Historisch Archief 1877-1940
No. 2445
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
KLEINE MISÈRES
Met teekeningen voor de Amsterdammer"
door Is. van Mens
Begonia"
Zoo lang als 't jonge mevrouwtje getrouwd was,
zoolang had 2e ook haar meid. En dat was al een
half jaar. 't Feit was voor haar een bron van glorie
envoor haar vriendinnen eenbron van jaloerschheid,
en daardoor voelde 't mevrouwtje nog duidelijker,
nog overtuigder, 't natuurwonderlijke, 't zielkun
dig raadselachtige, 't mystiek onschatbare van
haar bezit. Als zij aan al de diverse praestaties
van de meid in dat half jaar dacht, dan zwol zoo
veel dankbare genegenheid in haar hart dat 't
plan bij haar rijpte, om haar extra te beloonen,
haar heel bijzonder te verrassen. En wat meestal
gebeurt, 't is een menschelijk zwak, 't mevrouwtje
meette de wenschen en verlangens van anderen af
naarde haren. Zoo ook die van Fientje.de onschat
bare dienstmeid. Ik zal haar een mooie, bloeiende
plant geven, voor haar kamertje" besloot
't mevrouwtje na haar eigen pronkende Azalea
met gelukkigen blik omstreeld te hebben. Toen
stuurde ze Fientje naar den bloemist. Je moet
een mooie, bloeiende kamerplant uitzoeken....
Kijk maar eens wat je heel erg mooi vind.... hij
mag".... Mevrouwtje overwoog even, de tijden
waren zoo duur en 't huishoudgeld zoo krap....
ze voelde 'n zenuwachtig kneepje ergens in de
buurt van d'r hart bij de gedachte aan de extra
uitgave...., maar de dankbaarheid aan 't
phenomeen dat Fientje heette, overwon. Hij mag
drie gulden kosten" vervolgde ze met 'n ietsje
aarzeling in de triomfantelijkheid van haar stem,
Maar dat ontging Fientje die den voorafgeganen
strijd niet wist.
Ze ging, en na 'n uur was zij weer terug met in
haar arm geklemd, een precieuselijk met vloei
omwikkelde, reusachtige Begonia. Boven de
enormiteit uit glansden haar oogen in 't kouwe,
glimmend paarsroode gezicht.. Hij kost pre
cies drie gulde, maar 't is 'n prach ! de meheer zei
ik mos 'm gerus neme, 't was mevrouw's
lievelingsplant!" Mevrouwtje had intusschen 't vloei los
gemaakt en de struische plant stond daar opeens
in z'rr buitensporigen rijkdom van sterke, gave
bladeren en rose bloeisel.
Mevrouwtje voelde de glorie van 't moment.
Fientje" zei ze plechtig die plant is voor jou !
Die krijg je van me omdat je altijd zoo goed je
best doet". Ze luisterde een beetje vreemd naar de
wijding in haar eigen stem en had zich nog nooit
in dat heele half jaar zoo erg Mevrouw" gevoeld.
Toen Fientje zwijgen bleef, zei ze: Heusch die
plant is voor jou ! jou eigendom ! je mag 'm op je
kamertje zetten!" En toen uit Fientje nog
,,hield Fientje de plant voor"
,.Die zal wat gekost hebbsn"
steeds geen geluid kwam, keek zij haar blij en aan
moedigend aan, greep met beide handen den bloem
pot vast en hield met groot-gul gebaar, Fientje de
plant voor. Maar Fientje stopte haar korte
werkklauwtje achter haar rug, haar oogen in prikkelende
verbaztng op Mevrouw gericht; toen klonk gemoe
delijk Haar stem: 't Is zonde voor God.... zoo
veel geld voor zoo'n sta-in-den-weg ! Neemt u me
niet kwalijk Mevrouw, maar dan heb ik toch al
z'n leven liever die drie gulden en koop er 'n paar
warme pertoffels voor!"
't Mevrouwtje voelde de wijding van zich weg
glijden en verlegenheid drong zich in de plaats;
't niet aanvaard zien van 'n cadeau is altijd een
penibele ondervinding. Onbenullig bleef ze Fientje
aanmoedigen, raakte zelfs zóó uit 't vaarwater
van gezand verstand dat ze de warme pantoffels
bovendien beloofde: Als 't daarom te doen was
dan kon Fientje die dingen immers toch wel krij
gen !"
Maar Fientje was vastberaden en stralend. Vast
beraden wat aanging 't weigeren, stralend vanwege
de pantoffels-toezegging.
Als mevrouw dan zoo goed zou zijn en 't geld
geven, dan kocht zij ze meteen maar!" Met 'n
déprimeerend gevoel van overheerscht worden,
nam mevrouwtje een rijksdaalder en twee kwartjes
uit haar ukkepukkig beursje, bemerkte opnieuw
pijnlijk den nerveusen kneep ergens in de buurt van
haar hart bij deze tweede extra-uitgaaf, en depo
neerde de geldstukken in des phenomeen's ver
wachtingsvol uitgestoken werkklauwtje.
Toen, volkomen tevreden ging Fientje. En me
vrouwtje bleef alleen in de stilte van haar keurig
zitkamertje, alleen met haar beklemming o,
lieve hemel.... drie gulden plant -f- drie gulden
pantoffels, 't was zoo ontzettend.... ze zou 't
nooit, nooit aan Henk durven zeggen.... alleen
met haar benepen benauwenis en met de struische
overdadige Begonia. Toen werd gescheld, kwam
Emmy.
't Mevrouwtje, haar gedachten nog bij 't
finantieele drama, deed wat verlegen open, en Emmy,
de lieve schoolvriendin van vroeger die nu met
muzieklessen den kost moest verdienen, zag 't.
'tBezoekje had nietdegenoegelijkheid van anders.
Bij Emmy bleef de beklemming van ongelegen te
komen, bij 't Mevrouwtje de beklemming van haar
zotte verkwisting die zij aan de hard-ploeterende
vriendin al heelemaal niet vertellen durfde. Er
was gêne tusschen hen toen Emmy weer vertrok.
En weer was mevrouwtje alleen met haar benepen
benauwenis, de struische, overdadige Begonia n
de onvoldaanheid over haar houding tegenover
Emmy. Had ze 't toch maar gezegd ! Maar wie
vertelt nu makkelijk aan iemand die gewoon zwoegt
om drie gulden te verdienen, dat je zelf zoo maar,
onbenullig er zes wegsmijt !
Weer werd gescheld en 't was tante Jacoba;
tante Jacoba die altijd overstelpend lief deed,
maar voor wier scherpe opmerkingsgave en wan
trouwende bemoeizucht niets verborgen bleef, dus
ook niet de Begonia. En onder de fleemende be
wondering voor de mooie plant kwam de wrange
afkeuring te voorschijn voor zooveel verkwisting.
Die zal heel wat gekost hebben ! heel wat !"
Tante's onderlip schoof naar voren, de mondhoeken
schoven naar beneden, en 't heele hoofd knikte
zorgvol. Mevrouwtje zweeg.
Cadeau? Och ja natuurlijk! zooiets
koop je niet!"
Mevrouwtje zweeg.
Tante werd geïntrigeerd; er wis wat
met die Begonia !
Henk verdient zeker flink tegenwoor
dig?"
Henk? Niet meer dan anders Tante !....
Zaken gaan over 't algemeen slecht tegen
woordig" zei argeloos 't Mevrouwtje.
Tante had gevischt en.... ze had beet.
O, ik dacht 't maar zoo, .. omdat-ie
zoo uitgespannen had met die plant".
Mevrouwtje zweeg. Tante spiedde.
't Is zoo heerlijk hèzoo eens een ver
rassing voor elkaar te hebben. Maar 'n
mensch moet toch altijd verstandig blijven
en ik zou zoo zeggen ? enfin, ik bemoei
me niet graag met 'n anders zaken,
maar" Tante draalde listig als een
sluipende kat die haar prooi belaagt, ik
had je man voor verstandiger gehouden !....
geld in 't water smijten kan iedereen....
Henk moest wijzer zijn en 't zóó niet over
den balk gooien".
Mevrouwtje voelde zich opeens driftig
worden.
Vindt u dat heusch geld in 't water
smijten? Wat een geluk dan dat die plant
heelemaal niet van Henk is !" zei ze tartend.
Tante keek haar quasi ongeloovig aan.
Niet van Henk? kom ! wie anders zou je
nou zoó'n duur ding geven !"
1 En vóór 't mevrouwtje nadacht was 't er
al uit: Emmy bracht 'm voor me mee".
Ze voelde 't misselijke van dien plotselingen
leugen, maar ze moest Henk verdedigen.... hij
had immers part noch deel aan die....
ongeluksplant?en Emmy lag haar 't dichtst in 't geheugen.
Tante blaakte van prettige verontwaardiging.
Emmy ! Heb je nou ooit ! Wat een onmogelijke
grootdoenerij toch van zulke menschen l"
En toen Tante veel later op den middag diverse
visites had ge
maakt, wisten
gemeenschappe
lijke kennissen
dat Emmy Berk
hof heelemaal
niet meer zoo
geprotegeerd be
hoefde te wor
den ; ze deed zóó
grootscheeps .. .
endan was 't veel
beter om nieuwe
muzieklessen
voor een ander
te bewaren die
nog
bescheidenaan dee....
'sAvonds kwam
Henk thuis, zag
de Begonia n...
vroeg.
't Was klaar
als de dag dat-ie
zou vragen,....
toch voelde me
vrouwtje 't als
een catastrophe. ,V.l
Hoe of ze aan M
die magnifieke j
plant kwam?"..
't Leek haar ge
makkelijker 't
hem uit de an
dere kamer toe
te roepen: Van
Emmy". Even voelde ze beschaamd 't verraad
aan de vriendin, toen, berustend, de noodzakelijk
heid van dien tweeden leugen.
Van Emmy? Hoe is 't mogelijk ! Ik zat van
middag met haar in de train, ze was bij je geweest,
zei ze, en ze was juist nog al erg in de put; 't is een
toer om tegenwoordig van lessen rond te komen".
Henk slenterde door de tusschendeuren naarde
woonkamer, ik vroeg haar ten eten voor morgen..
't Kind heeft zoo weinig! Tjee wat 'n dwaasheid om
zoo'n duur ding te koopen ! Ik zal 't haar toch
morgen zeggen !"
Dien dag daarop schreef Mevrouwtje 't volgende
briefje:
Liefste Emmy, ik spreek je misschien niet al
leen voor je vanavond bij ons komt eten, maar ik
smeek je, ontken niet dat jij mij die Begonia gaf,
als Henk er je over spreekt; ik kan nu niet
uitvoerigerschrijven maar 't zou gewoon verschrikkelijk
zijn als Henk wist d at d ie plant niet van jou was".
Vrceg in den middag stond Emmy voor haar,
ernstig, koel. Ik heb een les afgezegd om naar je
toe te komen; ik wil je overal in helpen, dat weet je,
maar ik wil niet meewerken om je man voor te
liegen. Wat is er met die Begonia.... van wie
heb je 'm?"
ze had ze nou an"