De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1924 22 maart pagina 20

22 maart 1924 – pagina 20

Dit is een ingescande tekst.

20 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND No. 2440 f VAN JCHAICKT ! MEUBELTRANSPORT M BERGPLAATSEN v INBOEDEL! BINNEN-EN BUITENLANDSCHE \ TRANSPORTEN \ OVERBRENGEN y.MEUBILAIR OOK PER AUTO TAPISSIEBE BOOTHSTRAAT, UTRECMT TEL 165 FOIRE DE PARIS 1O?25 MEI 1924 VOOR INDUSTRIEELEN EN GROOTHANDELAREN. Begeleide reis van 12?16 Mei onder bescherming van het OFFICE NATIONAL DU TOURISME en het COMITÉDE LA FOIRE DE PARIS OFFICIEELE ONTVANGST EN NOENMAAL Vraagt inlichtingen bij LISSONE & ZOON AMSTERDAM. Concertgebouw Op de laatste abonnementsconcerten waren Irene Eden, Dorothea Braus en het Apollo"mannenkoor solist. Het optreden van Roeske's Apollo"koor als solist, d.w.z. zonder begeleiding van het orkest, dus feitelijk a-capella, was op zichzelf een gebeurte nis in het Concertgebouw waar op de abonnements concerten dit mannenkoor voorloopig nog alleen mocht medewerken zonder andere erkenning dan die van voortreffelijk stem-materiaal. Men mag gerust zeggen, dat hiermede een onbillijkheid, speciaal tegen Roeske's zeldzaam geschoold koor, is goed gemaakt. Toch, ook de liedertafels hebben schuld aan de miskenning en misschien nog meer de componisten der liedertafels, die zelden iets schreven, dat uit het kader der traditioneel burgerlijke pathos-muziek trad, en die met hun be ruchte liedertafel-liederen het genre zelf in discrediet brachten. In dat opzicht heeft ook Roeske's eigen streven tot een verheffing van de liedertafelmuziek een bijzondere waarde, een streven waar van zijn compositie Gebed vóór den tempel" een goede getuigenis aflegde. Inderdaad schiep Roeske een werk, dat door innerlijke doorwerking het polyphoon gehalte dier muziek veredelde. Het is alleen jammer dat hier en daar het burgerlijk pathos nog niet geheel is afgezworen" ter wille van het effectmaken met de zangstemmen. Men kan hierin volkomen Dresden bijvallen, die reeds in die richting een opmerking maakte en'meende dat men radicaal met de traditie dier muziek moet breken. Doch de stap zelf vereischt een speciaal artistiek geweten, dat wederom niet zonder een zekere muziek-cultuur is te verwerven en dat uiter aard een geheele categorie componisten uitsluit, die nu nog dankbare" muziek, wijl gemakkelijk van effect, voor deze ensembles schrijft. Roeske dirigeerde zelf zijn koor, sterk, zeker en geroutineerd. Op het zelfde concert liet zich de jonge pianiste Dorothea Braus hooren in het eerste piano-con cert van Beethoven en in de Don Juan-variaties van Chopin. Om jonge uitvoerenden, die aan het begin van hun loopbaan staan, bi'lijk te beoordeelen moet met 50 pCt. energie-verlies door podium-koorts rekening worden gehouden. Waar schijnlijk door haar debuut gedrukt bleef het spel van Dorothea Braus veel te klein van geluid. Het kwam niet over het podium heen, zooals het heet en slechts de toehoorders die vlak bij zaten konden constateeren dat haar spel fijn-pianistische en intelligente, hoewel nog wat schoolsch-stijve eigenschappen had. In de variaties van Chopin, die feitelijk een zwierige polka-phantasie op het Don Juan-motief van Mozart eerder dan werkelijke variaties zijn, kon mej. Braus zich beter op zich zelf doen hooren, en verkleinde het kader van het orkest minder haar geluid-expansie. Haar debuut heeft sympathiek gestemd. Maar Mej. Braus leere zich de echt vrouwelijke hebbelijkheid af om, zoo als in het concert vanBeethoven, de zang-thema's" te zeer te rekken en in tempo te vertragen, zoodat Muck soms waarlijk in verwarring stond hoe het orkest met haar te laten samengaan. De jonge Duitsche zangeres Irene Eden won het pleit door haar wel zeer ongewone hooge tonen-techniek. Het hooge register is vol voetangels en klemmen voorde concert-zangeressen en hoogtevrees heeft al menigeen onder haar duizelig gemaakt en de juiste zuivere inzet doen missen. De stem van Irene Eden echter werkt hier als een mechaniek, zoo zeker. De helaas muzi kaal zeer onbelangrijke Zerbinetta-aria uit Strauss' Ariadne auf Naxos" biedt een ware steeplechase voor de zang-techniek, maar mej. Eden liet zich niet uit het zadel lichten en br?cht alle trillers, kop-tonen en fiorituren er zonder haperen uit. Muzikaal interessanter waren haar vocalisen in Strawinsky's Le Rossignol", waaruit zij een twee tal liederen zong, die een gedeelte van het publiek blijkbaar zeer gechoqueerd hebben en inderdaad van allen gewenden zang afwijken. De mechanische stijl, de rythme en klanken-vorming, om eigentwille is nog altijd iets wat het publiek, dat vooral de lyrische zijde der muziek wenscht te hooren, niet gemakkelijk accepteert. Overigens, Irene Eden was in deze gezangen meesterlijker dan ooit. Het Capet-kwarlet: Beethoven-cyclus Voordat Beethoven de opmerkelijke laatste reeks der strijkkwartetten begon, een arbeid waarmede tevens zijn leven zich zou afsluiten, waren veer tien jaren verloopen sedert hij het daaraan voor afgaande kwartet op. 95 (in 1810) schreef. Het is het kwartet in Es op. 127 waarmede Beet hoven uitdrukking geeft aan zijn herleefde be langstelling voor het strijkkwartet, dat daarna vrijwel alleen zijn scheppingskracht zal blijven inspireeren. Zooals wel meer in het leven van Beet hoven het geval was, werd ook ditmaal een uiter lijke aanleiding de opwekking om zich in een bepaald kunst-genre te gaan verdiepen. Een brief uit Petersburg, opgesteld door een Russischen vorst en een tweetal bankiers, noodigde hem uit tot het schrijven van een twee-of drietal kwartetten. De Russische Maecenas volgde er nog aan toe dat hij zelfden violoncello bespeelae. De voorwaarden, die Beethoven stelde naast finantieele (50 ducaten voor een kwartet) maakte Beethoven een voorbehoud in de aflevering, daar hij niet tot hen behoorde, die voor zooveel per dag en per bladzij componeerden" ^ werden aangenomen. De Rus wenschte alleen de opdracht en het manus cript voor zich. Doch toen het op betalen aankwam betaalde hij niet. Hij verontschuldigde zich dat hij Rusland verliet om ooilog met Perziëte gaan voeren". Beethoven, eenmaal verdiept in het schrijven van kwartetten, liet zich gaan opdenstroom zijner gedachten. In de jaren 1825?27 laten zich wel schetsen aanwijzen voor een 10de symphonie en voor een strijkkwintet, doch deze werken werden ter zijde gesteld, voorloopig. De dood verhinder de ze weer op te nemen. Deze vijf laatste strijkkwartetten op. 127, 130, 131, 132 en !"?", geheel organisch uit elkaar opge groeid en jschien wel Beethoven's edelste wer ken, vondt . bij het publiek dier dagen geen waar > deering. Enkele der kortere gedeelten, zooals b.v. het Edur-stuk uit het cis-moll kwartet verwierven instemming, wat Beethoven slechts vol minachting constateerde. Toch liet hij zich, en feitelijk ten onrechte, door de meening zijner vrienden leiden, die vonden dat het Bes-dur kwartet, besloten met de later als Grosse Fuge verschenen finale, te ko lossaal werd, en schreef een ander slot, dat een charmant stuk muziek is maar door de opzet van het geheele werk niet verantwoord wordt. Met een magistrale vertolking van deze Grosse Fuge, die als op 133 zelfstandig verscheen, beslo ten de Capets hun Beethovencyclus, die zes avon den omvatte. Ongetwijfeld heeft de laatste avond, waarop behalve deze fuga, het a-moll en het F-dur kwartet werden gespeeld, de machtigste indrukken achtergelaten zoowel wat hun spel betreft als hun Beethoven-vertolking, die in deze laatste kwartetten culmineert en werk en speeltrant geheel in elkaar doet overgaan. De onro mantische strakheid, die in de kwartetten op. 18 als zich eenigszins vergrijpend aan het bloeiende leven dier muziek deed gevoelen, bracht juist in deze laatste werken, waar Beethoven, als in laatste instantie, zijneigen uitspraak bevestigt dat muziek Zelf-gemaakt. XXX XSX XXX Moeders wilt ge zelf iets maken Bij de Meertjes van Uw kind. Als ge na Uw bezigheden Er een uurtje tijd voor vindt.... Kiest dan kleuren en modellen Naar Uw eigen smaak en zin Slaat dan eens de Dedemsvaartsche Sterk gebreide stoffen in. Daarvan maakt ge naar Uw keuze Jumpers, truien en zoo voort, jongenspakjes, Meisjespakjes, Manteltjes van elke soort. Waschbaar zijn ze tot het laatste, Sterk, elastisch, vlug en chic, En in elke kleur verkrijgbaar Aan de Fantasie-Fabriek. J. H. SPEENHOFF. UITSLUITEND AAN DEN HANDEL. De Drie Zwarte Penny's door JOSEPH HERGESHEIMER Uit het Amerikaansch vertaald door CL. BIENFAIT Geïll. omslag van IS. VAN MENS De H en W-Serie Deel VII Ingenaaid ?2.90 Gebonden ?3.75 Uitgave van VAN HOLKEMA & WARENDORF Amsterdam ,,hoogere openbaring is dan alle wijsheid", de ge heele concentratie op het wonderlijk gegroeide or ganisme dezer innige scheppingen. Het scheen zelfs of de Capets hier vuriger, doorborender speelden dan inde musiceer-kwartetten. In ieder geval kreeg men een diepe ontroering door deze werken. Eindelooze ovaties bezegelden dit besluit van een mooie serie avonden. CONSTANT VAN W E s s r; M KUNSTZAAL VAN LIER naast tet Postkantoor te L A REM (H. H.) Antiquiteiten Oude Oostersche Kunst Schilderijen Negerplastiek Dagelijks, ook des Zondags geopend.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl