De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1924 22 maart pagina 8

22 maart 1924 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND NöJ.2440 BOUWT IÏM HET OOSTERPARK TE BUTHOVEN IILJCHTIKEI IEKSTIEKT DE DHECTK TEL. INT. :?No. 6538 DÉZEN ZOMER NAAR DE BriU Empire EÉttÉH Vraagt gratis Programma THOS- GOOK & SON /AMSTERDAM Vljgendam 10 t n In het Amstel Hotel DE AMSTERDAMMER Weekblad voor Nederland kost slechts f 10.?per jaar TABAK B06STKBS KUST! CHARLES NORDMANN HET BUK DER HEMELEN. Iets van het Geheim der Sterren. Neder), bewerking van Dr. S. L. VAN OSS. Prys f 4.?; gebonden f 4.75. Een even pakkend als wetenschappelijk overzicht, van wat de sterren kunde in de allerlaatste jaren heeft kunnen bereiken en wat nog in geen ander werk, zelfs niet in de nieuwste leerboeken, is te vinden. Van denzelfden schrijver verscheen eerder: Eins»ein »*n liet "ET e e l a 1. Prijs f 3.75; gebonden f 4.50. N. V. Uitgeversmaatschappij v/h. P. M. WINK, Zalt-Bommel. geheel Compleet 10/15 P.K.. 4 pi. 15/20 P.K. 6 pi.. 20/30 P.K.. 6 pi. f 3500.?f 5200.?f 6200. J. LEONARD LANG, AMSTERDAM BIJKOMSTIGHEDEN CXVII Een vriendelijke dame in een bekoorlijke stad in Noord-Holland heeft mij uitgenooaigd daar een lezing te komen houden over deze bijkomstigheden". Ik heb haar geantwoord, dat het al mooi was, als ik ze elke week schreef en als u ze elke week las; dat een verhandeling er over bepaald te veel zou worden; ik heb deze opmerking aangevuld met een rij van zeer exquise onderwerpen, waarover ik eventueel wél zou willen spreken, maar zij is in haar eerste verlangen blijven volharden. Ik, even principieel, volhard in mijn weigering, of schoon ik in bovenbedoelde stad een zeer dierbare tante bezit (ik moet bekennen, dat de speciale animo, waarmee ik sommige lezingen aanvaard, bijna altijd zijn oorsprong heeft in familiale of vriendschapsrelaties) en ofschoon ik, alleen door er spelend omheen te denken, heel goed zag, dat er een dwaze, jolige lezing zat" in het opgegeven onderwerp. Maar wat had de mevrouw, die »-r mij om vroeg, er zich onder voorgesteld? Waarschijnlijk had ze het eerst van alles antwoord verwacht op de vraag, die de meeste belangstellenden me onmiddellijk doen: of het niet lastig is elke week een onderwerp te vinden? Waarop ik alleen dit sfynxige antwoord zou kunnen geven: dat dat pas lastig wordt, als je een onderwerp moet zoeken. Zoolang je kunt kiezen: zal ik deze week nu 's over dit, of liever over dat schrijven; nee, laat ik daar nog maar even mee wachten; dat misschien de volgende keer; ik heb nu mér lust om eerst hiermee te beginnen," zoolang regenen de onderwerpen je toe van alle kanten,merk je voortdurend, dat het leven eindeloos veel dwaas' en moois en treurigs en verbazingwekkends oplevert, eigenlijk vél teveel voor iemand, die daar maar eens in de week over uitpakken mag, en loop je soms maanden met een aardig plannetje in je hoofd zonder ooit een leege" week te vinden, om het in uit te storten. Maar als het oogenblik nadert, dat je stof op" is; als je moet gaan zoeken en de wereld om je heen gaat bekijken met de bedoeling om te trachten »rgens copy" uit te slaan, dan komt er onmiddellijk een vacuüm in je hoofd, de dingen om je heen verliezen hun gezichten van natuurlijke opmerkelijkheid of aantrekkelijkheid; alles lijkt gewoon"; bij elke gebeurtenis denk je, dat je daar toch niets van maken kunt", het leven zit zoo dicht als een pot, en je doet het best je pen onmiddellijk neer te leggen en voorloopig van alle bespiegelingen af te zien, omdat er niets lévends van je is te verwach ten. ... Voor deze rubriek is dat fatale oogenblik tot nu toe niet aangebroken. En dan zou die mevrouw misschien belangrijk vinden te hooren, wanneer ik deze stukjes schrijf en waarop; en hoe het komt, dat ze altijd zoo wat even lang zijn; en dan zou ik een klein lachsuccesje in de zaal hebben, als ik vertelde, dat ik vroeger altijd eerst in bad ging, omdat mijn gedachten dan zoo gezellig soepel werden van het lauwe water; maar dat ik tegenwoordig zelfs dit bijgeloof heb afgeschaft en eiken Zondagmiddag, als ik de Groene uit heb, in mijn bureaustoel kruip, mijn gelinieerde bloc-note neem, een Romeinsch cijfer er boven teeken, mijn adres voor de proef in het linkerhoekje en dan onvervaard van wal steek en doorschrijf, tot ook de onderste regel van de tweede pagina vol is. Eigenaardig, dat het net altijd twee pagina's wor den? Maar hoeveel menschen hebben door alle eeuwen hun ontroeringen, hun gemoedsbewegingen verklankt, juist in de veertien regels van een son net? De menschelijke geest is van nature metho disch, hij laat zich onderbewust gaarne binden door wet en overeenkomst, en mijn geest heeft blijkbaar in ondoorgronde diepte, het aantal regels van mijn schrijfblok als zijn maat en begrenzing aanvaard. En dan zou ik nog verteld hebben van den be steller, die me eiken dinsdagavond tegen midder nacht met een expresse-drukproef uit mijn bed belt en niet eerder bereid is die rustig in de brievenbus te deponeeren, dan nadat ik mijn hoofd uit het raam heb gestoken in den ijskouden winternacht; en van de brieven, die ik krijg, van vele lieve en van vele rare menschen; en van mijn twee vrien dinnen, die al die ongelijke, slordige, uitknipsels in een dik, net schrift voor me plakken.... Maar ik zal dit alles niet doen. En daar heb ik een zeer goede reden voor. Als Goethe ons meegedeeld had, wat hij eigenlijk metj zijn Faust bedoelde en hoe hij er toe gekomen was' hem te schrijven, dan zou dat heel boeiend zijn geweest en veel commentatoren overbodig hebben gemaakt. Maar het is een eigenaardigheid van groote kunstenaars, d at ze nooit zoo heel veel over hun kunst praten, omdat ze van hun werk be zeten zijn. Het zijn de kleineren, de artisten", de aestheten", die zich van elke beweging van hun phantasie rekenschap geven en daar lang en uit voerig over uitweiden. Maar van hen kan het ons nu juist weer niet zoo erg veel schelen, of als het ons schelen kan, dan is dat gemakzuchtige nieuwsgierig heid. En voor het artistje zelf is die opgedreven belangstelling een gevaar. Menigeen liep onbe kommerd, zonder zelfingenomenheid over de wereld en is door te veel waardeenng, door over schatting, een ingebeelde zot geworden. Want in ons kleine land wordt men soms te snel beroemd,en de menschen, die er zelf toe hebben meegewerkt om een zuiver talentje te bederven, door het tot de wolken te verheffen, door er over te jubileeren, het te aanbidden en er altijd weer bij te voegen: en toch zoo eenvoudig", zijn zelf de eersten, om, als het arme slachtoffer eindelijk ver trouwen begint te krijgen in hun exaltatie, als het heusch eindigt met ook te meenen, dat het wel iets bizonders is, onmiddellijk uit te roepen: Ach wat is dat jammer. Nu krijgt die ook al een air ! Dat zie je toch bij allemaal !" Maar eerst hebben ze hem zelf langzaam gek gestoofd. Want tenslotte zijn we allemaal geneigd ver trouwen te stellen, in wie ons prijzen, en als ons gezonde verstand zich eerst nog wat verzetten mag, tien tegen een, dat, op den langen duur, onze ijdelheid het toch wint. Op het oogenblik heb ik nog net genoeg helder inzicht om te begrijpen, dat het wezenlijk niet interessant genoeg is voor een lezing om te vertellen, hoe deze bijkomstigheden plegen te ontstaan; maar als er maar genoeg menschen komen, die doen, alsof ze dat wél vinden, dan za.l ik zeker nog eindigen, zelf als een wetenswaardig heid te beschouwen, waar ik mijn inkt vandaan heb en hoeveel doorhalingen er plegen voor te komen in elk artikel. De hemel beware ons voor onverstandige vrien den ! A N N I E S A L O M O N S Slapeloosheid Slapeloosheid is een direct gevolg van nerveusiteit. De zenuwen zijn verslapt door een teveel van zorgen, werk of genoegens. Wanneer gij Sanatogen neemt, geeft gij Uw zenuwen extra phosphorus en eiwit en stelt gij ze in staat hun vroegere kracht weer terug te krijgen. Neem iederen avond vlak voor het naar bed gaan Sanatogen in een glas warme melk en gij zult reeds spoedig weer kunnen genieten van een rustigen verkwikkenden slaap. SANATOGEN «^ STERKT ZENUWENENLICHAAM B" Verkrijgbaar bij alle Apothekers; en Drogisten

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl