Historisch Archief 1877-1940
No. 2445
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
17
RECLA. De Philipsstand
Giotto, Duccio enz. hebben zeer de aandacht
getrokken. Hij paart scherpte van blik aan uit
muntenden smaak en neemt als stijlcriticus terecht
het standpunt in, dat, bij alle waardeering voor
de Morelliaansche methode, en ondanks de groote
verdienste van exact onderzoek van archivalia
en andere bronnen, toch alleen den een goed
resultaat kan worden bereikt, wanneer het kunst
gevoel van den geschoolden kenner-historicus
de resultaten der vondsten van beide methoden
wikt en rangschikt.
Van zoo iemand, die bovendien door herhaald
rustig bestudeeren ter plaatse de objecten zijner
lievelingsstudie door en door kon leeren kennen,
valt degelijke en vruchtdragende arbeid te ver
wachten. Het eerste deel 1), onlangs verschenen
bij de ondernemende firma Martinus Nijhoff te
's Gravenhage, stelt ons allerminst te leur.
Welk een arbeid ! Wat een schat van gegevens
is hier verwerkt en hoe weet van Marie ons door
zijn waarlijk liefdevolle behandeling van het onder
werp te dwingen, met hem mee den ontwikkelings
gang te volgen.
Het eerste deel behandelt de schilderkunst van
de zesde tot het eind der dertiende eeuw, en is
geïllustreerd met niet minder dan 326 af beeldingen.
De volgende 4 deelen zullen bevatten: deel 2,
Sieneeschc school 14e eeuw; deel 3, Florentijnsche
school 14e eeuw; deel 4, Noord-Italiaansche scho
len in de 14e eeuw (Venetië, Padua, Verona,
Treviso) en Lombardische en Piemontijnsche
scholen in dien tijd (Rimini, Modena enz.)
Het vijfde deel eindelijk zal de 14e-eeuwsche
scholen in midden- en Zuid-Italiëbespreken
(Umbrië, Pisa, Napels, enz.).
Blijkt er genoeg belangstelling voor het werk,
dan zullen nog verdere deelen volgen.
Dr. van Marie gaat, door den breeden opzet
van zijn werk, het standaardwerk van Crowe en
Cavalcaselle, dat ondanks nieuwe uitgaven ver
ouderd is, vervangen en de groote Storia dell' Arte
Italiana van Venturi op zijde streven.
Hij is in dit eerste deel zeer stellig erin geslaagd
als 't ware een verjongden Crowe en Cavalcaselle
te geven, en, doordien het kader ruimer is dan dat
van Venturi's boek, gaat hij althans van de
Oe eeuw af meer in de details dan deze, mede
omdat hij allerlei dingen nader heeft bestudeerd
en --- het spreekt vanzelf van menige latere
vondst kennis heeft genomen.
Door zijn groote speciale kennis heeft de schrij
ver zich hier en daar wel wat al te veel in details
verdiept en houdt hij ons wel eens niet meer
varianten bezig dan den lezer, die naar het expos
over den verderen ontwikkelingsgang verlangend
uitziet, lief is. Maar daardoor is dit voordeel be
reikt, dat men het boek niet tevergeefs raadpleegt
in de vele gevallen waarin men juist die details
behoeft.
De tijden, die het eerste deel bespreekt, geven
voortdurend aanleiding tot het behandelen van
de vraag, welke krachten in Italiëvan invloed
zijn op kunstgebied. Hieromtrent bestaan tal van
theorieën, waarvan de schrijver de ik zou haast
zeggen meest ,,practische" aanvaardt. De invloed
van de klassieke monumenten op hun omgeving
ook in den na-klassicken tijd ontgaat hem niet,
en de waarschuwing om al te veel op Oostersche
invloeden te schuiven, getuigt van frisschen kijk.
Zeer belangrijk zijn zijne beschouwingen over de
ontwikkeling van het Romaansch en het allengs
uitsterven van het in enkele streken gelocaliseerde
Byzantinisme. In hoofdzaak was dit bekend,
maar op belangrijke detailpunten bestaat verschil
van meening en van Marle's standpunt in dezen
is-zeer de moeite van het lezen waard.
Het is hier niet de plaats en allerminst is hier
de plaatsruimte ! om over dit alles meer te
zeggen. Wij wilden slechts opwekken tot het lezen
van dit werk, dat ook door zijn uitnemende illustra
ties, zijn rijke literatuur-opgaven en zijn nauw
keurige registers terdege mag heeten wat wij het
noemden: een standaardwerk. Moge de schrijver
er veel succes van beleven en moge het hem aan
moedigen tot het doorgaan op den ingeslagen weg !
De tekst is in 't Engelsch, en dit zal mede ertoe
bijdragen om van Marle's boek onder de kunst
historici dien breeden kring van lezers te verschaf
fen, waarop het ten volle recht heeft.
LISSONES
SUCCESREIZEN:
Noorwegen: Hardanger:
14 Juni, 12 Juli, 9 Aug.
Noorwegen: Geiranger:
28 Juni, 26 Juli.
HEEN per S. M. N. NEDERLAND
naar GENUA, terug via
DAUPHINÉ: 24 Mei 2 Aug.
:: ENGADIN: 21 Juni ::
Programma's en inlichtingen:
Leidschestraat 5 en Dam 10
:: AMSTERDAM ::
Clichés
Van Leer
AMSTERDAM
Te Koop
HEEMSTEDE N
f9000»
LANDHUISJE
met flinken tuin
bij halte Electr.
Gebr. J. en H. v. d. POL,
loedieislaan 35/37 - HEEMSTEDE
DE AMSTERDAMMER
Weekblad voor Nederland
kost slechts f 10.?per jaar
De ingang van de Recla
1) The Development of the Italian Schools of
Painting, by Raimond van Marie. Vol. I. the
Hague, Nijhoff, 1923.
W. MARTIN