Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
No. 2444
VOOR HET DAGBOEK VAN DEN
ZUIGELING
door
ANDREAS LATZKO.
Teekening voor de Amsterdammer"
door V. E. van Uytvanck
De knuistjes omhoog gestoken als een antieke
legeraanvoerder die zijn mannen oproept tot
den slag, het kleine gezicht rood van toorn of
ongeduld, laat je je schelle stem door het huis
galmen, zoo vaak je voedsel of reinheid ontbeert.
Een nauwelijks vier weken oud menschje, weet
je al gebiedend te eisenen en een bijklank van
verwijt en verontwaardiging trilt mee in je
luide fanfare's als men je laat wachten. Wij hebben
je er immers aan gewend, dat je behoeften aan
stonds bevredigd worden;?moet je dan niet den
ken dat het altijd voldoende is om het verlangen
naar voedsel en reinheid te uiten en dat dan di
aangeboren behoeften, zoo natuurlijk en vanzelf
sprekend als zij zijn, ook natuurlijk en vanzelf
sprekend bevredigd worden in deze wereld?
Je ligt zacht in je witte bedje, met lintjes
getooid, je ledemaatjes rekken zich zalig uit
in het warme bad, helder linnengoed ligt gereed
en zuigt de kachelwarmte in dat alles aanvaardt
je als een verplichten cijns, juist zooals andere
kinderen van jouw leeftijd het gebrek leeren
aanvaarden. Van allen tegenspoed die je had
kunnen treffen vermoedt je niets en vanzelf
sprekend", gelijk verzadiging en reiniging thans,
zal het je langen tijd nog schijnen, dat voor elk
afgedragen buis, voor elk broekje waar je uit
gegroeid of doorgeravot bent, steeds een nieuw
aanwezig is Je zal vragen stellen en je weet
gierigheid zal gestild worden: je zal klagen en
elke geringe storing van je gezondheid zal zorg
zaamheid en medelijden wekken. Als voor een
plant in de broeikas zal licht, zon en warmte voor
je opgevangen, vruchtbare aarde voor je aange
dragen worden. Zoo zal je opgroeien en gestaald
worden, om later, als de broeikas van je kindsheid
afgebroken wordt, je bevoorrechte plaats te kunnen
handhaven aan den zonnekant van den steilen
bestaansberg, wiens rauwe noordelijke helling
bedekt is door de schrale dwergplanten, die nooit
door een vollen zonnestraal bereikt worden.
Voor dien tijd, wanneer je, aan bescherming
ontwassen, de werkelijkheid zult binnentreden,
zelf een stem zult worden in het groote koor
der levenden, voor dien tijd schrijf ik je nu reeds
deze regelen in het dagboek, dat ik voor je bijhoud,
tot je rijp geworden bent om het zelf over te nemen.
Voor den ingang naar je volwassenheid moeten
deze bladzijden staan als een waarschuwings
bord en je vermanen de schuld te delgen die ik
op mij genomen heb toen ik voor je bijeendroeg
wat ik bijeengrijpen kon aan warmte.en weten,
verpoozing en voedsel.
Want weet, mijn kind, niemand kan in de 20 n
staan zonder zijn achterman in de schaduw te
zetten. In hetzelfde oogenblik dat mij gèheil igd
werd door je eersten schreeuw, werd op dezen
aardbol aan tienduizend heillooze menschjes een
leven geschonken", dat thans reeds in vuil
vergaat en den jammer van den ongestilaen honger
moet lijden. Even vanzelfsprekend als jou je
voorspoed, wordt dien menschjes aan de schaduw
zijde de verdorde moederborst, de halfgevulde
flesch, die voorbarig aan het gretige mondje
ontrukt wordt, om nog eens den honger van den
zuigeling te misleiden. Naarmate zij zelve n
groeien, groeit de hardheid der hen omgevende
wereld, groeit hun onwetendheid, om hen af te
leveren aan het slavenwerk dat hen voedt en tevens
verteert.
Maar voor jou, mijn zoon, omdat je in een broei
kas opgekweekt bent, mag nooi't je Ik zoo tot het
doel, je eigen lot zoo tot den inhoud van je leven
worden, wil niet de zorgzaamheid die ik aan je
besteed, door jouw schuld tot een vergrijp worden.
Weet: men zal je willen wijsmaken dat alles,
wat je beschermde jeugd je gaf, een recht is,
dat steeds nieuwe voorrechten voortbrengt.
Veel erge en kwade dingen zal men je willen leeren !
Rondom je zal het woud ruischen van de
sterken die aan den zonnekant opgegroeid zijn,
evenals jij, en hun wortels telkens nog dieper
in het aardrijk willen graven, hun kronen telkens
nog dichter naar de zon willen heffen, zonder acht
te slaan op de breede schaduw die zij werpen,
zonder zich te bekommeren om de karige levens
sappen die zij uit de steenlaag der dervenden
zuigen.
Geloof hen niet, als zij je zeggen, dat de
menschen van den schaduwkant slechts bestemd zijn
om het dorre rijs te worden in den haard, die
jou, verwend zonnekind, tegen kilheid beschermt.
Maar geloof ook die anderen niet!.... Sluit ook
je ooren voor de hatelijke wijs, die de noordenwind
daar ginds in de schaduw door het verkwijnde
zielenwoud der eeuwig huiverenden fluit! Het
kan je roeping niet zijn, je zelf uit de zon te ver
bannen, omdat niet alles wat leeft mag bloeien
als jij. Om mensch te zijn ben je geboren,
menschenwerk slechts kan je doen, maar niet richter zijn
over de kracht die alles om je en in je schiep.
Zoo razenden de bergen konden keeren, toch
zou steeds een helling naar het noorden gericht
zijn; en slechts schennige handen zouden heel
de menschheid naar den ijsnacht der Eskimo's
willen verbannen, opdat een gelijkheid zou
heerschen, die niet de wil der Schepping was
Daar, waar het lot je geplant heeft, magje staan
en gedijen, mijn kind, als een menschenboom,
die uit de sappen en zonnestralen die hij drinken
mocht, de vruchten opbouwt, die hij uitstrooit in
de dagen zijner rijpheid.... Laat ze neerrollen
naar den kant die ontberen moest, opdat zij tot
voedsel of verkwikking worden van hen die jou
omhoog moesten voeren met hun ellende ! Laat
je door deze bladzijden van je dagboek terug voeren
naar je kindsheid, naar deze kamer, die je wasdom
alleen daardoor met warmte kan beschermen,
omdat menschen, blind als mollen, hun ademende
longen met kolenstof vullen, met lijfsgevaar de
boomstammen over besneeuwde hellingen slee
pen. Elk stukje van je groei was gekocht met
de onvrijheid van anderen en je. vader kon je
wortels slechts begieten met zweet van andaren,
hopend aldus een nuttigen boom op te kweeken.
Midden uit het struikgewas der zelfzucht,
uit het dichtwoekerende warnet der slingerplanten,
die zich mesten van anderer kracht, rijzen boomen
op, reiken hun kronen over den scherpen bergkam
die noord en zuid scheidt. Elk naar zijn aard en
naar zijn kracht verblijden zij met de geuren en
kleuren van de bloesems aller zin, zij buigen
hun drachtige takken om honger en dorst te stillen,
of zij offeren zich, nog nadat hun eigen bestaan
verbloeid is, als dragende balken en binten in het
dal.
Mocht jij zulk een schuldendelger worden,
mijn kind, zonder je te storen aan de traagheid
en den hoon van parasieten en onverzadelijken,
aan den nijd en den haat der afgunstigen, zonder
ook gedrukt te worden door eigen kleinmoedigheid,
die je zou kunnen influisteren dat je luttele Ik
te zwak zou zijn om een nacht te verhelderen, die
de scheppende almacht aan millioenen tot hun
lot aangewezen heeft
Het is je gegund een scheppend mensch te zijn;
te midden van het onvoltooide wonder der schep
ping ben je geplaatst om het verder te helpen
voltooien. De almacht strooide ons uit, den een
in de gezegende schaduw der dadelpalmen en
banaanboomen, den ander in den naakten jammer
der poolstreken.
Maarmenschengeestenmenschenhand hebben den stoom beteugeld en schepen
gebouwd, en in de bedompte visschershut van
het starre noorden brengen thans reeds
koffieboonen en theebladen een zweem van den geur
en den gloed der tropenwereld.
Wij staan pas aan het be%in van dezen weg.
Alle pracht en alle rijkdom der wereld zijn ons
GEORG HERMANN
i. De Nacht van
Doctor Herzfeld
ii. SNEEUW
Vertaald door ALICE VAN NAHUYS
Prijs in 2 deelen compleet
ingenaaid f 6.75; gebonden f7.90
Prijs per deel afzonderlijk
ingenaaid f3.75; gebonden f 4.50
OORDEEL DER PERS:
Prof. KERNKAMP in De Amsterdammer:
. . . Van alles wat Georg Hermann geschre
ven heeft, is de cyclus De Nacht van Dr.
Herzfeld" en Sneeuw" mij het liefst.
Uitgaven EM. QUERIDO ? Amsterdam
toevertrouwd om ze te verdeelen, de bliksem leent
ons zijn kracht en de ether draagt onze stem om
den aardkloot. Wij ontnemen den nacht zijndu'ster,
geen afstand kan ons meer scheiden. Onze
verduizendvoudigde krachten zijn toereikend om
het geluk te vermeerderen, als middelaars tusschen
de schatten der schepping en haar stiefkinderen.
Een helper te zijn in dit menschenwerk,.daartoe,
mijn kind, roept je mijn zegen. Waarheen je blik
ook dwalen zal, overal zal je de gaven der aarde
zien opgehoopt, en dicht daarnevens de ontbering
en de verscheuring. Mocht dan alle nood dien ik
je besparen kon, alle goeds dat ik je deel kon doen
worden, in jou tot kracht en tot wil worden.
Verrijs dan op mijn graf, als rechtvaardiging van
mijn vaderliefde, o menschenboom der toekomst,
met den geest dezer bladzijden gesneden in de
schors van ]s hart, als richtlijn op de
eeuwigheidsbaan, die de Schepping ons voor onzen
opwaartschen gang voorgeschreven heeft.
Stralende gezondheid
en kracht.
Sterk en energiek, heeft hij evenveel
plezier in zijn werk lis in zijn
genoegens, en wanneer de nacht
komt, slaapt hij als een baby.
Geen wonder dat hij er zoo geluk
kig uitziet. En zijn geheim is het
geregelde verbruik van Sanatogen
Wanneer gij U dikwijls vermoeid
gevoelt, wanneer iedere kleine taak
een berg van zorgen schijnt, dan
vraagt Uw gestel om Sanatogen
Sanatogen voert het lichaam juist
die elementen toe,?phosphorus
en eiwit die de gezondheid
blijvend opbouwen. Het is een
onovertroffen krachtgevend voedsel
voor zwakken, herstellenden en
nerveusen
Besluit Sanatogen te probeeren.
Het is verkrijgbaar in alle Dro
gisten en Apotheken.
SANATOGEN
%^ ' STERKT ZENUWEfteHLlCHAAM - ?