Historisch Archief 1877-1940
No. 2443
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
17
Pottenbakkerskunst, door Dr. H. J. VAN
GELDER. Uitgave: W. L. en J. Brnsse's
Uitgevers Mij.
In de serie: de Toegepaste Kunsten in Neder
land," een reeks monografieën van hedendaagsche
Sier- en Nijverheidskunst, is thans verschenen
het boekje dat handelt over Pottenbakkerskunst.
Bij een dertigtal zeer geslaagde afbeeldingen
geeft de schrijver in een kort, doch zeer goed
gedocumenteerd, bestek, een overzicht van hetgeen
er op dit gebied in ons land door de verschillende
ceramische kunstenaren geboden werd.
In een historisch overzicht wordt samengevat hoe
na een tijdperk van verval, de herleving plaats
vond der door een groot verleden gedragen potten
bakkerskunst en hoe een der Delftsche fabrieken
ondanks vele moeilijkheden was blijven bestaan.
In 1876 werd deze werkplaats gekocht door een
jong ingenieur, Joost Thooft, die droomde van
de mogelijkheid om op de oude Delftsche tradities
voortbouwend tot de wedergeboorte eener
Nederlandsche Ceramische kunst te komen".
Zoo werd de grondslag gelegd voor deze herle
ving waartoe later vele kunstenaren, de een meer
begaafd dan de ander, doch in elk geval naar beste
krachten en naar mate van elks eigen talent,
hebben medegewerkt. Van velen geeft het boekje
een biografische aanteekening, die tegelijker
tijd een karakteristiek behelst welke voor den
arbeid van den kunstenaar gelden kan.
Het is goed dat daar, waar bepaalde werkplaatsen
genoemd worden, ook de namen der ontwerpers
vermeld zijn, want het spreekt van zelf, dat het
aloude eere, wien eere toekomt" moet worden
betracht. (Er is hiertegen bij tentoonstellingen wel
eens gezondigd doch ae V. A. N. K. heeft er ge
lukkig voor gezorgd dat dit anders werd).
Buitengewoon practisch is de wedergave van
de gebruikelijke merkteekens, zooclat ook in
dit opzicht deze uitgave van bizonder nut
kan zijn.
Terecht kan dan ook de schrijver getuigen dat
de Nederlandsche pottenbakkerskunst een vrij
groote verscheidenheid te zien geeft, niet alles
even mooi, maar toch, wie er omzichtig rondgaat,
kan telkens het genot hebben van verrassende
schoonheden te vinden.
Daarbij kan zeer zeker het aardige boekje niet
de vele illustratie's een goede gids zijn.
O T T o VAN TUSSENBROEK
Pottenbakkerskunst. Jan Toorop. Tegeltableau, 1903,, hoogte 104 c.M.
Pottenbakkers kunst. C. J. Lanooy. Pot, eigen uitvoering.
A. M. DE JONG.
Het evangelie van
den haat. 3 dln.
Amsterdam 1923
Em. Querido
Het evangelie
van den haat" is
in veel opzich
ten een prachtig
boek. En om dit
maar dadelijk
naar voren te
brengen: span
nend is het van
begin tot einde.
Het verhaal, de
inhoud, het ge
beuren op zich
zelf, krijgt ik
heb het in mijn
recensies al meer
opgemerkt
weer beteekenis
in de letterkun
de, moét weer
beteekenis krij
gen, als reactie
op de dwaling,
dat kunst en le
ven geen paral
lellen hoeven te
zijn, in dien zin, dat de kunst de schoonere, want
de ver-beefde, lijn zal .wezen.
De heer De Jong is van deze noodzakelijkheid
blijkbaar overtuigd. Er gebeurt vél in zijn boek,
en wat er in gebeurt, is romantisch, schokkend,
geweldig. Het boek is uiterst origineel van vinding,
product van een fantasie, die aan het roekelooze
grenst. Een werkman is buiten zijn schuld, door
stakingsrelletjes, in de gevangenis gekomen; als
hij vrij gelaten wordt, vindt hij zijn vrouw van
ellende gestorven, en ook zijn eenig kind sterft
door 'gebrek aan voldoende verzorging. Deze
opeenstapeling van ongeluk maakt zijn leven tot
een incarnatie van haat tegen de bestaande maat
schappelijke instellingen. Hij weet aan geld te
komen, door iemand te vermoorden, en erft
er evenveel bij. Mét dit kapitaal als basis werkt
hij zich op tot een persoon van aanzien, een groot
industrieel die overal wordt ontzien en gevreesd.
Nu kan hij zijn gevoel van- haat bevredigen en hij
kiest daartoe de beestachtigste middelen, die zich
laten denken. Tot hij ten slofte zijn zoon, dien hij
vergeefs in zijn eigen lijn heeft trachten op te
voeden, tegenover zich krijgt en het verliest.
Meer dan een enkele lijn van het gegeven kan ik
hier niet trekken; het is uitgewerkt met een bui
tengewoon meesterschap over taal en stijl, en er
zijn perioden in dit boek, dit tot het beste proza
van onzen tijd gerekend kunnen worden.
Psychologisch kan stellig niet alles verant
woord worden. Hen fundatnenteele fout is wel
deze, dat de schrijver blijkbaar
wil generaliseeren. Deze Hein Wou
ters is een krankzinnige. Zonder liet
te willen, en yondcr het te weten
vermoedelijk, verlegt de schrijver
den strijd tusschen mensen en maat
schappij naar den striid tusschen
het zieke individu en het gezonde.
Niet de sociaaldemocratische kleur
dus geeft de voornaamste waarde
aan het werk. Het is het geval op
ziclwelf en dat is van een waarlijk
tascineereiule schoonheid.
MARIA BOTCHKAREVA (Yashka).
Mi/n leven als boerenmeisje,
bannelinge en militair. Vert.
N. J. C. Schermerhorn.
ZaltBommel 1923. N. V. Uitge
versmij, v.h. P. M. Wink.
Men kan dit boek op twee manie
ren lezen. De uitgeefster biedt het
aan tls tweede deel van een serie
Romantische geschiedenis". Hierin
wordt dus de nadruk gelegd op de
historie, terwijl het predicaat ro
mantisch" er aan toegevoegd zal
zijn om het wat aanlokkelijker te
maken.
Nu dienen gedenkschriften, uit
een geschiedkundig oogpunt be
schouwd, altijd met omzichtigheid
gelezen te worden. Zon licht komt
de subjectieve kijk van den opsteller
met de feiten in strijd, ook zonder
dat er van op/ettelijke misleiding
sprake hoeft te zijn. Daar zijn voor
beelden genoeg van te geven. Wie
de mémoires vergelijkt van een aan
tal personen, die met Napoleon in
aanraking geweest zijn, zooals
AleGRANDS VINS DE CHAMPAGNE
POL ROGER & Cie
Agent General: JAGER SERUMS, Haarlem
trino dat gedaan heeft in zijn prachtig boek
De laatste levensjaren van Napoleon", leert
de groote betrekkelijkheid der documentaire
waarce van een gedenkschrift beseffen.
Subjectief zijn ook de gedenkschriften van Maria
Botchkareva in hooge mate. Deze vrouw speelde
een, voor zoover de feiten vaststaan, vrij onbedui
dende rol in ('en oorlog, tijdens den opstand van
het Russische volk tegen het tzaristische bewind.
Maar de schrijfster doet alles wat zij kan. om die
rol zoo belangrijk mogelijk voor te stellen. Zij ver
zuimt geen enkele gelegenheid om zich-zelf op den
voorgrond te plaatsen. Geen blik of handdruk van
Kerensky, geen woord v;m lof, haar toegevoegd
door een harer militaire superieuren, geen huide
betuiging aan een harer getrouwen, of zij maakt er
met kennelijk welbehagen iiK-lrlipg van. Objec
tieve weergave van de feiten kan men van een
der'viijk'.' persoonlijkheid nit-t
verwachten.Men ;:al daarom verstandig doen, zich
voorloopig bij de lezing marr te houden aan het etiket
romantisch", dat de uitgeefster op het werk
plakte. Want onderhoudend zijn de avonturen
van deze militante vrouw wel. Zij toont zich een
echte Kenau Simons/.. Hasselaar. Deze naam
schijnt mij beter voor haar geschikt, dan u ie van
Jeanne d'Are, haar vereerd door haar vriendin
Mrs. Pankhurst. Elke Hollander heeft in den
vaderlandschen hoek van zijn hart zeker een ge
voel van respect voorde verdedigster van Haarlem,
en zoo mag ook Maria Botchkareva, die even ge
makkelijk met de bajonet kan omgaan als andere
vrouwen met een handspiegel, aanspraak maken
op de erkentelijkheid van het Russische volk.
H E K M A N M l D D E N D O R I'
Leekenspiegel
B. . M. te T. /;/ liet L-Jtgelsche maatstetsel is
het verband tusschen de opvolgende maten dikwijls
geheel willekeurig. Hoc is men aan het verband bij
de gewichten, de kubieke en inhnudsmaten «ekotnen'f
Hoi' is liet verschil te verklaren tusschen 10
Engelsclie ponden 4.53 K. O. en l ga/Ion zuiver water
van 4" C. 4.54 L? Beslaat er een werkie waarin de
t-.ngelsche maten uitvoerig worden behandeld"?
Ten einde deze vragen, en de overige door u in
verband daarmede gestelde, duidelijk te kunnen
beantwoorden, zouden wij over meer plaats in ons
weekblad moeten kunnen beschikken dan voor deze
rubriek is toegestaan. Wij raden u aan kennis te
nemen van het zeer uitvoerige artikel in de
Encvclopaedia Hrittannica onder het hoofd ..Weights
and measures" opgenomen. Daarin is ook aan
gegeven de formule voor de berekening van het
gewicht van l gallon zuiver water. Een Engelsch
werkje als door u bedoeld is: Dobbs, Weighing
and measuring. Onder denzelfden titel verscheen
in 1877 een boek van H. W. Chisholm.
De genoemde encyclopaedie kunt u te Amster
dam o. a. raadplegen in de
Universiteits-Bibliot heek.