De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1924 12 april pagina 19

12 april 1924 – pagina 19

Dit is een ingescande tekst.

No, 2443 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND DIERSTUDIE: ORANG OETANGS Teekening voor ,,de Amsterdammer" door H. Verstijven Op den Eionomisciien Uitkijk Een t ij d-r ede Wel is het reeds een maand gelecen, dat Mr. Aalhersc de vierde jaarbeurs te Utrecht met een toespraak heeft geopend, m;:ar het i? nog niet te laat, de aandacht te vestigen op wat deze minister bij a ie gelegenheid heeft gezegd. Want -- en dit was een van haar verdiensten die toespraak was gten gelegenheidsspcech, maar vteber een, tamelijk uitvoerige en vrij breed opgezette lijk rede". Mij trof daarin tweeërlei, dat men kortweg zou kunnen noemen het negatieve en het p;,sit:cve. c'e aanwijzing van wat niet en wat wél ons uil een nood kan redden. Die nood werd eerst aangeduid ;;'s c. e ,,tcrutslag'' van wat andere vi Ikeren rechtstreeks door den oorlog hadden geleden. Daartegenover werd allereerst optimisme gepreaikt. oir.dat ook bij handel en nijverheid gelflt dat wie een moed ver liest, alles heeft verloren. En tot optimisme werd aangespoord, omdat er inderdaad teekenen van opleving" zijn aan te wijzen. Was niet weer liet aantal deelnemers aan de jaarbeurs gestegen? Wordt de statistiek van onzen buitenlandoenen handel niet gunstiger? Verbeteren niet de werk loosheidscijfers? Gaat ons scheepvaartverkeer niet vooruit? Enz. .. . Wellicht heeft de/e of gene oneer de toehoor ders tot zichzelf gezegd,dar. . . . mi 'a, er werkelijk wel eenige betering hier en daar schijnt te komen, maar dat dit alles tot een optimistischer! kijk nog niet veel grond gaf. Maar de nijverheid, ia, die had geducht geleden. Op die erkenning liet de minister deze woorden volgen: Hier vooral kwam ook de Rcgeering voor een moeilijke beslissing te staan. Het lag voor de hand. dat ook thans weer van vele zijden aandrang op haar zou worden uitgeoefend, om, -/A] het tijdelijk. een wijziging in onze handelspolitiek te brengen. En dat is volkamen begrijpelijk. Wie enkel ziet naar zijn eigen bedrijf, kan in de meening veikeeren, dat protectie ons land uit de moeilijkheid zou helpen. De Regeering heeft echter te letten op ons bedrijfsleven in zijn geheel. 7.ij heeft te be denken, dat ons land niet zijn betrekkelijk kleine binnenlandsche markt, voor land- en tuinbouw en voor vele takken van nijverheid op export is aan gewezen. Zij moet zich afvragen, of tegenover het voor enkele bedrijfstakken wellicht te behalen voor deel niet zal staan een veel grooter nadeel voor vele andere. Zij moet er zich rekenschap van geven dat de eigenlijke moeielijkheid, waarin onze volks huishouding verkeert, deze is: dat wij doormaken een overgangsperiode, waarin zich afspeelt een economisch aanpassingsproces. Hier wees de minister, gelijk men /iet, bescher ming als stelsel ter uitredding uit den malaisenood in beginsel af, op grond dat daardoor wel bijzondere belangen bevoordeeld zouden worden doch het algemeen belang schade zoude lijden. Even later kwam hij daarop nog terug. Er moest, zoo vervolgde hij, meer evenredigheid komen tusschen de verhoogde productiekosten en d? verlaagde koopkracht; alles wat de daling van die productiekosten tegen houdt, moest vermeden irorden, tenzij hoi ge re be langen schade ondervinden". Alles irof de koop kracht kan versterken, dient bevorderd Ie \vtirdcn. Ziedaar het moeilijk aanpassingsproces" dezer dagen. Wie ztfo het probleem'stelt, zeide Mr'." A;,lberse, die ziet in, dat kunstmatige middelen alleen eenige verzachting tijdelijk kunnen geven, maar het" probleem onopgelost laten. Die kunstmatige mid delen kunnen QIIS (z. i.) wel aanwending vinden (men denke aan ons Sehoerienwetje"), maar alleen dan en daar waar vaststaat, dat het te ver krijgen tijdelijk voordeel niet opgewogen wordt door een blijvend grooter nadeel". Nu weersta ik ae verzoeking, hier in ie gaan op de vrasg of ons Schoenenwetje" inderdaad een gerechtvaardigde uitzondering was en is op het door den spr. vooraf verkondigd beginsel en of kunstmatige, tijdelijk verzachtende middelen niet ver se schacelijk zijn voor het algemeen belang en slechts bijzoncere belangen baten. Na den uptimisiischen toon van den aanhef en de afwijzing van bescherming in beginsel kwam een opsomming van bezwaren, waarmee n ij veren en handelaren inzake export te kampen hebben: o. a. protectie in andere landen, de moeilijkheid voor onze Regeering om gunstige handelsverdragen te sluiten. Die bezwaren weerspiegelen zich ook in onze handelsstatistiek. Wat leert ons het beeld, dat de cijfers ons te zien geven? Voorjaar Dit blijkt er wel heel ilr.ideli.ik uit: handel en nijverheid zullen zich moeten aanpassen aan de nieuw onlstane verhoudingen. Onze organisatie zai moeten worden gewijzigd, de outillage zal moeten worden verbeterd, de productiekosten zullen dienen te worden verlaagd, nieuwe afzetgebieden zullen moeten worden opgespoord, veel meer dan tot heden geschiedde, zai de wetenschap in dienst van onze industrie moeten worden gesteld. Aile krachten zullen moeten worden ingespannen om dat alles te bereiken. Dit kunnen wij allen ons voor gezegd houden. Ook onze nijveren en handelaren" weten nu. wat zij te doen en te laten hebben om tot minder onbevredigende bedrijfsuitkomsten te geraken. Maar allicht hebben zij onder het aanhoorcn van J ie vermaning zich afgevraagd, wat het Rijk zelf als groot-werkgever in die richting deed en wat de Regecring deed om het opvolgen van die vermaning mogelijk te maken. Wat xeide daarom trent deze minister? Dit : liet spijt mij, te moeten zeggen, dat de/.e iet wat pathetische ontboezeming op mij geen indruk heeft gemaakt. Indruk zon op mij gemaakt heb ben eene verwijzing na;>r Rcgecringsu'üf/c';;, waar uit bleek, dat /ij z;cli v-ui hare zware taak bewust was. Indrukwekkend ware geweest, als de Minister dit had kunnen zeggen: Kabinet eu Parlement dur ven verklaren, dat zij in de aangeduide lijn het hunne hebben gedaan, dat zij in alles wat zij be sturen en beheeren de door mij aanbevolen beginse len in .praktijk hebben gebracht en dat zij door allerlei maatregelen i'e in bedrijf en beroep werk zame burgers steunen in het streven, waarvan voor ons de nood zake I ij klit- i J vaststaat. Wij hebben vermeden, aües wat de daling van de productie kosten tegenhoudt en bevorcerJ, wat de koop kracht kan versterken. Op de kosten van on/e te weelderige .staathuishouding hebben wij gelijk u bekend is, aanmerkelijk bezuinigJ. daardoor 'sRijks budget ontlast en het te sterk gestegen peil der belastingen omlaag gedrukt. De wettelijke regelmg van den arbeidsduur hebben wij z"o soepel en elastisch gemaakt, dat haar invloed op de voortbreiig'ngskosten met behoeft te worden ge ducht. Den steun aan werkloozen hebben wij zoo georganiseerd, dat uitkeeringen deswege niet langer een premie op werkloosheid zijn. in zake sociale verzekering hebben wij ons beijverd zoo danige reörgan'satie aan te brengen, dat ook de uit dien hoofde op handcl'en nijverheid te leggen lasten geen belemmering in den concurrentiestrijd 'neer zijn. Met dat alles hebben wij getoond /.elf den eisch er aanpassing te verstaan: met dal alles hebben wij u den steun verleend, waarop gij van onze zijde aanspraak mocht maken. Aldus u steunende en u een goed voorbeeld gevende, dur ven wij nu ook bij u erop aan te dringen het uwe te doen, geluk wij liet onze hebben gedaan om door het moeilijk aanpassingsproces dezer dagen zoo goed en zoo vlug mogelijk tot eene betere conjunc tuur te gerriken .... Dit is, tiunkt mij, zoo ongeveer wat de minister h.'id moeten zeggen, had moeten kunnen zeggen, maar wat hij niet gezegd heeft, omdat hij dit niet /eggen kon. In stede daarvan heeft hij verklaard dat de Regeering eenvoudig te doen had wat zij als haar nlicht beschouwt en dat zij dit, ondergoed en kwaad «erucht, ook zal doen. /.'tl il oen? Wan neer dan toch9. . . Het zou mij niet verwonderd hebben, indien een onzer nijveren en handelaren" onder het aanhooren van oeze tijd-rede des Ministers gemeesmuild had en gemompeld: dit is het oude liedje: doel naar mijn woordenen niet naar mijn daden ! NIEUWE UITGAVEN HI-:H.\IANN KT.VSEKI.IM;, Het reisdag boek van een p/tilosou/, geautoriseerde Ne'Jerlantlsche vertaling van J. L. Pierson. De schrijver zegt in de inleiding: Het is mijn wenseh, dat dit -Jagboek als een roman wordt gelezen. Ofschoon het voor een groot deel de gectachten bevat, die d. e indrukken van een reis om L! e wereld bij mij deden ontstaan en ofschoon men er vele objectieve voorstellingen en abstracte beschouwingen in zal vhvJen welke op zichzelf staan, is het geheel toch een dichtwerk, van binnen uit geworden en innerlijk samenhangende". In hoofdzaak worot ...e Indische, chineesche, japansche en amerikaansche cultuur besproken in vergelijking met cl e europeesche. De heer J. L. Pierson zorgt e voor c'e Nedcrlandsche vertaling; de Hollandia Drukkerij te Raam gaf het werk in twee deelen uit. WEN HAA<» Lunchroom de Bijenkorf", Wagenstraat 45 Restaurant a la Carte. Bekende Keuken Koudeen Warme Schotels ! Geopend tot 12 uur. l.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl