Historisch Archief 1877-1940
No. 2445
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
19
DIERSTUDIE: KROKODIL
Tcekening vuur d°Amsterdammer" door H. Verstijnen.
Op den Economischen Uitkijk
Met den Franschen slag".
Een vriend van me, Hollander, sedert enkele
jaren te Parijs woonachtig en vóór den oorlog
reeds ??groot Francophiel, zendt mij het extrait"
No. 57 van het Journal Officiel" (23 Maart 1.1.),
hetwelk den tekst bevat eener straks te noemen
wet en schrijft mij daarbij: als je op je
Ec/inomischen-Uitkijk-toren gaat staan, bekijk dan
ook eens deze heroïsche wet, die den franc weder
de volle waarde van vóór den oorlog geven kan".
De wet, waarvan de tekst voor mij ligt, heet:
,,Loi ayant pour objet la réalisation d'économies,
la création de nouvelles ressources fiscales et
diverses mesures d'ordre financier". Voordat ik
over den inhoud kom te spreken, eerst iets over den
vorm. Dit No. 57 van het Fransche Staatsblad
is op heel eenvoudig papier gedrukt, minder
solide, maar zeker ook veel goedkooper dan door
onze Landsdrukkerij wordt gebruikt. Het formaat
is zoo ongeveer dat der Groene (sedert de gelukkige
wijziging). De 12 bladzijden tellen elk drie ko
lommen met een duidelijk lettertype. Het geheel
kost.... 30 centimen ! Hoeveel zouden wij hier
voor zooveel drukwerk rekenen? Een
Franschman, die weten wil waar hij aan toe is met heel
deze nieuwe regeling, kan voor ,,'n schijntje"
den volledigen tekst koopen en bestudeeren.
Nog even iets wat den vorm betreft. Dadelijk
treft ons, Hollanders, het ontbreken van elke
overweging (?considerans" is het bij ons gebruike
lijke woord). De aanhef is zoo simpel, als 't maar
zijn kan en vervat in dat soort van proza, dat
gelijk van Deyssel zeide, recht op u af gaat:
De Senaat en de Kamer der Afgevaardigden
hebben goedgekeurd, de President der Republiek
kondigt af de wet, waarvan de inhoud luidt. ..."
Volgt art. 1. En verder geen wijsheid. Wat
ook treft, is de klare, heldere wets-stijl. Kort en
krachtig, bevattelijk ook daar, waar de materie
toch niet zoo eenvoudig was. Er worden vooral
niet meer woorden gebruikt dan strikt noodig is.
B.v.: de wetgever schaft het Staats-monopolic
voor lucifers-fabricage af, verbiedt tevens de
vestiging van eenig monopolie in die lijn en wil
tevens bepalen op welken voet de Staat, als hij
zijn monopolie ooit zou hervatten, bestaande
fabrieken zal overnemen. Denk u eens in, hoeveel
artikelen met hoofd-, bij- en tusschenzinnen,
vol verwijzingen en voorbehouden, onze wet
gever voor dat doel zou behoeven. En lees nu
eens even de artt. 36 en 37 der Fransche wet
Afgeschaft is de wet van 2 Augustus 1872, aan
den Staat toekennende het monopolie voor ver
vaardiging en verkoop van lucifers. Verboden is
de vestiging van een industrieel monopolie voor
vervaardiging of verkoop van lucifers. (Volgt een
strafbepaling). Ingeval de Staat het
lucifersmonopolie zou hervatten, zal de aan fabrikanten
verschuldigde naastings-prijs nooit overschrijden
de waarde der onroerende goederen, van het
materiaal, der voorraden en der octrooien of
licenties die de Staat zal willen verwerven."
Maar genoeg over den vorm. Wat den inhoud
betreft, valt op te merken, dat in de meer dan
100 korte artikelen allerlei wordt geregeld: wij
ziging van zegelrechten, douane-rechten en
douaneverklaringen, de prijs van snuif en tabak, de
reeds vermelde afschaffing van het
lucifersmonopolie, invoering daartegenover van eene
belasting op lucifers, verhooging van het tarief
voor door den strafrechter opgelegde boeten,
rente-vergoeding (10 pCt. !) bij te late betaling
van belasting, regeling van handel in vreemde
devisen", verhooging van het tarief voor pos
terijen, telegrafie en telefonie, belasting op motor
rijtuigen en auto's.... en nog zoo een en ander
meer.
Intusschen, merkwaardiger dan dit alles i,
in zijn veelzeggende soberheid het eerste artikel.
Dat klinkt als een klok. Ziehier: Beperkingen
(?réductions"), welker totaal niet minder zal
moeten zijn dan l tnilliard francs, zullen in 1924
op de uitgaven van den Staat worden toegepast."
Hoe? Door wie? Wanneer? Het 2e lid van dit
eerste artikel vertelt ons: De Regeering is gedu
rende de vier maanden die op de afkondiging van
deze wet volgen, gemachtigd, door maatregelen,
welke de Ministerraad, de Raad van State gehoord,
heelf goedgekeurd, alle hervormingen en admi
nistratieve vereenvoudigingen in te voeren, welke
De man, die de inspiratie kreeg om art. 40 te schrappen.
de verwezenlijking van deze bezuinigingen zal
vereischen. Wanneer de aldus genomen maatregelen
wijzigingen in geldende wetten zullen hebben
noodig gemaakt, dan zullen die maatregelen binnen
een termijn van 6 maanden aan de goedkeuring
van de wetgevende macht worden onderworpen."
Maar inmiddels, (dat is de bedoeling) zullen die
maatregelen alvast ingevoerd en uitgevoerd zijn !
Dit is dan wel de kern der bekende wet, door
Poincarétegen veel verzet met veel vuur en groote
welsprekendheid verdedigd. Wij moeten een
milliard francs op de begrooting der
Staatshuishouding afschrappen en daartoe moeten wij
de vrije hand hebben. . . . ; ziedaar de hoofdzaak.
En dit artikel l geeft aan de Regeering in enkele
woorden die ver strekkende bevoegheid. Maar
dit is dan toch wel iets, waar wij in Holland even
stil onder worden en dat ons wel tot nadenken
stemt. Niet zoozeer dunkt mij, tot eene gezette
overpeinzing van de vraag of deze wet duurzaam
de waarde van den Franschen franc zal verhoogen.
Mijn vriend in Parijs dacht aan de mogelijkheid,
maar het spreekt toch wel vanzelf, dat de
dc-preciatie van den franc tegenover andere munten
een heel ingewikkeld verschijnsel is, uitvloeisel
van velerlei factoren, waarop een wet als deze,
door de uitgaven des lands te verminderen en zijn
inkomsten te vermeerderen en door speculatieve
omzettingen tegen te gaan, wel gunstigen invloed
uitoefenen kan, doch niet zóó, dat daardoor
andere tegenwerkende factoren hun kracht zouden
verliezen.
Niet dit, hoewel natuurlijk voor de Franschen
het belangrijkste punt, is het wat ons hierin
het meest treft. Mij althans valt het meest op:
de methode dezer wetgeving, de mogelijkheid der
toepassing van zoodanige methode in deze demo
cratische republiek, welker wetgevende macht
aan de regeering als 't ware een blanco volmacht
geeft om l milliard op de Staatshuishotiding naar
eigen inzicht te besnoeien. Een - tot op het beloop
van l milliard discretionnaire bevoegdheid. Nit'!
wonderlijk is het, dat er felle strijd gevoerd is,
eer aan het Fransche gouvernement deze macht
werd gegeven, maar opmerkelijk is, dat de Regee
ring het mogelijk geacht heeft zooveel bewegings
vrijheid te verkrijgen en dat zij die inderdaad
verkregen heeft.
In 't voorbijgaan, volledigheidshalve, vernield
ik ook nog art. 2, bepalende dat, tot aan het
einde van den dienst 1924, in de publieke staats
diensten geen nieuwe betrekkingen /uilen worden
gecreëerd en dat er geen aanstelling van ,,personnel
supplementaire 011 auxiliaire" zal plaats vinden.
In het land van staag wassend
fonctionnarisme" mag dit waarlijk een heroïsche" verbods
bepaling heeten.
Vanzelf duikt bij de overweging van wat ginds
zoo stevig en cordaat werd tot stand gebracht,
de vraag, de gedachte op: Et nos?".... Wij
hier, wat doen wij? Hoe vatten wij dit /,inkje;<au?
Ik behoef de vraag alleen maar te stellen, de
E. J. VAN SCHAICK
MAKELAAR
Korte Jansstraat 25"" - Utrecht
WONINGBUREAU
ASSURANTIES
TELEFOON 125
gedachte maar te opperen, want het antwoord
kennen wij allen. Hoelang praten wij reeds over
bezuiniging en versobering! Wij hebben de 17
pCt. methode gehad en wij hebben daarna den
sterken" man zien komen, die er het mes in
zou zetten en meer als belastingminister dan als
's-Rijks bezuiniger zich ontpopte. En wij zijn
-nadat de Regeering, weken lang demissionnair,
teruggekeerd was, getuigen van eindelooze me
mories van toelichting, voorloopige verslagen en
weer memories van antwoord met langgerekte
openbare beraadslagingen over alle achtereenvol
gende hoofdstukken der staatsbegrooting.
En de verzuchting welt in ons op: als ook wij
eens zoo'n art. l" konden krijgen, dat in 4
regeltjes druks de Regeering bevoegd verklaart een
stevig bedrag op de staatsbegrooting te besnoeien
.... Maar daartoe zouden we andere Kamers
moeten hebben en ook een andere regeering.
Wij zouden gedragen moeten worden door de
nationale gedachte, dat de ernst der tijden ook
van ons zulke offers vergt. En wij zouden in om
Hollandsch temperament iets moeten hebben van
den Franschni" slag !.. . .
S M i s s A F; K T
FGHBERS-RIJWIELEN
De naam
op een rijwiel is een waarborg voor
KWALITEIT
Moei. H.H. in uitr. 4 F. 110.
in uitr. l F. 97.
FILIALEN EN AGENTSCHAPPEN IN ALLE PLAATSE GEVESTIGD