De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1924 15 maart pagina 8

15 maart 1924 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLADWOOR NEDERLAND No, 2439 DËZ-EN ZOMER NAAR DE i Vraagt gratis Programma THOS. COOK & SON AMSTERDAM Vijgendam 10 in In het Amstel Hotsl DENKT OM DE UITVERKOOP WEGENS OPHEFFING VAN ZUIVER WOLLEN Dames-, Heeren- en Kinder-Ondergoederen Ft. S1MUS 20 LEIDSCHESTRAAT 22 AMSTERDAM TELEFOON 45812 HEMDEN HAAR MAAT TABAK B06 STEEDS UBISTE BIJKOMSTIGHEDEN l i * CXVI Eigenlijk denk je er nooit aan, hoe het eigenlijk alles zoo gekomen is; iedere dag heeft genoeg, zooal niet aan zijn eigen kwaad, dan toch zeker aan zijn eigen drukte, en zoolang het voor je zelf altijd nog worden" blijft, heb je geen neiging om als een arrivée achterom te zien, en te,zoeken, waar je weg een begin nam. Maar dan komt er een mooie, nevelig-klare ochtend, dat je met een heel jong meisje op een open landweg loopt, een meisje, aan wie je net hebt verzekerd, dat je wel iets" ziet in haar werk, (misschien nog meer om haar lichtende dichter-oogen, dan om wat je van haar hebt gelezen) en dan voel je ineens, dat zij je ziet zoo oud als Methusalem; als iemand, die bereikt heeft en die al bijna heeft afgedaan; en je begrijpt, dat je nu uit je rijpe ondervinding wijze woorden tegen haar moet spreken over allen strijd en alle moeilijkheden, die haar wachten; over toewijding en doorzettingskracht en ernst; en je kijkt over de wijde, wijde velden, als het maar niet zoo'n verrukkelijke, zoo'n volkomen bevredigende och tend was, zou het misschien makkelijker zijn je oud en verstandig te voelen, maar je oogen worden gebaad door het koele licht, en, voor het eerst dit jaar, speelt de wind weer zoetjes door je haar, en je zegt: lees de correspondence van Flaubert, dan zul je zien, dat het geen kleinigheid is om kun stenaar te worden" en: Lees langzaam en aan dachtig" en Maar heb je zélf ooit gelezen, om er iets uit te leeren? Heb je zelf ooit bewust verlangd schrijfster" te worden? Heeft je wil ooit iets bereikt? Was het niet altijd dat andere, dat ver borgen sliep, waar geen schepsel aan roeren kon, maar dat telkens weer na een rustpoos naar boven kwam en dan altijd weer gegroeid bleek te zijn? Maar hoe is het dan het eerst begonnen? Ik zie een heel klein meisje in den tuin, dat zich altijd verhaaltjes vertelde, en dat er zeker van was, dat ieder ander dat natuurlijk ook deed, den heelen dag. 's Winters, als ze binnen moest blijven, ging dat het best op de logeerkamer, omdat het daar zoo stil was, maar het was er ook een beetje grie zelig, met de groote, zwijgende ledikanten; daarom werden het daar nooit zulke prettige ver haaltjes als in de zon. Later, op weg naar school, bleef het een voortdurend verder spinnen aan de eigen bedenksels, den heelen langen weg over, en onder de les was het telkens een stille verheugenis: Straks op den tocht naar huis weer verder waar was ik ook a! weer gebleven? O ja, nu komt er net iets moois". Nog later werden het de schoolschriften vol vertelsels; de dagboeken,met gezwollendiepzinnigheid, en nog later die zomeravond, dat ze met een bundel van Helene Swarth de laan van haar huis was ingeloopen en in de schemering pas, ontroerd, veranderd naar haar huis terugkeerde En toen de kinder-tijdschriften, en toen de echte, groote courant, en de groote-menschen-tijdschriften, en eindelijk het boek, waarvan ze, toen ze het schreef, eigenlijk niet anders genoot en dat ook niets anders voor haar beteekende, dan eens de verhaaltjes in den tuin, en waarvan ze pas de ernst begreep, toen de menschen het lazen. Ach, hoe kun je een ander raden, wat je moet doen om schrijfster" te worden? Het zijn immers zulke niet-te-veroveren, niet-te-dwingen gebeurtenissen, die je hart doen rijpen: het gezang uit een kerk op stille Zondagochtenden; een zacht regentje op volle zomerblaren, uit het zolderraam bespied en geroken; een hooiberg, waarin je lag «it te kijken over de rivier; en een grijze winterdag, toen je heel vroeg, nog in de schemering, veel mannen zwijgend en loom naarde fabriek zag gaan. Een onverwachte waardeering van een vereerde leerares; aanmoe diging van een kunstenaar, die criticus