De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1924 26 april pagina 22

26 april 1924 – pagina 22

Dit is een ingescande tekst.

No. 2445 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND KLEINE MISÈRES Met teekeningen voor de Amsterdammer" door Is. van Mens Begonia" Zoo lang als 't jonge mevrouwtje getrouwd was, zoolang had 2e ook haar meid. En dat was al een half jaar. 't Feit was voor haar een bron van glorie envoor haar vriendinnen eenbron van jaloerschheid, en daardoor voelde 't mevrouwtje nog duidelijker, nog overtuigder, 't natuurwonderlijke, 't zielkun dig raadselachtige, 't mystiek onschatbare van haar bezit. Als zij aan al de diverse praestaties van de meid in dat half jaar dacht, dan zwol zoo veel dankbare genegenheid in haar hart dat 't plan bij haar rijpte, om haar extra te beloonen, haar heel bijzonder te verrassen. En wat meestal gebeurt, 't is een menschelijk zwak, 't mevrouwtje meette de wenschen en verlangens van anderen af naarde haren. Zoo ook die van Fientje.de onschat bare dienstmeid. Ik zal haar een mooie, bloeiende plant geven, voor haar kamertje" besloot 't mevrouwtje na haar eigen pronkende Azalea met gelukkigen blik omstreeld te hebben. Toen stuurde ze Fientje naar den bloemist. Je moet een mooie, bloeiende kamerplant uitzoeken.... Kijk maar eens wat je heel erg mooi vind.... hij mag".... Mevrouwtje overwoog even, de tijden waren zoo duur en 't huishoudgeld zoo krap.... ze voelde 'n zenuwachtig kneepje ergens in de buurt van d'r hart bij de gedachte aan de extra uitgave...., maar de dankbaarheid aan 't phenomeen dat Fientje heette, overwon. Hij mag drie gulden kosten" vervolgde ze met 'n ietsje aarzeling in de triomfantelijkheid van haar stem, Maar dat ontging Fientje die den voorafgeganen strijd niet wist. Ze ging, en na 'n uur was zij weer terug met in haar arm geklemd, een precieuselijk met vloei omwikkelde, reusachtige Begonia. Boven de enormiteit uit glansden haar oogen in 't kouwe, glimmend paarsroode gezicht.. Hij kost pre cies drie gulde, maar 't is 'n prach ! de meheer zei ik mos 'm gerus neme, 't was mevrouw's lievelingsplant!" Mevrouwtje had intusschen 't vloei los gemaakt en de struische plant stond daar opeens in z'rr buitensporigen rijkdom van sterke, gave bladeren en rose bloeisel. Mevrouwtje voelde de glorie van 't moment. Fientje" zei ze plechtig die plant is voor jou ! Die krijg je van me omdat je altijd zoo goed je best doet". Ze luisterde een beetje vreemd naar de wijding in haar eigen stem en had zich nog nooit in dat heele half jaar zoo erg Mevrouw" gevoeld. Toen Fientje zwijgen bleef, zei ze: Heusch die plant is voor jou ! jou eigendom ! je mag 'm op je kamertje zetten!" En toen uit Fientje nog ,,hield Fientje de plant voor" ,.Die zal wat gekost hebbsn" steeds geen geluid kwam, keek zij haar blij en aan moedigend aan, greep met beide handen den bloem pot vast en hield met groot-gul gebaar, Fientje de plant voor. Maar Fientje stopte haar korte werkklauwtje achter haar rug, haar oogen in prikkelende verbaztng op Mevrouw gericht; toen klonk gemoe delijk Haar stem: 't Is zonde voor God.... zoo veel geld voor zoo'n sta-in-den-weg ! Neemt u me niet kwalijk Mevrouw, maar dan heb ik toch al z'n leven liever die drie gulden en koop er 'n paar warme pertoffels voor!" 't Mevrouwtje voelde de wijding van zich weg glijden en verlegenheid drong zich in de plaats; 't niet aanvaard zien van 'n cadeau is altijd een penibele ondervinding. Onbenullig bleef ze Fientje aanmoedigen, raakte zelfs zóó uit 't vaarwater van gezand verstand dat ze de warme pantoffels bovendien beloofde: Als 't daarom te doen was dan kon Fientje die dingen immers toch wel krij gen !" Maar Fientje was vastberaden en stralend. Vast beraden wat aanging 't weigeren, stralend vanwege de pantoffels-toezegging. Als mevrouw dan zoo goed zou zijn en 't geld geven, dan kocht zij ze meteen maar!" Met 'n déprimeerend gevoel van overheerscht worden, nam mevrouwtje een rijksdaalder en twee kwartjes uit haar ukkepukkig beursje, bemerkte opnieuw pijnlijk den nerveusen kneep ergens in de buurt van haar hart bij deze tweede extra-uitgaaf, en depo neerde de geldstukken in des phenomeen's ver wachtingsvol uitgestoken werkklauwtje. Toen, volkomen tevreden ging Fientje. En me vrouwtje bleef alleen in de stilte van haar keurig zitkamertje, alleen met haar beklemming o, lieve hemel.... drie gulden plant -f- drie gulden pantoffels, 't was zoo ontzettend.... ze zou 't nooit, nooit aan Henk durven zeggen.... alleen met haar benepen benauwenis en met de struische overdadige Begonia. Toen werd gescheld, kwam Emmy. 't Mevrouwtje, haar gedachten nog bij 't finantieele drama, deed wat verlegen open, en Emmy, de lieve schoolvriendin van vroeger die nu met muzieklessen den kost moest verdienen, zag 't. 'tBezoekje had nietdegenoegelijkheid van anders. Bij Emmy bleef de beklemming van ongelegen te komen, bij 't Mevrouwtje de beklemming van haar zotte verkwisting die zij aan de hard-ploeterende vriendin al heelemaal niet vertellen durfde. Er was gêne tusschen hen toen Emmy weer vertrok. En weer was mevrouwtje alleen met haar benepen benauwenis, de struische, overdadige Begonia n de onvoldaanheid over haar houding tegenover Emmy. Had ze 't toch maar gezegd ! Maar wie vertelt nu makkelijk aan iemand die gewoon zwoegt om drie gulden te verdienen, dat je zelf zoo maar, onbenullig er zes wegsmijt ! Weer werd gescheld en 't was tante Jacoba; tante Jacoba die altijd overstelpend lief deed, maar voor wier scherpe opmerkingsgave en wan trouwende bemoeizucht niets verborgen bleef, dus ook niet de Begonia. En onder de fleemende be wondering voor de mooie plant kwam de wrange afkeuring te voorschijn voor zooveel verkwisting. Die zal heel wat gekost hebben ! heel wat !" Tante's onderlip schoof naar voren, de mondhoeken schoven naar beneden, en 't heele hoofd knikte zorgvol. Mevrouwtje zweeg. Cadeau? Och ja natuurlijk! zooiets koop je niet!" Mevrouwtje zweeg. Tante werd geïntrigeerd; er wis wat met die Begonia ! Henk verdient zeker flink tegenwoor dig?" Henk? Niet meer dan anders Tante !.... Zaken gaan over 't algemeen slecht tegen woordig" zei argeloos 't Mevrouwtje. Tante had gevischt en.... ze had beet. O, ik dacht 't maar zoo, .. omdat-ie zoo uitgespannen had met die plant". Mevrouwtje zweeg. Tante spiedde. 't Is zoo heerlijk hèzoo eens een ver rassing voor elkaar te hebben. Maar 'n mensch moet toch altijd verstandig blijven en ik zou zoo zeggen ? enfin, ik bemoei me niet graag met 'n anders zaken, maar" Tante draalde listig als een sluipende kat die haar prooi belaagt, ik had je man voor verstandiger gehouden !.... geld in 't water smijten kan iedereen.... Henk moest wijzer zijn en 't zóó niet over den balk gooien". Mevrouwtje voelde zich opeens driftig worden. Vindt u dat heusch geld in 't water smijten? Wat een geluk dan dat die plant heelemaal niet van Henk is !" zei ze tartend. Tante keek haar quasi ongeloovig aan. Niet van Henk? kom ! wie anders zou je nou zoó'n duur ding geven !" 1 En vóór 't mevrouwtje nadacht was 't er al uit: Emmy bracht 'm voor me mee". Ze voelde 't misselijke van dien plotselingen leugen, maar ze moest Henk verdedigen.... hij had immers part noch deel aan die.... ongeluksplant?en Emmy lag haar 't dichtst in 't geheugen. Tante blaakte van prettige verontwaardiging. Emmy ! Heb je nou ooit ! Wat een onmogelijke grootdoenerij toch van zulke menschen l" En toen Tante veel later op den middag diverse visites had ge maakt, wisten gemeenschappe lijke kennissen dat Emmy Berk hof heelemaal niet meer zoo geprotegeerd be hoefde te wor den ; ze deed zóó grootscheeps .. . endan was 't veel beter om nieuwe muzieklessen voor een ander te bewaren die nog bescheidenaan dee.... 'sAvonds kwam Henk thuis, zag de Begonia n... vroeg. 't Was klaar als de dag dat-ie zou vragen,.... toch voelde me vrouwtje 't als een catastrophe. ,V.l Hoe of ze aan M die magnifieke j plant kwam?".. 't Leek haar ge makkelijker 't hem uit de an dere kamer toe te roepen: Van Emmy". Even voelde ze beschaamd 't verraad aan de vriendin, toen, berustend, de noodzakelijk heid van dien tweeden leugen. Van Emmy? Hoe is 't mogelijk ! Ik zat van middag met haar in de train, ze was bij je geweest, zei ze, en ze was juist nog al erg in de put; 't is een toer om tegenwoordig van lessen rond te komen". Henk slenterde door de tusschendeuren naarde woonkamer, ik vroeg haar ten eten voor morgen.. 't Kind heeft zoo weinig! Tjee wat 'n dwaasheid om zoo'n duur ding te koopen ! Ik zal 't haar toch morgen zeggen !" Dien dag daarop schreef Mevrouwtje 't volgende briefje: Liefste Emmy, ik spreek je misschien niet al leen voor je vanavond bij ons komt eten, maar ik smeek je, ontken niet dat jij mij die Begonia gaf, als Henk er je over spreekt; ik kan nu niet uitvoerigerschrijven maar 't zou gewoon verschrikkelijk zijn als Henk wist d at d ie plant niet van jou was". Vrceg in den middag stond Emmy voor haar, ernstig, koel. Ik heb een les afgezegd om naar je toe te komen; ik wil je overal in helpen, dat weet je, maar ik wil niet meewerken om je man voor te liegen. Wat is er met die Begonia.... van wie heb je 'm?" ze had ze nou an"

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl