De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1924 29 maart pagina 19

29 maart 1924 – pagina 19

Dit is een ingescande tekst.

No. 2441 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 19 UIT DEN GEMEENTERAAD (MET TEEKEEINüEN VOOR DE AMSTERDAMMER", DOOR BERNARD VAN VLIJMEN) Feeststemming. Sigaren met dure bandjes. In de koffiekamer niet de ietwat te slappe gemeente-thee maar een glaasje" en gevulde koek van Snatager uit de Hoogstraat. Prima. De boden in hun Zondagsche jassen en overal glimmende gezichten. De Machtige" viert vandaag zijn tienjarig wet houderschap. Het feestvarken straalt van de melk der menscheEN VADCg flM* lijke goedhartigheid. In zijn oogen ligt het genoegen van den man, die al deze waardeering niet gezocht heeft maar wien het toch prettig stemt ze gevonden te hebben bij alle partijen, die hem om strijd gelukwenschen. Toen Wibaut in den Raad zitting nam, kende men hem alleen zoo'n beetje uit zijn theoretische redevoeringen op de S. D. A. P.-congressen en zijn nog taaier beschouwingen in het Marxistisch weekblad van Het Volk. Zijn eerste redevoeringen in den Raad waren saai. Hij stond altijd te spreken, de linkerhand op zijn goed gevulde Zeeuwsche heup en de woorden dropen, als stroop uit een vat, uit zijn mond. Hij was toen nog in de oppositie en o heilige uitzondering ! als opposant niet op zijn plaats. Hij miste de felheid van Vliegen, die soms als een tijger denk aan zijn campagne tegen Zadok van den Bergh zijn prooi kon be springen en het militante van Ketelaar. Als Wi baut zich opwond, was er altijd iets gedwongens in hem en als hij met verschrikkelijke revolutio naire moties kwam, zei men: nou ja...." Hij betaalde dan zijn tol aan de galerij. Toch ver overde hij zich langzaam maar zeker een positie in den Raad. Men luisterde naar zijn financieele beschouwingen, overwoog zijn financieele ad viezen en leerde den ernst van zijn bedoelingen kennen waar het de volkswoningbouw gold. Het liberalisme liep op zijn laatste beenen. De legioenen waren sinds lang verslagen en alleen nog maar verspreide achterblijvers hielden tegen het opdringende radicalisme stand. En ook de radi calen hadden feitelijk afgedaan. Gerritsen was de laatste dezer Horatiërs, die wist dat de brug achter hem was afgebroken en dat de kiezers op den anderen oever stonden. De vrijzinnig democraten, weinig in aantal en meestentijds onderling verdeeld, zochten heul bij de syndicalisten en blameerden zich in hun poli tieke onwijsheid meer dan ze vermoedden. In dit overgangstijdperk verschijnt Wibaut als wethou der en vindt onmiddellijk practisch werk door de nieuwe Bouwverordening met kracht toe te passen. Op hoeveel tegenstand is hij daar bij niet gestuit ! Van liberale en van kerkelijke zijde vooral. Men voelde Wibaut in dezen strijd groeien; men voelde hoe ernstig hij overtuigd was welk een socialen invloed een goede woning uitoefent en hij won het pleit en als thans Amsterdam in het buitenland het Mekka der volkshuisvesting" heet, is dat voor een niet gering deel aan hem te danken. In den oorlog, toen hij den levensmiddeleno'ienst beheerde, bleek zijn organisatie-vermogen. Hij ving met tal van onwillige honden vele hazen en een nieuwe zijde van zijn persoonlijkheid deed zich kennen: hij wist te financieren. En het is niet te verwonderen dat de Raad, verschrikt starende in den financieelen afgrond, waarin Amsterdam dreigde te vallen, zich verlicht voelde toen hem het wethouderschap voor de Financiën werd opge dragen, tegelijk met het beheer der toen noodlij dende bedrijven. Ondanks het geschreeuw van liberale zijde, heeft hij onze financiën weder gezond gemaakt, er is perspectief in en het ergste schijnt geleden. Hij heeft zich een voortreffelijk financier getoond. Nooit heeft hij getracht met het domme potlood" te bezuinigen, doch steeds elke bezuiniging nauwkeu rig overwogen en gewogen. Wil men een voorbeeld dat Amsterdam tonnen en nog eens tonnen be spaard heeft? Er was een tijd dat er gasthuisruimtc te kort kwam. Schandalen waren aan de orde van den dag. En reeds had de Raad besloten een kostut.0f.-r Hy MAR» en KAUT3KV HAD VEBSLOM DC K} WERB Hy ncroe ESDEAPEE. IN BEN ECHT y *ITMIEO uovtu OP HET «OUT f< Uttft Ott I.CUIN S ZOUT HET IS w* tlARx .DAS KAPITAl" WAT BAAST HE~ITHAWS NOS R»CHT baar nieuw ziekenhuis te bouwen. Wibaut kwam in het Dagelijksch Bestuur en ontdekte dat er een schandelijk misbruik gemaakt werd van de gast huisruimte, dat duizenden zieken, die zeer goed in huis verpleegd konden worden, naar de gasthuizen werden gezonden; hij nam het initiatief tot een scherpe controle; in den beginne was er een hevig gesputter van sommige artsen en tegenwoordig?.. Geen klacht, ruimtf in de gasthuizen te over en de uitgaven voor het nieuwe ziekenhuis houdt de gemeente in haar zak. Nu Wibaut achter de groene tafel zit, is de pro pagandist in hem het zwijgen opgelegd en Raad en burgerij zien hem dus alleen van zijn sterkstcn kant. Zijn redevoeringen zijn steeds helder en zakelijk en geen detail of hij is er van op de hoogte. Geen bedrijfschef behoeft hem iets wijs te maken. Hij staat altijd sterk en het moet een handig deba ter zijn, die hem in het nauw drijft. Zulke oogenblikken zijn er wel eens en ze zijn vermakelijk. Dan ziet men het al van te voren. Dan staan zijn haren in den wind, purper is zijn gezicht,destem is fluweelig en de tong lispelt, terwijl het lichaam zich minzaam naar den tegenstander toebuigt. Dan weet men dat hij iets gaat verdedigen of goedpraten dat hij, met zijn doorzicht, eigenlijk niet voor zijn rekening kan nemen, maar de poli tiek soms en de zwakke broeders in het college.... Is het wonder dat onder de dagelijksche slagen van de praktijk, zijn marxistisch harnas vol deuken zit en het altijd een genoegelijk schouwspel is hem in een debat bezig te zien, die deuken er zooveel mogelijk uit te werken? Zoo zetelt hij als De Machtige, een naam dien ik hem eenmaal spottend gaf en die hem blijkbaar HyllT HiE(?OPECN'HOO£CM STOll. EN Hffl. O» "tACTlE HOUOT HAAR <SetlCHTzoo goed--paste, dat de Raad hem overnam en die vandaar zijn weg vond onder de burgerij. Hij is De Machtige". Machtig in talent, machtig in werkkracht en machtig in zijn liefde voor zijn werk. Amsterdam en Wibaut hebben elkaar gevonden. Laten we hopen, dat het katholiek-sociaal-demo cratisch Ministerie, dat hem zou opeischen als Minister van Financiën, nog lang wegblijve ! Ondanks de feeststemming zong Klaas de Vries een lied in mineur over een huishoudschool en hij sprak ongeveer als volgt: Medevoozitburmeewethuihouwijskeurischceelschiktmaak". Het is Chineesch. Wat het beteekent -weet ik niet. Het polderhuisje tusschen Rijksmuseum gaat verdwijnen. Er waren leden die dit betreurden. Welke Amsterdamsche jongen heeft niet aan dat rad gehangen, en zich door de vrienden laten ronddraaien? En wie heeft hier niet tot aan zijn enkels in het water geplast en de komkommerschuiten mee helpen overhalen? Het is nog een van de weinige landelijke plekken binnen de sin gels, het bouwvallige huis, waar wij bier met suiker dronken met een blond meiske, dat ons drie dagen later met een jongen van de Handelsschool be droog, en het boomengroepjc, dat niet zoo schil derachtig is als de nee ren Spier en Boek man het deden voorkomen. Er komt nu een electrisch ge maal en de boomen worden zoo geplant, dat niemand het zien zal. Het was het minste dat Jan ter Haar, in ruil voor het schil derachtigeplekje, beloven kon. Bij een verzoek van den R.K. Amsterdamsclicn Voetbalbond, die alleen R. K. voetballen schopt door R. K. doelen, met R. K. schoenen en daarbij R. K. krachttermen uitstoot, wil gemeentelijke vergoeding hebben van de kosten voor het plaatsen van een R. K. kleedlokaal in de Meer. Wal de R K. leden Drabbc, van.Lingcn en Rommel R.K. hoofden bij elkaar deed steken. Het gaf niet.wanl wie R. K. wil voet ballen moet hel R. K. maar zelf betalen. 'B A K B A R u s a A van Lingen Romnie Drabbe

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl