De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1924 29 maart pagina 1

29 maart 1924 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

IT. 3441 Zaterdag 29 Maart AM924 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND Onder Hoofdredactie van O. W. KERN K A MP Redacteuren: H. BRUGMANS, HERMAN HEYERMANS, TOP NAEFF en G. NOLST TRENIT Secretarii der Redactie» C F. VAN DAM UITGEVERS: VAN HOLKEMA & WARENDORP DE REACTIE IN DUITSCHLAND Hoogverraad is het eenige misdrijf, dat slechts gestraft wordt, indien het mislukt", zei Hitler bij zijn proces. De ambtenaar van het Openbaar .Ministerie zei het hem in zijn requisitoir na: precies mijn idee; als uw aanslag gelukt was, zou u niet op het bankje van de beklaagden zitten; nu hij niet geslaagd is, moet ik straf tegen u eisenen. En. tot nadere illustratie van dit betoog voegde hij er bij, dat ook de mannen, die in November 1918 revolutie maakten in Duitschland en de staatshoofden afzetten, hoogverraad hadden gepleegd. Alleen maar zij hadden het gezag in handen gekregen en wisten de nieuwe orde van zaken door het geheele rijk te doen erkennen. Daarmede was de feitelijke toestand tot een rechts toestand geworden. De sedert ingevoerde grondwet verleende aan de republiek dezelfde sanctie, als de vroegere aan den mo narchalen regeeringsvorm had gegeven. Onze antirevolutionairen zouden kunnen mompelen: Ungefahr sagt das der Pfarrer auch, nur mit ein bischen andren Worten". Volgens de Schrift is er geen Macht dan van God en de Machten, die er zijn ? ook de Sovjet-regeering zijn van God geordineerd; alzoo dat die zich tegen de Macht stelt, de ordonnantie Gods wederstaat, en die ze weerstaan, zullen over zich zelven een oordeel halen. Een hard gebod, als het gehoorzaamheid eischt aan wie den vorst heeft onttroond, dien men gisteren nog als den wettigen vorst beschouwde, maar een gebod. Mee te schipperen valt er niet. Ten minste niet zoolang de Macht zich duidelijk als zoodanig doet kennen. Wie in de Schrift het fundament van hunne staats leer vinden, zullen een door hen verfoeide overheid moeten erkennen, zoolang deze zich weet te handhaven, omdat dit hand haven immers niet zonder Gods wil kan geschieden. Wie hun gedrag tegenover de overheid niet laten bepalen door de woorden van de Schrift, maar door verstandelijke overwegingen, zullen zich in den regel niet verzetten tegen een door hen gehaat gezag, zoolang dat gezag over de middelen beschikt om verzet te straffen. Geen van beide categorieën zal ook aarzelen, den dienst aan dat gezag op te zeggen, zoodra het neergesmakt ligt, zoodra dus, in de taal der geloovigen, Gods hand zich er duidelijk van heeft af getrokken, of, overgebracht in een rationalistischen toonaard, de feitelijke toestand deze is geworden, dat het gezag geen gezag meer is. De moeilijkheid ligt hern niet in deze beide uitersten, maar in den overgang van het eene naar het andere, in de tijden, waarin het gezag begint te wankelen, wanneer het niet meer over de middelen beschikt om zich te doen eerbiedigen of van deze mid delen geen gebruik durft maken, wanneer het bij de meerderheid van het volk geen vertrouwen meer ontmoet of geen vrees meer wekt. Dan komt er tweestrijd in vele gemoederen: wie krachtens hun geloof de overheid in alb dingen die der overheid zijn, moeten gehoorzamen, beginnen te twijfelen, of de overheid nog door God wordt geschraagd, dan wel of het Zijn wil is, dat zij een handje mee helpen om haar ten val te brengen; wie zich gebonden voelen door een eed van trouw, worden onzeker, of die eed hen ook verplicht tot het verleenen van feitelijken steun aan een regeering, die zij gaarne zouden zien verdwijnen; wie door geen godsdienstige of moreele redenen worden weerhouden van een poging tot op stand, berekenen alleen de kansen van slagen en volgen de stoutmoedigen of laten hen.in den steek, naarmate zij het oogenblik van handelen gekomen achten of niet. En de overgroote meerderheid wacht lijdelijk af wat er zal gebeuren. In zulk een overgangstoestand verkeert Duitschland. Reeds sedert eenigen tijd; maar in de laatste maanden wint de reactie zienderoogen veld. De sociaal-democratie heeft ongeveer niets kunnen verwezen.lijken van wat haar volgelingen van haar verwachtten. De rijksregeering is tot een aanfluiting geworden; Beieren doet wat het wil; verboden vereenigingen groeien tegen de verdrukking op het papier in; activisten plegen aanslagen en onttrekken zich aan de straf; mannen als Ehrhardt, die door de justitie gezocht heeten te worden, zijn niet te vinden, schoon iedereen hun adres kent. Bij de democraten heerscht moedeloosheid. De groote massa van het volk is onverschillig geworden voor alle politiek en gaat gebukt onder materieele zorgen. Alleen de reactionairen roeren zich. Zij hebben munt geslagen uit de rampen, die na den oorlog over het volk zijn gekomen: vóór 1914 waren het andere tijden ! Zij hebben het geloof gevoed, dat Duitschland niet overwonnen, maar verraden" is. Zij hebben een uitvoering van het verdrag van Versailles, die binnen de grenzen van Duitschland's vermogen lag, gesaboteerd. Zij hebben de stemming gewekt, die het mogelijk maakt, dat iemand als Quidde thans vervolgd wordt, alleen omdat hij zulk een uitvoering van dat verdrag durft bepleiten. Frankrijk heeft hun wind in de zeilen geblazen door de bezetting van de Ruhr en vooral door de vonnissen, geveld tegen de deelnemers aan het lijdelijk verzet, maar de reactie is daardoor niet gewekt, alleen bespoedigd. Ludendorff en zijn werktuig Hitler hebben den gang der dingen willen forceeren. Zoover was het werk der reactie nog niet gevor derd, dat uit Beieren kon worden opgemarcheerd naar Berlijn, om daar de dictatuur van het activistische nationalisme uit te roepen. Hoever het reeds is gekomen, zal men over eenige weken kunnen zien, bij de verkiezingen voorden nieuwen Rijksdag. Bij landelijke en gemeentelijke verkiezingen bleek in de laatste maanden reeds, dat de conservatieven en hun uiterste vleugel, de völkische" partij, aanmerkelijk terrein hebben gewonnen; bij de nationaalliberalen (de zoogenaamde volkspartij") is duidelijk een verschui ving naar rechts waar te nemen. Het is niet gewaagd te voorspel len, dat ook bij de Rijksdagsverkiezingen de partijen van rechts aan de winnende hand zullen zijn. Zoo dit alleen een interne aangelegenheid van het Duitsche Rijk ware, zou men er zich over kunnen verheugen, dat de wer kelijke'gezindheid van het Duitsche volk ook in de samenstelling van zijn volksvertegenwoordiging tot uiting komt; maar een be stendiging van den leugen, die thans daarin heerscht, behoeft men niet te verlangen. Maar voor het schadevergoedingsvraagstuk en alles wat daar mede samenhangt is het op verre na niet onverschillig, of de onverzoenlijken, die reeds achter de schermen zulk een grooten invloed uitoefenden, thans ook openlijk de leiding in handen zullen nemen. Juist in de laatste maanden was de hoop gerezen, dat eindelijk een oplossing voor dit vraagstuk zou worden gevonden, waarbij met de belangen van heel Europa zou worden rekening gehouden. De commissie, die een onderzoek heeft ingesteld naar Duitsch land's draagkracht, bood, zoowel door hare samenstelling als door hetgeen er verluidde over de wijze, waarop zij hare taak op vatte, den waarborg dat er ditmaal spijkers met koppen zouden worden geslagen. De Fransche regeering scheen tot grooter concessies bereid, dan men vroeger had durven hopen van haar te verkrijgen; na het optreden van het Kabinet-Macdonald mocht men ver wachten, dat Engeland haar in die richting zou kunnen en willen stuwen. Maar dit verzoeningswerk kan alleen slagen, wanneer er ver trouwen bestaat in de oprechte gezindheid van Duitschland om zich van zijn verplichtingen te kwijten. En hoe wil dit vertrouwen zich vestigen, als daar de leiding ten deel valt aan hen, die openlijk verkondigen dat zij het verdrag van Versailles als een vod je papier beschouwen? KERNRAMP

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl