Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
No/2442
VANJCHA1CKT
MEUBELTRANSPORT-MI \
BERGPLAATSEN v. INBOEDELS
BINNEN-EN BUITENLANDJCHE
TRANSPORTEN i
OVERBRENGEN j
v.MEUBILAIR OOK PER AUTO TAPISSIEBE
BOOTKSTRAAT, UTRECHT. TEL.f63
10/15 P.K.. 4 pi. 15/20 P.K. 6 pi.,
iihul Cmplut
P.K., B pi.
f3500.?f5200.?f6200.
J. LEONARD LANG, AMSTERDAM
Motor- on Zeiljachten
TE KOOP, In dl verse grootten en prijzen.
Lijst van In commissie staande
vaaituigen gratli en Jranci toegezonden.
BlNGHA/t A LUOT
APD. JACHT AGENTUUR
Slepersv«si 1 Rotterdam
DEZEN ZOMER NAAR DE
.m Uilioo
Vraagt gratis Programma bij de
eenige officieel e passage-agenten
THOS. COOK & SON
AMSTERDAM
Vljgendam 10 en In het Amstel Hotel
WET OPSTAAN DEN BUITENBAND, .-«
HERSTELT" oy PLATVOET
O.A.MASSING.
O.Z.VOQABUR6WAI. 334
V6 HET BIN NEN6ASTMU'S ?
ONTVANGEN EEN NIEUWE PARTIJ
COBONA,SHORT CORONAS
De Short Corona wordt (in tegenstelling met Petit Coronas) van gelijkwaardige
tabakken gemaakt als de Coronas, is echter iets korter, en daardoor lasser in prij?.
j VERPAKT IN THE NEW AIR VERTICAL PACKING.
? /\ LJ A GdtT A IVID 23 Glashaven - Telefoon 7347
> \*m nMOEIVMlTlr ROTTERDAM
IMPORTEUR VAN HAVANA SIGAREN
BIJKOMSTIGHEDEN
CXIX
Een van de vele aardige opmerkingen uit dat
allerbekoorlijkste boekje van Carry van Bruggen,
dat den weinig opvallenden titel: Het huisje
aan de sloot" draagt, is deze: Wat is vergeten
toch heerlijk! Zonder het vergeten zouden er
veel minder verrassingen wezen , door het ver
geten is het leven altijd nieuw. Wanneer in het
najaar de boomen gesnoeid zijn, zoodat de
duiventil van het overpad en de eene molenwiek ver-weg,
meestal in nevel, en een smalle baan van de
blinkende vaart, als van achter een weggeschoven
gordijn te voorschijn komen.... dan merk je
eiken keer opnieuw dat je den heelen zomer aan
de duiventil, de molenwiek en de vaart niet meer
hebt gedacht.... en dan ook pas valt het je
ineenen in, hoe je in het voorjaar, toen langzaam
aan het loof dichter werd, je nog zóó hebt voor
genomen ditmaal aan den duiventil, de molenwiek
en de vaart trouw den zomer door wel te blijven
denken. Het hielp niemendal , nog geen acht
dagen nadat het gordijn zich gesloten had, was
je alles wat er achter zat, vergeten maar
geen week nadat het openging, en je kunt je al niet
meer begrijpen dat het ooit gesloten hing voor den
duiventil en den molenwiek en de vaart in de
verte. Het hoort er weer bij, het is niet meer weg
te denken.... en dat is het natuurlijk juist,
waardoor het vergeten komt dat alles altijd
schijnt te moeten zijn, juist zooals het is. In de
winter lijkt de winter vanzelf te spreken, in den
zomer de zomer, zoolang de kachel staat, heb je
moeite aan de kamer zonder kachel te denken ,
is de kachel -weg, dan kun je nauwelijks gelooven
dat hij ooit weer komen zal. Het is een vreemde
geschiedenis met dat vergeten van wat je toch
best zoudt kunnen onthouden en met dat niet
gelooven, van wat je natuurlijk heel goed weet
dat het altijd na den zomer weer winter wordt
en dat dan vanzelf ook de kachel terug komt in
de kamer. Maar heerlijk is het vergeten ook, want
nu loopt het heele jaar door van de eene verrassing
op de andere".
Die heerlijkheid" van het vergeten hebben we
allen juist weer beleefd, nu de lente eindelijk haar
crocusjes heeft gestuurd, en nu aan alle struiken
de kleine knoppen zwellen. Hoe hebben we naar
haar gehunkerd in dezen eindeloozen winter met
telkens wér sneeuw en wér vorst; hoeveel don
kere ochtenden, als de vogels in den tuin zielig
over den bevroren grond hipten en in de triestige
ontbijtkamer alleen het zonnetje van het
waxinelichtje een beetje fleur bracht, hebben we ons
getroost met de gedachte aan den tijd, als de zon
ons weer uit ons bed zou schijnen; als de merel
in den laten middag'op het dak aan den overkant
zou zitten zingen, zoodat je zijn donker lijfje trillen
zag tegen de lichte lucht; als de wegen weer droog
zouden zijn en je, zacht voortglijdend op je fiets,
weer van de wijde wereld bezit zou kunnen nemen,
na de wintersche gebondenheid aan stad en
tram Maar dat alles bleven toch woorden voor
je, die hun eigenlijke bezieling misten; het was
een troost, die je hart niet raakte, omdat hij niet
uit het hart kwam; je kon je toch eigenlijk niet
voorstellen, je kon toch eigenlijk niet voelen,' hoe
het zijn zou, als het nu eindelijk weer eens lente
zou zijn.... Tot je een ochtend in den trein zat,
en ineens zag, dat het water in de vaart rimpelde
en stroomde en bewoog in de zon, en den boei"
van het ijs gebroken had.
Dat was een emotie ! Je had nooit geweten,
dat stroomend water zoo belangwekkend, zoo
mooi, zoo ontroerend kon zijn. Hoe hadden lange
maanden van doodsch en onwrikbaar ijs je ziel
tot deze verrukking moeten opvoeden, en hoe
hadden maanden van kou en kommer je hart
moeten bereiden tot de overstelpende vreugde
om het bruin worden van de wilgen, om de lieve,
blanke lammetjes in de wei, om bloeiende
elzenkatjes en voor het eerst weer eten bij daglicht;
om een zoel, welig regentje, en den geur van ont
dooide aarde.
En in die stemming van zoete, grijze lente zijn
we naar Antwerpen gegaan om Streuvels te vieren,
die vijf- en twintigjaar lang voor ons heeft willen
schrijven, en die zelf als een grijze lente is: fijner
en stiller dan in zijn jeugd, maar zoo ongerept
als de aarde, waarop het voor het eerst weer
geregend heeft; argeloos en ernstig als een kind;
een van de zeldzame uitverkorenen, zooals bij ons
Jacobus van Looy, die het piet noodig gehad
hebben eerst op dwaalwegen te geraken; die het niet
noodig hebben gehad zich in leed en zonde te ver
diepen", maar die recht en klaar de kunst en het
leven hebben gediend.
En dan denk ik aan dien anderen grooten
Vlaming, Herman Teirlinck, die den meesten van
ons Noorderlingen waarschijnlijk meer verwant
is in zijn gecompliceerdheid en zijn verdeeldheid,
dan de natuurlijke zuiverheid van Streuvels;
hij, die bewust naar de natuurlijkheid, naar het
volksche terugwil, zooals bij ons, op ander gebied
en in andere proporties, Adama van Scheltema
dat heeft gewild; beide symbolen van den moder
nen mensch in het algemeen, die de eerste helft
van zijn leven pleegt te besteden om, met harts
tochtelijke inspanning, zooveel mogelijk kennis
te verzamelen, zich zooveel mogelijk van zijn
droomerige onwetendheid, van zijn instincten
te bevrijden, zooveel mogelijk los te worden van
zijn omgeving, als een anders voelende, hoogere
persoonlijkheid, en zooveel mogelijk te begrijpen,
te beheerschen, met zijn intellect te doorgronden;
terwijl de tweede helft vrijwel vergaat in vertwij
felde pogingen om nog iets van die, eens verachte,
onwetendheid, om nog iets van de, eertijds
verguisde, instincten terug te vinden, zich weer
aan te passen aan zijn omgeving, en met haar
weer eensvoelend te worden. Hij kent na zijn in
tellectualistische orgieën nog maar n gebed:
Heer, geef mij mijn onnoozelheid weer".
Van dezen tweespalt heeft Teirlinck in een be
wogen rede gewaagd, die, ofschoon zijn woorden
niet geheel klaar wilden worden, ons toch roerde
om den gelijken strijd, het gemeenschappelijke
leed, die we er uit raadden. Maar tegenover hem
zat Streuvels met zijn scherp, stil gezicht, en wij
voelden: zoo gaaf kan iemand ook door het leven
gaan". Het was beide mooi.
Antwerpen is een stad, die goed herinneringen
bewaart. Ik denk, dat, wie in Berlijn iets beleefd
heeft en hij komt er na een jaar terug, die vindt
zijn droom vervlogen, verstoven door het felle
leven. Maar in Antwerpen met zijn stille straatjes,
met zijn schemerige Kathedraal en de statie van
zijn breede avenue's, daar blijven onze souvenirs
hangen aan een primitief Madonnabeeldje, tegen
een ouden muur, in den geur, die van de Schelde
waait, en we vinden ze terug met een dankbaar
hart, zonder bitterheid, omdat elke gave herinne
ring een kostbare schat is, en omdat, hoe ouder we
worden, hoe dieper we de waarheid beseffen van
het dichterwoord: Ewig bleibt uns tiur
Verlor'nes".
ANNIE SALOMO N s
Hotel DUIN EN DAAL BLgJÏLEN
CENTR. VERW. PRIVÉBADKAMERS
VASTE WASCHTAFELS ..