was. En dan vooral: tegenwerking; veel tegenwerking van ouders en omgeving, zoodat je je rampzalig een zaam en miskend voelt, en daardoor een beetje begrip krijgt, van wat er belang heeft en wat maar oppervlakkige versiersels zijn in het leven. Ja, wat de legitieme portie tegenwerking en misken ning betreft, daarin komt de tegenwoordige jeugd veel te kort! Misschien is het hieraan te wijten, dat mijn hart nog altijd aande opvattingen der tachtigers, aan de kunst-der-opstandigheid, aan het lan van het driftige willen" hangt, dat ik al dat begrijpen, en aanmoedigen en-vrij-laten van de lieve, wijze ouders van tegenwoordig met een zekere angst aanzie. Ofschoon zoo'n kind na tuurlijk wel een harmonischer, gelukkiger mensch zal worden, meer een plant in een siertuin, ge zond van kruin tot voet," dan ons tegen de ver drukking ingegroeid, in kronkels naar boven ge worsteld geslacht, en die schoener innerlijke ont plooiing is natuurlijk van mér belang dan dat een talent zijn beste kans krijgt, door overvloedig met tranen gedrenkt en in bittere teederheid ge koesterd te woraen. En voor het genie zijn de om standigheden volkomen onverschillig; dat kan evenmin dood-geprezen als dood-gehongerd wor den; dat groeit volgens zijn eigen wet, in serre sfeer of in de barre kou; dat wordt sterk, al legt men het in de watjes of al onthoudt men het het noodigste voedsel Maar toen vond ik voor het meisje aan mijn zijde toch nog deze goede raad, die haar waarschijnlijk erg negatief zal hebben toegeschenen: neem zoo weinig mogelijk notitie van je drang tot schrijven; maak er nooit je dagen leeg om, richt je leven er niet op in. Want de muze is ook hierin een vrouw, dat ze, wie haar met open armen zit te wachten, laat wachten; maar onverwachts aan de deur tikt, van wie, overladen met werk, eigenlijk geen minuut voor haar over heeft. Vooral zoolang we jong zijn en nog niet zoo heel veel belangrijks te zeggen kunnen hebben, is er geen grooter gevaar, dan dat schrijven-om-te-schrijven, omdat je daar nu een maal zit als een veelbelovende letterkundige", en omdat je geen andere reden van bestaan hebt.. KUNSTZAAL VAN LIER naast bet Postkantoor te LAREN (M. H.) Antiquiteiten Oude Oostersche Kunst Schilderijen Negerplastiek Dagelijks, ook des Zondags geopend; Doe dat nooit. Laat tenminste voorloopig te literaire werk alleen je vreugde zijn, de heerlijkheid, waarvoor je zuinig je tijd uitspaart; het geluk, dat je zoo nu en dan benaderen moogt; niet de plicht, de taak, die je jezelf hebt opgelegd, maar onder welks gewicht en gewichtigheid je bijna bezwijkt. Blijf in dit opzicht nog lang een dilettant", dat je werk je liefde" is en niet een manier om je eerzucht te voldoen, om geld te verdienen en zelfs niet om de menschheid te verrijken. En wees er bescheiden over, spreek er zoo weinig mogelijk van,omdat, zooals bij elke liefde,er iets als een gou den waas van verstuift, als velen er van weten en er over spreken. Draag het geheim van je plannen in je meelevende, meevoelende omgeving even om zichtig, als ons opstandig en verstooten geslacht het droeg tusschen verbod en verguizing door. En dan, ja dan weet ik nog heelemaal niet, wat je te wachten staat: de eene groeit snel, de ander langzaam en sommigen groeien heelemaal niet, maar verschrompelen in den knop Hoevelen hebben in hun jeugd gedicht en geschreven (misschien moeten we zelfs zeggen: hoe weinigen hebben dit niet gedaan) en zijn er vanzelf mee opge houden, toen hun hart met andere belangen werd gevuld; hoe velen ook motsten er mee ophouden, omdat het leven naliet hun hart te vullen Maar hier kunnen we als troost aan Rolland's woord denken: Ie génie c'est pour la moitiéde savoir absorber tout ce qu'il y a de grand au tour de soi, et de Ie faire plus grand". Een kunstenaar werkt op zijn omgeving als een magneet: hij trekt alles, wat belangrijk is, naar zich toe, en zooals de zusters Brontë, ondanks haar afgesloten bestaan, schoone en boeiende kunstwerken wisten te scheppen, zoo zal een waarlijk begaafde nooit een tekort hebben aan stof". A N N l E S A L O M O N ^ Hotel DUIN EN DAAL CENTR. VERW. PRIVÉBADKAMERS VASTE WASCHTAFELS

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl