Historisch Archief 1877-1940
12
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
No. 2440
DE AUTOBUSSEN
Teekening voor ,,de Amsterdammer" door Georg van Raemdonck
QASTSPIEL ALBERT BASSERMANN. Die
Menschenfreunde, von Richard Dehmel.
Het spelen voor de film laat toch het
tooneeltalent niet onaangetast en wij mogen van geluk
spreken dat in Nederland de besten zich van deze
bijverdiensten nog ver houden. Wie het nobel
talent van Bassermann ongetwijfeld den groot
sten tooneelspeler, dien Duitschland bezit?vroe
ger heeft gekend, kan niet zeggen, dat dit met de
jaren niet de volkomenheid heeft bereikt, waartoe
alle aanleg aanwezig was, en cesondanks missen
wij thans iets, dat eenmaal onze hoogste voldoening
en zijn geheim was: de suggestie van het
onuitgesprokene. In geen der rollen, waarin ik hem terug
zag, heeft Bassermann mij tot dusver gegeven wat
hij in diezelfde rollen gaf toen hij.... nog wat te
raden liet. De film heeft het uitbeelden tot
grootbedrijf gemaakt en de virtuositeit ook de beste,
die gevuld is en bezield over de grenzen ge
voerd, tot waar het normaal menschelijk gemoed
natuurlijk reageerde. Het is dan of wij opeens
alle bedoelingen van dit spel doorzien, en het zijn
soms de oogenblikken, waarop de berekening
even faalde, die ons het diepst bijblijven. Wij be
wonderen, doch onze bewondering weegt zwaar..
En hoe licht wist juist Bassermann de Duitsche
,,Anatole" eenmaal de lijnen uit te stippelen,
.welk een wijde stilte hing er om den zucht, waarin
hij het fragmentarische (een lebendige Stunde")
oploste, hoe, als turkooizen, gloeiden die warme
oogen in het masker van zijn gelaat, toen het ruste
loos spel der trekken nog minder van onze aan
dacht vergde. Onmiskenbaar, ook thans, is elke rol
die Bassermann op het tooneel schept, een meester
stuk; om het even schier in wiens huid hij kruipt,
hij is die mensch onwrikbaar en ten voeten uit. En
wij weten niet waardoor wij meer worden geboeid:
door den rijkdom aan karakteristieke détails, of
door de macht, die ze samenbond tot zulk een fel
levende eenheid. Alleen: onze geboeidheid is een
occupatie, welke ons de gelegenheid tot droomen
en verdroomen belet, en ons hart vraagt zich ten
slotte af, of het met minder, niet meer zou hebben
ontvangen? Het overbieden, dat de bioscoop, en
feitelijk onze geheele tijd verlangt, het monteeren
der persoonlijkheid en het aanzetten der verschijn
selen, levert juist voor de groote, in zichzelf reeds
zoo volle, sterke talenten, het ergste gevaar op.
Al wat groot is, gaat uit van de natuur in haar
volkomenheid en overstelpend zijn voor de schep
pende fantasie de, in eerste instantie realistische,
détails. Op den langen duur van een kunstenaars
leven zal de uitbeelder daarvan wat moeten
limineeren. Le mieuxest Pennemi du bien,envan
dit betere krijgt de ontvankelijke toeschouwer te
veel. De kunst, die zich met een half woord doet
verstaan, een wereld in ons oproept met.... nage
noeg niets, onze verbeelding mobiel maakt, en ons
hart opent voor wat met woord noch gebaar te
benaderen is.... raakt in de verdrukking naast
wat ons met de nadrukkelijkheid van aanschou
welijk onderwijs wordt bijgebracht.
Alsof hij van dezen nood een deugd wilde maken,
koos Bassermann Richard Dehmel's Die
Menschenfreunde" tot belangwekkend openingsstuk
van zijn, voor het overige uit bekende werken be
staand repertoire, waarmede hij ten tweeden male
dezen winter naar ons land kwam. Bij de chao
tische geladenheid van dit, moeilijk pp zijn juiste
waarde te schatten drama, bleek zijn scherp
intellectueele ontleding van het psychopathisch
geval" het werk dfcjL ruggesteun te geven, dien
het behoeft om niet geheel uit elkaar te vallen;
visionnaire waarden van edel gehalte (zooals die
bijv. bij Dostojewski achter de misdaad"
opdoemen) dreigden daarbij niet verloren te gaan.
Alleen aan den heftigen vorm herkent men in dit
werk den lyricus, die uit Dehmel's bewogen
verzen tot ons spreekt, herkent men ook
den hartstochtelijken vrijwilliger, die in 1920
aan den oorlog bezweek. De vreemde conceptie
van Die Menschenfreunde" (met Michael" en
Der Mitmensch" zijn geheele dramatische na
latenschap) alsof hij zich tot geen enkelen stijl
kon bepalen, maakt dat wij dit drama, dat sterk
is van houding, innerlijk misschien zwakker
gelooven dan het is. Het heeft de contouren van een
meesterwerk, doch blijft bij vergelijking stellig
beneden het gemiddelde der erkende meesters. En
wij moeten aannemen, dat we het door Basser
mann, schoon het tegenspel nauwelijks voldoende
mocht heeten, hebben zien vertoonen op een wijze,
die wat de hoofdfiguur betreft, niet te overtreffen
zou zijn.
Christiaan Wach, een multimillionair" de
Het gaat wennen!
uiterlijke grime, waarin Basserman blijkbaar den
prachtigen vurigen kop van Dehmel had willen na
bootsen, gaf niet geheel de persoonlijkheid, die
men zich in die rol denkt is op een manier
aan zijn millioenen gekomen, welke, naar de
schrijverons geeft te verstaan,in onze wereld?misdadig"
moet worden genoemd. Of hij zijn oude erftante
vergiftigd heeft of door bedreiging in den dood ge
jaagd, blijft in het midden. Het uiterlijk proces
daarover vormt het schema voor het
detectivestuk, de buitenste schaal. Het innerlijk conflict
extra scherp gesteld, wijl aan de gierige oude
vrouw, naar de opvatting van den liberalen, de
samenleving ironisch bezienden neef niets ver
beurd was jaagt de fantasie van diens geweten
in twee richtingen: hoe zal hij, die niet uit hebzucht
tot zijn daad kwam, zich van den vuilen geldlast
ontdoen? hoe zal hij zich als ongemotiveerd
moordenaar,voorde kortzichtige wereld verbergen,waar
biecht noch boete zouden worden begrepen op haar
waarachtige waarden? Inrichtingen van liefdadig
heid moeten hem redden uit den eenen nood, een
volledig uitgewerkte karakter-simulatie, waarin
zijn schrandere geest afleiding en allengs een ver
lichtend behagen vindt, uit den anderen. Het
wordt een sport: hoe hooger hij zich waagt, hoe
gevaarlijker de helling, des te ruimer ademt hij.
Al kleiner ziet hij de menschenwereld aan zijn
voeten konkelen en krioelen, en als Raskolnikoff
wil hij zich branden aan de zon der waarheid.
De onverzoende schuld groeit daartegen in....
Als philanthroop wordt hij al onnoozeler bewierookt
naarmate hij afdwaalt van het redelijk inzicht
en het verzoenend vergelijk. Als verdachte"
brengt een onterfd familielid, die als
Kriminalkommissar" zijn brood verdient, hem voor den
Rechter. Doch de weldaad der veroordeeling blijft
hem onthouden. Vrijgesproken, verheft men den
armen rijkaard?van wien men thans weer alle
goede gaven te wachten heeft in den adel
stand, ter compensatie van het doorleden onrecht
Geen menschenziel vindt hij in zijn omgeving
van de qualiteit, welke zijn hart behoeft om ter
biecht te kunnen gaan; alleen de oude Anna, zijn
huishoudster, die de barmhartigheid heeft,
zou in hoogste beroep hem tot biecht-schoot
kunnen dienen, doch ook hier geeft het menschelijk
gehalte den intellectueel geen waarborgen genoeg,
hij doorziet: Anna's goedheid is opgelegde christe
lijkheid, geen mild begrip, geen goddelijke genade.
Tot eindelijk de Dood, de eenig mogelijke plaats
vervanger der verdrongen Waarheid, hem komt
verlossen.
Emants in zijn: Een nagelaten Bekentenis"
heeft dit luguber gegeven uitgewerkt met al het
psychologisch raffinement waarom het vraagt,
willen wij in den moordenaar den
diep-beklagenswaardigen mensch herkennen ,,qui nous regardait
comme un f rere". In Richard Dehmel was niet
deze deernis, die rusteloos te verklaren zoekt om
te mogen vergeven; hem beheerschte de ironie der
tegenstelling, welke deze arme wroeter in eigen ziel
vormt ten opzichte zijner, aan hun al-vervlakkende
conventies gebonden medemenschen. Doch ook
in die richting steeg hij niet tot de satyre, noch
kwam hij tot de groteske, dieden driesten, plompen
greep van een Wedekind zou hebben vereischt.
Daarvoorwas Richard Dehmel,verzeild in een grof
onderwerp, van huis uit weder te fijn, te meegaan
de ttisschen al deze halve kansen: melo-drama,
caricatuur, Freudsche analyse en pseudo-realiteit,
stond Bassermann en hakte de knoopen door. De
geheele rol zagen we hem reconstrueeren, met ont
zagwekkend beleid en zeldzaam vaste hand. Ont
roering was uitgesloten. Wat hij in het laatste be
drijf, waarin Christiaan Wach's recalcitrante
kracht gebroken is en een beroerte hem treft, door
psychologische verfijning aanbracht, wekte deernis
in het algemeen, doch geen verteedering voor
dezen lijder in het bijzonder. Een bewijs te meer
hoe hij voor dit stijlloos werk een stijl had gevon
den, die tot het laatst toe houdbaar bleef. En
onverdeeld de aandacht gespannen hield !
TOP NAEFF