De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1924 29 maart pagina 8

29 maart 1924 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND No. 2441 BIJKOMSTIGHEDEN CXVIII We denken en spreken te veel over de gróóte dingen van het leven, over de gróóte rampen, de gróóte geestesstroomingen, de gróóte uitvindingen; maar we vergeten dikwijls, dat dit toch maar uit zonderingen zijn, beleefd, doorgrond, gedaan door uitzonderingsmenschen, maar dat de gewone Jan Alleman van eiken dag met heel andere problemen en probleempjes rondloopt, en dat daar niemand eens een aanmoedigend woord tegen zegt. Het is een oude klacht, dat het meisje, dat niet in de gevangenis heeft gezeten, dat niet gevallen is, gén onecht kind bezit, enz. in onze samenleving ner gens steun of onderdak kan vinden; en zoo loopt de normale mensch-in-het-algemeen in ons, een beetje overspannen, geforceerde wereldje er nogal eens voor spek en boonen" bij, en wordt hij pas interessant als werklooze, als ontslagen boef, als alcoholist, morfinist of psychopaath. En toch hebben gewone menschen ook wel eens behoefte aan steun, en vooral om er op gewezen te worden, hoe ze van dat gewone leventje van hen het beste kunnen maken. O, ik weet wel: voor hen worden al de cursussen gehouden van volksuniversiteiten, van volkshuizen, waarin hun de kunst, de wetenschap, de hygi ne nader wordt gebracht, maar dit vragen ze, onderbewust, toch niet in de eerste plaats. Het eerste noodige is voor hen te weten, hoe ze met hun bestaan-zelf aan moeten. En daarover, gewoon huiselijk-weg, geeft niemand hun uitsluitsel: er zijn bureaux, die hen aan een baantje willen helpen, er zijn juridische bureaux, waar ze adviezen kunnen krijgen, voor een bepaald soort van kibbels, er zijn woningbureaux, die hen van een huis en reisbureaux, die hen van hotel-adressen en spoorkaartjes voorzien; maar er was tot nu toe niet n bureau, waar ze met een moeilijkheid van den hélen mensch, met een strubbeling van den nor malen, niet slechten, niet nobelen, maar tobbenden en verwarden mensch konden komen; waar ze om geestelijken" raad konden vragen en zeker kon den zijn er een belangstellend en begrijpend gehoor te vinden. Wie zoo gelukkig was, tijdens zijn moeilijkheden, schoolgaande kinderen te bezitten, ging zijn hart uit storten bij hun rector of bij hun directeur (al hadden die conflicten niets met school of leeren of kinderen te maken;) wie tot een kerkgenootschap behoorde, betrok pastoor of dominee in soms zeer aardsche, zeer wereldsche problemen; wie dit alles dierf, en toch ook niet genoeg ziek getobd was voor een psychiater, tot wien kon hij zich wenden? Wie uit een vreemd land, vooral uit ons Indi terugkwam, in totaal veranderde omstandigheden, waar hij zich als een kat in een vreemd pakhuis voelde, waar hij telkens vreesde uitgelachen, afgezet, verkeerd begrepen te worden, waar vond hij toeverlaat? Twee energieke vrouwen, Mevrouw Franco Mendes-Calisch en Mevrouw Kappeyne van de Coppello hebben in ce Nic. Maesstraat 57 in Am sterdam een bureau -opgericht, dat adviezen op huishoudelijk en maatschappelijk gebied" wil geven, wat eigenlijk zeggen wil, dat men met elk belangrijk" probleem, dat niet op het gebied van een der andere bureaux ligt, bij hen aankomen kan. En wie, zoo als ik, mevrouw Franco Mendes heeft hooren vertellen van dat werk, dat ze, na het lezen over een dergelijke instelling in een Engelsch tijdschrift, opeens volgens haar aanleg en neiging had erkend en aanvaard, en dat haar heele hart heeft, die begrijpt, dat wie bij haar vol zorg binnen komt, in elk geval innerlijk gesterkt weggaat, door het contact met een vrouw met wakkere oogen en een warm hart, voor wie het leven zeker niet zacht is geweest, maar die eigen verdriet heeft omgezet tot een kracht, om anderen te hel pen en te steunen. Mevrouw Franco Mendes is een bekende figuur in Amsterdam; een comité-dame" met groot or ganisatorisch talent, met werkkracht, initiatief en aangeboren welsprekendheid. Toch heeft dat alles mij niet zooveel vertrouwen gegeven in de waarde van haar persoonlijkheid als een simpel feit, dat als toevallig ter sprake kwam: ze heeft een dienstmeisje, dat al dertig jaar bij haar is. En toen ze me vertelde, dat uit haar bureau ook vanzelf allerlei cursussen waren gegroeid, (?op leiding tot de gezinstaak" door Mevr. Wijnaendts Francken; onze regeeringslichamen en de vrouw als kiezeres" door Mevr. Kappeyne van de Coppel lo; Hoe verpleegt men zijn zieke huisgenooten" door Zr. Verwey Me jan; causerieën over muziek" door Hans Franco Mendes, e.a.) en dat zij zelf daarbij over gemeenschapszin" zou spreken, toen dacht ik: ja, daar hebt u h 'echt toe; de chte gemeenschapszin begint bij onze naaste omgeving, bij onze familie, onze dienstboden, onze leveran ciers, onze werklui; wie daar niet te kort is gescho ten, heeft inzicht aan allen te brengen". Wat mevrouw Franco Mendes in haar cursus, (dien ik niet gehoord heb,) den menschen wil NAAR NOORWEGEN" EN LENTEREIZEN vindt men in COOK'S REISBLAD" Vraagt gratis proefnummer Vijgendam 10 - Amsterdam Spoors Mosterd Ft. S1MIIS 20 LEIDSCHESTRAAT 22 AMSTERDAM TELEFOON 46112 HEMDEN HAAK HAAT HET OPSTAANDE* BUITEN R AND, . , '_f^t£~ / '" ^y HERSTELT " OS/ PLATVO ET O.A.MASS1NG. O.Z.VOQRBURGWAL 33*. V6MET BINNENGASTHUIS! !X MET HET ANKEF? N.V. ZEEPFABRIEKEN?HET ANKER" ».GEBRS. DOBBELMANN,NIJMEGEN. geven, dat is juist die gewone leiddraad voor den gewonen, normalen mensch, waar ik zooeven al over sprak en die we tot nu toe ontbeerden. Ze wil haar auditorium het belang laten voelen van vriendelijkheid"; niet van beleefdheid," d£t is veel kouder; maar vriendelijkheid, die uit het hart komt. Wie vriendelijk is, is wellevend". Ze wil de waarde laten voelen, van onze houding in een tram, in een winkel, in een gesprek met het dienstmeisje aan de deur; bij al die vluchtige ont moetingen, die onzen gewonen dag vullen. Hoe licht kan het leven lijken, doordat onze vriende lijke stem overal een gelijkgestemd antwoord heeft gevonden; hoe gekwetst kunnen we ons daaren tegen voelen, wanneer een ruw, onhebbelijk woord tegen ons opbotste. Niemand heeft mér invloed op de stemming in huis dan de huisvrouw, die van weinig beheerschte, prikkelbare bedienden zonder preeken, alleen door haar voorbeeld, be heerschte en gelijkmatige humeuren kan maken, omdat ze geleerd hebben zich ervoor te schamen zich tegenover haar anders te toonen. Terwijl een vrouw, die zich zelf niet in de hand lieert, haar personeel opstandig en recalcitrant maakt en een verdriet is voorde van haar afhankelijke omgeving. Als de menschen maar eens leerden inzien, hoe veel het waard is, als de toon onzer meest gewone gesprekken goed en welwillend is; als ze het be lang er van begrepen zich aan te wennen \aneen situatie, die ze niet dadelijk doorzien, eerst altijd het goede te veronderstellen; als ze eraan dachten, hoe de gewoonte om alles zuchtend of morrend of slachtcffer-achtig te doen het eigen leven en dat der anderen bederft en hoe blijmoedigheid en bereidheid de eerste voorwaarden der wei-levens kunst zijn, dan zou het leven van den gewonen mensch er heel wat fleuriger uitzien. Ik denk, dat Mevrouw Franco Mendes In haar cursus, waarin ze zich bij het concrete, het daaglijksche houdt, ook over deze dingen haar licht zal laten schijnen. Moge het velen beredderigen Hollandschen huismoeders en daardoor vjlen Hollandschen gezinnen ten zegen zijn. A N N l E S A L O M O N S

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl