De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1924 5 april pagina 23

5 april 1924 – pagina 23

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VÓÓR NEDERLAND OEK We zaten in een restaurant Batavia a la mode! en aten een Chateau-Briand, bespoeld met wijn ('t was roode). Mijn huisvrouw kloeg bij elk gerecht: Wat is hier de bediening slecht....!" Toen sprak eenjnan met bruin gelaat van jaren in de'tropen: Wees blij, mevrouw.. ! Als 't beter gaat, Dan is 't hier afgeloopen !" Ik zei beleefdheidshalve: O !" Mijn huisvrouw echter vroeg: ,Hoezoo. Mevrouw" sprak onze tropenvrind het zWak van deze natie, die 'k ovrigens zoo kwaad niet vind, ligt in d'O rganisatie want.. was die goed.. mevrouw, meneer., dan at er hier geen Blanda meer !" Wij zwegen stil, en aten voort in diepe meditatie. En niemand wijdde meer een woord aan de organisatie.... En niemanfl uitte meer een klacht, . .hoewel 't dessert niet werd gebracht MELIS STOKE Teekeningen voor de Amsterdammer", door /s. van Mens DAGBOEK VAN EEN AMSTER DAMMER Den Hoog-Weledelgestrengen Zeergeleerden Heer Dr. van Aalst BRIEVEN Ik schrijf nooit in kranten, AAN want ik meen dat dit een GROOTE MANNEN, makelaar in koffie ? ik kom 37 jaar aan de Beurs en woon Valeriusstraat 541 ? niet betaamt. Wie zijn zaken fatsoenlijk en eerlijk doet, heeft dat niet noodig. Ik heb dan ook altijd opgemerkt, dat menschen, die zich met zoo iets inlaten, gewoonlijk slecht wegkomen. Ik heb al wat huizen zien vallen, die in de kranten schreven. Maar dezen keer moet ik een uitzondering maken, terwille van het Beurs-fatsoen. Ik heb gezien dat de Nederlandsche Handelmaatschappij de vorige week 100 jaar heeft bestaan en gelezen dat Koning Willem I de maatschappij oprichtte met de bedoeling, dat alle Nederlanders in de winst zouden deelen. Ik kom 37 jaar op de Beurs, ik spiegel mijn prin cipalen nooit wat voor want anders loopen ze terstond naar Busselinck en Waterman maar ik heb nog nooit een aandeeltje N. H. M. gezien, laat staan in handen gehad, zelfs niet op prolongatie. Er is op mij niets te zeggen. Ik ben fatsoenlijk getrouwd met een dochter van Last en Co, makelaars in koffie ik ben christelijk-historisch, betaal mijn belastingen op tijd en ga eiken Vrijdagavond naar de bioscoop, als de film voor onder-de-18-jarigen geschikt is. Dat van de Banken in Amsterdam niemand op uw feest tegenwoordig was, laat ik daar. Toen Last en Co. 50 jaar bestonden, bleven Busselinck en Waterman ook weg, maar dat zijn onderkruipers, dat zeg ik. Maar dat ik in honderd jaar geen cent heb uit gekeerd gekregen, dat valt me tegen. Zaken zijn zaken en als wij op de Beurs geen voorbeeld geven, wat blijft er dan over van de eerlijkheid en het fatsoen? En van het geloof? Daar blijf ik bij, die me teeken uw Hoog-weledelgestrengen-zeer- geleerden dienaar, BATAVUS DROOGSTOPPEL, Lid derfirma LastenCo. STUKKEN Het wordt OP STRAAT bij onze Mi nisteries een verderfelijke ge woonte. Tijdens de be roemde centralisatie der Giro woeien er dagelijks eenige honderden afre keningen uit een open staand raam van het Giro-gebouw, de straat op. Door een gelukkig toeval woeien de saldi niet mee. Nu vermelden de Haagsche bladen onder Gevonden voorwerpen"een pak brieven van het Ministerie van Buitenlandsche Zaken. Nergens is een geheim bater bewaard dan in het openbaar" redeneert minister van Karnebeek en hij zal het geheime Noordzee-tractaat met Engeland en de Skandinavische landen ach ter een boom hebben gelegd. Straks vinden ze de Vlootwet in een Haag sche vuilnisbak UIT HET KLADSCHRIFT VAN JANTJE DE VROUWELIJKE ONDER-HOPMAN: De Am sterdamsche Burgerwacht heeft Zuster Aagje Westerhóf, verpleegster van Hongaarsche en Servische gewonden en zieken, benoemd tot onder-Hopman. Gelijk tijdig staat in de kran ten dat de Burgerwacht 800 infanterie-geweren verdonkeremaand heeft. Zenuwachtige Amsterdammers leggen verhand tusschen beide feiten en vragen zich af of de onder-Hopman, gekleed in nauwsluitend grijs costuum met hoed met gouden kwast, soms van plan is bij de eerst volgende Raadszitting met 800 geweren het Stad huis in te nemen, den Raad wonderolie in te geven, wat zij als verpleegster zonder morsen doen kan, en de fascisten-monarchie uit te roepen. WAT Uit de debatten over de Oorlogsis begrooting BETER? De minister van Oorlog: ,,De heer van Zadelhoff sprak van een massa moord, doch dit is toch nog beter dan in massa vermoord te worden." Wat de inbreker, die op heeterdaad betrapt werd ook zei, toen hij het heele gezin van zijn cliënt overhoop stak. TE De politie te Delft heeft bij TECHNISCH? een boekhandelaar aldaar in beslag genomen het boekwerk ,,1'Aphrodite" (van Pierre Louys, uit 1896) dat voor het winkelraam lag uitgestald." Aldus een der bladen. Het boek zal voor de studenten der Technische Hoogeschool te technisch zijn geweest. GRANDS VINS DE CHAMPAGNE POL ROGER & Cie. Agent General: JAQER 8ERLINQS, Haarlem SHAW EN JEANNE D'ARC. Enkele flitsen van Shaw in zijn jongste werk over Jeanne d'Arc: Mirakels kunnen heel wonderlijk zijn voor hen die er getuigen van zijn. Voor hen die ze doen, zijn ze heel gewoon. De Joden geven gewoonlijk waar voor het geld dat ze ontvangen. Ze laten je betalen, maar leve ren de goederen. Mijn ervaring is dat de lui, die iets voor niets willen hebben, altijd Christenen zijn. Sommige menschen zijn geboren Koningen en sommige zijn geboren staatslieden. De twee gaan zelden samen. Het is alleen in de geschiedenisboeken en in de balladen dat de vijand altijd geslagen wordt. Een goed verdrag is tien gevechten waard. De vechtersbazen verliezen altijd bij de verdragen wat zij met vechten wonnen. CHRISPIJN Chrispijn Sr., die 5 April zijn 50DE jarig jubileum viert, is onder de FANTAST. collega's bekend om zijn wonder verhalen. Zoo vertelt hij: Ik loop te wandelen in de SchotscheHooglanden en kom zoo ook aan een der Fjorden. Ik zie een bootje liggen, en omdat ik nog al goed kan roeien, stap ik in en steek van wal. Maar de stroom krijgt me te pakken, ik drijf de zee in en tot overmaat van ramp breekt de eene roeispaan. Dan laat ik me op goed geluk maar drijven, den heelen nacht door. Den volgende morgen zie ik land... en weet je, waar ik aankwam. In Elseneur, vlak bij 't graf van Hamlet, ik heb er nog aarde van meegebracht ! Van spoorwegongelukken gesproken, ik heb er eens een meegemaakt. Vlak bij Rotterdam. Toen de botsing kwam, je weet ik ben nog al vlug, had ik de gelegenheid uit de coupéte springen. Het regende en toen ik van den schrik wat bekomen was, hoor ik een juffrouw, die de beide beenen waren afgereden, maar steeds roepen: M'n paraplu, waar is m'n paraplu !? In Indiëkomt een meneer bij den Sultan van Solo en vertelt hem, dat in zijn bergen een groote goudader is ontdekt, waarvoor eenige honderd duizenden noodig zijn om die te exploiteeren. De Sultan wil zich eerst overtuigen en gaat met den man de bergen in. Al van verre glinstert hem een grooten goudader tegen. De man krijgt een groot kapitaal, om in Europa een Exploitatie-Maat schappij op te richten en verdwijnt. Na een paar maanden wordt de Sultan ongerust en gaat eens in de bergen, waar geen spoor meer van een goud ader te ontdekken is. Wat was het geval? De man had een dubbelloopsgeweer vol met goudpoeder geladen en dat tegen de bergen geschoten, (Ie regen had natuurlijk alles er weer afgelumld.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl