De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1924 29 maart pagina 6

29 maart 1924 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND No. 2441 VOL AU VENT XXXIX S t o c k m a n n Pst! Ihr sollt noch nicht drüber reden; aber ich habe eine grosze Entdeckung getnacht. FrauStockmann. Schon wieder mal? Stockman n. Die Sache ist die, seht mal: der ist der starkste Mann der Welt, der allein steht. HENRIK IBSEN: E i n Vo l k s f e i n d. 24 Maart 1924 Het klinkt gewoon, nuchter, normaal een kalenderdag, gelijk een andere, een datum, die zich door niets buitengewoons in de wereldhistorie onderscheidt er was geen hevige wereldramp, geen opzienbarende moord, geen ver rassende mondaine of sportieve gebeurtenis, en toch, en inderdaad.... Ik ben er nog zoodanig van onder den indruk, zoo waarlijk ondersteboven, dat mijne pijp nog niet algeheel smaakt, en ik moeite heb mijne gedachten bij n ding, zonder meer, te concentreeren. Wanneer het kleine wonder eener hoogere be schaving, dat mij in eene milde herfst-stemming gebracht heeft, eene gelijkwaardige als men ondergaat, wanneer men buiten den juilenden wind hoort, en bij den haard een boek van wijsgeerigen aard met teedere gedachten-slurpjes geniet ? indien dit bescheiden wonder, dit brooze, reine, kristalijne, een gevolg is van den orkaan, dien wij in Europa beleefden, en honderdduizenden met den dood bekochten, dan herzeg ik met wijlen Abraham Kuyper ,,dat elk beginsel de macht er langt, om een eigen wetenschap uit zijn wortel te doen opbloeien, maar ook, dat geen wetenschap het hoofd met eere zal kunnen opheffen, zonder voor aller oog het vizier te ontsluiten, en met gulden letteren op haar schild het beginsel te doen schitteren, waaraan ze haar kracht ontleent en waarvoor ze leeft" ja ik ga verder, en durf te beweren, dat eerst na vulkanische uitbarstingen en ten hemel schreiende folteringen-der-menschheid, de sfeer en de rust rijpen voor zulke edele bloesems, als thans geheel onverwacht in ons land en meer in het bijzonder inde Koninklijke Residen tie, tot bewonderenswaardigen bloei zijn geraakt. Op den 24stendagvande maand, die haar staart pleegt te roeren, heeft de Haagsche Vroedschap, onder eene lieftallige suggestie, zonder gerucht ieder geraas zou de nobele geest bedorven hebben een besluit genomen, dat navolging zal afdwingen. Elke deugdzame daad ploegt de voren; iedere toorts van lijdzaamheid wordt op den langen duur een weldadige lichtbaak. Ik laat in het midden, of ik mij met dergelijke bewoordingen op het terrein der rhetorica begeef hier z w ij ge n deschoone letterenen spreekt het gemoed ! Immers voor vele eeuwen werd het Hebt uw naasten lief gelijk Uzelf" gesproken, en het ver kreeg in de wrangheid der tijden dikwerf eenen minder-aangenamen bijsmaak, edoch de kiemen van blijmoedige edelaardigheid laten zich niet langer verstikken, dan de verlossende zon het ge doogt, en zoo vermogen wij thans een simpel be sluit van den Haagschen Raad met enthousiasme welkom te heeten. De meerderheid der Commissie van Beheer over den Schouwburg zal zich ten allen t ij de moeten schikken naar de kleins t-m o g elijke minderheid. Het staat er. Zwart op wit. Nu ik het zelf overgeschreven heb, meet ik het lezen, herlezen, om het in zijn ontroerenden dee moed te gelooven. Tot vandaag gold de schandelijke opvatting, dat hetschaapske minderheid zich bij den wolf meerder heid had neer te leggen hier ontluikt, drie dagen na de officieele Lente-inkomste, het eerste fra giele knopje van menschenmin, opofferingsgezind heid, en innerlijkste broederliefde: een vrouwelijkvoelende, hoog-gestemde Raad beslist met over weldigende meerderheid, dat de meerderheid geen meerderheid blijven mag, als n der negen aposte len van de Commissie van Beheer des Konink lijken Schouwburgs eene afwijkende meening heeft. Dit is de verlossing der geknechte minderheid uit de klauwen der meerderheid. Zegt n der negen apostelen, dat hij een stuk als Hamlet door bijv. de overspelige koningin ongewenscht acht, dan is dat stuk verboden. Zegt een der anderen, dat er in Faust geschrapt moet worden, dan wordt er geschrapt of de resteerende apostelen buigen zich voor de gewetensbezwaren van de kleinst-mogelijke minderheid. Op het eerste gezicht zal men geneigd zijn met deze glorieuze overwinning der Minderheid te spot ten, edoch dat is het noodlot van elke baanbrekende gedachte. Wanneer de voortreffelijke Tooneelconcentratie alleen dit had bereikt, dat een enkel burger in de Residentie, het thans in ztjn macht heeft een stuk in den Koninklijken Schouwburg te doen verbieden, had zij reeds eene kostelijke overwinning van uiterste, volkomenste hyperconcentratie behaald. Als den Haag begint, verricht het geen half werk. Het zuivert met onverveerd gebaar den Augiasstal van meerderheidsmeeningen, geeft den verdrukten enkeling, die de heilige gevoelens van een belangrijke groep burgers" vertegenwoor digt, het recht de meerderheid in een hoek te dringen, en ik acht dit alles nog bijzaak, want wat doet het er toe of er spektakel over Monna Vanna, Der Gott der Rache, Der Pfarrer von Kirchfeld, Erdgeist enz. ontstaat? n het luidt over eene geschokte Wereld, die het recht van den sterkste door verderflijke meerderheidsbesluiten deed gelden, die eene weerlooze minderheid dwong zich te wapenen en te dooden, die diezelfde minderheid naar de folterbank van de Vaccinatie voerde, die het individu tot slaaf van regeerende meerderheids-demagogen maakte het luidt over de vertrapte aarde den nieuwen Lente-tijd van de kostelijkste der overheerschingen, die van de kleins t-m ogelijke minderheid in. In welkeen verrukkelijk land en welke gezegende periode beginnen we te leven ! Als ik er aan denk, dat het mij vergund werd dit te aanschouwen, dat ik de schoonste ontdekkingen op weten schappelijk gebied mede maakte de ontwaking der draadlooze gemeenschap, het een vinger in vijf gaatjes van een automatisch telefoontoestel steken en langs deze vingerwijzing met Berlijn en Londen te mogen spreken als ik er over mijmer hoe wonderbaarlijk de wegen des tnenschelijken geests zich door de wildernissen der onwetendheid baanden hoe ik dit alles in mijne jeugd bij de petroleumlamp en de gas-vleermuis niet vermocht te droomen dan worden voorwaar mijne oogen vochtig van dankbaarheid, wanneer ik aan de Haagsche naastenliefde denk, die het krakeel, de intriges van vaklieden op Tooneelgebied ver van zich houdt, en tot de aanbiddelijke opofferings gezindheid stijgt, om een meerderheid aan een kleinst-mogelijke minderheid ondergeschikt te maken. De theater-exploitant, die weldra als onderne mer met de meest bevoorrechte positie" het leeuwendeel der avonden in den Koninklijken Schouwburg te 's-Oravenhage zal krijgen, is ongetwijfeld een benijdenswaardig man. Hij oogst ?50.000.?subsidie, en de opdracht om zich met zijn karakter aan de Lente der kleinstmogelijke minderheid aan te passen. Het is in de woestenij der tijden geen gemakkelijke opgave, maar het is eene voorbeeldig-schoone. Men zal van dezen man met de bevoorrechte positie" en de halve ton, in later jaren getuigen: hij was een held, een gekuischte schoonheids-ziel, een genie hij had negen vaderen, die hem nimmer kwetsing van eenig heilig gevoelen verweten, die met hem tezamen het pad van eer en deugd be wandelden, en hem in lengte van jaren om zijn edel karakter, zijne gristelijke buigzaamheid, ter zijde stonden. Om den Haagschen correspondent van Het Handelsblad, dat zich half liberaal, half christelijkhistorisch uit, heb ik mij waarachtig boos gemaakt. VANNELLESVARINAS GOUDZEGEL 5O ets. per Pakje. n Een aangename Bezuiniging een HALF ONS vervangt vele GOEDE SIGAREN ' II Deze heer, die met een f teekent, in tegenstelling met den Hoefijzer-man ik houd niet van deze teekens-van-overlijden, noch van achteruitslaan deze heer hoont het jonge, frissche Haagsche geluid door reeds den volgenden morgen te schrijven: Het heeft ons alleen danig verwonderd, dat er van de zijde van den Vrijheidsbond niet alleen geen bezwaren zijn geopperd tegen het voorgestelde toezicht der Commissie van Beheer op stukken, in den schouwburg te vertoonen, waarbij zelfs de kleinst mogelijke minderheid naar de oogen zal worden gezien, maar dat van die zijde dit toezicht zelfs is geprezen als iets, dat geen toezicht, geen censuur is, doch een be wijs van hooge beschaving der andere leden, die het inzicht van hun medelid niet deelen. Een politesse de coeur, zoo noem de de heer Van der Meulen het. Wij zien het geheel anders, als een bewijs namelijk, tot welke excessen de gemeentelijke exploitatie van den Schouwburg voert. In onzen Schouw burg zullen nu voortaan alle stukken worden geweerd, welke, naar het gevoelen van een der negen commissieleden, de heilige ge voelens van een belangrijke groep" zullen kunnen kwetsen. Is dit geen censuur? Het is veel erger dan dat, het is niet een censuur van een college, maar een vetorecht van de individueele leden der commissie. Er zullen voort aan negen menschen in Den Haag zijn, die het in hun macht hebben, elk voor zich, de opvoering van een stuk te voorkomen. Onthutst schelde ik Heidring op. Ik stoorden directeur van een groot dagblad niet l'cht in zijne ambtsbezigheden, en klaag evenmin ga;<me een collega bij zijnen dadelijken chef aan, maar dit maal was het onverstand, de vernieling van een pas ontloken bloempje, mij te machtig. Mijnheer Heidring", zeirie ik: hoeft u dat aanmatigend stuk van uwen Correspondent uit Den Haag over de vrijmaking, de ontbolstering der kleinst-mogelijke minderheid gelezon?" Pardon, mijnheer Sputterlief," antwoordde hij beleefd: ik heb voor lektuur van mijn blad, be halve Zondagmorgen, geen tijd....' De zaak is deze", sprak ik: dat l is de kunst vrij te maken, en dat t kring gebeuren moet op grond van i wereld- en levensbeschouwing...." Ik wilde hier aan toevoegen, dat ik Abraham Kuyper letterlijk uit zijn S t o n e-lezingen 1) citeerde, maar de heer Heidring zeide, mij in de re^le vallend, dat hij mij met den Hoofdredacteur, die zich meer voor tooneel interesseerde zou laten verbinden, en inderdaad vernam ik reeds de knipooi-irde stem van den heer Kalff. U heeft werkelijk gelijk," zeide mijn oude vriend: we hopen het in Amsterdam >:»k zoover fliet de opstanding der minderheid te brengen, ofschoon onze Wethouder persoonlijk ?>.; een heel eind in de goede richting schiet. Maar. apropos, non u mij toch opschelt: Van Sandick, het lid van den Haagschen Raad vraagt m.i. terecht al die Fransche woorden te vervangen. Hoe zou u Cahier des Charges vertalen?" Met juk v a n l a s t e n voor G; bevoorrechten bespeler...." Merci, dank u wel !. . . . En T a b l la t r o u p e.... ? Met Schilder ij van de K u c En: Répertoire....?" ,, I n v e n t a r i s l ij s t voor de h e i d, ofschoon we dat woord voor iie toekomst zullen kunnen schrappen...." Intercommunaal (het gewone, niet met liet inter communale der gemeenten-op-tooneeiterrein te verwarren) stoorde ons. HENDRIK SPUTTERLIEF Dzx ren elsch n onzen s,elieel-j t a u d e Muntplein 26 Maart. 1) Ze s S t o ne-1 e zi n ge n, nisme en de Kunst". Blz. l ?» Het Calvi

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl