De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1924 5 april pagina 21

5 april 1924 – pagina 21

Dit is een ingescande tekst.

No. 2442 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 21 JEUGDWERK EN HUISVLIJT Reeds eenige malen heb ik in de gastvrije ko lommen van dit blad mogen wijzen op de groote beteekenis van de z.g. Vrije Jeugdvorming voor dezen tijd. Een der ernstigste grieven die door buitenstaanders tegen dat clubwerk van de rijpere jeugd wordt geuit is, naar ik meermalen mocht opmerken, wel deze: het maakt de jongens en meisjes zoo uithuizig; daardoor wordt het normale gezinsleven, dat toch al zoo'n moeilijken strijd om het bestaan moet voeren, geheel ondermijnd. Is deze klacht werkelijk gegrond ?Dit dient nauw keurig onderzocht. Want indien zij reden van be staan heeft, dan is het jeugdwerk daarmede ten eenenmale veroordeeld. Het gezin blijft de oercel van de groote maatschappij. Dit moet in de aller eerste plaats worden veilig-gesteld". En alles wat daaraan afbreuk doet, moet onverbiddelijk worden afgewezen. Het is mijn vaste overtuiging, gegrond op jaren lange ervaring, dat deze klacht den toets eener billijke critiek niet kan doorstaan. Meer nog dat dit jeugdwerk op den duur zal blijken te zijn een onontbeerlijk hulpmiddel bij den opbouw van een gezond gezinsleven. Dit aan anderen, aan buitenstaanders, duidelijk te maken blijkt evenwel lang geen eenvoudige zaak. Tal van aangelegenheden zouden daarbij ter sprake kunnen komen. Misschien dat wij ons doel bij velen nog het beste bereiken door te wijzen op het nut van den handenarbeid. In tweeërlei opzicht zal naar ik verwacht de handenarbeid een schakel kunnen vormen tüsschen gezin en jeugdwerk. Heel langzaam aan heeft de beweging voor han denarbeid in ons conservatieve landje terrein gewonnen. Ongeveer een halve eeuw geleden werd in dezen voor het eerst de stormklok geluid. Volkson derwijs" en de Maatschappij tot Nut van het Alge meen" propageer den en steunden deze actie, totdat in 1882 een zelfs tandige Vereeniging het werk kon overnemen. Weldra bleek voor ieder zonne klaar dat men met handenarbeid mee r beoogde dan alleen maar een propageeren van arbeid met de hand ver richt". Het was in eerste instantie een vraagstuk van schoolhervorming en is dat sindsdien gebleven. Weldra werden ~ tal van scholen ogericht of hervormd waar Handenarbeid als integreerend deel van het onderwijs in het programma werd opgenomen. Als wij nu bedenken dat deze proefnemin gen" reeds meer dan 30 jaar aan den gang zijn en al dien tijd hoogst bevredigende resultaten hebben afgeworpen, dan moet het ons wel pijnlijk verbazen dat de invoering van den Handen arbeid in ons land nog slechts zoo weinig vorde ringen heeft gemaakt en andere landen ons ver vooruit zijn gesneld. Een der hoofdoorzaken hier van was wel dat de politieke schoolstrijd ten onzent de aandacht en de belangstelling zoodanig in beslag nam, dat voor eigenlijke paedagogische her vormingen van eenigszins ingrijpenden aard noch stuwkracht noch geld overbleef. Dit bleek zelfs nog in 1920 toen Minister de Visser tevergeefs trachtte aan den Handenarbeid door zijn L.O. wet een officieel etiket te geven. De Kamer wilde dit vak slechts facultatief" erkennen. Het zal dus nog wel veel strijd en tijd kosten aleer de voorstanders hun doel op de L. S. zullen hebben bereikt. Zoo iets gaat bij ons, overeen komstig onzen volksaard, nu eenmaal langzaam. En wat het Middelbaar Onderwijs betreft: het doet wel vreemd aan in het verslag van het eerste Nederlandsche Congres voor Handenarbeid, in 1913 hier ter stede gehouden, te lezen dat uit de discussies een ding duidelijk gebleken is, n.l. dat de M.S. er ook aan gelooven moet en dat dit niet lam; meer zal duren". It 's a long way... .ook naar schoolhervorming ! Inmiddels is de Vrije Jeugdvorming opgekomen. En hier werd de Handenarbeid weldra als welko me gast binnengehaald. Wij willen daar een jong geslacht helpen opvoeden dat weer de handen uit de mouw kan steken, dat weet van aanpakken, voor wie beide deelen van het woord arbeids vreugde" levende werkelijkheid, stuwkracht ten goede zijn geworden. Geen arbeid zonder echte vreugde, geen vreugde zonder harden arbeid. Hier gelukkig geen voorgeschreven leer-programma's, geen exameneischen, geen star klassikaal verband met geforceerd werktempo, gelijk voor allen ; hier een terrein waar men kan trachten in elkeen het beste tot ontwikkeling te brengen wat hij bezit, zoowel lichamelijk, verstandelijk als geestelijk. Hier kan men een echte gemeenschap vormen, dat beteekent dus een arbeidsgemeenschap. En handenarbeid nam dus weldra een voorname plaats bij 't clubwerk in. Men zal er nu vooral op bedacht moeten zijn hier niet den school-handenarbeid" slaafs na te volgen, maar eigen wegen te zoeken. Zie ik goed dan zal men hier vooral de huisvlijt" weer in eere moeten brengen. Er is een karakteristiek verschil tüsschen den handenarbeid dien wij voor de school opeischen en de huisvlijt, het ouderwetsche knut selen". De handenarbeiders zijn zich van dit ver schil voortdurend zeer goed bewust geweest. Zonder eenig kwaad te spreken van die huisvlijt hebben zij van hun standpunt volkomen te recht toch steeds stelling tegen haar genomen en gestreden voor afzonderlijke erkenning. Zonder het te willen hebben zij daardoor aan de huisvlijt toch wel veel afbreuk gedaan. Deze raakte indiscrediet; de echte handenarbeid was zooveel dege lijker, grondiger. En het gezin ondervond daar van de nadeelen. Want hoe bevorderlijk was die genoegelijke huisvlijt, dat knutselen, niet voor de huiselijkheid ! Welk een sfeer van gezelligheid wis ten onze moeders en grootmoeders niet te scheppen door hun talenten op dit gebied, ledereen in de huiskamer, om de schemerlamp, druk bezig met touwknoopen, raffiawerk, breien (ook de jongens) rietvlechten, terwijl Vader een mooi boek voorlas: E. J. VAN SCHAICK MAKELAAR Korte Jansstraat 25"' - Utrecht WONINGBUREAU ASSURANTIES een bezoek aan deze tentoonstelling te brengen. Zij zullen er veel nieuwe ideeën kunnen opdoen en welke ouder zit thuis niet menigmaal met de handen in het haar? Zij zullen er veel leeren maar zij zullen er bovenal gaan beseffen hoe mede langs dezen weg een innerlijk gezond gezinsleven kan worden opgebouwd. Dr. C. P. GUNNING Een tuindorp van lucifersdoosjes vervaardigd het lijkt welhaast een idylle uit lang vervlogen tijden. Maar dit moet weer levende werkelijkheid worden en de jeugdbeweging zal ons daarbij helpeji. Deze jongens en meisjes zullen later als ouders in eigen kring weer de concurrentie kunnen doorstaan van bioscoop en danszaal. En ook thans reeds zal in het gezin doorwerken wat de club hun leerde. Maar cian denk ik ook nog aan een tweede. Naast de huisvlijt stond vanouds de htiiskunstvlijt, de oude nationale huis-kunstindustrie. Deze stond vroeger bij ons, zooals in de meeste noorde lijke landen, op hoogen trap. Maar de moderne machine, het fabriekswezen, heeft haar in knellende omarming doocigecirukt. Van het eerste ontstaan van de beweging voor Handenarbeid at' zijn er velen geweest die hoopten dat dit streven een herstel, een wederopbouw, van deze kunst ten gevolge zou hebben. Maar zij zagen weldra in dat de echte, paedagogische slöjd iets geheel anders nastreefde en dat men deze twe_e dingen streng gescheiden moest houden. Dat neemt echter niet weg dat zij wel bevruchtend op elkaar in zullen kunnen werken. Misschien dat de gunstige tijd daarvoor thans aanbreekt, door dat de vrije Jeugdvorming de huisvlijt weer in eere brengt. Het is een uiterst leerzame en interessante tentoonstelling, die door het Ned. Jeugdlei dersinstituut wordt gehouden. Het Museum voor Ouders en Opvoeders te Utrecht (wan neer zullen wij voor dit instituut in Amsterdam een eigen onderdak vinden?) stond een mooie collectie af. De samenwerking met deze vereeniging symboliseert op gelukkige wijze de synthese van huisgezin en jeugdwerk. Wij durven alle jeugdleiders en opvoeders, bo venal alle ouders, niet veel nadruk aan te raden, J. M. te W. Volgens een mijner kennissen behoort de mensch, omdat deze alles kan eten, tut de omniv/iren. Dit acht ik onjuist, want hoewel de mensch alles eet, zijn voor hem alleen vruchten rauw verteerbaar, ik reken daarom de mensch tot de jrnctivoren. Kunt n mij inlichten welke opvat ting de juiste is? De mensch is een omnivoor dier. Naar den aard van het voedsel, hetwelk de dieren gebruiken, onderscheidt men vleescheters (carni voren), planteneters (herbivoren) en alleseters (omnivoren). In nauw verband met 't voedsel, dat de zoogdieren gebrui ken, staat de in richting van hun darmkanaal en de bouw hunner tan den. In 't alge meen bezitten de plantenetcrs een veel langer en wij der darmkanaal cian de vleesch eters. Zoo is in 't hij/onder de blinde darm altijd bij cie vleescheters zeer kort, bij planteneU-rs lang. De menschenkies bezit ten j,eheel met een emailkap overdekte kroon; daar binnen en buiten zijde evenwijdige vlakken zijn bezitten u] een kroonvlakte, die deze vlakken verbindt. De kroonvlakte is bij den mensch van knobbels voorzien; wij hebben dus overdekte kiezen, en wel knobbelkiezen. De kiezen der vleeschetende dieren (kat wolf) zijn evenals die eer omnivoren (varken) overdekt; in dit opzicht komen zij dus met die van de mensch overeen. Bij de plantenetende dieren (herbivoren) vindt men op de kroon slechts meer of minder diep in het tandbeen inwringende mailplooien: overigens ligt liet tandbeen bloot. TRANSPORT Mij. H D L U H D", Weesperzijde 94, AMSTERDAM Telefoon 51271. Tel.-Adres Transport" VERHUIZINGEN, ook per gesloten auto verhuiswagens met aanhangwagen. Binnen een rayon van 8O Km. bespaart men Hotelkosten. BEHANGERIJ en STOFFEERDERIJ Machinale Stofreiniging. Bewaarplaatsen voor inboedels

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl