De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1924 26 april pagina 10

26 april 1924 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

No. 2445 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 11 MARIE CORELLI f Corelli's pen bewoog zich doorgaans op een . eigenaardig terrein en werd gesteund en aange. moedigd door theosofische sympathien. Er is niet veel psychologischen diepgang noodig om te begrijpen hoe haar boeken een groote attractie hadden onder de Engelsche officiers te velde, eerst in den Afrikaanschen en daarna in den Europeeschen oorlog. De omstandigheden hielpen . er stemming voor maken. Maar stellig zou het deze schrijfster in geen geval , mogelijk geweest zijn, een halve eeuw lang haar plaats in de literaire wereld te behouden, als zij niet over een door rijke fantasie bezield talent had te beschikken gehad, dat haar in staat stelde telkens weer nieuwe variaties op haar thema's te leveren. In 1860 was zij geboren. De Engelsche Encyclopediën vermelden omtrent haar, dat zij, van ge mengd Schotsche en Italiaansche afkomst, op tweejarigen leeftijd geadopteerd werd door den literator Charles Mackay en haar kindsheid in Engeland doorbracht. Later werd zij naar Frankrijk gezonden, waar zij een grondige muzikale opleiding ontving, in herinnering aan een beroemd violist Corelli, van twee eeuwen vroeger. De muziek zou voor haar echter een liefhebberij-vak blijven. Want de groote opgang, die haar eerste, in 1886 verschenen roman, A Romance of two worlds maakte, werd oorzaak dat zij zich voortaan in hoofdzaak aan de belletrie wijdde. Zij keerde naar Engeland terug en schreef daar, achtereenvolgens: Vendetta (1887), Thelina (1888), Ardath (1890), Soul of L itith (1892), Barnabas (1893), The sorrows of Satan (1895), Mighiy Atom (1896), The murder of Deliana (1897), Ziska, (1898), Jane (1900), Temporal power (1902), Oods good man (1904), Treasure of Heaven (1906), Holy Orders (1908), The Devils motor (1901, The life everlasting (1911), Innocent (1910), The young Diana (1917), The love of long ago, The sacred power (1921). Voortdurend sloeg haar werk in. Zij werd de lievelings-auteur van duizenden lezers, die werden aangetrokken door het prikkelende en griezeligmysteriese van hare vertellingen, waarover een meer bezadigd publiek dikwijls het hoofd schudde. Ter kenschetsing van haar schrijftrant volgt hier een gedeelte van de Prolog" van een harer meest karakteristieke romans, getiteld l.iska, Het raadsel van een bedorven ~iel. Donker tegen den helderen hemel teekende zich af de groote Pyramide en boven haar top stond de maan. Als een wrak, door een Titansstorm op het strand geworpen, scheen de Sphinx, rus tende te midden van de grijsachtige zandgolven, die hem onringden, eindelijk ingesluimerd. Het passieloos gelaat, waarmede hij had neergezien op gaande en komende tijden, op rijken in opkomst en verval, op levende en wegstervende menschengeslachten, scheen op dit oogenblik zijn gewone uitdrukking van bespiegelende wijsheid en groote verachting te hebben verloren; zijn oogen schenen zich te willen sluiten; een glim lach schemerde als 't ware om zijn droeven mond. Maanlicht en Middernacht weefden hun eigen mysterie, en eer het bleeke schitterlicht van den morgen den hemel tintte rose en amber, was de Schim verdwenen, werd de Schim niet meer gehoord. Langzaam steeg de rand van het gouden .zonneschild boven den horizon; en de groote Sphinx, ontwakend uit zijn korten schijnslaap, staarde weder met innige, eindelooze verachting over de zandige vlakte en de gekuifde palmen naar het glinsterend koepeldak van El-Hazar, het oord van heiligheid en wijsheid, waar nog steeds de mensch nederknielde in aanbidding ' van den Ongeziene, hem smeekend om verlossing van het 'Ongeziene." GEERTRUIDA CARELSEN DE EERSTE DUITSCHE VROUWENPERIODIEK WAT DE MODE BRENGT Teekening voor de Amsterdammer" Ella Riemsrsma van De oudste Duitsche Dameskroniek verscheen precies 200 jaar geleden. Het was een weekblad, dat den len April 1724 voor het eerst uitkwam bij Johann Christoph Gottsched te Leipzig onder den titel van Die vernünftigen Tadlerinnen". Het ', was een blad dat, gelijk uit den titel blijkt, critiek wilde leveren en ook werkelijk critiseerde op schier . elk gebied en daardoor verdienstelijk werk heeft gedaan al verviel het wel een enkele maal tot . bedillerige betweterij. Denmannen krijgener geregeld flink van langs.De protserige praalhanzen,d i'e alle vrouwen voor zielige ? zieltjes en oniioozele gansjes verslijten, worden terdege a faire genomen. De heeren der schepping worden al naar het uit komt geïntroduceerd als modepoppen en vrouwengekken, als pantoffel helden en sullen. Men krijgt van hen geen hoogen dunk. Toch voelen wij wat onder al deze charges verborgen ligt, de bedekte wrevel, dat de vrouw als vrouw wel gevleid, maar toch altijd weersmadelijk achteraf gezet wordt. Zij telt niet mee. Wat is de grond of het motief voor de bevoorrechte positie der mannen? Presteeren zij zooveel meer dan vrouwen? Het mocht wat ! Die vernünftigen Tadlerinnen" willen aantoonen, hoeveel nullen, ja nietsnutten er onder de mannen zijn. De geheelonthouding was twee eeuwen geleden volmaakt onbekend. Die vernünftigen Tadle rinnen" propageeren echter met kracht en klem het matigheidsbeginsel. Niet alleen de heeren maar ook de dames schenen zich vaak meer dan gepast was een roes te drinken. Dit lijkt bijna onmogelijk in dien conventioneelen tijd. Of zou de conventie juist een verklaring zijn van dit verschijnsel? Actie en reactie. Geen vinger haast kunnen ver roeren en daarom des te eerder en des te heviger, wanneer de gelegenheid zich voordoet, uit den band springen. Wat ook de aanleiding of ver klaring van dit verschijnsel moge zijn, een feit blijft het, dat Die vernünftigen Tadlerinnen" al haar best doen om de vrouw-drinkster te bekeeren van de dwaling haars weegs, vooral door te werken op haar gemoed,door haar het onvrouwe lijke van haar handelwijze onder het oog te brengen. Houdt maat in alle dingen, moraliseeren Die vernünftigen Tadlerinnen". Houdt maat bij spijs en drank; houdt maat in opschik en tooi; verliest vooral niet de matigheid bij het gebruik van uw snuifdoosje. Onwelvoegelijk is het b.v. om gelijk Jungfer Frechstirnin in de kerk 10 keer onder de preek het snuifdoosje te laten rondgaan. In den tweeden jaargang van het blad komt een polemiek voor tegen een Hollandsch werkje, waarin een boekje wordt open gedaan over de Duitsche dienstmeisjes hier te lande. Het citaat van de aanstootgevende passage staat er eerst in het Hollandsch en daarna in het Duitsch. Het is een fragment uit een bodenpraatje tusschen twee dames Christine en Anna, van wie eerstge noemde o.m. zegt: Ziet men niet dagelijks hoe de Mofinnen, die nadat ze een Jaar of vier, om ontbolsterd te worden, bij een Bakker gewoond hebben, bij een fatzoendelijk Burger in dienst zijn geraakt, alwaar zij dan veertig of vijftig Gulden Huur en Profijten Jaarlijks genieten aanstonds in de kleeding beginnen op te steeken: het is niet genoeg dat zij mooie Jakken, Rokken, witte Kouzen en mooie Muiltjes, een wijde Rok en fraaie Kanten draagen, maar zij moeten witte Lijtwaaten Boezelaars van twee Breedtens, Japonnen en zekerlijk een Goude ketting om den Hals hebben om een Vrijer daardoor te verstrikken." Die vernünftigen Tadlerinnen" wasschen de achtbare (?) Hollanrtsche mevrouw geducht de ooren en zuiveren alle Duitsche gedienstigen van den blaam, die haar ten onrechte getroffen heeft, dooreen reeks van treffende staaltjes van Duitsche Treue en Deutsche Tüchtigkeit te geven, waarmede men dan maar moet aannemen, dat alle beden kingen ten eenen male ontzenuwd zijn. Tot nog toe stonden wij stil bij het: critische deel van het eerste Duitsche darnestijdschrift. Die critiek neemt ook de grootste plaats in. Toch bevat het ook artikelen met een uitgesproken positieve tendentie. Onder deze zijner zeer lezenswaarde bijdragen, zooals b.v. een reeks van 14 vervolgstukken over de vraag, aan welke eischen een Frauenzimmer-Bibliotheek" moet voldoen. Avondjapon van beige geplisseerde Crêpe de Chine met overkleed van dunne terra cotta stof. Borduursel van beige en zwart. DEN HAAG Amsterdam Rotterdam maken ontwerpen en begrootingen zonder berekening van kosten onder bekende leiding van de binnen-architecten H. WOUDA ) Moderne PAUL BROMBERG ) Meubelkunst J. M. MIDDELRAAD Klassieke Stijlen Grootste Meubelfabriek van Nederland In taal en stijl is er een groot verschil tusschen het critische en het positieve deel. Het eerste geeft in pittige woorden en karakteristieke uituitdrukkingen vaak scherpe, schajnpere, venijnige maar over het algemeen, het gechargeerde dan uitgezonderd, rake opmerkingen. Het tweede wil uitmunten door zwierigheid van woordenketis maar vervalt daardoor al te vaak in een overdaad van bloemrijke beeldspraak, in een eindelooze brcedsprakigheid en in een zwaarwichtig-wijdloopigen betoogtrant. De uitgifte van een vrouwenblad nur für Damen" bleek voor die dagen een te gewaagde onderneming. Het had 2 jaar lang 2000 lezeressen en ging toen ter ziele wijl het geen voldoende baten afwierp. Het heeft echter den weg gebaand voor latere damesperiodieken, die reeds spoeuig daarna, meest in den vorm van maandbladen, verschenen. J. Y N T E M A. DRINK WEINIG MELK maar goede melk, van betrouwbaar GEZOND vee. HOFSTEDE OUD-BUSSEM. Kerkstraat 187. Tel. 49344.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl