De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1924 5 april pagina 4

5 april 1924 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

4 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND No. 2442 l y. 'i n f k V-J DE INTERNATIONALE TENTOONSTELLING VAN ARCHI TECTUUR EN TOEGEPASTE KUNST PARIJS 1925 EN NEDERLAND DE NIEUWE VLOOTWET Teekening voor de Amsterdammer" door Jordaan Het valt moeilijk te zeggen, van hoe onbereken baar nut deze tentoonstelling voor de algemeene evolutie zal kunnen zijn. Betreft dit op de eerste plaats Frankrijk zelf, in niet veel minder mate geldt dit voor alle overi ge landen. De durf van den opzet dezer internationale ex positie verdient bewondering. Want is men er wel voldoende van doordrongen, wat het voor een land als Frankrijk zeggen wil. een tentoonstelling te organiseeren, waaraan het navolgend beginsel ten grondslag ligt? Uitsluitend werken van hernieuwde inspiratif en van wezenlijke oorspronklijkheid zullen wor den geëxposeerd. Al wat naar namaak zweemt, ml streng worden geweerd. Dergelijke woorden klinken tegenwoordig zoo gewoon, zoo vanzelfsprekend voor onze ooren, zou men bijna zeggen. En toch zijn zij voor Frank rijk zoo oneindig veelzeggend; want zij luiden voor dit land niet meer of minder dan een nieuwe Aera der Architectuur en der Toegepaste Kunsten in. Tot nu toe is Frankrijk, met zijn hoofdstad Parijs als middelpunt, het wereld-centrum van alle stijlnamaak; en zelfs van de beste stijlnamaak, in zooverre het de technisch-onberispelijke uit voering, de juistheid der oude vormen en het kost baar aanzien der voorwerpen betreft; het was en is de grootste en voornaamste, ja, DE Hofleverancier der wereldmarkt van de even conventioneele als geestelooze, alom verspreide dure luxeartikelen. Bedenkt men wel voldoende, wat het voor dit land dus beteekent, met de oude, maar financieel zoo uiterst voordeelige sleur eindelijk te willen en ' durven breken? Al wat vermogend, maar geestlijk onontwikkeld is (en dit zijn helaas niet uitsluitend les nouveaux Riches" of de O. W.'ers) haakt steeds, nog naar afgeleefde praal; en deze is den meesten eerst den het toppunt van schoonheid, zoo zij direct van Parijs komt. Het kan er maar niet van scheiden; intuïtief klampt zich de arme ziel vast aan dien ?verganen glans Nog steeds zijn het de Louis XIV-, de Louis XV- et XVI- endeEmpire-voor?werpen, welke te Parijs in werkplaatsen die geheele stadskwartieren beslaan, bij wagonladingen dage lijks vervaardigd worden en aan duizenden vak lieden het onderhoud verschaffen. Millioenen en millioenen worden omgezet in deze holle praal; en voornaamlijk naar de overzeesche gewesten der Nieuwe Wereld (zonder! inga contra dictie !) worden deze artikelen bij scheepsladingen geëxpedieerd. Hoe zou men ook een respectabel millioenair of milliardair kunnen zijn, zoo men geen paleizen bezat met deze vergulde namaak volgepropt. En voor de Bouwkunst geldt hetzelfde. Hoe ongelooflijk het ook schijnen moge, echtmoderne gebouwen, bouwwerken, sprekend van deze allerwege herlevende kunst, worden in Frank rijk nog niet gevonden. Het land, dat eenmaal in zijn kathedralen het hoogste voortbracht, dat het Westersch genie te scheppen vermocht, gaf niets dan namaak gedurende een tijdperk van vijf eeu wen. De werken der vrije beeldende kunsten daar van uitgezonderd. Enkele welgemeende, doch te zwakke en daardoor spoedig doodgedrukte pogin gen buiten beschouwing gelaten, bleef het steeds bij het eindeloos herhalen en varieeren der schep pingen der klassieke tijdperken. Welnu, door deze officieel erkende internationale tentoonstelling wordt dan eindelijk de eerste grootsche poging gewaagd, met dit den geest van dezen tijd onwaardig bedrijf eindelijk te breken. Indien zich in Frankrijk een machtige strooming tegen dit streven naar herleving, hernieuwing, ver jonging verhief, zou dit geen verwondering behoe ven te wekken. Velen toch zullen er een ernstige bedreiging van hun bestaan in zien niet alleen; doch ook van hun thans nog zoo overschatte wereldreputatie. Maar dat een dergelijk verzet op den duur wel degelijk ongerechtvaardigd blijken zal, behoeft geen betoog. Want deze herleving zal op de eerste plaats in het welbegrepen eigenbelang der Fransche kunst ambachten zelf zijn; daar deze beroepen, wat de technische uitvoering betreft, steeds nog waarlijk superieur werk leveren. De Franschman bezit ge lukkig nog in hooge mate de onschatbare eigen schap, een voorwerp om-zich-zelfs-wille zoo goed mooglijk tot stand te brengen. ,,L'esprit de l!Artisan réel", die geest der kathedralenbouwers, is.ripg piet afgestorven. De handelsreiziger: ,,'Res kijken of ze me de achterdeur óók uitgooien!" Ontstaat er dus een herleving van beteekenis, dan behoeft hij er niet bevreesd voor te zijn, zijn ouden, geeikten roem spoedig herwonnen te heb ben! En hier staat dan tegenover (hetgeen werklijk tenslotte wel het onvermijdelijk gevolg dier eeu wige oude stijlnamaak wezen moest) dat men over de geheele wereld eindelijk óók uitmuntend leerde, de kostbare Louis'tjes" en ,,Napoleonnetjes" uitstekend na te bootsen Men is hierin tegen woordig allerminst meer van Frankrijk afhankelijk .... De Franschen mogen hierin dan nog meester zijn, de buitenlandsche concurrenten zitten hen bedenkelijk dicht op de hielen. Hierbij komt nog, dat het voor het thans over wegend protsendom er minder op aankomt, of het voorwerp wel absoluut zuiver ,,in stijl" is. Het ziet dat toch niet; die vermeende zuiverheid wordt hem wel door zijn leverancier aan 't verstand ge praat. Maar wat het ergste is, ook deze lieden be ginnen de smaak van het moderne" te pakken te krijgen. Langzamerhand worden ze er als 't ware verzot op. En van het eene uiterste in 't andere ver vallend, kan het velen nu niet modern" genoeg zijn, 't komt er niet meer op aan, wat en hoe het is; als het er maar niet uitziet als 't gewone. Ach, arme ! Zij hebben eenmaal de wereld-klok hooren luiden en kunnen niet meer ontkomen aan heur gebrom; ,,Mo-dern, Mo-dern" galmt het alom; hetgeen uit gebarsten klokken bedenkelijk bedrieglijk als ,,Mod-dern" klinkt. Wie tegenwoordig nog oude stijlnamaak verlangt wordt niet meer voor compleet aangezien. Dat is een oude sok. En zoo sterft zij dan vanzelf den eigen roemloozen dood, deze schijnbaar eindelooze kunstnavolging. (Maar naar men ziet, helaas niet door zuiver ideëele overwegingen uitsluitend !). De Franschen leerden dit nog intijds inzien. Wanneer men nu bedenkt, dat dus het menschdom als geheel genomen zich van stijlnamaak af wendt en zich er zelfs onmiskenbaar afkeerig van begint te toonen, dan behoeft men het den Fran schen geest allerminst als een opoffering aan te merken, dat hij ernstig naar wat anders zoekend is. De Franschen zijn hierin dus geen martelaars van den nieuwen geest ,Laat ze maar loopen !" zouden we., indien dit niet zoo oneerbiedig klonk, J. S. MEUWSEN, Hofl. A'DAH-R'DAH-DEN HAAQ DE BESTE HOEDEN IN HOLLAND zeggen. Laat ons dus liever constateeren, dat ook zij ervan doordrongen werden, dat de bakens die nen verzet nu het tij verloopt. Maar hierin juist schuilt de ontzettende moeilijkheid en maakt, wat velen ernstig naar deze komende tentoonstelling doet uitzien. Want willen (al vormt het de eerste stap tot bereiken) is nog geen kunnen. Wat zal Frankrijk der wereld als werklijk jong, hernieuwd, herleefd hebben aan te bieden? Ofschoon we taamlijk goed op de hoogte zijn van hetgeen op 't gebied der architectuur en der toegepaste kunsten op 't moment over de wereld geschiedt, zouden we op deze gewichtige vraag geen afdoend antwoord durven geven. Wél weten we, dat ook in Frankrijk door jonge krachten ern. stig en hard gewerkt wordt. L'esprit nouveau" dringt door; zoodat we vol hoop en vertrouwen Pijn in den rug, Verkoudheid, Rheumatiek. Goed en blijvend resultaat. P. DE PAUW, O. Z. Voorburgwal 162, Amsterdam, schrijft: Gedurende eenige maan den had ik aanvallen van rheumatiek in de armen gehad en geen medicament bracht mij eenige hulp, totdat mij TOGAL-tabletten werden aangeraden. Bij het gebruik van de eerste flacon voelde ik mijn pijnen verminderen, en na de TOGAL-tabletten nog een tijdje gebruikt te heb ben, was ik geheel genezen. In het geval ik er nog eens last van mocht krijgen, zal ik dadelijk weer een flaconnetje TOOAL-tabletten gebruiken. Me j.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl