De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1924 12 april pagina 15

12 april 1924 – pagina 15

Dit is een ingescande tekst.

No. 2443 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 15 NIEUWE DUITSGHE BOEKEN l r, \ , HEINRICH MANN: Diktatur der Vernunjt. (Verl. Die Schmiede, Berlin, 1923). RUDOLF KAYSER: Die Zeil ohm Myihos (id.) WILLY HAAS: Das Spiel mit dem Feuer (id.). De meest kenmerkende eigenschap der hedendaagsche Duitsche litteratuur is mischien wel haar voorliefde voor actueele vraagstukken. De stel ling die, voor en tijdens den oorlog, slechts door een klein groepje de z.g. activisten werd verkondigd: dat kunstwerken slechts groot.zijn als uitbeelding van belangrijke ideeën, heeft in den nood der tijden onverwachten weerklank ge vonden. Vele schrijvers van naam daalden uit hun ivoren torens af naar het woelige forum. De behandeling van actueele problemen werd niet langer minachtend overgelaten aan mindere rangs romanciers en publicisten en er zijn in den laatsten tijd in Duitschland tal van romans, no vellen-bundels en essais geschreven, die bewijzen, dat actualiteit zeer wel vereenigbaar is met een goeden litterairen smaak. Bij denzelfden uitgever waar de hier onlangs besproken ideeën-roman van Otto Flake verscheen, zijn thans drie bundels essais uitgekomen, waarin het in dien roman aan de orde gestelde probleem: de toekomst van Europa's cultuur, in soortgelijken geest nader wordt behandeld. Flake sprak in zijn boek aanvankelijk van een Diktatur des Geistes", die Europa uit den chaos ?zou moeten redden. Later maakt dit denkbeeld bij hem plaats voor een ruimer ideaal: de innerlijke bevrijding der komende generatie. Ook Heinrich Mann overweegt de mogelijkheid om de jongeren zoo te leiden, dat zij Europa een nieuwe cultuur kunnen brengen. Ook hij wenscht niet langer een Diktatur des Geistes". Hij doet nog slechts een beroep op het gezond verstand van geheel Europa, om hoe dan ook een einde te maken aan de verwarring. Het Communisme zou misschien redding kunnen brengen meent hij maar slechts door een geleidelijke verwezenlijking, zonder geweld. De geestelijke nood is echter te dringend om daar op te wachten. Kan een herleving der Katholieke Kerk sneller tot het gewenschte doel voeren, vraagt Mann ver volgens Wir sollten Jugend hinein schicken. Heranwachsende, die unser Wort, zuerst unseres, gehort haben und es als Priester wiirden fortklingen lassen. Das frische Leben ware von unten, aus den Wurzeln durch die ganze Hiërarchie zu schicken " Maar Europa kan ook daarop niet wachten. De geestelijke leiders in Frankrijk en Duitschland moeten daarom nogmaals, zooals tijdens de kruis tochten en in 1789 (!?), samenwerken om zelf een Kerk" te stichten, die het werelddeel zal redden, luidt schrijver's vage en ietwat zonderling geformuleerde conclusie. Minder idealistisch oppervlakkig is Kayser's voortreffelijk geschreven studie: Die Zeit ohne Mythos". Evenmin als Heinrich Mann gelooft Kayser dat de Europeesche cultuur per se tot den ondergang is gedoemd, dien Spengler voorspeld heeft. Wir haben uns in Hiobsbotschaften, in rationalistischen Zukunftrezepten und in prophetischen Weissagungen zu sehr verschwendet", meent hij. Zijn doel is daarom slechts den huldigen toestand en zijn wordings-geschiedenis critisch te bezien. Nergens polemiseert hij rechtstreeks met Speng ler. Hij gaat zijn eigen weg en komt aldus tot een scherp geformuleerde analyse van de tegenwoordige geestelijke malaise, die wellicht vruchtbaarder zal blijken dan Spengler's pessimisme. Bij dergelijke studies, die uiteraard meer dich terlijk interpreteerend, dan zuiver wetenschappe lijk zijn, komt het meer aan op de helderheid der visie dan op de argumenten zelf. Men kan daarom zeer goed erkennen, dat Spengler's materiaal heel wat solieder is dan de ietwat precaire bouw stoffen waarmee Kayser werkt en toch aan diens kleine boekje den voorkeur geven, boven de twee dikke deelen van Spengler's UntergangdesAbendlandes", zooals het mogelijk is een klein doek, waarop met uiterst eenvoudige middelen een gedachte helder is uitgedrukt, te verkiezen boven «en reusachtig schilderij, rijk aan degelijk gedocu menteerde détails. Kayser gaat uit van de praemisse dat de huidige inzinking der Europeesche cultuur de laatste con sequentie is van de vergissing", die de renaissance beging toen zij den mythischen levens-stijl der middel-eeuwen vernietigde, om daarvoor in de plaats het individualisme te stellen. Hij gaat dan na hoe aan deze individualistische Idee, geleidelijk alle waarachtige, innerlijke vrijheid ten offer moest worden gebracht Es ist aus dem individualistischen Gedanken und der Unmöglichkeit, seine letzte Konsequenz, die Anarchie zu ziehen, ein System entstanden, dessen Zweck es ist, die notwendig gewordenen sozialen Bindungen als Konzessionen herzustellen, aber nicht wie im Mythos ber dem Menschen, sondern als rein technische Bindeglieder, zwischen ihnen. Dies System ist die Legaliteit". Dit stelsel heeft geen scheppende kracht, zooals de mythe, het is slechts een surrogaat, een stelsel van hulpconstructies, die den innerlijken mensch niet beroeren, geen overgave eischen, maar slechts nuchtere plichtsbetrachting. Het fictieve dezer oplossing bracht de eene mislukking na de andere Wir kamen iibêr sie leidlich hinweg, solange die psychologischen Möglichkeiten noch nicht erschöpft waren und Machtverhaltnis, autoritat oder die verscheidene Bewertung der Erkenntnisquellen (Vernunft, Erfahrung) oder der radikale Anarchismus des laisser faire, laisser aller" oder das relativistische Prinzip des Historismus uns Ersatz für den fehlenden Mythos boten. Aber die Stunde muszte kommen, wo diese Möglichkeiten zu Ende waren". Toen het zoover met Europa gekomen was dat zijn cultuur in volkomen nihilisme dreigde te ontaarden, werd nogmaals een poging gedaan om een nieuwe mythische levensbeschouwing op te bouwen: het materialisme. De universeele stof moest als mythe de plaats van den universeelen geest innemen Aber der Teufel fühlt sich im Weihrauch nicht wohl. Der Orgelton der Maschinen wird die Nebentöne von Alltag, von Menschen not und qual und ohnmachtigen stadtischen Abenden nicht los. Kein Gebet um Erlösung aus dem harten Dasein des Stoffs kann unerhörter bleiben als wenn es derZentralgewalf dieses Stoffes sich zuwendet. So ward der Ausblick vom Alltag in gröszere Festlichkeit schnell wieder geschlossen, das Leben eingemauert in die Tabellen der Laboratorien und Aemter, in Staat, Statistik und Wirtschaft". Na dit laatste, beslissende echec is de moderne Europeesche beschaving snel bergafwaarts ge gaan, tot aan het tegenwoordige nihilisme dat, volgens Kayser, de failliet-verklaring van het renaissance-individualisme beteekent. Hier toont Kayser zich echter optimist. Hij gelooft dat het zich steeds meer verbreidende in zicht in deze katastrophe, als onvermijdelijk gevolg der Mytholosigkeit", de nieuwe mythe zal bren gen, omdat uit den hoogsten nood mits deze slechts waarlijk gevoeld wordt steeds weer een verlossende mythe wordt geboren. Met nadruk waarschuwt hij echter tegen over haasting en tegen overdreven verwachtingen van een uit het Oosten geïmporteerde levensbeschou wing. De innerlijke bevrijding moet de eerste stap naar het nieuwe geloof zijn. Het Oosten kan daarbij als voorbeeld behulpzaam zijn, maar de Euro peesche cultuur moet zuiver Europeesch blijven of zij heeft afgedaan. Kayser acht deze innerlijke bevrijding mogelijk geworden door de ineenstorting van het verstarde Legalitat-system". Het groote gevaar is z.i. echter dat de half-bevrijde krachten terstond weer door theosophie en soortgelijke oud-nieuwe" dogma's worden gebonden. In de laatste hoofdstukken van Die Zeit ohne Mythos" bespreekt Kayser de verschillende nu ances der hedendaagsche Europeesche cultuur", waarbij hij een interessante critiek geeft op het bolsjewisme, dat, na zelf met Westersche methodes de Russisch-Byzantijnsche mythe te hebben ver nietigd, de Russische,,Mythos vom Proletarier" aan het Westen wilde opdringen. Overigens lijkt mij Kayser's poging om de moge lijkheid der door hem verwachte innere Befreiung des Menschen" binnen het kader der huidige Europeesche verhoudingen aannemelijk te maken, niet bijzonder geslaagd. Latijnsche vormtraditie, Angelsaksich pragmatisme en Slavische gevoels mystiek noemt hij als de componenten van het Europeescheparallelogram van'krachten. Deutschland liegt zwischen den dreien, nein in allen zugleich", zet hij daarbij tusschen haakjes. Maar daarmee glijdt hij wel wat al te gemakkelijk heen over het netelige conflict DuitschlandFrankrijk, zoodat zijn conclusie: Aus der Relativitat dieser aufeinander bezogenen Zentren absolutiert sich der europaische Gott", meer dan een reden tot twijfel laat. Men ontkomt tenslotte niet aan het gevoel dat vooral juist dit probleem dient te worden opgelost alvorens er iets met zekerheid te zeggen valt omtrent de cultureele toekomst van Europa. Een poging daartoe heeft Willy Haas gedaan in zijn Spiel mit dem Feuer". B De zienswijze welke Haas in zijn diepgaande (misschien wel wat al te diepzinnige) studie Deutschland-Frankreich" ontwikkelt, is, wat het oordeel omtrent de cultureele beteekenis van het moderne Frankrijk betreft, een geheel andere dan die van Kayser. Kayser meent, dat het zwaartepunt der EuroHotel DUIN EN DAAL CENTR. VERW. PRIVËBADKAMERS VASTE WASCHTAFELS peesche verhoudingen zich reeds sedert verschei dene decenniën van den Rijn verplaatst heeft naar de lijn Londen?Chicago. Hij kent een over wegenden invloed toe aan het Engelsch-Amerikaansche pragmatisme. En daar hij aanneemt dat in Duitschland (volgens hem zwischen dendreien" gelegen) die sterkste tendentie zou overwegen, schijnt hij in de geestelijke" hegemonie van Duitschland op het Europeesche continent te gelooven. Haas daarentegen laat in zijn studie over de ver houding tusschen Frankrijk en Duitschland den Engelsch-Amerikaanschen invloed geheel buiten beschouwing. Hij is blijkbaar van oordeel, dat dit pragmatisme een factor is, die nauwelijks mettelt wanneer er sprake is van cultureele verhoudin gen. Voor hem gaat het hoofdzakelijk om de tegenstelling tusschen de oude Oostersche en Westersche tendenties, d.i. tusschen Rusland en Frankrijk. Duitschland staat, volgens Haas, tusschen die beide levensbeschouwingen in: het aanvaardt beide oplossingen, doch steeds onder protest. Der Deutsche ist auf alle Fa'lle Protestant", zegt hij. Het Germaansche ras is voor Haas een soort instrumentum diaboli", dat, tot driemaal toe, de Latijnsche oplossing van het Europeesche cultuur-probleem heeft verstoord: door de volks verhuizing, die het imperium romanum vernie tigde, door het protestantisme en door de coalitieoorlogen. Haas, die ook in zijn andere essais toont de moderne Fransche cultuur beter te begrijpen (en te kennen !) dan de meeste Duitschers, verheelt zich niet, dat zelfs de radicale geestelijke leiders in Frankrijk nog altijd vasthouden aan de Latijnsche vormtraditie. De oplossing, die Frankrijk heeft gevonden om het individualisme voor anarchie te behoeden, is z.i. nog altijd een levenskrachtige, niet een in Legatitat" verstard systeem, zooals de Duitsche. Daarom acht hij het voortbestaan van een afzonderlijke, conservatieve Latijnschu cultuur tegenover de radicale tendenties van het overige Europa geenszins uitgesloten. Dat Duitschland naast de Russische oplossing van het cultuur-probleem (de gevoelsmystiek) ook de Fransche (de vormtraditie) aanvaardt, maakt, volgens Haas, dat Frankrijk en Duitsch land steeds weer elkaar zoeken. Dat Duitsch land beide oplossingen slechts protesteerend" aanvaardt, verklaart z.i. dat die affiniteit telkens weer door conflicten wordt verbroken. Als critische aanvulling van Kayser's beschou wingen is deze studie wel is waar van belang, doch Kayser verdient stellig de meeste aandacht. Tus schen het ietwat lichtvaardige optimisme van Manu en dit a! te sceptische Spiel mit dem Feuer" weet hij met zijn opbouwende critiek het juiste midden te bewaren. Wir mussen aufhören all zu glaubig, zu leicht- und zu schwerglaubig zu sein," zegt hij in zijn inleiding. Een raad waar mee zijn beide geestverwanten hun voordeel kunnen doen. CHR. DE GRAAFT OLDENKDTT» TABAK

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl