Historisch Archief 1877-1940
No. 2443
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
N.Y. PAERELS
Meublleering-MI].
AMSTERDAM
COMPLETE
MEUBILEERING
BETIMMERINGEN
Rokin 128 - Tal. 44541
Spoors
Mosterd
HOT. G
Gorsetière
Keizersgracht 772 te
A'damTEL. 37151
Ateliers voo/ Reparatiën.
In den Haag alken Vrijdag Hotel Central
VAN
HOFLEVERANCIER
levert oi?er het gJefiecCe [and franco
Zendt U gaarne bare cLLu- voorwoorden
NADERE INLICHTINGEN BIJ
C F ^önÖF^i l-HOUTSrc.9 CHOORSTR.32
.1. D ER U Wt J DEN HA AG UTRECHT
REDDINGWERK
Men vertelt tegenwoordig overal, dat de wereld
te klein of liever het menschdom te talrijk wordt.
Daardoor komen dan de mooie dingen in het ge
drang en verliest dat talrijke menschdom gaande
weg alles, waaraan het zich kan sterken en
verfrisschen. Het contact met het natuurleven verliest
zijn heilzame uitwerking, doordat de natuur zelve
snel verarmt. En er schijnt niets aan te doen, want
dat menschdom wordt maar voortdurend talrijker.
Wanhopig vraagt men
zich af, waar dat heen
moet en wat voor soort
van leven onze achter
kleinkinderen zullen
moeten leiden.
Wel, ik zie het niet
zoo somber in. De ver
arming der natuur is
meer te wijten aan de
domheid der menschen
dan aan de talrijkheid
alleen en die domheid
is misschien toch nog
wel te verhelpen. Als
dat nu maar tijdig ge
beurt, dan redden we
het misschien nog wel
en houden dan tot in
lengte van dagen een
bewoonbaar Nederland,
een bewoonbaar Euro
pa, een bewoonbare
wereld. Dit is mijn on
wrikbaar vertrouwen en
in dat vertrouwen ben " . > .
ik o.a. versterkt door '?
het Bericht ber die
Gründungstagung der
Internationalen
Gesellschaft zur Erhaltung
des Wisents", dat ik dezer dagen op ons kantoor
vond. U weet wel, kantoor der Vereeniging tot
Behoud van Natuurmonumenten, Heerengracht
260, Amsterdam.
De Wisent is de Europeesche bison. Hij kwam
trouwens ook in Aziëvoor en er is een bitterklein
kansje, dat er thans ook nog enkele leven in
Perzie. !n de Middeleeuwen werd hij overal gejaagd
tegelijk met beren, wilde zwijnen en herten. Wij
vinden daarvan melding gemaakt in het
Nibelungenlied, in den loden zang, het jachtverhaal, dat
besluit met Siegf ried's dood. Der helt von
Niderlant" maakt dan buit: einen wisent und einen
elch, starker ure viere und einen grimmen scelch",
dus een wisent, een eland, vier oerossen en een
reuzenhert. Dat gebeurde in het woud tusschen den
Rijn en het Odenwald. Omstreeks 1300 kwamen
oerossen daar niet meer voor en de elanden werden
er zoo zeldzaam, dat er van overheidswege be
schermende maatregelen werden voorgeschreven.
Dus toen reeds.
Op school hebben wij allemaal, hoop ik, geleerd
dat in onzen tijd groote kudden van wisents alleen
nog maar ronddoolden in de moerassige wouden in
het gebied van Minsk en Pinsk, of juister nog in
het woud van Bialowics, en dan nog ergens in den
Kaukasus. Bovendien leefden er nog enkele op het
landgoed van vorst von Pless in Opper-Silezië, in
sommige diergaarden o.a. die van Frankfort en
Stockholm en ook op Gooilust bij 's Oraveland,
het landgoed van den heer Blauw, dat het vorig
jaar nog gevaar liep geschonden te worden bij de
electrocutie" van het Gooi.
Reeds voor den oorlog was in Duitsqhland het
denkbeeld geopperd,om wisentparken aan te leg
gen, want toen reeds was men bezorgd over het
lot van de Russische wisents, die niet alleen gingen
lijden onder inteelt en ondoelmatige verzorging,
maar ook van de leverbotziekte, die in het woud
van Bralowics met schapen was ingevoerd. Frank
fort was van plan, om in aansluiting met de
nieuwe diergaarde een wisentpark aan te leggen
van drie hektaren. Door oordeelkundige teelt
nam de kudde van den vorst von Pless toe tot
70 stuks en het begon er in Duitschland voor den
Wisent goed uit te zien. Dat mocht dan ook wel,
De Wisent
al was het alleen maar omdat het hier een figuur
gold uit het nationale epos. Zoo'n letterkundige
associatie verhoogt toch altijd het prestige en wat
de Oud run is voor de strandvogels, dat is het
Nibelungenlied voor wisent en eland.
Maar nu kwam de oorlog en reeds in het tweede
oorlogsjaar lagen de loopgraven in het gebied van
de Pripjet, langs het woud van Bralowics. De
Russische soldaten en boeren richtten groote
slachtingen aan onder de wisents en toen de
Duitschers het gebied van Bralowics bezetten in Augus
tus 1915 was de kudde geslonken tot 150 stuks.
Reeds voor dien tijd had de dienst der Natuur
monumenten de militaire overheid opmerkzaam
gemaakt op de beteekenis van het oerwoud van
Bralowics en dadelijk werd het schieten van wisents
verboden. Ja, door invoer uit Duitschland werd
het ras verbeterd, zoodat de kudde weldra weer
toenam tot 200 stuks. Tegelijk overwoog men in
Duitschland de mogelijkheid om ook in Oostprui
sen natuurmonumenten als de Zehlaubruch en
dergelijke plaatsen met wisents te bevolken.
De Russische revolutie bedierf echter weer alles.
Zoodra de Duitschers het woud verlaten hadden,
werden de wisents uitgemoord en hetzelfde lot
trof ook de dieren van den Kaukasus. Bij het begin
van den oorlog leefden daar in het reservaat,dat
niet minder dan 5250 vierkante kilometers groot
was, ongeveer 800 wisents. Toen nu het Russische
Rijk ineenstortte werd er op waarlijk krankzinnige
wijze tegen die dieren te keer gegaan. Men ging
ze te lijf met machinegeweren en heele regimenten
soldaten deden dienst als drijvers. In zeer korten
tijd was de kudde geheel verdelgd. Af en toe duikt
er nog eens een berichtje op,dat in ontoegankelijke
streken van den Kaukasus nog enkele wisents rond
zwerven. Hetiste hopen.wantelkdiermeer of min
der is thans beslissend voor het behoud dersoort. De
ongeregelde toestanden in Opper-Sileziëwaren ook
noodlottig voor de wisents vanden vorst von Pless.
Zoo leek het, alsof de wisent nu wel spoedig van
de aarde zou verdwijnen, maarde wakkere natuur
vrienden gaven den moed niet op. De directeuren
van de diergaarden te Frankfort en te Berlijn, Dr.
K. Priemel en Prof. L. Heek spoorden om zoo te
zeggen alle wisents op, die nog leefden in par
ken en diergaarden in
Europa. Ze vonden er
56, waaronder tien kalf
jes. Van deze dieren, 27
stieren en 29 koeien,
werd een stamboek aan
gelegd. De correspon
dentie, die gevoerd
werd, omde verschillen
de gegevens te verkrij
gen, leidde tot ruimere
gedachtenwisseling en
de uitkomst daarvan
was, dat belangstellen
den uit alle deelen van
Europa op 25en 26 Au
gustus 1923 te Berlijn
bijeenkwamen en daar
stichtten een Interna
tionale Gesellschaft zur
Erhaltungdes Wisents".
Eere-voorzitter is onze
F. E. Blauw van Gooi
lust. De zetel der
Vereeniging is te Frankfort
a/d. Main, ten kantore
van de Diergaarde al
daar. Zij stelt zich ten
doel, om door oordeel
kundige behandeling
den wisent te redden,
zooals in Noord-Amerika de bison is gered. Het
fokmateriaal is over heel Noordwest-Europa ver
spreid, de beestjes zullen dus in hun eigen belang
heel wat moeten reizen. Misschien komt bij het
kantje af alles nog terecht en zullen we het nog
beleven, dat, waar dan ook, groote woudgebieden
bevolkt kunnen worden met deze indrukwekkende
dieren. We mogen het waarlijk wel waardeeren,
dat de Duitsche wetenschap onder de allcrnaarste
omstandigheden deze zaak heeft doorgezet. Ook
in andere opzichten is het van belang, dat hier
de mogelijkheid is getoond van internationale
samenwerking. In Nederland zullen wel nooit be
langrijke wisentparken gevormd kunnen worden,
maar dat neemt niet weg, dat de Vereeniging onze
allerhartelijkste belangstelling heeft, temeer, daar
haar stichting voor een groot deel te danken is aan
Blauw van Gooilust. Het is dan ook volkomen be
grijpelijk dat ,,Artis"ende Vereen, tot Behoud van
Natuurmonumenten de Wisent-vereen, steunen.
Wie uwer ook nog een steentje wil bijdragen
kan zich rechtstreeks richten tot den
Schatzmeister", Bankier Adolf Melber, Frankfort a/M.,
Bankhaus J. Ph. Keszler, Opernplatz 'la. Ook ver
leent ons kantoor Heerengracht 260, gaarne zijn
bemiddeling. J A c. P. T u ij s s E