelen der schakeeringen, van de geneu
traliseerde contrastwerkingen (geen uitersten van
ff en pp) in het bijzonder. Er gait macht uit van
het spel der Capets. De waarlijk grandiose ovaties,
die men hun aan het slot brengt, bewijzen het.
Beethoven vereenigde zijn eerste zes strijkkwar
tetten onder n opustal, opus 18. Door de late pu
blicatie (zij verschenen in 1800 en 1801, in twee af
leveringen) staan zij tusschen veel later werk, b.v.
het 3de klavier concert op. 37, de 2de symphonie
op. 36, de klaviersonaten op. 22, 26 en 31. Ook de
volgorde, waarin zij gepubliceerd werden is niet
chronologisch, De eerste, naar het ontstaan, is
het thans derde, aat inD-dur, en dateert van 1798.
Het F-dur kwartet is van 1799. Het laatste is ver
moedelijk dat in c-mol. Paul Bekker neemt aan
dat er een bijzondere aanleiding voor Beethoven
was opeens met zoo groote voorliefde kwartetten
te gaan componeeren. Beethoven hoorde in dien
tijd namelijk zeer veel kamermuziek bij Lichnowsky
waar veel Haydn en Mozart werd gespeeld, en
maakte er kennis met de kwartetten-componist
Emanuel Aloys Förster, dien hij zeer hoogschatte.
In ieder geval is het een feit, dat Beethoven na
zijn opus 18 eerst veel later, n.l. in 1806, met zijn
opus 59, weer tot de kwartet-schrijfkunst terug
keerde en eigenlijk in zijn laatste levensjaren eerst
het strijkkwartet als uiting voor zijn gedachten
heeft gecultiveerd.
, Reeds in dat opus 18 staat Beethoven weinig
meer onder invloed van zijn voorgangers Haydn
en Mozart. (Het is merkwaardig dat zijn eerste en
tweede symphonie er zooveel meer aan herinneren).
Het is musiceer-muziek, vrij, speelsch vaak, zooals
het tweede kwartet in G-dur. Een met La
malinconia" betiteld stuk als de laatste satz van het
Bdur kwartet ;iseerder een romantisch genre-stuk dan
een biecht. Inniger bekentenis kan men in het ada
gio van het Fdur-kwartet zoeken, waarbij Beet
hoven zich, naar hij zeide, de grafscène uit Romeo
en Julia gedacht heeft, maar dat op een
schetspagina de aanteekening draagt Les derniers
soupirs".
De z.g. Russische" kwartetten, het drietal van
opus 59, vormen een tusschenschakel met de
lateren die van 1809 tot 1826 gaan, feitelijk alleen door
een breedere, meer symphonischdoorgevoerden stijl
zich wezenlijk van de voorgaande onderscheidend.
Eerst in de laatste kwartetten dringt Beethoven
zijn geheele wereld in vier instrumenten. Wij ko
men de volgende week hier uitvoeriger op terug.
Jakob
Domselaer
Tot de eenzaamste persoonlijkheden onder on/e
moderne componisten behoort ongetwijfeld Jakob
Domselaer. Hij werkt geheel buiten zijn tijd en
buiten de stroomingen naar n ideaal toe. Een
overtuigingshouding, die op zich zelf eerbiedwaar
dig is, hoewe! zij tevens haar gevaren meebrengt.
Het was al eenige jaren geleden, dat ik van
GRANDS VINS DE CHAMPAGNE
POL ROGER & Cie.
Agent General: JAGER BERLINQS, Haarlem
Domselaer een drietal eigen gecomponeerde piano
sonaten hoorde spelen, in de KL Z. Concertge
bouw. Na de eenigszins te cerebrale Proeven van
stijlkunst" leken mij die composities een merk
waardige vooruitgang. Het beeldende element in
zijn muziek, de evenwichtige, bijna mathemati
sche opbouw van den vorm had reeds een bepaalde
suggestieve kracht, te meer waar het spel van van
Domselaer zelf treffend in overeenstemming was
met dit beeldend karakter van zijn werk.
Maandagavond kon men in het kleine zaaltje
van het Muzieklyceum van Domselaer een drietal
nieuwe sonaten hooren uitvoeren, de sonaten No.
6, 7 en 8, gecomponeerd in 1921, '22 en '23. De
beeldende uitdrukking heeft zich verbreed, de
staande" beginselen van den bouw zijn nog
grooter opgezet, de overtuiging dat de nieuwe vorm
arm zal zijn aan schoone motieven" is nog sterker
doorgevoerd, Het worden kolossale werkingen in
wit en zwart. Het moet hem, die aan muziek
andere gewaarwordingen verbindt eentonig en
kleurloos toelijken, armoedig" van detailwerk.
Voor een Domselaer bouwt muziek zich uit in
de stilte. Zij is geluid, dat in diepste wezen de
stilte openbaart. Het heeft iets van in de muziek
te zoeken naar den steen der wijzen, wat van
Domselaer doet.
De sterkste indrukken kreeg ik persoonlijk van de
eerste twee der gespeelde sonaten, wier bouw iets
onwrikbaar vierkants had. De lyrische toets" in
de derde sonate voert, dunkt mij, op gevaarlijke
zijwegen. Merkwaardig dat men zich soms Brahms
herinnert. Het is oe kracht, maar ook de zwakheid
van van Domselaer; dat hij gedwongen zal blijven
geheel zijn eigen weg te gaan en dat hij zich door
geen enkele muzikale band" zal kunnen laten
leiden. Zóó is hij ook het meest in en met zijn werk
verantwoord.
CONSTANT VAN W E s s E M
Boekverkooping
Bij de firma Burgersdijk en Niermans te Leiden
zullen van 24 Maart tot 3 April verkocht worden
de bibliotheken van Dr. C. A. van der Loo, Dr.
S. Meindersma, Dr. H. J. Zwiers, Dr. E. . B.
Blommendaal, Ds. W. Cannegietcr en Mr. J. H.
de Vries,
Bij dezelfde firma verschenen:
Cat. 53. Sciences exactes et techniqucs.
Cat. 54. International law, diplomacy a politics.
Cat. 55 Entomology.
Buil. XV. Limburg.
Voor Paschen
JA O w HOOIfOlluUÏS
door HENRY VAN DIJKE
Uit het Engelsch vertaald door
META A. HUGENHOLTZ
Prijs ing. f 1.25; geb. f 1.90; in leer f3.50
De vierde wijze uit het Oosten
door HENRY VAN DIJKE
Uit het Engelsch vertaald door C. M. ViS
Meteen inleidend gedicht van Dr. H. L. OORT
Prijs ing. f 1.25; geb. f 1.90; in leer f3.50
OIF
W]EC3door HENRY VAN DIJKE
Uit het Engelsch vertaald door
META A. HUGENHOLTZ
Prijs ing. f 1.25; geb. f 1.90; in leer f3.50
De Blauwe Bloem
door HENRY VAN DIJKE
: Uit het Engelsch vertaald door
Mevr. VANDERWISSEL-HERDERSCHEE
Prijs ing. f 1.25; geb. f 1.90; in leer f3.50
Uitgaven van:
VAN HOLKEMA & WARENDORF, A'DAM