Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
No. 2440
DE FRANSCHEN IN MAROCCO
De wereld is tegenwoordig vol van allerhande
oordeelen over de Franschen aan de Roer en zoo
veel verontwaardiging wordt met ruime hand
rondgestrooid, dat onze gedachten het spoor bijster
dreigen te worden. Laten wij, om op adem te
komen, spreken over de Franschen in Marocco.
Moeten wij beginnen met de opmerking van het
Maroccaansche regiment, toen het uit den oorlog
terugkwam, en hoorde wat voor akeligheden van
de donkere duivels werden verteld? Het is
niet waar, zeiden die menschen op hun eenvoudige
manier, en het kon niet waar zijn. Daarvoor
waren wij te kort in Duitschland om ons de
Duitsche wijs van handelen eigen te hebben gemaakt.
Maar wij willen geen slapenden wakker maken..
Kort en goed, het Maroccaansche Rijk was in
verval, het was in een staat van ontbinding. Nog
inde 17e eeuw maakte het niet minder figuur dan
andere ri|ken,1iet had zijn Beschaving, zijn kunst,
zijn architectüuj, zjjn hoogesehool; dan ging het
niet meer vooruit^ bet bérgland en het land aan de
grenzerihfelden ziCh.onafJiankeHjk onder hun eigen
stamhoofden, het verkeer werd hoe langer hoe moei
lijker; wilde een sultan meester zijn van het gebied,
dan moest hij steeds klaar staan voor krijgstochten
om oproerige stammen te tuchtigen en de opgelegde
schatting te innen. Het wae al oorlog die het land
bezig hield.
De laatste flinke sultan, Moelei Hassan, die ten
.-minste een gedeelte van het land onder zijn gezag
-wfet te houden, stierf in 1894; tot erfgenaam koos .
-hij een van zijn jongere zoons, die nog maar een
jongen was en die een jongen is gebleven. Hij is
bekend geworden om zijn passie voor kostbaar
mechanisch speelgoed, zelf een speelbal voor hove
lingen en vertrouwelingen. Zijn oudere broeder,
.Moelei Hafid, trok het zuiden aan zich met de
Htoofdstad Marokesh en dwong hem na telkens
fierhaalde krijgvoering tot de vlucht uit de hoofd
stad Fez en tot afstand van den troon.
Maar ook hij zelf had niet te beschikken over de
onuitputtelijke energie die een heerscher over het
ontembare krijgervolk van de bergstreken noodig
had om meester te blijven. Na een paar jaren van
zwaar regeeren werd hij mismoedig, wantrouwend,
onuitstaanbaar voor zijn omgeving. De stammen
over het geheele land kwamen in opstand. Nergens
heerschte orde. De Berbers van de woeste streken
naderden tot de muren van Fez; en de hoofdstad
was op het punt te worden ingenomen.
In zijn schrik riep de Sultan de hulp in van de
Franschen die sinds 1907 aan de kust waren ge
vestigd in Casablanca. Het was in 1911; een
Fransche colonne rukte in haastigen marsen op naar de
hoofdstad en verdreef de Berbers; een jaar later
sloot Moelei Hafid een verdrag met Frankrijk,
waarbij hij zich onder het protectoraat der
Fransche regëering stelde.
Nog was men bezig in Parijs de maatregels te
beramen hoe het verdrag effectief te maken, toen
het bericht kwam dat de Fransche officieren die
aan het hoofd der inheemsche troepen in Fez
waren achtergebleven, door de Maroccanen waren
afgemaakt. Direct moest een beslissing worden
genomen.
Generaal Lyautey werd als resident-generaal
met een troepenmacht naar Fez afgezonden. Hij
had feitelijk door zijn benoeming op dat moeilijke
oogenblik een volmacht tot handelen. Als bestuur
der van de grensprovincie Oran in het gebied van
Algiers, had hij vroeger de gelegenheid gehad den
tpestand van Marocco waar te nemen. Hij werd
de noodzakelijke man gekeurd om daar orde te
scheppenAfrikaansche generaals, zooals men de bevel
hebbers noemde die in den tijd van Louis Philippe
en Napoleon III tegen Abd-elkader en oproerige
Algerijnen vochten, hadden den naam van
hard1 handige niets ontziende militairen, die hun vak
niet zonder een streekje van bluf dreven: Den
vijand schat ik op vijfhonderd man, aan onzen kant
zijn er honderd, de partij staat dus gelijk: er op los !
is het type van de toespraak der officieren aan
de manschappen; en ieder middel was goed om
den vijand uit zijn schuilhoek te verdrijven.
Lyautey behoort tot een andere generatie, hij is
uit de school van Galliéni, die zonder ophef, uit
sluitend door het met overleg uitgeoefend prestige
van -den beschaafden man tegenover den minder
beschaafde zijn wil doordrijft, liefst zonder geweld
te gebruiken.
Ik heb enkele jaren geleden het voorrecht ge
had, naar aanleiding van Lyautey's verkiezing
tot lid der Fransche academie, in de kolommen
van dit weekblad een schets te geven van den
persoon van den veldmaarschalk, thans mogen
dus een paar aanwijzingen volstaan.
Hij deed bij aankomst in Marocco onmiddellijk
wat de omstandigheden eischten, gaf aan zijn
onderbevelhebber Mongin den last om Marokesch
te nemen hij wist dat zijn bevel zou worden
nagekomen en onverbiddelijk uitgevoerd: geef
hun raak" en regelde zelf-in Fez de zaken. Den
Sultan Moelei Hafid zette hij af en koos tot heer
scher een jongeren broeder, Moelei Joussef; met
de autoriteiten van het Rijk en van de stad be
sprak hij uitvoerig den aanstaanden gang van
zaken, hij schold de stad de zware opgelegde boete
kwijt en vervolgde verder niet de gevangen genomen
soldaten. Wraakneming over het gebeurde zou
niet geschieden. Er moest zijn samenwerking.
Inderdaad was er geen andere grondslag om op
te bouwen in het ontzaggelijk groote gebied
datzich onder de hoede van Frankrijk zou gaan scha
ren, dan de bestaande orde van zaken, mits ver
zekerd, mits niet willekeurig gehandhaafd en ver
broken. Lyautey wist de overtuiging te geven dat
de rechten van den godsdienst en de verschillende
staatsinstellingen ongeschonden zouden blijven
en de manier waarop hij het leger ordende was een
waarborg voor de eerlijkheid van zijn bedoeling.
Hij maakte gebruik van den krijgslust der
Maroccaansche stammen en nam hen zonder be
denken op in het leger, dat hij bezig was te
organiseeren. Hun stelregel is: Gisteren was gisteren en
vandaag is vandaag, wat morgen zal zijn weet
Allah alleen". Toegepast op het krijgvoeren be
duidt dit, dat men zonder voorbehoud den vijand
van den vorigen dag als bondgenoot kan erkennen,
en Lyautey vermocht zonder aarzeling de stam
men, door zijn troepen onderworpen, te gebruiken
om nieuwe veroveringen te maken, al was het dat
hij hen in strijd bracht met vrienden van den vori
gen dag.
Zijn groote proef, en het gevaarlijk vraagstuk
dat hij aandurfde, was de invoering der gemengde
regimenten. Daarin dienen zonder onderscheid
van kleur of afkomst en zonder het geringste
onderscheid van behandeling Franschen en Maroc
canen; zij vechten, eten en slapen samen, zoo drukt
men het uit, de behaalde overwinning is evenzeer
een Fransche als een Maroccaansche daad.
Dat heeft op den duur de onderwerping van
bijna het geheele land mogelijk gemaakt zonder
kwaad bloed te zetten. Natuurlijk kwamen er als
voordeelige kansen bij dat werkelijk het
rasverschil tusschen de Noord-Afrikaansche volken en
den Indo-Europeeër niet bijzonder groot is. De
Berber assimileert zich licht, hij heeft zin voor
humor, hij gevoelt zich thuis bij zijn Europeeschen
kameraad, en de ervaring in Algiers opgedaan,
de kennis van de inheemsche taal en gebruiken,
dat alles brengt ook het zijne toe om het samenwerk
te vergemakkelijken. Niet mag hierbij worden ver
geten de eerbied van den Franschman voor het
groote beginsel der Revolutie: de gelijkheid. Dat
is zijn godsdienst.
Naar dezelfde regelen is de administratie van
het land geleid.' Grondstelling is geweest dat ge
regeerd zou worden ten behoeve van den
Maroccaan. Het protectoraat van Frankrijk moest dienen
tot controle. Oogenschijnlijk is de vroegere toe
stand bewaard gebleven, aan het hof ziet men geen
vreemdelingen, de ministeries zijn behouden ge
bleven, alleen worden de Buitenlandsche zaken
uitsluitend beheerd door den resident-generaal.
En natuurlijk zijn er Fransche bure?ux waar de
regeeringszaken worden behartigd, maar men houdt
deze inrichtingen achteraf.
Niet in algemeene termen is de inrichting te
karakterizeeren. Lyautey heeft volkomen inge
zien welk groot middel van administratieve op
voeding men bezit in het toekennen van verant
woordelijkheid, en hij heeft dit toegepast op het
gemeentebestuur van een paar groote steden en
op het beheer van provincies, zooals men ze zou
kunnen noemen,dat hij aan sommige stamhoofden
heeft toevertrouwd. Toezicht wordt er toch ge
houden, want waar een rijk zoo lang aan anarchie
heeft geleden, daar moet om het kwaad niet te
doen binnensluipen op alles worden gelet.
De uitkomst is geweest dat ondanks den grooten
oorlog en de krachtige medewerking van Marocco
aan dien krijg, het land voortdurend in bloei is
toegenomen. Eerst was de resident-generaal ge
nstrueerd geworden dat hij de troepen en het
bestuur terug kon verleggen naar de kust, om de
handen geheel vrij te houden; men dacht aan be
roeringen en opstanden na de zoo pas volbrachte
onderwerping van het land. Lyautey heeft echter
die vrees niet gekend, hij is eenvoudig voortge
gaan met zijn rustige politiek van assimilatie en
heeft alles in 't werk gesteld om tot een bevrediging
te geraken van een gewest, waar door wetteloosheid
van eeuwen de banden van het gezag waren
verROOKT
Si-FA-Ko's
El Gusto"
SUMATRA 10 cent
Jozef Israels"
VORSTENLANDEN 8 cent
AMSTERDAMSCH
HANDWERK.
Verkrijgbaar bij alle voorname Slgarenwlnkallers.
broken. Alles is niet op eenmaal hersteld, maar heel
veel is op weg.
De administratie heeft willen leeren. Behalve
Algiers dat men als leerschool naast de deur had,
zijn er commissies uitgezonden naar Egypte en
andere landen om de verspreiding van beschaving
en de schoolwereld in het gebied van den Islam
na te gaan. Er is in de streken die lang van deel
neming aan den vooruitgang verstoken zijn ge
weest, dikwijls een ongeordende passie naar kennis,
die niet geheel zonder leiding en toezicht kan blij
ven, wil de ontwikkeling gestadig blijven en het
vertrouwen worden gehandhaafd in de leiding van
de protegeerende mogendheid. Zulk vertrouwen is
het groote desideratum.
Frankrijk heeft het in Marocco weten te ver
krijgen, en wel door zijn eigenschap, niet door ieder
erkend, maar daarom niet minder bestaand, om
sympathie te kunnen gevoelen en te kunnen op
wekken. Een Engelsch inwoner van Marocco heeft
daarvan onlangs in een Engelsch tijdschrift ge
tuigd en het is om dat getuigenis te kunnen me
deelen dat ik vooral hier over Marocco ben gaan
spreken.
Er is n ding dat een inboorling heel na aan 't
hart gaat dat hij zelden verkrijgt",wordt ons gezegd.
Het is sympathie. Vriendschap die niet opgewekt
kan worden door het beste systeem van eerlijk
heid, kan eensklaps opbloeien door een vriendelijk
woord. Hoe zeldzaam is sympathie ! 'n Mensch
krijgt er zoo weinig van in zijn eigen leven, van
zijn eigen volk. Het eigen leven is bijna altoos
zoo'n harde strijd geweest dat hij nauwlijks om
anderen heeft kunnen denken. Zelfs .wanneer de
dood komt en de lieveling wegneemt' wordt zou
weinig troost gegeven. Misschien is er weinig be
hoefte aan. Maar diep begraven onder de harde
trekken, verborgen in de-geheime plaatsen van de
ziel, is er een spanning van sympathiek verlangen.
Een handdruk, een blik, een woord kan de deuren
der harten van het volk ontsluiten o, het is de
moeite waard.
Sympathie heeft het voornaamste aandeel ge
had in het succesvolle werk door Maarschalk
Lyautey in Marocco verricht. Vastbesloten den
inboorling geen vernedering te doen gevoelen en
hem in geen mindere positie te brengen om der
wille van zijn ras, zijn kleur, zijn godsdienst, heeft
de Maarschalk een groot werk verricht. Eenig in
de wereld bestaat er in Marocco een bestuur van
volmaakte samenwerking tusschen Europeaan en
inboorling en geen onderscheid bestaat er tusschen
de twee rassen". Een groot experiment, ingegeven
door de echt Fransche eigenschap van sympathie.
W. G. C. B Y v A N c K
iDninUilluliuliillianspBit-llaatschappii
DE GRUYTER &Co.
DEN HAAG
AMSTERDAM ARNHEM
Internationale Verhuizingen
P
t