Historisch Archief 1877-1940
No. 2444
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
1?
Engelsche spoorwagen met paardenbedrijf
HET ONTSTAAN EN DE ONTWIK
KELING VAN DE SPOORWEGEN
Tusschen den gigantischen Jumbo met z'n korten
schoorsteen, z'n hoogen ketel en z'n zware gekop
pelde drijfwielen, die de moderne express in vlie
gende vaart over den rjzeren weg meesleept, en het
ondervoed uitziende locomotiefje met den langen
dunnen pijp en de schuinliggende cylrnders, dat
den eersten personentrein trok, ligt ongeveer een
eeuw. Wannér de herdenkingsdag is, of geweest
is, weet niemand precies. Want de spoorweg is
niet door een enkeling uitgevonden of op een be
paald tijdstip tot stand gekomen. Hij is het ge
volg van een langen en moeilijken ontwikke
lingsweg, die door tientallen knappe koppen is
bewandeld en uit wier arbeid iets geweldigs
is ontstaan, dat enormen invloed uitoefent op het
cultuurleven.
Naar aanleiding van deze ongeveer honderd
jarige periode heeft de heer Th. Wolff, (wiens
pennevruchten over voortbewegingswerktuigen
overigens bekend zijn) een historisch overzicht
geschreven van het ontstaan en de ontwikkeling
der spoorwegen, een boekje dat te 's Qravenhage
bij de N. V. Boekdrukkerij v/h. T. C. B. ten
ders ijzeren rails werden ingevoerd. De latere
verbeteringen eindigden tenslotte in het type, dat
we tegenwoordig kennen.
Eenzelfde vooruitgang valt te constateeren
ten opzichte van de wagons en de wielen. Wat het
personenvervoer tusschen de steden betreft, dit
vond plaats met paarden, zelfs lang nadat de
stoomtreinen waren ingevoerd.
Honderden menschen concentreerden hun
krachten natuurlijk op de zichzelf-voortbeweging
van de treinen. Zoo zijn er pogingen gedaan
met mechanische aanzetinrichtingen voor trans
porten in de bergen. Men bouwde opritten en
de wagens die bergaf rolden trokken die beneden
aan den voet stonden door middel van een kabel,
die over een katrol geleid werd, tegen den berg op,
zoodat de zwaartekracht van de geladen wagons
als trekkracht voor de ledige dienst deed. Van veel
minder practische waarde getuigden de proeven
om treinen door middel van luchtdruk voort te
bewegen.
Het lag voor de hand, dat men probeerde de
verbetering van de stoommachine van nut te doen
zijn voor de treinen in het mijngebied. In het
graafschap Durham trokken staande stoomma
chines de wagens tegen steile wegen op. Evenwel,
de werktuigkundigen zagen hierin terecht een lap
middel, dat slechts op korten afstand waarde haden
allerminst geschikt was voor verre reizen. De eenige
mogelijkheid om het beoogde doel te bereiken was,
dat een machine geconstrueerd werd in den vorm
van een.voertuig, dat zich zelf voortbewoog.
De gedachte anders, om stoom als drijfkracht
voor een voertuig te gebruiken, was verre van nieuw.
In dit verband zij herinnerd aan Newton, Huygens,
Leibnitz en Papin, wier proeven niet het minste
succes hadden. Beter slaagde de Franschman
Cugnot die omstreeks 1770 een driewieligen
stoomStoomwagen van Cugnot uit 1770
maakt, want meestal sloegen de drijfwielen tenge
volge van het lichte gewicht der machine (10 ton)
door, terwijl de constructie der rails niet zwaar
genoeg was.
Blenkinshop paste tandradspoor toe en
Brunton voorzag zijn' machine van krukken die op de
manier van paardenhoeven den terugloopenden
wagen moesten tegenhouden, terwijl Hedley door
zijn constructie bewees, a?t bij voldoende zwaarte,
de wrijving tusschen gladde wielen en gladde rails
voldoende was om het voertuig voort te bewegen.
Daarna kwam Oeorge Stephenson op den voor
grond, een man, wien het door zijn knapheid en
energie vergund was de leiding van den verderen
locomotiefbouw op zich te nemen. In 1814 kwam
hij met zijn eerste kar" voor dendag en den 25en
Juli legde hij zijneersten tocht
opdenKillingworthspoorweg af.
Van de maatschappijen die op personenver
voer waren ingericht kwamen bestellingen en
samen met zijn zoon Robert dreef hij een fabriek,
welker producten buitengewoon de aandacht ble
ven trekken. In 1825 werd een trein met 34 wagens
voortbewogen met een snelheid van 25 K-M. per
uur, welke gebeurtenis een festijn werd, door dui
zenden nieuwsgierigen gadegeslagen, terwijl een
Een moderne expres-locomotief (door Werkspoor gebouwd en in gebruik bij de Indische Staatsspoarwegen)
Hagen verschenen is en dat ongetwijfeld veel
lezenswaardigs inhoudt.
De spoorweg of beter nog, de weg van vaste
sporen bestond reeds eeuwen voorde eerste locomo
tieven gemaakt waren. Tegen het einde van de 16e
eeuw ontstond in de Duitsche mijnen in den Harz
het eerst de gedachte om de mijnwagentjes over
rails te vervoeren. Natuurlijk waren ze primitief
en bestonden slechts uit twee parallel loopende
balken, die door dwarshouten werden gesteund.
Om slijtage van de houten balken te voorko
men, werden deze rails eerst met dunne, gemakke
lijk te vernieuwen planken bekleed en later met
bandijzer. Een derde verbetering was dat ze van
uitstekende randen voorzien waren, teneinde ont
sporing te voorkomen.
De Engelschen verbeterden het systeem en in
het midden der 18e eeuw waren ze van dien aard,
dat een paard op zoo'n railbaan gemakkelijk een
vracht van 75 centenaren kon trekken.
Een toeval leidde tot vervolmaking van de
railwegen. In 1767 waren namelijk de ijzerprijzen
ongewoon laa^ en om de smeltovens aan het
werk te houden moest het metaal voorloopig in
voorraad worden gegoten. Men koos den vorm van
holle lange platen en verving hiermede tijdelijk
de houten rails. De nieuwe baan voldeed echter
zoo goed, dat men haar liet liggen, terwijl ook
elSpoorweg met locomotief van Stephenson (1830)
wagen met den ketel vooraan uitvond. De con
structie was volgens Newcomen, terwijl de op en
neer gaande zuiger door middel van een drijfstang
rechtstreeks op het voorste wiel werkte. Dat ook
deze machine meereencuriositeitdan een bruikbaar
voertuig was, bleek het beste uit het feit, dat zij
maar een kwartier achtereen in werking kon blijven.
Toch was Cugnots schepping een sterke prikkel
voor anderen. Interessant was hetgeen de
hngelsche gebroeders Georgeen William Symingtonm
aakten, n.m.l. een stoomkaros met n
cylindricshe machine, die van een condensator was voor
zien en waarvan tandraderen de beweging van
den zuigerstang op de achterwielen overbrachten.
De wagen zelf was vrij comfortabel en het ge
val baarde veel opzien. Toch moest de karos
het tegen de slechte wegen afleggen.
Een stapje verder deed de Engelschman
Trevithik,die reeds in 1801 de stoommachine met hoogen
druk in het leven had geroepen. Edoch, ook de
wagen die van dit werktuig was voorzien kreeg het
te kwaad met de wegen, die blijkbaar nog niet
zoo goed waren als de tegenwoordige in het
Britsche rijk. Maar Trevithik gaf den moed niet op en
bouwde een machine die bestemd was zich op rails
voort te bewegen. In 1804 werd deze vinding be
proefd en volgens Wolff is zij als de eerste locomo
tief te beschouwen. Zij was voorzien van een ketel
met binnenvuurhaard en terugkeerend rookkanaal,
terwijl de cylinder loodrecht stond. De op en neer
gaande zuigerbeweging werd met drijfstang, kruk
en tandrad overgebracht op de drijfas. Een
blaaspijp voerde den af gewerkten stoom naar den schoor
steen af, waardoor een sterke trek op het vuur ont
stond die een blaaskraan overbodig maakte. De
stoomdruk was nauwelijks drie atmosfeer.
De locomotief trok een trein met beladen wagens,
die 10.000 K-g- woog, met een snelheid van 7
kilometer voort. (Ter vergelijking diene, dat wij
onlangs met een nieuwe goederentreinmachine
van de Nederlandsche Spoorwegen en gebouwd
door Werkspoor eenige proefritten maakten, waar
bij een kolentrein met een gewicht van bijna twee
millioen kilogrammen en met een lengte van n
kilometer voortbewogen werd met een snelheid
van 30 a 35 kilometer per uur Schrijver).
De vinding van Trevithik was verre van
volmuziekcorps in den trein had plaats genomen.
Een jaar later vond Séguin den pijpketel uit en
op 7 October 1829 vond de in de Britsche historie
zoo gedenkwaardige locomot ie venslag" in de buurt
van Liverpool plaats. Hij was het gevolg van een
prijsvraag en vier machines verschenen aan de
start. Dat waren de ,,Novclty" van Ericsson en
Braithwaite, de Sans Pareu" van Blackworth,
de ,,Perseverance" van Burstall en de Rocket"
van Stephenson. Een reusachtige menigte was
getuige van dit niet alledaagsche evenement.
Nummer 2 en 3 vielen spoedig uit en het leek er op,
alsof de Novelty" zou winnen, toen een defect
ontstond, dat voor de Rocket" de overwinning
beteekende. Zij bereikte een snelheid van meer dan
40 kilometer.
In 1838 werd de eerste Duitsche locomotief de
Saxonia" gebouwd, terwijl een jaar tevoren de
spoorweg Leipzig?Dresden tot stand kwam. Oos
tenrijk opende een lijn in 1838, Frankrijk in 1832,
Belgiëin 1833 en Neder/and in 1839.
Met het ontstaan en de verdere ontwikkeling
der spoorwegen was een nieuw ciiltinirtijdperk
voor het menschdom aangebroken.
Ontelbaar waren de verbeteringen, die werden
aangebracht en slechts hij, die het stalen monster
wel eens bereden heeft, kan oordeelen over de on
tembare kracht en de woeste snelheid van de mo
derne machines. J. C. E. S A N D
De ,,Rocket" van Stephenson