De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1924 29 maart pagina 3

29 maart 1924 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

No. 2441 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND TURKIJE ZONDER CHALIEF Alsof de Jong-Turken, sedert zij den Sultan Abdoel Hamid onttroonden, hun land niet reeds genoeg kwaad hadden gedaan, het grondgebied van het vroeger zoo uitgebreide Turksche Rijk is gereduceerd tot een fractie van wat het in Abdoel Hamid's dagen was zij zijn, zooals alle zoogenaamde,,bevrijders", van buiten sporigheid tot buitensporigheid gegaan. Hun laat ste heldendaad, die de bladen hebben vermeld, is de afschaffing van het chalifaat van Stamboel en de verbanning van de laatste nakomelingen van de dynastie, die Turkije eens tot ongekende macht en grootheid had gebracht. De laatste Chalief, een man van kennis en beschaving, die zijn land en geloof zeker groote diensten had kun nen bewijzen, is met pak en zak over de grenzen gezet, met een karige toelage, die hem voor armoede zal hebben te bewaren. Met een vertoon van parvenu-achtigen wansmaak, dat een klaar inzicht geeft in het karakter van het tegenwoordige regime, is de Chalief gedwongen geworden, den troon in het schöone paleis aan den Bosporus te bestijgen, en vervolgens ervan af te dalen; een geheel onnoodige en vernederende vertooning. Met onwaardige overhaasting werd de gevallen vorst vervolgens naar het naastbij gelegen spoor wegstation gebracht en over de grens gezet. En dat terwijl hij zich aan geen enkel vergrijp tegen den staat had schuldig gemaakt en tegen zijn persoon niets in te brengen was. Tegenover de ruwheid van de Turksche leiders heeft de afstammeling van Othman zich met waardigheid gedragen. Zijne afscheidswoorden waren woorden van liefde voor zijn land en zijn geloof. Het eerste is in handen van avonturiers, die van de verdeeldheid en oorlogs-moeheid der Mogendheden misbruik hebben gemaakt en thans aan een zelf-overschatting lijden die zich vroeg of laat zal wreken. En het tweede hebben deze lieden gelijk een versleten ouden handschoen weggeworpen. Met het chajifaat hebben zij het kostbaarste diadeem, dat den Turkschen tulband sierde, in hun onkunde en eigenwaan als een waar deloos prul weggeworpen. Trouwens, voor den Islam als wereldgodsdienst hebben de Turken gedurende de eeuwen sedert den tijd hunner bekeering tot dat strenge en plechtige geloof, weinig of niets gedaan. Zij hebben het aangenomen juist zooals zij het ontvingen, en de stellingen en voorschriften van den grooten Wetgever van Mecca botweg aanvaard. Geen enkele beweging tot verbetering of aanpassing aan nieuwere toestanden is ooit van de Turken uitgegaan, zooals men onder de Mohammedanen van Egypte, Britsch-lndië, Perziëen elders heeft kunnen waarnemen. Er is iets tragisch in het vertrouwen der nietTurksche Mohamedaansche wereld op Turkije, zelfs na al hetgeen men reeds van de Jong-Turken wist. De Mohamedaansche wereld, reeds dertig jaren na het overlijden van den Profeet, toen de laatste van de vertrouwden van Mohamed stierf, leed aan innerlijke verdeeldheid en dat is tot onzen tijd zoo gebleven. En daar verreweg de groote meerderheid van de Mohamedanen onderdanen zijn van Christelijke of althans Westersche mogendheden Engeland, Nederland en Frankrijk was Stamboel, waar toch nog altijd de onafhankelijkste Islamitische vorst zetelde, voor de in verstrooidheid levende volge lingen van den Profeet na Mecca en Medina de heiligste plaats op aarde, waar de Chalief van den Islam iederen Vrijdag de geloovigen in het gebed voorging. Het Chalifaat was wel niet meer zooals vroeger de toeverlaat van de verdrukten, de macht die hen vermocht te beschutten en te helpen, wanneer zij in nood verkeerden. Immers onder het verlichte en liberale bewind der Wester lingen werd in het Oosten aan den Islam geen stroobreed in den weg gelegd. Het geloof der Mohamedanen was erkend, en genoot dezelfde wettelijke vrijheid en bescherming als dat der veroveraars. Onderdrukking en vervolging zouden het misschien meer kracht hebben verleend. Hoe dit ook wezen moge, het Chalifaat, als politieke instelling, was geleidelijk overbodig geworden. Geen enkele verdrukte Mohamedaan behoefde meer een beroep te doen op den kerkvorst aan den Bos porus. Des te meer leefde deze aloude instelling in het gemoed van de honderden millioenen volgelingen van den Profeet. In hunne zeer menschelijke behoefte aan mystiek, aan iets dat met het logische verstand niet te omvatten is, bleef het Chalifaat als een lichtend baken in de verwarring der wereld voor hen uitgaan. En men kan er zeker van zijn dat eene andere politiek dan die welke de Westersche Mohame daansche mogendheden in het Oosten hebben gevolgd, aan het chalifaat zijn oude politieke beteekenis zou hebben ontnomen. Thans was het chalifaat geworden tot een eer waardig instituut waarvan een groote zedelijke HAAGSCHE SCHOUWBURG-EXPLOITATIE Teekening voor de Amsterdammer" door Joh. Braakensiek (,,In den Haagschen schouwburg zullen nu voortaan alle stukken worden geweerd, welke' naar het gevoelen van een der negen commissieleden, de heilige gevoelens van een belangrijke groep zullen kwetsen. De heer Van der Meulen meent, dat het berusten van de meerderheid in de bezwaren der minderheid niet is een censuur, maar eer het tegendeel-een politesse de coeur". Dagbladbericht.) Wnd. Burgemeester Van der Meulen tot Melpomene en Thalia: Het spijt mij wel, dames, maar het is een politesse de coeur". kracht had kunnen uitgaan, wanneer het geves tigd was geweest in een milieu van opbouwende, vernieuwende beschaving, zooals de Islam ge kend heeft in den tijd der Abbassiden te Bagdad, toen de verlichte Haroen al Raschid aan Karel den Groote de sleutels van het Heilige graf te Jerusalem deed toekomen, en toen Ma'amoen's geleerden de klassieke wetenschap voor ondergang wisten te behoeden. De eeuwenoude cultuur van Bagdad is te gronde gegaan, bezweken onder den inval der Mongolen in de 13e eeuw, de voorloopers der Turken, die eveneens Mongolen waren. En wat was nu het voornaamste kenmerk van dezen heilloozen stam? De geschied boeken zoowel als de gebeurtenissen van onzen tijd en de aller laatste handeling der Turken geven ons een nadrukkelijk antwoord. Zooals Djengisi Chan genoemd werd de Groote Verdelger", zoo zijn de Turken in niets grooter geweest dan in de zucht tot vernielen. En hun laatste daad van ver nieling toont hen in hun waren aard. Zij zijn druk bezig, het Mohamedaansche geloof in hun land te vernielen, en zij bezitten niets dat zij daarvoor in de plaats kunnen stellen behalve de holle phrasen en leuzen van de Fransche revolutie, die hen eerst na 130 jaren bereikt hebben. Zoo tooit zich de verdwaasde Turk met de lang versleten plunje van het Westen, omdat hij niet de kracht heeft, uit zichzelven eenige groote zedelijke waarden te scheppen. Er bestaan zeer zeker vele verlichte en be schaafde Turken, die het goed met hun land meenen en die de gebeurtenissen van den laatsten tijd diep betreuren. Allen die de echte Turken van Anatoliëen een deel van Europeesch Turkije kennen en eeren wegens hunne waardige manieren en hun eerlijk en eenvoudig karakter, zullen hun een beter regime toewenschen dan het tegenwoordige roekelooze bewind dat de nationale erfenis heeft vergooid. H. D u N L o P De zesde, verbeterde en vermeerderde druk va» Handelsrecht ten dienste van praktijk en onderwijs, door Mr. J. G. SCIIÜRMANN, advocaat en procureur te Rotterdam, is verschenen bij de X. V'. Uitge vers Mij. v.h. Delwel te Wassenaar. In dezen nieuwen druk van dit bekende werk op het ge bied van het handelsrecht is thans ook jurispru dentie opgenomen; de verschillende wetswijzi gingen, die in den tijd, die tusschen het verschijnen van den vijfden en den zesden druk ligt, zijn tot stand gekomen zijn in deze uitgave verwerkt. De oudste uitgaven van het pamflet aan het Volk van Nederland, proeve van histories-bibliografies onderzoek door Dr. M. DE JONG HZN. Uitgave van J. B. Wolters, Groningen?Den Haag NIEUWE UITGAVEN Verzameling van wetboeken en wetten behandeld in de werken van Mr. J. G. Schürmann over Handels recht en Burgerlijk recht. Uitgegeven door de N. V. Uitgevers Mij. v. h. G. Delwel te Wassenaar, fe PAST STALEN RAM EN TOE VAN DE KON.FABR.F.W.BRAAT-DELFT SPECIALITEIT: VERZINKTE STALEN RAMEN.'

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl