De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1924 12 april pagina 21

12 april 1924 – pagina 21

Dit is een ingescande tekst.

No. 2443 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND UIT DEN GEMEENTERAAD (niet teekeningen voor de Amsterdammer" door B. van Vlijmen) . Het is een oud Indische sage: elk voorjaar komt een klein vogeltje naar den Himalaya gevlogen, slijpt zijn snaveltje aan den Oaurisankar en als de berg op deze wijze met de aarde gelijk geslepen is, is n seconde van de eeuwigheid om. Zoo gaat er op het Amsterdamsche stadhuis een andere sage: elke Raadszitting gaat de deur van de perstribune open, een gemeente-werkman komt binnen, kijkt op den thermometer, die boven het hoofd van den Volk-"redacteur hangt en gaat weer weg. Niemand weet van waar hij komt, waarheen hij gaat. Als de thermometer het abso lute zwampunt bereikt .heeft, zegt de Raad: plof. En verdwijnt de geheimzinnige gemeente-werk man voor goed. Er is in den Raad een ander geheimzinnig wezen. Het zit met den rug naar B. en W. en kijkt nooit o^. Het is het eenige levend organisme in de zaal, dat niet praat of niet slaapt. Het is de redacteur van het Gemeenteblad. Het duurste blad van de wereld, want elk artikel 'is een voorstel van B. en W. en nooit is er een voorstel, dat de burgerij niet een nieuwe zucht kost. De redacteur van het Gemeenteblad schouwt den Raad in het volle gezicht en of Dorenbusch buldert of Carry lispelt of Weiss steunt of Gulden borrelt of Douwes zalft of Boissevain psalmt of Ketelaar monkelt of Klaas de Vries chineest de heer de Boer, zoo heet deze verdienstelijke jour nalist, blijft er onbewogen bij. Kranten hebben hem tonnen geboden voor een interview over zijn meening van den Raad. Hij is niet gezwicht. Hij weet niet hoe B. en W. er uit zien, want hij zit met zijn rug naar ze toe. Hij kent ze alleen aaii hun stem en hij ziet den burgemeester voor zich als een ravenzwart, dweepziek jongeling met een briljant aan zijn rechter wijsvinger, een gouden snijtand in zijn bovenkaak en een gekleurd vest over zijn buik. De Machtige stelt hij zich voor als een begijntje, dat aan een kous bveit en Wierdels, de eenvoudige boekdrukker, als een rozerood en geltje, dat, over een lichtblauw wolkje, onschuldig de wereld inkijkt. Ter Haar ziet hij met een neep jesmuts op en een doorgewerkte doek otn en Vos, Eitje en de Miranda spiegelt hij zich af als lam metjes met roze lintjes, huppelend aan de voeten van het begijntje. En terwijl zijn eene oog den Raad ingaat, heeft hij zijn andere oog zoo geoefend, dat het onder een rechten hoek op de stadhuisklok kan kijken, waarbovenop hij, dwars door den generaal heenblikkend, deze als eeu heraldische Necerlanc'scrie leeuw ziet klauwen, lezend in het zaad dat de Nederlander" uitstrooit. En het oog nog hooger werpend, ont waart hij, in n kleurennevel, het spitse torentje op het dak van het Prinsenhof", dat als een nieuws gierige wijsvinger de lucht ingaat en waarop de waaiende winden een vergulde zeemeermin in alle richtingen doen draaien en zijn blik een nieu wen ruk gevend, herkent hij in de geschubde schoone mejuffrouw Crielaers, blazend op haar zeehoorn, symbool van de fijne Abdullah, welke de altijd galante Klaas de Vries haar in de koffiekamer aan biedt. Terwijl elk van haar gouden schubjes in de voorjaarszon blinken, zaagt Dorenbusch den Raad door over uniformkleeding, die het gemeente-per soneel wordt uitgetrokken, wat een besparing van / 80.000 geeft en hij schildert in Rembrandtieke kleuren hoe het van pet, jas en broek beroofde personeel zich 's morgens naar zijn werk begeeft, nagestaard door de kleedjeskloppeiide, geschan daliseerde dienstmeisjes. En ook Vader Vliegen is terug, uit het Zuiden, waar de gezondheid tot hem terugkeerde en hij ziet er tien jaar jonger uit dan hij ging en ieder was blij hem terug te zien en hij zette zich vlak bij Eitje Polak, ge reed om hem op te vangen, als hij onder de tafel van B. en W. mocht wegglijden. Er was een discussie over een Noord rbegraafplaats en Wijnkoop vroeg waarom er geen cre matorium wordt bijgebouwd. Een pijnlijke vraag aan een college, waarvan de eene helft de lijkver branding op aarde heidensch acht en de andere helft, die volgens de eene helft in het hiernamaals branden zal, er vrij onbrandbaar tegenover staat. Wethouder Polak, die bij het, door Colijn begraven wordende, onderwijs tevens de begraafplaatsen beheert, maakte er zich af, doch David hield vast en vader Vliegen kwam in het vuur en deelde uit zijn wethouderlijke herinneringen mede, dat de regeering hem verklaard had dat zij elk Raadsbe sluit om een crematorium te bouwen, zou vernieti gen. Waarop David concludeerde dat eerst de re geering verbrand moet worden voor dat lijkver branding mogelijk is. De heer Solkesz, Middenstander en aangesloten bij het pas opgerichte Syndicaat tot levering van klinkklare redevoeringen voor Kamer- en Raads leden, las een van de redevoeringen voor, hem door het Syndicaat geleverd. Hij wenschte geruischlooze bestrating voor het Burgerziekenhuis, doch Jan ter Haar vroeg den Raad nu eens ernstig te zijn, waarop de Raad natuurlijk lachte, en vond liet dwaasheid af te wijken van de eenmaal vast gestelde geruischlooze plannen. Gulden viel hem bij en beriep zich op de twee dokters, tusschen wie hij gezeten is Willcm Polak en Sajet - die het eens waren, wat er een deed uitroepen dat er dan voor den patiënt geen hoop meer was. De heer Solkesz, die vergeten had zich bij het genoemde Syndicaat van een repliek te voorzien, legde het loodje met een voorstel om toch geruischloos te zijn en Jan ter Haar won. Op zijn sokken. Er komt vastrecht voor de gasverbruikers die per jaar meer dan tweemaal zooveel gas verbrui ken als ze in de zomermaanden verbranden. Te recht maakte de heer Drabbe de opmerking dat menschen, die 's zomers buiten zijn, aldus bij een verbruik van 20 kubiekmetervastrechterkunnen DEN HAAG Amsterdam Rotterdam maken ontwerpen en begrootingen zonder berekening van kosten onder bekende leiding van de binnen-architecten H. WOUDA ) Moderne PAUL BROMBERG \ Meubelkunst J. M. MIDDELRAAD Klassieke Stijlen Grootste Meubelfabriek van Nederland worden, wat de Machtige niet bestreed. Maar zijn nota was nu eenmaal geschreven en hij week er niet van af, ook al bezwoeren cc communisten oni den gas prijs op een dubbeltje te brengen. Wel zal op voorstel van den anti-revolutionnaireii heer Spier het gas geparfumeerd worden. De Machtige aarzelt tusschen Mille fleurs" en Der nier frisson". . . . B A R B .1, R o s s A VAN Dr. ALETTA H. JACOBS HERINNERINGEN Met een voorwoord van Prof. Dr. Mr. J. OPPENHEIM Met talrijke illustraties Prijs ingenaaid f 4.25 In Prachtband f 5.50 Uitgave van VAN HOLKEMA & WARENDORF AMSTERDAM

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl